• No results found

GEMEENTE HEERRENVEEN BESTEMMINGSPLAN HEERENVEEN - THORBECKESTRAAT 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEMEENTE HEERRENVEEN BESTEMMINGSPLAN HEERENVEEN - THORBECKESTRAAT 3"

Copied!
131
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTE HEERRENVEEN

BESTEMMINGSPLAN HEERENVEEN - THORBECKESTRAAT 3

(2)
(3)

INHOUDSOPGAVE

TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1

1.1 Aanleiding 1

1.2 Plangebied 1

1.3 Planologische regeling 2

1.4 Leeswijzer 2

HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 3

2.1 Huidige situatie 3

2.2 Toekomstige situatie 4

HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER 8

3.1 Rijksbeleid 8

3.2 Provinciaal beleid 8

3.3 Gemeentelijk beleid 9

HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSASPECTEN 12

4.1 Mer-beoordeling 12

4.2 Milieuzonering 12

4.3 Geluid 14

4.4 Water 15

4.5 Bodem 16

4.6 Archeologie 16

4.7 Cultuurhistorie 17

4.8 Ecologie 18

4.9 Externe veiligheid 19

4.10 Luchtkwaliteit 19

4.11 Kabels, leidingen en zoneringen 20

HOOFDSTUK 5 JURIDISCHE VORMGEVING 21

5.1 Het juridische systeem 21

5.2 Toelichting op de bestemmings 21

HOOFDSTUK 6 UITVOERBAARHEID 22

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 22

6.2 Economische uitvoerbaarheid 23

(4)

BIJLAGE BIJ DE TOELICHTING

Bijlage 1 Vormvrije mer-beoordeling

Bijlage 2 Rapportage overleg aanwonenden Nieuwburen Heerenveen Bijlage 3 Vooroverleg advies Hus en Hiem

Bijlage 4 Watertoets

Bijlage 5 Ecologische quickscan Bijlage 6 Overlegreactie Provincie Bijlage 7 Overlegreactie Wetterskip Bijlage 8 Antwoordnota inspraak REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 25

Artikel 1 Begrippen 25

Artikel 2 Wijze van meten 28

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 29

Artikel 3 Wonen - Woongebouw 29

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 31

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 31

Artikel 5 Algemene gebruiksregels 32

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 33

Artikel 7 Algemene wijzigingsregels 34

Artikel 8 Overige regels 35

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 36

Artikel 9 Overgangsrecht 36

Artikel 10 Slotregel 37

BIJLAGEN REGELS

Bijlage 1 Parkeernormen Heerenveen Schil

(5)

161463 blz 1

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

Aan de Thorbeckestraat 3 te Heerenveen staat een kantoorpand. Het plan is om de hui- dige bedrijfslocatie te transformeren naar een woonlocatie. Hierbij wordt de bestaande bebouwing gesloopt en vervangen door een complex met 28 appartementen. De kan- toorfunctie komt hierbij te vervallen.

De geldende beheersverordening voor Heerenveen Centrum (en omgeving) staat de beoogde ontwikkeling niet toe. Beleidsmatig bestaat echter ruimte voor herstructure- ring. Dit bestemmingplan geeft hieraan invulling en biedt een planologisch-juridisch toetsingskader voor de beoogde herontwikkeling van het perceel Thorbeckestraat 3.

1.2 Plangebied

In figuur 1 is de ligging en begrenzing van het plangebied weergegeven. De locatie ligt ten oosten van het centrum van Heerenveen.

Figuur 1. Ligging plangebied

(6)

blz 2 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

1.3 Planologische regeling

Het plangebied is geregeld in de beheersverordening 'Heerenveen Centrum', die is vast- gesteld op 21 maart 2016. Het ligt binnen het besluitvlak 'Gemengd'. Binnen dit vlak zijn dienstverlenende bedrijven en instellingen toegestaan. Het bouwen van een apparte- mentencomplex ten behoeve van woningbouw is op grond van de beheersverordening niet toegestaan.

In het plangebied is ook de regeling voor 'Waarde-archeologie 2' van toepassing. Hier- voor geldt dat archeologisch onderzoek is vereist voor bouwwerken met een oppervlak- te van 50 m² of meer, die worden gebouwd in of op gronden ter plaatse van het besluit- vlak 'Waarde-archeologie 2', tenzij het bouwplan betrekking heeft op wijziging of ver- vanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt gebruikt.

1.4 Leeswijzer

Na dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het plan gegeven. Daarbij wordt ingegaan op de bestaande situatie, de gewenste ontwikkeling. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het van belang zijnde beleidskader, waarna in hoofdstuk 4 een toetsing aan de omgevingsaspecten volgt. Wanneer deze van toepassing zijn, worden daarbij de uitgangspunten voor het bestemmingsplan genoemd. In hoofdstuk 5 volgt een toelichting op de werking van het bestemmingsplan en de daarin opgenomen rege- ling. Het laatste hoofdstuk gaat in op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, waarbij aandacht wordt besteed aan de maatschappelijke en economische uitvoerbaar- heid.

(7)

20161463 blz 3

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT

2.1 Huidige situatie

Het plangebied ligt ten oosten van het centrum van Heerenveen. In de omgeving komen zowel woonfuncties als bedrijfsfuncties voor. De omgeving van het perceel heeft een functioneel gemengd karakter. Langs de Thorbeckestraat staan kantoren, woningen, dienstverlenende bedrijven en (kinder)dagopvang. Aan de aangrenzende zuidzijde van de Nieuwburen staan woningen en lichte bedrijven. Het centrum van Heerenveen en het sportstadgebied liggen op korte afstand.

De omgeving wordt gekenmerkt door kleinschalige en middelschalige bebouwing. Langs de Nieuwburen staan woningen, met daarachter -op enkele percelen- bedrijfsloodsen.

De bebouwing bestaat hier over het algemeen uit één of twee bouwlagen met kap. Aan de Thorbeckestraat komen grotere bouweenheden voor, zoals het voormalige kanton- gerecht, de voormalige Rijkskweekschool en woonflats in 3½ laag (Vlinderbuurt). Daar- naast staan enkele rijtjes lage woningen en enkele vrijstaande woningen langs de Thorbeckestraat.

De huidige bebouwing in het plangebied bestaat uit een kantoorgebouw van één laag, plat afgedekt. Figuur 1 geeft een overzicht van het plangebied en zijn omgeving. Figuur 2 en 4 geeft een luchtfoto van de bestaande situatie en figuur 3 een vooraanzicht.

Figuur 2. Luchtfoto plangebied

(8)

blz 4 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

Figuur 3. Vooraanzicht bestaande situatie

Figuur 4. Omgeving Thorbeckestraat (vogelvluchtperspectief) 2.2 Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan maakt een herontwikkeling van het vrijkomende perceel mogelijk, die passend is in de omgeving. Enerzijds wordt aangesloten op het gemengde karakter en de bebouwingskenmerken van de Thorbeckestraat. Anderzijds wordt een aanvaard- bare overgang naar de Nieuwburen gecreëerd, door het appartementengebouw met de

"open-zijde" naar de Nieuwburen te richten.

Het definitieve stedenbouwkundig ontwerp is met input van omwonenden tot stand gekomen. Hiervoor hebben verschillende overlegmomenten plaatsgevonden. Een ver- slag van het proces voor de tot standkoming van het ontwerp is opgenomen in bijlage 2 bij deze toelichting. Mede naar aanleiding van het overleg met de achterburen aan de Nieuwburen, heeft de ontwikkelaar het ontwerp van het appartementengebouw zoda- nig aangepast dat aan de achterzijde sprake is van dichte gevels. Er is dus geen direct uitzicht op de percelen aan de Nieuwburen.

