• No results found

Verslag. Vergadering van Integrale Statencommissie. 28 oktober Status verslag Concept. de heer Van Hemert. de heer van Rijnberk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag. Vergadering van Integrale Statencommissie. 28 oktober Status verslag Concept. de heer Van Hemert. de heer van Rijnberk"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag

Vergadering van

Integrale Statencommissie

Vergaderdatum Kenmerk

28 oktober 2020 Status verslag Concept

Verslaglegging door Telefoonnummer

mevrouw A. Smakman (Notuleerservice Nederland) 070-4417075

Verslag van de (procedure)vergadering van de Integrale Statencommissie, gehouden op 28 oktober 2020 (MS Teams).

AANWEZIG

Voorzitter de heer Weber

Griffie mevrouw Buzugbe

Forum voor Democratie de heer Lutmers

VVD de heer Van Hemert

ChristenUnie & SGP de heer Witte

D66 de heer van Rijnberk

GroenLinks mevrouw Stepanyan Partij voor de Dieren mevrouw Hoogerwerf

SP de heer Hoogendam

50Plus de heer Haasnoot

AFWEZIG

CDA de heer De Haan

AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN De heer Potjer

AGENDA

1. Opening procedurevergadering 1a. Opening en mededelingen 1b. Spreekrecht

1c. Ingekomen stukken 1d. Planning

1f. Sluiting procedurevergadering 2. Opening overlegvergadering 2a. Mededelingen

2b. Vaststellen van de agenda 2c. Spreekrecht

2d. Rondvraag

3. Verslag van de vorige vergadering

3a. Verslag procedure- en overlegvergadering Integrale Commissie 30 september 2020

4. Besluitenlijst vorige vergadering

(2)

5. Bespreekstukken

5a. Lange termijn agenda Omgevingsbeleid 6. Sluiting

PROCEDUREVERGADERING

1. Opening procedurevergadering 1a. Opening en mededelingen

De VOORZITTER opent de vergadering om 10.00 uur en heet eenieder van harte welkom. De agenda is ongewijzigd vastgesteld. Er zijn geen mededelingen.

1b. Spreekrecht

Er zijn geen sprekers voor deze procedurevergadering.

1c. Ingekomen stukken

Van Gedeputeerde Staten ontvangen:

De volgende (on)genummerde stukken zijn geagendeerd voor de overlegvergadering.

(-) GS-brief Geactualiseerde versie Lange termijnagenda Omgevingsbeleid najaar 2020

Voorstel: agenderen voor de aansluitende overlegvergadering (zie agendapunt 5a).

(1) brief van gedeputeerde Potjer Toezeggingen Integrale commissie Voorstel: Voor kennisgeving aannemen.

(2-3) Statenvoorstel Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2021 Voorstel: Doorgeleiden als hamerstuk voor de vergadering van Provinciale Staten van 11 november 2020.

(4-10) Ontwerp Omgevingsbeleid 2020

Voorstel: agenderen voor de overlegvergadering van 25 november 2020 De voorzitter constateert dat de commissie instemt met de voorstellen zoals aangegeven.

1d. Planning

Bij de vergaderstukken is een voorstel opgenomen voor een technische sessie over de monitor leefomgeving. Dit voorstel is ook gericht aan de commissie Bestuur, Maatschappij en Middelen en zal daar ook worden geagendeerd.

Voorstel: besluiten of de commissie gebruik wenst te maken van de technische sessie.

Bij de vergaderstukken is de planning van de commissie opgenomen. De planning is geactualiseerd naar aanleiding van de commissievergadering van 30 september 2020.

Voorstel: Kennisnemen van de planning.

Er zijn geen nieuwe verzoeken ingediend. De planning is ongewijzigd vastgesteld.

1e. Sluiting procedurevergadering

De VOORZITTER sluit de procedurevergadering.

(3)

OVERLEGVERGADERING

2. Opening overlegvergadering

De VOORZITTER opent de overlegvergadering.

2a. Mededelingen

De VOORZITTER heeft een bericht van verhindering ontvangen van de heer De Haan.

2b. Vaststellen agenda

De agenda is ongewijzigd vastgesteld.

2c. Spreekrecht

Er zijn geen sprekers voor deze overlegvergadering.

2d. Rondvraag

Er zijn voorafgaand aan de vergadering geen vragen ingediend.

3. Verslag vorige vergadering

3a. Verslag van de overlegvergadering 30 september 2020 Het verslag is ongewijzigd vastgesteld.