(9)

20161463 blz 5

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

Het bestemmingsplan laat 28 nieuwe woningen toe. Binnen het bouwvlak is een bouw- hoogte van 13 meter toegestaan, Het beoogde bouwplan bestaat uit 4 woonlagen, met een mansarde dakopbouw vanaf de 2de verdieping wat eindigt in een plat dak. Tevens wordt ruimte geboden voor 28 inpandige bergingen van circa 5 m2 per berging. De totale oppervlakte van de nieuwe bebouwing bedraagt circa 1.000 m2. In oktober 2017 heeft de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit Hus en Hiem reeds een advies op het ontwerp gegeven (zie bijlage 3). Hus en Hiem geeft aan dat het bouwplan, op een aantal opmer- kingen na, kan voorzien in een positief welstandsadvies. Het bouwplan is op basis van dit advies aangepast.

Parkeren

Tot slot wordt aan de achterzijde en een strook aan de oostzijde ingericht als parkeer- terrein ter behoeve van 28 parkeerplaatsen. Figuur 5 geeft een overzicht van de beoog- de invulling van het plangebied weer. Figuur 6 toont een impressie van het appartemen- tencomplex vanaf de Thorbeckestraat.

De toepasselijke parkeernormen voor het appartementengebouw zijn als bijlage 1 op- genomen bij de regels van het bestemmingsplan. De Thorbeckestraat valt in de zoge- naamde centrumschil en de appartementen in het goedkope huursegment. Hiervoor wordt de volgende parkeernorm toegepast: 1,2 parkeerplaatsen per woning, inclusief 0,3 pp/w bezoekersparkeren. In de centrumschil wordt uitgegaan van parkeerruimte van de bewoners op eigen terrein en van de bezoekers in de openbare ruimte. Gegeven de capaciteit van het appartementengebouw, 28 appartementen, leidt dit tot de volgende parkeerbehoefte:

 28 x 0,9 pp = 25,2 = minimaal 26 parkeerplaatsen op eigen terrein

 28 x 0,3 pp = 8,4 = 9 parkeerplaatsen bezoekersparkeren in de openbare ruimte.

Met dit project worden 28 parkeerplaatsen op eigen terrein voorgesteld. Voor de overi- ge 7 benodigde bezoekersparkeren is in de openbare ruimte voldoende ruimte beschik- baar.

Er worden geen extra parkeerplaatsen gerealiseerd in de openbare ruimte. Het plange- bied ligt in de centrumschil en nabij het centrum. Voor zowel het centrum als de schil geldt een betaald parkerenregime. In de schil is straatparkeren toegestaan. De openbare parkeerterreinen voor het centrum liggen op korte afstand van het plangebied. De om- geving van het plangebied heeft daarmee voldoende opnamevermogen en regulering om het bezoekersparkeren te kunnen opvangen.

(10)

blz 6 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

Figuur 5. Toekomstige situatie

(11)

20161463 blz 7

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

Figuur 6 Impressies

(12)

blz 8 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 door de minister vastgesteld. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelij- ke beleid. Om de verantwoordelijkheden te leggen waar deze het beste passen brengt het Rijk de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 14 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 14 be- langen hebben decentrale overheden beleidsruimte voor het faciliteren van ontwikke- lingen.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (artikel 3.1.6) is geregeld dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voor- zien in duurzame verstedelijking. Het artikel is op 12 mei 2017 gewijzigd. Deze wijziging is op 1 juli 2017 in werking getreden. Deze regeling houdt in dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrij- ving van de behoefte aan die ontwikkeling bevat. Indien het bestemmingsplan die ont- wikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, moet er tevens gemoti- veerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Dit plan maakt een herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied mogelijk, waarbij een voormalige kantoorgebouw gesloopt wordt en vervangen door woningen. Uit het beleid van de gemeente dat is beschreven in paragraaf 3.3, blijkt dat er in Heerenveen een blijvende behoefte is aan woningen. Daarmee mag worden aangenomen dat er sprake is van een actuele regionale behoefte.

De herstructurering vindt plaats binnen bestaand stedelijk gebied. De locatie voorziet in een functiewijziging van een bedrijfsfunctie naar een woonfunctie. Daarbij wordt de bestaande verouderde bebouwing gesloopt. Hierdoor is sprake van zorgvuldig ruimte- gebruik en is het niet noodzakelijk om nieuwe uitbreidingslocaties uit te geven.

3.2 Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007

Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit is onder meer neergelegd in het Streekplan Fryslân 2007 'Om de kwaliteit van de romte', dat is vastgesteld op 13 december 2006.

(13)

20161463 blz 9

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

De provincie zet in op concentratie van nieuwe woningbouw in de bundelingsgebieden van de stedelijke centra. Heerenveen is samen met Joure één van de bundelingsgebie- den die door de provincie onderscheiden is. De ambitie is het versterken van stedelijke gebieden, onder andere door het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en een duur- zaam ruimtegebruik. De herstructurering van een voormalig kantoorgebouw past hier binnen.

Het beleid is vertaald naar regels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de Verordening Romte Fryslân.

Verordening Romte Fryslân

Op 25 juni 2014 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân 2014 vastge- steld. Deze verordening behelst een aanpassing van de op 15 juni 2011 vastgestelde verordening en is op 16 augustus 2014 in werking getreden. In deze verordening is het beleid, zoals verwoord in het Streekplan, vertaald naar regels voor bestemmingsplan- nen.

In artikel 1 van de verordening worden regels gegeven gericht op het bundelen van ste- delijke functies in stedelijk gebied. Indien dit niet mogelijk is, kan aansluitend op be- staand stedelijk gebied een uitbreidingslocatie worden toegestaan. Volgens de verorde- ning valt de locatie binnen het bestaand stedelijk gebied. Hier kunnen stedelijke func- ties, zoals wonen, toegevoegd worden.

In artikel 3 is bepaald dat een ruimtelijk plan voor woningbouw in overeenstemming moet zijn met een woonplan, dat de schriftelijk instemming van Gedeputeerde Staten heeft. Hiervan mag afgeweken worden indien het woningbouwproject niet meer dan 11 woningen bevat en gelegen is binnen bestaand stedelijk gebied. In onderhavige situatie is sprake van 28 woningen. In de volgende paragraaf wordt beschreven dat het plan binnen het woonplan van de gemeente past.

Op basis van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het plan in overeenstem- ming is met de Verordening Romte Fryslân 2014.

3.3 Gemeentelijk beleid

Woonvisie gemeente Heerenveen 2015-2020

Het in werking treden van de gewijzigde Woningwet per 1 juli 2015 en ontwikkelingen op de woningmarkt vormden aanleiding voor het vaststellen van een nieuwe woonvisie.

In deze visie 'nieuwe stijl' zijn concrete prestatieafspraken gemaakt met woningbouw- corporaties en huurdersorganisaties over de opgaven in de sociale huursector. in de visie staan 4 thema's centraal:

1. De match tussen vraag en aanbod: naar een optimale woningvoorraad;

2. Goed wonen voor iedereen: betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen;

3. Kwaliteit en Verduurzaming: naar een duurzame woningvoorraad;

4. Wonen, zorg en welzijn: aandacht voor vergrijzing en kwetsbare groepen.

(14)

blz 10 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

Het voorgenomen woningbouwprogramma speelt in op 3 van de 4 thema's, omdat er betaalbare en energiezuinige woningen worden aangeboden voor specifieke doelgroe- pen.

Woningbouwprogramma 2014 tot en met 2019

Samen met de gemeenten Smallingerland, Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opster- land vormt de gemeente Heerenveen regio Zuidoost Friesland. Met instemming van de Gedeputeerde Staten van Fryslân zijn voor deze regio woningbouwafspraken gemaakt.

De woningbehoefte voor de regio en de verschillende gemeenten is gerelateerd aan de provinciale huishoudensprognose 2013, waar voor de gemeente Heerenveen van 2012 tot 2030 een groei van 2339 huishoudens wordt voorzien. De regionale woningbouwaf- spraken betreffen zowel binnenstedelijk gebied als uitleggebied, en zijn kaderstellend voor de gemeentelijke woningbouwprogrammering. Gemeente Heerenveen heeft hier- bij gekozen voor maximaal 70% binnenstedelijk en 'plafondloos bouwen binnenste- delijk'.

Het huidige woningbouwprogramma van Heerenveen bestaat voor circa 70% uit locaties binnen bestaand stedelijk gebied, waar sprake is van inbreiding, transformatie of wijk- vernieuwing. Binnenstedelijk kan 'plafondloos' worden gebouwd. Dit houdt in dat de binnenstedelijke plannen niet zijn gebonden aan een maximum capaciteit. Met dit be- stemmingsplan wordt een binnenstedelijk ontwikkeling mogelijk gemaakt, waarbij spra- ke is van een transformatie van een kantoorfunctie naar een woonfunctie.

De gemeente Heerenveen is op dit moment bezig met een actualisatie van het woning- bouwprogramma. De 28 woningen die in dit bestemmingsplan worden mogelijk ge- maakt, worden in de actualisatie opgenomen.

Structuurvisie Heerenveen Centrum Breed

In maart 2011 is de structuurvisie Heerenveen Centrum Breed vastgesteld. Deze visie geeft in grote lijnen aan waar de komende jaren veranderingen in de ruimtelijke struc- tuur in het centrum aan de orde zijn en waar niet.

In de woonvisie wordt aangegeven dat er meer evenwicht in de woningmarkt ontstaat, waardoor de woningmarkt een omslag maakt van een aanbodsgestuurde naar een vraaggestuurde markt. Het gevolg

hiervan is dat er aan de aanbodkant beter ingespeeld zal moeten worden op de behoef- te aan onderscheidende woonmilieus en woningtypen.

In het centrum van Heerenveen bestaan kansen om een sterker stedelijk woonmilieu te realiseren. Dit nieuwe woonmilieu kan bijdragen aan de verbreding van het aanbod aan woningen en voorzien in de behoefte aan een verscheidenheid aan woningtypen. Daar- naast biedt het centrum goede mogelijkheden om kleinschalig in (regionaal) onder- scheidende nichesegmenten woningen toe te voegen aan de bestaande voorraad.

In Heerenveen is er een toenemende vraag naar een meer stedelijke vorm van wonen, dicht bij het centrum en bijvoorbeeld in aantrekkelijke en ruime appartementen.

(15)

20161463 blz 11

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

Eén van de belangrijkste opgaven in het kader van de Structuurvisie is om ervoor te zor- gen dat wonen in het centrum voor de diverse doelgroepen die er nu wonen, mogelijk blijft. Het woningaanbod moet voorzien in een aantal belangrijke behoeften die in het centrum nu al spelen: betaalbaar wonen, ventiel voor de woningmarkt en seniorenwo- ningen. Deze groep is op zoek naar een luxe appartement (koop, maar ook huur) of een levensloopbestendige grondgebonden (patio)woning. Voorwaarde is dan wel dat deze woning in een omgeving staat waar het bruist en waar (culturele) voorzieningen aanwe- zig zijn. Ook starters zijn opzoek naar betaalbare appartementen in de huursector, bij voorkeur in de nabijheid van voorzieningen die passen bij hun levensstijl.

Met dit bestemmingsplan wordt een appartementencomplex mogelijk gemaakt voor een gevarieerde doelgroep in de directe nabijheid van het centrum. De huurprijs van de appartementen valt onder de huursubsidie grens. Dit past bij de wens van de gemeente Heerenveen, namelijk meer betaalbare appartementen binnen de huursector. Hiermee wordt aangesloten bij de woning vraag vanuit de markt naar wonen in het centrum en is daarmee passend in de structuurvisie.

Welstandsnota 2016

Het welstandsbeleid is een onderdeel van het ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de ge- meente. Welstand is niet alles bepalend, maar het belang van een goede ruimtelijke structuur staat voorop. Een uitgangspunt van de nota is 'loslaten waar kan, sturen waar nodig'. Nadruk ligt op het gesprek vooraf waarbij de nota leidraad vormt, bij ontwikke- ling binnen de bestaande structuur met beperkte omvang is sprake van een globale ka- der. Daarnaast gaat het om het vastleggen van een belangrijke kader. In het kader van een goede ruimtelijke structuur is het ontwerp op 3 oktober 2017 aan de welstands- commissie voorgelegd. Zij hebben het plan getoetst aan de door de gemeenteraad vast- gestelde criteria. Onder voorbehoud wil de welstandcommissie positief instemmen voor het project. Voor een positief welstandsadvies ziet de welstandcommissie graag verdere uitwerking en bemonstering van de volgende punten:

 De commissie heeft graag een verdere uitwerking van de terrein- en erfinrichting;

 De dakconstructie en dan met namelijk het uiterlijk van de kap wordt als druk erva- ren, naast de omvang ook het aantal toevoegingen zoals de visuele stapeling van de dakkapellen.

 Als laatste punt benoemt de commissie de binnenzijde van de U-vorm van het ap- partementencomplex. Door de hoogte en relatief donkere gevelbekleding ervaren zij dit als “afwerend”.

(16)

blz 12 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSASPECTEN

4.1 Mer-beoordeling

In het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmings- plan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Wanneer niet vol- daan wordt aan de drempelwaarden moet het bevoegd gezag bij de betreffende activi- teiten nagaan of mogelijk sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.

Daarbij lettend op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn mili- eueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:

 de kenmerken van de projecten;

 de plaats van de projecten;

 de kenmerken van de potentiële effecten.

In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig (bijlage C en D), projectmer-plichtig (bijlage C) of mer-beoordelingsplichtig (bijlage D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r.

drempelwaarden opgenomen.

In bijlage D van het Besluit m.e.r. (D11.2) is de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject opgenomen. Ten aanzien van woningen ligt de drempel- waarde op een aaneengesloten gebied met 2.000 of meer woningen. Dit bestemmings- plan maakt slechts 28 woningen mogelijk en is daarmee niet rechtstreeks planmer-, pro- jectmer of mer-beoordelingsplichtig.

Sinds 7 juli j.l. is een aanpassing van het Besluit m.e.r. in werking getreden. Hierin is ge- regeld dat ook voor projecten die zijn opgenomen in bijlage D, maar beneden de drem- pelwaarden vallen, een besluit moet worden genomen of een MER nodig is. In dat kader wordt afgewogen of het plan mogelijk toch belangrijke negatieve milieueffecten heeft, op basis van de eerder genoemde omstandigheden. Dit is een vormvrije mer- beoordeling. Derhalve is, gelet op de formele beoordelingsplicht, een vormvrije mer- beoordeling opgesteld. Deze beoordeling is opgenomen in bijlage 1. Op basis hiervan is geconcludeerd dat de impact van het plan op het milieu gering is. Het is op basis van de mer-beoordeling niet nodig om een volledige mer-procedure te doorlopen.

4.2 Milieuzonering

Tussen bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies (waaronder wonen) is een goede afstemming nodig. Het doel daarbij is het voorkomen van onacceptabele hinder ter plaatse van woningen, maar ook om te zorgen dat bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden.

(17)

20161463 blz 13

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

Dit plan maakt de herontwikkeling van een voormalig kantoorgebouw in woningen mo- gelijk. Toen de gemeenteraad op 21 maart 2016 de Beheersverordening “Heerenveen- Centrum” vaststelde, werd daarin niet het perceel Thorbeckestraat 1 meegenomen. De beheersverordening heeft namelijk de bedoeling het gebruik / de bestemming van gronden conserverend vast te leggen. Voor het perceel Thorbeckestraat was op dat moment een verzoek tot gebruikswijziging in behandeling die afweek van de geldende bestemming Doeleinden van openbare dienstverlening. Deze bestemming geldt nog steeds voor het perceel, op grond van het bestemmingsplan Heerenveen-Centrum. Op 26 april 2016 verleenden burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning om af te wijken van de bestemming voor het gebruik van het perceel voor kinderopvang, dag- besteding en logies. Dit betekent dat het perceel zijn toegestaan: openbare dienstverle- ning, kinderopvang, dagbesteding en logies.