4. Besluitenlijst vorige vergadering

4a. Besluitenlijst van de overlegvergadering 30 september 2020 De besluitenlijst is ongewijzigd vastgesteld.

5. Bespreekstukken

5a. Lange termijn agenda Omgevingsbeleid Gevraagde besluitvorming

Aan de commissie wordt gevraagd met de portefeuillehouder van gedachten te wisselen over de LTA Omgevingsbeleid en daarin desgewenst wijzigingen in aan te brengen. De door de commissie gewenste wijzigingen worden in het

conceptstatenvoorstel verwerkt dat ter besluitvorming wordt geagendeerd voor de vergadering van Provinciale Staten. Als de commissie adviseert het

Statenvoorstel als hamerstuk te agenderen, kan het geagendeerd worden voor de vergadering van Provinciale Staten van 11 november. Indien de commissie adviseert het te agenderen als bespreekstuk, zal het geagendeerd worden voor de vergadering van Provinciale Staten van 16 december.

Eerste termijn commissie

De heer WITTE geeft aan dat de fractie blij is met de nieuwe indeling en de goede toelichting, die veel helderheid verschaffen. De heer Witte heeft de volgende vragen c.q. opmerkingen:

• De LTA wordt drie keer per jaar besproken. De fractie is er voorstander van dit terug te brengen naar twee keer per jaar. De heer Witte vraagt de

commissieleden om input.

• In het ontwerp Omgevingsprogramma is genoemd dat er een strategie voor de Veenweiden wordt geformuleerd. Deze komt niet terug in de LTA. Kan de

(4)

• Onder de beleidsaanpassingen wordt gesproken over het Beleid soortenbescherming en faunabeheer, een wet uit 2017. Deze

beleidsaanpassing is vooralsnog niet beschikbaar. De heer Witte vraagt of dit sneller opgepakt kan worden.

• Door corona wordt het onderwerp Flexwonen in de planning naar achteren geschoven. Is het college in staat en bereid dit belangrijke onderwerp sneller op te pakken?

• Is er vooruitlopend op de technische sessie een concept beschikbaar van de Monitor Leefomgeving, zodat de staten zich een beeld kunnen vormen over de inhoud van de monitor.

Mevrouw HOOGERWERF memoreert dat de gedeputeerde in de

commissievergadering van 10 juni heeft toegezegd te zullen inventariseren hoe het natuurbeleid in de LTA opgenomen kan worden. Deze toezegging komt niet terug in deze versie van de LTA. Kan de gedeputeerde hier een toelichting op geven?

De heer HAASNOOT benadrukt dat de LTA een instrument is van GS. Gezien de toenemende vergrijzing constateert de heer Haasnoot dat de overheid

onvoldoende acteert om huisvesting in combinatie met zorgvoorzieningen te realiseren. De heer Haasnoot is van mening dat de provincie hier een belangrijke rol in moet spelen. Naast de fractie van 50PLUS vindt de VVD aandacht voor seniorenhuisvesting een belangrijk thema. Beide fracties zijn daarover met elkaar in gesprek. De heer Haasnoot roept op seniorenhuisvesting op de politieke agenda te zetten via de vakcommissie RWE. De heer Haasnoot vraagt het college om input hierover.

Mevrouw STEPANYAN dankt de gedeputeerde voor de brief met toezeggingen en de gedeputeerde en het ambtelijk apparaat voor de heldere stukken.

GroenLinks is blij dat het initiatief van GroenLinks voor de inclusieve leefomgeving in januari 2021 zal worden besproken.

Dit is het moment om de visie op de Omgevingswet te bespreken. Deze blijkt in de praktijk sectoraal (niet integraal) te zijn bij de gemeenten en het rijk. Het blijkt ook lastig te zijn dit bij de provincie integraal te maken. Tegelijkertijd raakt de Omgevingswet iedereen. Mevrouw Stepanyan roept de commissieleden op de collega-statenleden voldoende mee te nemen in het proces en de Omgevingswet an sich.

GroenLinks maakt zich zorgen om de financiën van gemeenten, maar ook in het fysieke domein. Mevrouw Stepanyan ziet ook dat de provincie zich op

verschillende niveaus hiervoor inzet. Heeft de gedeputeerde goed zicht op ook de kleinere gemeenten in Zuid-Holland? Zo nee, hoe wil de gedeputeerde dit

verbeteren?