De VNG brochure Bedrijven en milieuzonering wordt gebruikt als hulpmiddel bij de on- derbouwing van ruimtelijke ordeningsbesluiten. De brochure bevat een indeling van bedrijfstypen in milieucategorieën. Naar mate een bedrijfstype in een hogere milieuca- tegorie is ingedeeld, moet een grotere afstand worden aangehouden ten opzichte van woningen.

Bij de toepassing van de brochure wordt onderscheid gemaakt in twee omgevingstypen:

Het omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied en het omgevingstype ge- mengd gebied. Het omgevingstype rustige woonwijk / rustig buitengebied is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor. Er is weinig ver- storing door verkeer. Het omgevingstype gemengd gebied kent een matige tot sterke functiemenging. Naast woningen komen andere functies voor, zoals horeca, winkels en kleine bedrijven.

De Thorbeckestraat en omgeving kan worden aangemerkt als gemengd gebied in de zin van de brochure Bedrijven en milieuzonering. Het gebied ligt nabij het centrum, gren- zend aan de verkeersring rondom het centrum (Van Kleffenslaan). Het gebied kent een afwisseling van woningen met lichte bedrijven (Nieuwburen) en kantoren en dienstver- lenende bedrijven (Thorbeckestraat).

De brochure Bedrijven en milieuzonering kent een voorbeeld Staat van Bedrijfsactivitei- ten voor gebieden met functiemenging. Hierin vallen dagverblijven onder categorie A en kinderopvang onder categorie B. De categorieën A en B worden in de brochure als volgt omschreven:

Categorie A

Activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aan- pandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.

(18)

blz 14 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

Categorie B

Activiteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van wo- ningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden. Dit betekent dat de situe- ring van de geplande appartementen op het perceel Thorbeckestraat 3, ten opzichte van de toegelaten functies op het perceel Thorbeckestraat 1, voldoet aan de brochure Be- drijven en milieuzonering.

Overige bedrijfsactiviteiten bevinden zich op een zodanige afstand dat deze niet rele- vant zijn voor dit bestemmingsplan. Daarnaast zijn tussen het plangebied en andere bedrijven reeds woningen gevestigd, welke maatgevend zijn voor eventuele bedrijfsma- tige beperkingen van deze bedrijven. De bedrijven worden dan ook niet onevenredig in hun bedrijfsvoering geschaad. In zijn algemeenheid zijn bedrijven en instelling uit ten hoogste milieucategorie goed verenigbaar met de woonfunctie.

Geconcludeerd wordt dat het aspect milieuzonering de uitvoerbaarheid van het plan niet in de weg

staat.

4.3 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder ver- oorzaken', een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te to- nen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vast- gelegd.

In de Wet geluidhinder (Wgh) wordt onderscheid gemaakt tussen geluidgevoelige func- ties enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies anderzijds. Indien een geluidsgevoelige functie mogelijk wordt gemaakt en binnen de zone van een weg, spoorweg of een indu- striegebied ligt, moet onderzocht worden of voldaan wordt aan de voorkeursgrens- waarde. In dit geval is alleen het aspect wegverkeerslawaai relevant.

De wegen in de directe omgeving van het plangebied zijn aangewezen als 30-km/uur zone. Voor ontwikkelingen binnen dergelijke zones is geen toetsing aan de Wet Geluid- hinder noodzakelijk. Daarnaast is de Thorbeckestraat een relatief rustige weg met een te verwachten lage verkeersintensiteit. Door de beperkte breedte van de weg en diverse snelheid beperkende maatregelen (middels een drempel en diverse knikken in de weg) zijn de snelheden relatief laag. De Van Kleffenslaan is een belangrijke ontsluitingsweg van- en naar het centrum. De weg is daarmee een (relatief) drukke weg. Gezien de reeds aanwezige (dicht)e bebouwde bebouwing tussen het plangebied en de weg en de daar- mee samen gaande geluidswerende werking, wordt verwacht dat aan de voorkeurs- grenswaarde wordt voldaan en nader onderzoek niet noodzakelijk is.

(19)

20161463 blz 15

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

4.4 Water

Deze 'waterparagraaf' gaat in op de watertoets. Hierin wordt beoordeeld wat de effec- ten van het bestemmingsplan op de waterhuishouding zijn en of er waterschapsbelan- gen spelen. De belangrijkste thema's zijn waterveiligheid, de afvoer van schoon hemel- water en afvalwater en de waterkwaliteit.

Het plangebied ligt in het beheersgebied van Wetterskip Fryslân. Het plan is via de digi- tale watertoets kenbaar gemaakt bij het waterschap (kenmerk: 20160126-2-12328). De watertoets is als bijlage 4 bij de toelichting toegevoegd. De uitkomst is dat de korte pro- cedure moet worden gevolgd. Het plan heeft een beperkte invloed op de wateraspecten die van belang kunnen zijn bij ruimtelijke plannen. Dit betekent dat de beperkte invloed van het plan kan worden opgevangen met standaardmaatregelen. Deze zijn opgenomen in de leidraad watertoets. Bij de uitvoering van de bouwmogelijkheden die dit bestem- mingsplan mogelijk maakt wordt rekening gehouden met deze uitgangspunten.

Waterafvoer/berging

De oppervlakteverharding op het perceel neemt in de toekomstige situatie niet toe.

Watercompensatie is dan ook niet aan de orde.

Klimaatadaptatie

Om ook in de toekomst prettig te kunnen wonen, werken en recreëren moeten steden en dorpen ingericht worden met het oog op de toekomst. Kansen moeten benut worden om het gebied klimaat robuust in te richten. Zo is het mogelijk om het bebouwd gebied beter bestand te maken tegen hevige regenbuien, periodes van droogte en hitte en de gevolgen van een mogelijke overstroming.

Bij de inrichting van het plangebied kan hierop geanticipeerd worden door bijvoorbeeld het percentage verhard oppervlak te verminderen en het plangebied groener in te rich- ten. Door nú maatregelen te nemen, worden steden en dorpen mooier en wordt grote schade in de toekomst voorkomen. Voor veel maatregelen geldt bovendien dat ze kos- teneffectief zijn, als ze maar in een vroeg stadium in het proces worden meegenomen.

Met voorgenoemd advies wordt bij de uitvoering van de plannen rekening gehouden.

Afvalwater en regenwatersysteem

Het uitgangspunt is om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voe- ren. In dit geval wordt rioolwater via een nieuw rioleringsstelsel aangesloten op het gemeentelijk riool. Uitgangspunt is dat dit voldoende capaciteit heeft voor de extra wo- ningen. Hemelwater wordt afgekoppeld en geïnfiltreerd op het eigen perceel of aange- sloten op een nabij gelegen regenwaterriool.

Waterkwaliteit

De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn om verontreiniging van het water te voorkomen. In dit geval zal gebruik worden gemaakt van milieuvriendelijke (bouw)materialen.

(20)

blz 16 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

Vervolg

Waterwet: Voor alle ingrepen in de waterhuishouding moet een vergunning worden aangevraagd of een melding worden gedaan in het kader van de Waterwet.

Procedure: Het wateraspect wordt gecommuniceerd met de ontwikkelaar en geldt als uitgangspunt voor de uitvoering van het plan.

4.5 Bodem

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikke- lingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik.

Uitgangspunt ten aanzien van de bodemkwaliteit is dat deze bij nieuwe ruimtelijke ont- wikkelingen zodanig goed moet zijn dat er geen risico's voor de volksgezondheid be- staan bij het gebruik van het plangebied.