De heer VAN HEMERT dankt voor de heldere stukken en heeft de volgende vragen c.q. aandachtspunten:

• De heer Van Hemert signaleert dat een aantal onderwerpen in de planning vooruitgeschoven worden. Het risico is dat er over twee jaar een stuwmeer aan voorstellen ontstaat.

• Aan het onderwerp arbeidsmigranten ligt een motie ten grondslag. De heer Van Hemert stelt voor dit gegeven in de toelichting te vermelden.

• De ontheffing voor de detailhandel staat gepland voor Q4 2020. Is dit onderwerp geagendeerd voor de commissie RWE?

In antwoord op de vraag van de heer Witte is de heer Van Hemert er voorstander van om de LTA drie keer per jaar te agenderen. Mochten er geen onderwerpen zijn, kan de agendering vervallen.

(5)

De heer HOOGENDAM dankt voor het heldere overzicht van de LTA. De SP is er voorstander van om de LTA drie keer per jaar te agenderen, mits het onderwerp te bespreken is.

De heer Hoogendam memoreert dat de invoering van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 januari 2021. In de huidige versie is er een planning opgenomen per beleidsonderdeel. De heer Hoogendam heeft er behoefte aan een planning in de tijd te ontvangen voor de periode tot de invoering.

De heer VAN RIJNBERK complimenteert de leesbaarheid van de stukken. D66 heeft beperkt input. Gezien de planning verwacht de heer Van Rijnberk dat er nog geregeld overleg plaats zal moeten vinden. De heer Van Rijnberk constateert dat de begroting niet is meegenomen in de LTA. Het Omgevingsbeleid, waarin de kwaliteit van de leefomgeving centraal staat, is een zeer belangrijk onderwerp wat bijna het gehele beleid van de provincie raakt. Traditioneel is het coalitieakkoord ingedeeld via sectorale lijnen, zo ook de ambtelijke organisatie en de commissies.

D66 is er voorstander van dat het Omgevingsbeleid het startpunt is van het nieuwe coalitieakkoord en dat de begroting en de ambtelijke organisatie daaruit voortvloeit. Kijkend naar de begroting zijn één of twee van de achttien

beleidsdoelen die zijn geformuleerd, opgenomen onder ‘Sterke steden en dorpen’. Daar gaat het over de vitaliteit en de kwaliteit van de leefomgeving. Dat is breder dan alleen maar wonen. De heer Van Rijnberk heeft de behoefte aan bewoners een heldere uitleg te kunnen geven over waar het precies over gaat in de Omgevingsvisie en het Omgevingsbeleid. Dit kan middels een heldere uitleg in tekst en beelden, zodat er vanuit de staten inhoudelijk op het proces gestuurd kan worden. De heer Van Rijnberk stelt voor om aan de PAL (Provinciale

Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit) en PARK (provinciaal adviseur ruimtelijk kwaliteit) te vragen om de statenleden op een inhoudelijke en begrijpelijke manier mee te nemen in de het proces.

Daarnaast heeft de heer Van Rijnberk behoefte aan zicht op het

participatieproces, mede omdat in november input wordt gevraagd van de Staten.

De gedeputeerde heeft eerder toegezegd dat de PAL zal adviseren. De heer Van Rijnberk geeft aan hiervoor over onvoldoende informatie te beschikken.

De heer LUTMERS is benieuwd naar het antwoord van de gedeputeerde op de vragen die door de commissieleden zijn gesteld. Forum voor Democratie heeft geen aanvullende vragen. De heer Lutmers sluit aan bij de heer Van Hemert over de frequentie van agendering van de LTA.

Gedeputeerde POTJER dankt voor de belangstelling, tevens voor de input over de positionering van de IC, hoe collega’s voldoende meegenomen kunnen worden en de vergaderfrequentie. De verwachting was dat de Omgevingsvisie voor deze vergadering geagendeerd zou worden. Deze wordt echter eerst in de procedurevergadering behandeld. Bij een lagere vergaderfrequentie betekent dit dat de tijdsdoorloop erg lang kan worden.

De heer WITTE vraagt hoeveel tijd de commissie krijgt om de stukken te bestuderen.

Gedeputeerde POTJER benadrukt dat de commissie de tijd krijgt die zij daarvoor nodig heeft. Bij een lagere vergaderfrequentie wordt de tijdsdoorloop langer. Dit kan de tijdsdruk verhogen, temeer omdat, naast de Omgevingsvisie, ook de Omgevingsverordening en mogelijk nog enkele andere onderwerpen in de Integrale Commissie besproken moet worden.