De locatie is lange tijd in gebruik geweest ten behoeve van een kantoor. Het is niet aan- nemelijk dat vanuit deze functie verontreinigingen in de bodem zijn ontstaan. Om te kijken of in het verleden de bodemkwaliteit is beoordeeld is het bodemloket geraad- pleegd. Hieruit komt voort dat in het verleden een bodemonderzoek heeft plaatsgevon- den. De resultaten van uitgevoerde (historische) bodemonderzoek geven aan dat de (voormalige) activiteiten en/of de onderzoekslocatie voldoende zijn onderzocht in het kader van de Wet bodembescherming. Er is dus geen sprake van een verdachte locatie.

Het aspect bodem vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling die in dit bestemmingsplan centraal staat. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor de nieuwbouw is wel een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk.

4.6 Archeologie

In de Erfgoedwet zijn archeologische resten beschermd. Wanneer de bodem wordt ver- stoord moeten archeologische resten intact blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwach- tingskaarten opgesteld.

Voor Heerenveen wordt gebruik gemaakt van de Friese Archeologische Monumenten- kaart Extra (FAMKE). De kaart is opgemaakt voor twee perioden: de ijzertijd- middeleeuwen en de steentijd-bronstijd. Op basis van de kaart voor de ijzertijd- middeleeuwen is geen nader onderzoek nodig en op basis van de kaart steentijd- bronstijd is het plangebied aangemerkt als 'karterend onderzoek 2'. In deze gebieden kunnen zich op enige diepte archeologische lagen uit de steentijd bevinden, die zijn af- gedekt door een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit. De provincie beveelt daarom aan om bij in- grepen van meer dan 2.500 m² een karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren, waarbij minimaal zes boringen per hectare worden gezet, met een minimum van zes boringen voor gebieden kleiner dan een hectare.

(21)

20161463 blz 17

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

In aanvulling op de FAMKE heeft de gemeente Heerenveen voor een aantal specifieke gebieden een extra beschermende regeling in de beheersverordening opgenomen. Het betreft in dit geval delen van het plangebied die onderdeel uitmaken van de oude 'dorpskern' van Heerenveen. In beheersverordening is voor deze gebieden een planolo- gische bescherming in de vorm van de regeling voor de bestemming 'Waarde- archeologie 2'. Hiervoor geldt dat archeologisch onderzoek is vereist voor bouwwerken met een oppervlakte van 50 m² of meer tenzij het bouwplan betrekking heeft op wijzi- ging of vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitge- breid en de bestaande fundering wordt gebruikt.

De ontwikkeling die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt is een ingreep die kleiner is dan 2.500 m2 maar groter dan 50 m². De nieuwbouw bedraagt circa 1.000 m2. Het betreft echter het vervangen van een bestaand pand. De gronden in het plange- bied zijn in het verleden dus al geroerd waardoor de kans op archeologische vondsten klein is. Het omgevingsaspect archeologie vormt daarom geen belemmering voor de ontwikkeling die in dit bestemmingsplan centraal staat.

4.7 Cultuurhistorie

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegeno- men. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van ruimtelijke plannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistori- sche waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

De gemeente Heerenveen heeft in zijn erfgoednota cultuurhistorisch beleid vastgelegd.

In de nota is het plangebied niet aangewezen als cultuurhistorisch waardevol. Het plan- gebied bestaat uit een voormalig bedrijfsgebouw uit 1975. Deze zijn niet kenmerkend voor een bepaalde bouwstijl.

Wel maakt het gebied ten noorden van het plangebied uit van een bebouwingsstrook die van cultuurhistorische waarde is. Het betreft de historische bebouwing langs de kade van de Schoterlandse Compagnonsvaart aan de Nieuwburen. Het betreft hoofdzakelijk pandsgewijze en aaneengesloten bebouwing van bescheiden korrelgrootte.

De ontwikkeling in dit bestemmingsplan vindt buiten de bebouwingstrook van de Nieuwburen plaats. Met het ontwerp is rekening gehouden met de bebouwingskarakte- ristieken van de Nieuwburen. Door het appartementengebouw met de smalle zijde naar de Nieuwburen te richten wordt een aanvaardbare overgang naar de Nieuwburen ge- creëerd. Het cultuurhistorisch aanzicht op de Nieuwburen wordt, ten opzichte van de huidige situatie, hiermee niet (onevenredig) aangetast. Cultuurhistorie is dan ook geen belemmerende factor voor de voorgenomen ontwikkelingen in dit gebied.

(22)

blz 18 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

4.8 Ecologie

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omgeving en met beschermde plant- en diersoorten. Deze zijn geregeld in de nieuwe Wet natuurbescherming (Wnb). Met de Wnb zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vo- gelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.

Gebiedsbescherming

Het plangebied ligt in een binnenstedelijk gebied op ruime afstand van beschermde natuurgebieden. De ontwikkeling heeft, mede gelet op de aard en omvang van de ont- wikkeling, geen negatieve effecten op natuurwaarden die op grotere afstand liggen.

Soortenbescherming

De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernie- len of beschadigen van nesten, eieren en rustplaatsen van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn. Gedeputeerde Staten (hierna: GS) kunnen hiervan ontheffing ver- lenen en bij verordening kunnen Provinciale Staten (hierna: PS) vrijstelling verlenen van dit verbod. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om ontheffing of vrijstelling te kunnen verlenen zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Vogelricht- lijn. Verder is het verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen of te verstoren. GS kunnen hiervan ontheffing verlenen en bij verordening kun- nen PS vrijstelling verlenen van dit verbod. De gronden voor verlening van ontheffing of vrijstelling zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Habitatrichtlijn.

Ten slotte is een verbodsbepaling opgenomen voor overige soorten. Deze soorten zijn opgenomen in de bijlage onder de onderdelen A en B bij de Wnb. De provincie kan ont- heffing verlenen van deze verboden. Verder kan bij provinciale verordening vrijstelling worden verleend van de verboden. De noodzaak tot ontheffing of vrijstelling kan hierbij ook verband houden met handelingen in het kader van de ruimtelijke inrichting of ont- wikkeling van gebieden.

Toetsing

Ten behoeve van de voorgestane ontwikkeling is een ecologische quick scan uitgevoerd.

De rapportage is als bijlage 5 opgenomen bij de toelichting. Op basis van de resultaten van het onderzoek is vastgesteld dat het voorkomen van matig of zwaar beschermde soorten is uitgesloten. Het plangebied bezit geen mogelijkheden voor vleermuizen om er te verblijven. Wel vliegen er vleermuizen in lage dichtheid. Gedurende en na realisatie van de plannen kunnen deze soorten er blijven foerageren.

(23)

20161463 blz 19

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

In verband met het voorkomen van algemene broedvogels is het van belang om rooi- werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of te werken op een manier dat vogels niet tot broeden komen (vooraf rooien beplantingen / vogelverschrikkers gebrui- ken). Voor overige soort(groep)en is het gebied verder volledig ongeschikt.

Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde planten- en dier- soorten uitgesloten; de plannen aan de Thorbeckestraat 3 te Heerenveen zijn niet in strijd met het gestelde binnen de Natuurwet.

4.9 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Het toetsingskader wordt gevormd door ver- schillende besluiten en documenten. Risico's zijn inzichtelijk gemaakt op de risicokaart die per provincie wordt bijgehouden.

Uit de risicokaart blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen risico- bronnen voorkomen. Het dichtstbijzijnde risicobron is een nutsvoorzieningebouw in de vorm van een Gasdrukregel- en meetstation. Deze is niet geregeld in het Bevi, maar in het Activiteitenbesluit. Voor dit gebouw gelden aan te houden afstand van 30 meter tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.

Daarnaast ligt ten oosten van het plangebied een hogedruk aardgasleiding van de Gas- unie. Dit betreft een hogedruk aardgasleiding met een doorsnede van 8 inch en een werkdruk van 40 Bar. Deze buisleiding heeft een invloedsgebied van 100 meter. De mi- nimale afstand van deze buisleiding tot nieuwe woningen in het plangebied is 250 me- ter. Er ontstaan op dit punt geen belemmeringen.

4.10 Luchtkwaliteit

Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtver- ontreiniging, aan te pakken.

Overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn veelal het gevolg van het aantal verkeersbewegingen in een gebied. Op grond van de algemene maatregel van bestuur 'niet in betekenende mate' (NIBM) vormen luchtkwaliteitseisen geen belemme- ringen voor projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (lucht- kwaliteitseisen) zijn (onder andere) woningbouwprojecten met minder dan 1.500 wo- ningen vrijgesteld van toetsing.

Er worden slechts 28 wooneenheden mogelijk gemaakt. Het plan draagt niet in beteke- nende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Aanvullend onderzoek naar het aspect luchtkwaliteit is niet noodzakelijk. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

(24)

blz 20 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

4.11 Kabels, leidingen en zoneringen

Bij de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van elektriciteit- en communicatiekabels en nutsleidingen in de grond.

Hier gelden beperkingen voor ingrepen in de bodem. Daarnaast zijn zones, bijvoorbeeld rondom hoogspanningsverbindingen, straalpaden en radarsystemen van belang. Deze vragen vaak om het beperken van gevoelige functies of van de hoogte van bouwwerken.

Voor ruimtelijke plannen zijn alleen de hoofdleidingen van belang. De kleinere, lokale leidingen worden bij de uitvoering door middel van een Klic-melding in kaart gebracht.

In of nabij het plangebied lopen geen hoofdleidingen of -kabels. Ook liggen er geen rele- vante zones over het plangebied.

(25)

20161463 blz 21

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

HOOFDSTUK 5 JURIDISCHE VORMGEVING

5.1 Het juridische systeem

Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimte- lijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet algemene bepa- lingen omgevingsrecht (Wabo). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Ver- gelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestem- mingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmings- plan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld con- form deze standaarden.

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

5.2 Toelichting op de bestemmings

In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmoge- lijkheden van de bestemmingen die in dit plan zijn opgenomen.

Wonen - Woongebouw

Het beoogde appartementengebouw is geregeld in de bestemming 'Wonen - Woonge- bouw'. Rondom het gebouw is een bouwvlak gelegd. Op dit bouwvlak is in overeen- stemming met het stedenbouwkundig plan een maximum aantal wooneenheden en een maximum bouwhoogte opgenomen. Voor de hoogte van het voorgestelde woongebouw (4 verdiepingen) wordt uitgegaan van 13 meter.

(26)

blz 22 20161463

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp / 02-05-2018

HOOFDSTUK 6 UITVOERBAARHEID

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan doorloopt de wettelijk vastgelegde procedure.

Overleg

Het bestemmingsplan is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), verzonden naar de overleginstanties. De provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt op het voorontwerp te reageren.

De provincie heeft in zijn overlegreactie (zie bijlage 6) aangegeven dat de provinciale belangen op de juiste manier zijn verwerkt en verder geen aanleiding heeft tot het ma- ken van opmerkingen.

Het Wetterskip Fryslân geeft in zijn overlegreactie aan uit de waterparagraaf onvol- doende naar voren komt wat voor waterbelangen er van toepassing zijn en hoe hier in het plan rekening mee wordt gehouden. Op basis van deze reactie is paragraaf 4.4 op onderdelen aangevuld.

Inloopbijeenkomst

Tijdens de inspraakperiode werd, op dinsdag 19 december 2017, een inloopbijeenkomst gehouden in Trinitas aan de Coehoorn van Scheltingastraat te Heerenveen. Hier werd informatie gegeven over de plannen en procedures en kon daarop worden gereageerd.

Inspraak

Daarnaast heeft, overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening, het vooront- werpbestemmingsplan voor een ieder ter inzage gelegen.

Op de ingekomen inspraak is een gemeentelijk standpunt ingenomen dat vervolgens daar waar nodig is verwerkt in het bestemmingsplan. Een samenvatting van de inspraak- reacties met het gemeentelijk standpunt daarop is opgenomen in de 'Antwoordnota inspraak m.b.t. het bestemmingsplan Heerenveen – Thorbeckestraat 3 ' (bijlage 8). In de antwoordnota wordt uitgegaan van het opschuiven van het appartementengebouw in oostelijke richting, zodanig dat de afstand tot de perceelgrens aan de westzijde wordt vergroot tot ruim 8,00 meter. Hierdoor kan de inrit worden verplaatst naar de westzijde van het perceel. In een inspraakreactie wordt de wens uitgesproken dat een geldend recht van overpad op het perceel Thorbeckestraat 3 notarieel wordt vastgelegd. Deze wens wordt ambtelijk doorgegeven aan de initiatiefnemer.

Zienswijzen/ vaststelling

Op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening wordt het ontwerpbestem- mingsplan bekend gemaakt en daarna gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder wordt daarbij in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op het plan naar voren te brengen.

(27)

20161463 blz 23

Bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

Status: Ontwerp / 02-05-2018 Rho Adviseurs B.V.

De gemeenteraad betrekt ingekomen zienswijzen bij het besluit over de vaststelling van het bestemmingsplan. Dit kan ertoe leiden dat de gemeenteraad besluit het bestem- mingsplan gewijzigd vast te stellen. Indieners van zienswijzen worden op de hoogte ge- steld van het besluit van de gemeenteraad.

Beroep

Tegen het besluit van gemeenteraad is beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrecht- spraak van de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uit- voerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploita- tie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

Dit plan heeft betrekking op een particulier initiatief waarmee de gemeente geen direc- te financiële bemoeienis heeft. De kosten voor het realiseren van de ontwikkeling wor- den gedragen door de initiatiefnemer. Aangenomen wordt dat deze over voldoende financiële middelen beschikt om de woningen te kunnen realiseren. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.

Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkhe- den voor het verhalen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke procedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van deze ver- plichting kan worden afgezien als het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Dit kan door middel van een anterieure overeenkomst. Voor vaststelling van het planologisch besluit dient duidelijk te zijn op welke wijze de kosten zullen worden verhaald.

In dit geval is een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers gesloten om het kostenverhaal te verzekeren. Hierin zijn onder de kosten met betrekking tot het begelei- den van de bestemmingsplanprocedure en daaraan verwante kosten opgenomen. Te- vens is hierin het aspect planschade afgedekt.

(28)
(29)

BIJLAGE 1

(30)
(31)

VORMVRIJE MER-BEOORDELING BESTEMMINGSPLAN

HEERENVEEN - THORBECKESTRAAT 3

(32)

(33)

VORMVRIJE mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3

CODE 20161463 / 16-10-2017

(34)
(35)

20161463 / 16-10-2017

VORMVRIJE MER-BEOORDELING BESTEMMINGSPLAN HEERENVEEN - THORBECKESTRAAT 3

INHOUDSOPGAVE blz

1. INLEIDING 1

1. 1. Aanleiding 1

1. 2. Wat houdt een m.e.r.-beoordeling in? 2

1. 3. Leeswijzer 2

2. KENMERKEN EN PLAATS VAN HET PROJECT 3

2. 1. Kenmerken van het project 3

2. 2. Plaats van het project 4

3. KENMERKEN VAN DE MILIEUEFFECTEN 5

3. 1. Algemeen 5

3. 2. Milieu- omgevingsaspecten 5

4. CONCLUSIE 8

(36)
(37)

20161463 blz 1

Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Rho Adviseurs B.V.

Status: Concept / 16-10-2017

1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding

Aan de oostkant van het centrum van Heerenveen aan de Thorbeckestraat 3 staat een kantoorpand. Het plan is om de huidige bedrijfslocatie te transformeren naar een woonlocatie. Hierbij wordt de bestaande bebouwing gesloopt en vervangen door een appartementencomplex met 28 woningen. De kantoorfunctie komt hierbij te vervallen.