Gedeputeerde POTJER bespreekt het spanningsveld tussen de integrale en sectorale benadering. GS deelt het belang van integraliteit. Tegelijkertijd is het belangrijk de balans te vinden welke onderwerpen in de vakcommissies worden besproken en welke in de IC. De lijn vanuit de griffie en de agendacommissie is om onderwerpen zoals de LTA, de Omgevingsverordening en de Omgevingsvisie

(6)

al wordt geprobeerd dit zoveel mogelijk te voorkomen, kan dit betekenen dat onderwerpen doorschuiven. De staten worden hier tijdig over geïnformeerd.

Het Soortenbeleid vanuit de Wet natuurbescherming is in 2017 overgedragen vanuit het rijk naar de provincies. De provincie heeft hier beleid en regelgeving op. Er zijn raakvlakken met de verschillende deelonderwerpen. Het is daarom de bedoeling de integraliteit te versterken. Dit wordt gedaan samen met de

omgeving. Het onderwerp wordt behandeld in de commissie KNM (Klimaat, Natuur en Milieu). De staten hebben hier inmiddels een voorstel voor ontvangen.

Hierin is uitgewerkt hoe GS het Faunabeleid, het Soortenbeschermingsbeleid en het Exotenbeleid in een integraal kader wil vormgeven. Bijvoorbeeld het

Faunabeheer wordt vaak voor zes jaar vastgesteld. Dit verklaart onder andere de doorlooptijd. Maar ook dat verschillende organisaties – zoals terreinbeheer en organisaties die verantwoordelijk zijn voor natuurbeheer – gedurende het proces goed moeten worden betrokken.

De Veenweiden staan niet op de LTA, omdat dit onderwerp voortkomt uit het Bodemdalingsbeleid en het Klimaatbeleid. Het is nog niet zeker dat dit leidt tot een beleidsaanpassing. Pas dan komt dit onderwerp terug op de LTA.

De heer WITTE haalt aan dat de Veenweiden opgenomen kunnen worden in het onderwerp ‘beleidsverkenningen’ in de LTA.

Gedeputeerde POTJER geeft aan dat dit afhankelijk is van op niveau een onderwerp ingestoken wordt. Nu is het op het niveau van het

Omgevingsprogramma. Dit ligt volgens de Omgevingswet bij GS. Bij een eventuele beleidsaanpassing valt dit in het domein van PS en zal dit onderwerp worden toegevoegd aan de LTA.

Er is inmiddels een conceptdocument als input voor de technische sessie van de indicatoren. Op basis van de input tijdens de technische sessie zal dit document wordt aangepast. Dit concept zal ter beschikking worden gesteld aan PS ter voorbereiding op de technische sessie.

Het onderwerp flexwonen staat geagendeerd voor de commissie RWE (Ruimte, Wonen en Economie) van 28 oktober. De hierbij betrokken gedeputeerde is inhoudelijk meer betrokken bij dit onderwerp.

De gedeputeerde vindt het terecht dat Partij voor de Dieren refereert aan de toezegging van 10 juni. Hier zal GS op korte termijn op terugkomen. GS heeft het onderwerp inmiddels in behandeling. Het is nog niet bekend of hier een aparte module voor komt, omdat er ook een module Omgevingsvisie Rijke Groenblauwe Leefomgeving is. Tegelijkertijd wordt er ook gewerkt aan het Programma natuur.

Dit programma wordt besproken in de commissie KNM. Wanneer zich dit vertaalt in beleids- of uitvoeringsaanpassingen wordt dit onderwerp toegevoegd aan de LTA.

Mevrouw HOOGERWERF vraagt of de module alsnog op deze LTA meegenomen kan worden of op de volgende LTA.

Gedeputeerde POTJER geeft aan dat de Module rijke groenblauwe leefomgeving de eerste module is in het nieuwe Omgevingsbeleid. In overleg met het rijk wordt nog bezien of er aanleiding is dit aan te passen aan de hand van bijvoorbeeld de stikstofdiscussie of het nieuwe Programma natuur. Wanneer dit leidt tot

beleidsaanpassingen zal het onderwerp worden toegevoegd aan de LTA. Deze duiding zal schriftelijk aan de Staten ter beschikking worden gesteld.