Om het stedenbouwkundig plan mogelijk te maken wordt voorgesteld een be- stemmingsplan in procedure te brengen.

Bij het doorlopen van een bestemmingsplanprocedure dient rekening te worden gehouden met mogelijke verplichtingen op grond van het Besluit milieueffectrap- portage (Besluit m.e.r.). Daarin is vastgelegd wanneer een milieueffectrapport (MER) of een mer-beoordelingsnotitie moet worden opgesteld. In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het be- stemmingsplan planmer-plichtig (bijlage C en D), projectmer-plichtig (bijlage C) of mer-beoordelingsplichtig (bijlage D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen.

In bijlage D van het Besluit m.e.r. (D11.2) is de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject opgenomen. Qua oppervlakte ligt de drempel- waarde op 100 hectare. Ten aanzien van woningen ligt de drempelwaarde op een aaneengesloten gebied met 2.000 of meer woningen. Dit bestemmingsplan maakt slechts 28 woningen mogelijk in een gebied van 0,2 hectare en is daarmee niet rechtstreeks planmer-, projectmer of mer-beoordelingsplichtig.

Sinds 7 juli j.l. is een aanpassing van het Besluit m.e.r. in werking getreden. Hierin is geregeld dat ook voor projecten die zijn opgenomen in bijlage D, maar beneden de drempelwaarden vallen, een besluit moet worden genomen of een MER nodig is. In dat kader wordt afgewogen of het plan – ondanks dat het ruim onder de drempelwaarde blijft - mogelijk toch belangrijke negatieve milieueffecten heeft, op basis van de eerder genoemde omstandigheden. Dit is een “vormvrije” mer- beoordeling.

(38)

blz 2 20161463

Rho Adviseurs B.V. Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Status: Concept / 16-10-2017

1. 2. Wat houdt een m.e.r.-beoordeling in?

De wettelijke regeling voor de m.e.r.-beoordeling gaat uit van het principe 'nee, tenzij'. Dat wil zeggen, een volwaardige m.e.r.-procedure is alleen noodzakelijk als er sprake is van 'belangrijke nadelige gevolgen' die het betreffende project voor het milieu kan hebben. Daarbij moet het bevoegd gezag rekening houden met de omstandigheden zoals aangegeven in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffect- beoordeling, te weten:

 de plaats van het project;

 de kenmerken van het project;

 de kenmerken van de potentiële milieueffecten (in samenhang met de eerste twee criteria).

In geval van een bestemmingsplan is de gemeente zowel initiatiefnemer als be- voegd gezag. Voorafgaand aan het in procedure brengen van het ontwerpbe- stemmingsplan dient een m.e.r.-beoordelingsbesluit te worden genomen. De voorliggende notitie vormt de basis voor dit besluit.

1. 3. Leeswijzer

Deze mer-beoordelingsnotitie:

 beschrijft in hoofdstuk 2 de kenmerken en de plaats van het project;

 gaat in hoofdstuk 3 in op de kenmerken van de potentiële milieueffecten;

 geeft ten slotte in hoofdstuk 4 de conclusie weer voor de mer-beoordeling.

Bij de analyse in hoofdstuk 2 en 3 is gebruik gemaakt van de informatie uit het be- stemmingsplan en de onderliggende onderzoeken.

(39)

20161463 blz 3

Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Rho Adviseurs B.V.

Status: Concept / 16-10-2017

2. KENMERKEN EN PLAATS VAN HET PROJECT

2. 1. Kenmerken van het project Algemeen

Bij de kenmerken van een project wordt conform Bijlage III van de EU richtlijn in overweging genomen wat de omvang van het project is, in welke mate er sprake kan zijn van cumulatie met andere projecten. Ook wordt ingegaan op de mate van gebruik van natuurlijke hulpstoffen, de productie van afvalstoffen en de mate van verontreiniging en hinder als gevolg van het project. Tot slot wordt ingegaan op het risico van ongevallen.

Omvang en cumulatie

Het project omvat de bouw van maximaal 28 appartementen in een gebied met een oppervlakte van 0,2 hectare. Het betreft een herontwikkeling van een be- staand stedelijk gebied, die niet is gericht op intensivering van het gebruik. In een kern met ruim 30.000 inwoners is de ontwikkeling relatief kleinschalig.

In Heerenveen vinden diverse herontwikkelingsprojecten plaats. Deze projecten zijn, net als het onderhavige project, niet gericht op een intensivering van bebou- wing en gebruik, dus van voorzienbare cumulatie met andere projecten is geen sprake.

Gebruik natuurlijke hulpstoffen

Het realiseren van de woningen en de herinrichting van het gebied is een regulier bouwproject, waarbij geen gebruik hoeft te worden gemaakt van bijzondere en/of schaarse hulpstoffen.

Productie van afvalstoffen

Vanuit de woningen zal sprake zijn van huishoudelijk afval. Dit wordt op een cor- recte manier afgevoerd. Er is geen sprake van bijzonder schadelijk afval waaraan specifieke voorwaarden zijn verbonden.

Verontreiniging en hinder

De realisatie van een woongebied leidt niet tot een risico op verontreiniging van het milieu. Ook is er geen sprake van een grote mate van hinder. Deze aspecten worden gereguleerd via de Algemene Plaatselijke Verordening (overlast).

Risico van ongevallen

De uitvoering van de plannen brengen geen verhoogd risico op ongevallen met zich mee. Er is geen sprake van het gebruik van gevaarlijke stoffen en technolo- gieën.

Conclusie ten aanzien van de kenmerken van het project

Het project is relatief kleinschalig en heeft geen kenmerken die potentieel een ri- sico op grote milieueffecten in zich hebben. De kenmerken van het project recht- vaardigden zodoende geen MER.

(40)

blz 4 20161463

Rho Adviseurs B.V. Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Status: Concept / 16-10-2017

2. 2. Plaats van het project Algemeen

Bij de plaats van het project gaat het met name om de mate van kwetsbaarheid van het gebied waarin het project plaatsvindt. Hierbij wordt conform de EU richt- lijn in overweging genomen wat het bestaande grondgebruik is en hoe het is ge- steld met het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het ge- bied en het opnamevermogen van het natuurlijke milieu.

Bestaand grondgebruik

De projectlocatie ligt in een stedelijk gebied. In de omgeving komen zowel woon- functies als bedrijfsfuncties voor. De Thorbeckestraat heeft een gemengd ka- rakter: in het oostelijke deel ter weerszijden woningen en in het westelijke deel kantoren en instellingen. Ten noorden van het plangebied ligt de Nieuwburen waar woningen en bedrijven voorkomen. Deze functies liggen in een bestaand raamwerk van straten. Op de projectlocatie staat een voormalig kantoorpand met daarom bijbehorende verharding. De locatie is bestemd voor een invulling met een stedelijke functie. Het project laat ten opzichte hiervan geen intensivering van het gebruik of de bebouwing toe.

Regeneratievermogen natuurlijke hulpbronnen

De locatie heeft op zichzelf geen bijzondere rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen.

Opnamevermogen natuurlijk milieu

Heerenveen en de omgeving daarvan is niet een gevoelig gebied. De projectloca- tie zelf ligt binnen een stedelijk gebied en op ruimte afstand van natuurwaarden.

Het dichtstbijzijnde natuurgebied betreft de Deelen, een Natura 2000-gebied dat op 5,8 kilometer afstand ligt. In de directe nabijheid liggen ook geen andere ge- voelige gebieden zoals genoemd in de EU richtlijn (wetlands, kustgebieden, bos- gebieden, natuurparken, gebieden waar milieunormen worden overschreden, ge- bieden met hoge bevolkingdichtheid, landschappelijk van historisch cultureel of archeologische gebieden van belang).

Conclusie ten aanzien van de plaats van het project

Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat het project plaatsvindt in een stedelijke omgeving op ruime afstand van gevoelige gebieden. De plaats van het project rechtvaardigd zodoende geen MER.