De gedeputeerde vindt het terecht dat de fractie van 50PLUS aandacht vraagt voor de seniorenwoningen. Dit kan, wat de gedeputeerde betreft, breder worden getrokken gezien de woningnood in de provincie. Dit heeft de aandacht van gedeputeerde Koning.

De gedeputeerde erkent het belang dat alle statenleden voldoende aangehaakt zijn voor wat betreft het Omgevingsbeleid en de Omgevingswet, Dit geldt ook

(7)

Tegelijkertijd hebben ze te maken met de drie decentralisaties en de coronacrisis.

Dit betekent capaciteitsdruk. Helpend is dat gemeenten een overgangstermijn hebben. Ook ziet de gedeputeerde op gemeentelijk niveau verschillen: waar de ene gemeente al een participatietraject heeft doorlopen, staat het bij de andere gemeente nog in de kinderschoenen. De provincie heeft bestuurlijk toezicht. Het Omgevingsrecht is een van de aspecten waarop wordt gemonitord. Het beeld is nog niet positief.

De invoering van de Omgevingswet is met een jaar uitgesteld. Aan de ene kant is het proces gereed, maar deze wordt wel geactualiseerd op beleidsrijke

onderdelen. In eerste instantie heeft GS ervoor gekozen om de technische, beleidsarme omzetting te doen. Dus van de huidige regelgeving naar de nieuwe Omgevingswet. De bewoners van Zuid-Holland zullen participeren in de

beleidsrijke omzetting. Een voorbeeld hiervan is de Regionale Energie Strategie.

Er wordt ook gekeken naar het participatieproces zelf: de provincie zoekt de balans in op welke onderdelen wel de input van de bewoners wordt gevraagd. Er wordt een selectie gemaakt, omdat niet alleen de provincie beleidsrijke

wijzigingen doorvoert, maar ook gemeenten en het rijk.

De heer VAN RIJNBERK benoemt het risico dat wanneer de beleidsrijke

wijzigingen voor het ene onderwerp zijn vormgegeven, dit invloed heeft op andere onderwerpen. Zoals bijvoorbeeld de invulling van de RES ten opzichte van wat dit betekent voor het landschap. Het is van belang bewoners hierin goed mee te nemen om te voorkomen dat bewoners het gevoel krijgen niet voldoende te zijn geïnformeerd. Daarnaast geeft de heer Van Rijnberk uit eigen ervaring aan dat een aantal gemeenten niet in staat zijn om dit zelf op te pakken. Dit resulteert erin dat regio’s of een grote stad dit overnemen. Het nadeel is dat daar geen

democratisch gekozen vertegenwoordigers zijn. Dat betekent dat de provincie onvoldoende zicht heeft op wat er speelt. De heer Van Rijnberk voorziet dat dit ook in de provincie Zuid-Holland zal gaan spelen.

Gedeputeerde POTJER erkent dat het voor een aantal gemeenten lastig is. Dit heeft inmiddels de aandacht van de provincie. Er zijn inmiddels trainingen voor gemeenteambtenaren. De provincie krijgt het geluid terug dat deze trainingen toegevoegde waarde hebben.

De gedeputeerde erkent dat het van belang is de bewoners tijdig mee te nemen en dat zij niet worden verrast met bepaalde beslissingen. Dit wordt vormgegeven in het participatieproces, die aansluit bij het vinden van de balans tussen het optimaal betrekken van bewoners, maar hen ook niet teveel lastigvalt.

De heer VAN RIJNBERK geeft aan dat er trainingen zijn om gemeenteraden duidelijk te maken wat de Omgevingsvisie precies betekent. De heer Van Rijnberk vraagt of het mogelijk is dat statenleden ook een dergelijke training kunnen volgen.

Gedeputeerde POTJER staat hiervoor open wanneer er vanuit de Staten voldoende behoefte is.

De heer VAN HEMERT geeft aan dat statenleden op verschillende manieren zijn geïnformeerd en roept op eerst te onderzoeken welke informatie nog ontbreekt.

De heer VAN RIJNBERK beaamt dit, maar geeft tegelijkertijd aan dat deze informatie nog generiek was. In een vorige statenperiode is er een presentatie geweest van het PARK, waarin werd geduid wat de ruimtelijke consequenties waren. Dit gaf veel inzicht. De verwachting is dat bewoners pas zullen reageren wanneer duidelijk wordt wat de consequenties van de Omgevingswet zullen zijn.

Dan is het belangrijk dat goed uitgelegd wordt wat ten grondslag ligt aan de integrale keuzes. Inherent daaraan is dat bepaalde keuzes niet kunnen. Ook dat moet goed uitgelegd kunnen worden.

Gedeputeerde POTJER staat ervoor open hetzij een training, hetzij een technische sessie te organiseren voor alle statenleden. Hier ligt een rol voor de Staten en de griffie.

De heer HOOGENDAM sluit zich aan bij de oproep van de heer Van Rijnberk.

Het beleid en hoe dit eruit zal zien, hoe het gaat werken, is namelijk complex. Het is van belang dat de Staten voldoende informatie hebben over bijvoorbeeld hoe

(8)

Gedeputeerde POTJER geeft aan dat GS een inventarisatie door de griffie van de behoefte aan juridische kennis zal ondersteunen.

De gedeputeerde vindt het een goede suggestie van de VVD om aan te geven wat de aanleiding is dat een onderwerp aan de LTA wordt toegevoegd. Uiteraard is het belangrijk dat het overzichtelijk blijft. Hier zal een goede vorm voor gezocht worden.

In de integratie met de begroting worden slagen gemaakt. In 2019 heeft een herindeling van de begroting plaatsgevonden om dit beter aan te laten sluiten bij het Omgevingsbeleid. Er wordt nog gekeken naar de naamgeving in de begroting.

Daarom is er vooralsnog voor gekozen om dit in de begroting voor 2021 niet te wijzigen. Het is wel de bedoeling dat de naamgeving in de begroting en in het Omgevingsbeleid in de toekomst op elkaar aan zal sluiten.

De gedeputeerde vindt het een goed idee om in de LTA per kwartaal een

overzicht per beleidszaak een toelichting te geven. In een bijlage zal aangegeven worden wat dit betekent voor de planning.

De VOORZITTER concludeert dat er geen behoefte is aan een tweede termijn.

De voorzitter concludeert dat de commissie voorstelt de LTA als hamerstuk te agenderen voor de Statencommissie van 11 november 2020.

De gedeputeerde heeft de volgende toezeggingen gedaan:

• In de voorbereiding van de technische sessie Monitor leefomgeving ontvangen de commissies IC en BMM het conceptdocument rondom de indicatoren.

• De commissie ontvangt een brief met betrekking tot de Module natuur.

• De gedeputeerde kijkt hoe aangegeven kan worden in de LTA wat de aanleiding is waarom een onderwerp is geagendeerd.

• in de komende LTA’s wordt in een bijlage een planning per kwartaal opgenomen.

De commissievoorzitter heeft toegezegd dat griffie inventariseert bij de Staten welke behoefte er bestaat aangaande een training over de Omgevingswet (juridisch en inhoudelijk). Daarnaast zal gekeken worden welke vorm daar het beste bij past.

De discussie is gesloten.

6. Sluiting

De VOORZITTER sluit de vergadering om 11.10 uur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De heer Hebinck heeft inmiddels van een aantal leden een reactie gehad naar aanleiding van zijn vraag over het doorgeven van gegevens met betrekking tot vergoedingen en hij verzoekt

Op een vraag van de heer ÇELIK of Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland ieder de helft zouden kunnen betalen en dat dan na twee jaar bekeken wordt hoe het nu verder moet,

375 De heer Van Wees vult raadslid Huygens aan als het gaat om het opstellen van een convenant en stelt het volgende hierbij voorop: “Stel je zou de gezamenlijk afspraken

Zoals hiervoor onder ‘Bespreking deelRUP 02: KFC Beekhoek’ is weergegeven, zal het deelplan voor KFC Beekhoek niet langer worden weerhouden in het RUP Zonevreemde

De heer VAN DE BREEVAART denkt niet dat er woningen in een goedkoper segment worden gebouwd, omdat de provincie bijdraagt aan de kosten voor bodemsanering. Als de knelpuntenpot

bezettingscoëfficiënt opgenomen voor gebouwen en constructies van 0,30. Gelet op de gewenste groene uitstraling van het binnengebied, zal deze bezettingscoëfficiënt worden

Vraag: raadslid Tanguy Veys merkt op dat het feit dat de Bosgroep zijn werkingssubsidie van 100 000 euro aan de Provincie afdraagt in ruil voor huisvesting.. boekhoudkundig

De bestuurder die parkeert in de zones voor betalend parkeren zonder geldig bewijs van betaling van tarief 2 of zonder geldige gemeentelijke parkeerkaart of een speciale