(41)

20161463 blz 5

Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Rho Adviseurs B.V.

Status: Concept / 16-10-2017

3. KENMERKEN VAN DE MILIEUEFFECTEN

3. 1. Algemeen

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste milieueffecten van het project beschre- ven. Het is gebruikelijk de milieueffecten van de nieuw aangevraagde situatie te vergelijken met de referentiesituatie. De referentiesituatie bestaat uit de huidige situatie inclusief de effecten van ontwikkelingen in de omgeving waarvan de reali- satie zeker is (autonome ontwikkelingen). In de directe omgeving van het gebied zijn geen ontwikkelingen voorzien die van invloed kunnen zijn op de effectbeoor- deling. De effectbeoordeling in dit hoofdstuk is gebaseerd op de informatie zoals opgenomen in de toelichting bij het bestemmingsplan en de onderliggende on- derzoeken.

Conform de EU richtlijn wordt in ieder geval ingegaan op het bereik van het effect, waaronder het grensoverschrijdende karakter daarvan. De waarschijnlijkheid van het effect en de duur, frequentie en omkeerbaarheid van het effect. Om hier in- zicht in te geven worden eerst de milieu- en omgevingsaspecten behandeld. De onderzoeken waarnaar verwezen wordt, worden opgenomen in het bestem- mingsplan dat voor het project wordt opgesteld.

3. 2. Milieu- omgevingsaspecten Archeologie

Het project leidt tot diverse bodemingrepen, die mogelijk een verstorend effect hebben voor archeologische resten. De nieuwbouw bedraagt circa 1.000 m2. Het betreft het vervangen van een bestaand pand. De gronden in het plangebied zijn in het verleden dus al geroerd waardoor de kans op archeologische vondsten klein is. Overigens kan nooit worden uitgesloten dat bij ingrepen toch archeologische resten worden aangetroffen. In dat geval geldt een meldingsplicht.

Cultuurhistorie

Het project vindt niet plaats in een cultuurhistorisch waardevol gebied. Wel maakt het gebied ten noorden van het projectgebied uit van een bebouwingsstrook die van cultuurhistorische waarde is. Het betreft de historische bebouwing langs de kade van de Schoterlandse Compagnonsvaart aan de Nieuwburen. Het betreft hoofdzakelijk pandsgewijze en aaneengesloten bebouwing van bescheiden korrel- grootte. In het stedenbouwkundig plan is hiermee rekening gehouden. Cultuurhis- torische waarden gerespecteerd en waar mogelijk versterkt.

Bodemkwaliteit

Om te kijken of in het verleden de bodemkwaliteit is beoordeeld is het bodemlo- ket geraadpleegd. Hieruit komt voort dat in het verleden een bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. De resultaten van uitgevoerde (historische) bodemonder- zoek geven aan dat de (voormalige) activiteiten en/of de onderzoekslocatie vol- doende zijn onderzocht in het kader van de Wet bodembescherming. Er is dus geen sprake van een verdachte locatie.

(42)

blz 6 20161463

Rho Adviseurs B.V. Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Status: Concept / 16-10-2017

Ecologie

Het project vindt plaats in een stedelijke omgeving. Uit onderzoek blijkt dat het voorkomen van matig of zwaar beschermde soorten is uitgesloten. Het plange- bied bezit geen mogelijkheden voor vleermuizen om er te verblijven. Wel vliegen er vleermuizen in lage dichtheid. Gedurende en na realisatie van de plannen kun- nen deze soorten er blijven foerageren.

Externe veiligheid

Het project heeft geen betrekking op risicovolle activiteiten en ligt ook niet in het invloedgebied van een risicobron. Gelet op de aard van het project en de afstand tot de dichtstbijzijnde risicobron is er geen sprake van een onaanvaardbaar risico.

Luchtkwaliteit

Het project heeft niet in betekende mate een effect op de luchtkwaliteit.

Milieuzonering (hinder van bedrijven voor woningen)

De voorgenomen woningen in het plangebied betreffen gevoelige functies. Het plangebied kan omschreven worden als 'gemengd gebied'. Het plangebied ligt namelijk aan de rand van het gemengd centrum gebied waar bedrijfsfuncties en woonfuncties zijn toegestaan. Met het stedenbouwkundig ontwerp is rekening gehouden met de afstand van het appartementencomplex tot bedrijven. Hiermee wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat nagestreefd. Ook worden bedrij- ven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering geschaad.

Verkeer

De woningen hebben een verkeersaantrekkende werking. Op basis van kentallen van het CROW zal het gaan om gemiddeld 5 verkeersbewegingen per woning per dag. Voor de 28 woningen gaat het om 140 verkeersbewegingen. Voor de kan- toorfunctie liggen de kentallen lager. Het bestaande wegennet is hierop bere- kend. De ontwikkeling leidt zodoende niet tot ongewenste verkeerseffecten.

Water

Het project heeft per saldo geen toename van verharding tot gevolg en leidt zo- doende niet te wateroverlast. Voor afvalwater zal het bestaande rioleringsstelsel voldoende capaciteit hebben. Het project heeft zodoende geen relevante effecten op de waterhuishouding.

Wegverkeerslawaai

Het project heeft gelet op het beperkte effect op verkeersbewegingen geen effec- ten voor de geluidsituatie langs wegen. De geluidsbelasting op de nieuwe wonin- gen als gevolg van wegverkeer in de omgeving blijft ook binnen de normen.

Bereik van het effect

Het bereik van het effect van een woningbouwlocatie is lokaal is en heeft zeker niet een grensoverschrijdend karakter. Directe effecten zijn beperkt tot de directe omgeving en op de ontsluitende wegen, tot de hoofdinfrastructuur. Significante effecten op het milieu zijn uitgesloten.

(43)

20161463 blz 7

Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Rho Adviseurs B.V.

Status: Concept / 16-10-2017

Waarschijnlijkheid van het effect

Gelet op het bestaande gebruik van de omgeving en de huidige mogelijkheden op basis van het geldende bestemmingsplan zijn milieueffecten als gevolg van het re- aliseren van 28 woningen in de praktijk verwaarloosbaar.

Duur, frequentie en omkeerbaarheid van het effect

Het gebruik van woningen zal slechts incidenteel en kortstondige directe hinder veroorzaken. De ontwikkeling is in principe niet omkeerbaar.

Conclusie van de kenmerken van de milieueffecten

De effecten van het project zijn zeer lokaal en, mede gelet op het gebruik van de omgeving, verwaarloosbaar. De kenmerken van de effecten van het project recht- vaardigden zodoende geen MER.

(44)

blz 8 20161463

Rho Adviseurs B.V. Vormvrije mer-beoordeling bestemmingsplan Heerenveen - Thorbeckestraat 3 Status: Concept / 16-10-2017

4. CONCLUSIE

Uit de vormvrije mer-beoordeling blijkt dat gelet op de kenmerken van het pro- ject, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten geen belangrijke negatieve milieugevolgen zullen optreden. Er is dan ook geen aanlei- ding voor het doorlopen van een mer-procedure.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent

Het college van Gedeputeerde Staten van Provincie Groningen heeft op 5 maart 2018 een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

omgevingsvergunning voor een verandering van de inrichting of de werking daarvan die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu kan worden verleend als

De provincie Groningen worden ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend door de houder van

Gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, besluit ik:.. - aan Recco Non-Ferro Metals BV

Deze vergunning kan volgens artikel 17.4.2 worden verleend als door de werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de

Het bouwplan is ten aanzien van artikel 10.1.a niet in overeenstemming met het bestemmingsplan Vesting en de op grond daarvan gestelde regels.. In artikel 10.1.d van

grenstoestand van de bouwconstructie bij de fundamentele belastingcombinaties, bepaald volgens de NEN 6702 niet wordt overschreden. Uiterlijk drie weken voor aanvang van