• No results found

Verslag. Vergadering van Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu. 15 april Status verslag Concept. de heer Zilverentant.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag. Vergadering van Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu. 15 april Status verslag Concept. de heer Zilverentant."

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag

Vergadering van

Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu

Vergaderdatum Kenmerk

15 april 2020

Status verslag Concept

Verslaglegging door Telefoonnummer

Mevrouw D. Muda (Notuleerservice Nederland) 070-4416007

Verslag van de vergadering van de Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu, gehouden op 15 april 2020.

AANWEZIG:

Voorzitter: de heer Van de Breevaart (ChristenUnie & SGP) Secretaris: mevrouw Van Veenendaal

Forum voor Democratie de heer Verheij

VVD de heer Zilverentant

ChristenUnie & SGP mevrouw Van Woerden-Kerssen, de heer Schonewille

GroenLinks mevrouw Kasbergen, de heer Özkaya

D66 de heer Lalta

PvdA mevrouw Hijink

CDA mevrouw Van Sandick-Sopers, de heer Rogier

PVV de heer De Vree

50PLUS de heer Haasnoot

Partij voor de Dieren mevrouw Van Viegen

SP de heer Hoogendam

DENK -

Groep Otten -

Groep Privé -

AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN:

mevrouw Koning, mevrouw Baljeu, mevrouw Bom-Lemstra, de heer Vermeulen, de heer Potjer

MET KENNISGEVING AFWEZIG:

de heer Minderhout

AGENDA:

1. Procedurevergadering

1a. Opening en mededelingen procedurevergadering 1b. Spreekrecht

1c. Ingekomen stukken 1d. Planning

2. Opening overlegvergadering 2a. Vaststellen agenda

(2)

2b. Spreekrecht 2c. Rondvraag

3. Verslag vorige vergadering 4. Besluitenlijst vorige vergadering 5. Bespreekstukken

5a. Eerste begrotingswijziging 2020 6. Sluiting

1. Procedurevergadering

1a. Opening en mededelingen procedurevergadering

De VOORZITTER opent de procedurevergadering van de commissie KNM om 14.00 uur en heet iedereen welkom. Hij legt de spelregels uit van het digitaal vergaderen uit en deelt mee dat gedeputeerde Bom-Lemstra om 16.00 uur een ander overleg heeft en dat gedeputeerde Baljeu aansluit om 15.00 uur.

1b. Spreekrecht

Er hebben zich geen insprekers aangemeld.

1c. Ingekomen stukken

De VOORZITTER deelt mee dat er geen reacties zijn ontvangen op de voorstellen bij de ingekomen stukken en dat aldus besloten is. Hij leest de besluiten voor.

Van Gedeputeerde Staten ontvangen:

(-) Statenvoorstel voor de eerste begrotingswijziging van 2020

Besluit: Betrekken bij aansluitende overlegvergadering (zie agendapunt 5a Eerste begrotingswijziging 2020)

(1) GS brief Uitvoering Klimaatakkoord industrie en mobiliteit

Besluit: Betrekken bij te plannen bespreking van de uitvoering van het Klimaatakkoord op de onderdelen Industrie en Mobiliteit

(2) Brief van gedeputeerde Baljeu over de aangekondigde maatregelen voor de aanpak van stikstofproblematiek in de landbouwsector

(3) Brief van gedeputeerde Baljeu over stikstofproblematiek

(4) Brief van gedeputeerde Baljeu Eerste rapport adviescollege meten en berekenen stikstof

(5) Brief van gedeputeerde Baljeu over Stand van zaken stikstof in Statencommissie 18 maart

(6) Brief van gedeputeerde Baljeu over het stikstofregistratiesysteem Besluit: Betrekken bij eerstvolgende bespreking van het stikstofdossier (13-30) GS brief ontwerp Natuurbeheerplan 2021

Besluit: Agenderen voor een overlegvergadering voor de zomer

(3)

(31-33) GS brief Zuid-Hollands bos- en bomenbeleid en landelijke bossenstrategie

Besluit: Betrekken bij de bespreking van de stand van zaken van het Zuid- Hollandse bos- en bomenbeleid na de zomer

(34-35) GS-brief afhandeling motie 556 over zoetwaterprotocol

Besluit: Provinciale Staten adviseren motie 556 als afgedaan te beschouwen (38) Brief van gedeputeerde Potjer over de opvang van wilde dieren in Zuid- Holland

Mevrouw VAN VIEGEN deelt mee dat zij op deze brief terugkomt bij de behandeling van de begroting.

De VOORZITTER constateert dat daartegen geen bezwaar is.

Besluit: Voor kennisgeving aannemen en verwerken in de planning.

(46-47) GS brief Doelgroepanalyse Ruiters en menners in beeld

Besluit: Provinciale Staten adviseren motie 743 als afgedaan te beschouwen

(7-8) GS brief provincie Zuid-Holland partner Stichting Deltaplan biodiversiteit (9-12) GS brief over in- en uitdeuken NNN Gouwe Wiericke

(36) GS brief over hoger beroep inzake het faunabeheerplan van de smient (37) Brief van gedeputeerde Bom over verlengen goedkeuring faunabeheerplan meeuwen in havengebieden

(39) Brief van de gedeputeerden Vermeulen en Bom over de beroepsprocedure aangaande de ambtshalve wijziging van de vergunning van Chemours

(40) Brief van de gedeputeerden Bom en Vermeulen afschrift Kamerbrieven informatie over chemische Stoffen en voortgangsbrief aanpak PFAS in de bodem Deze brief was toegezegd in de commissievergadering KNM van 19 februari 2020 (41) Brief van de gedeputeerden Bom en Vermeulen over vervolg

beroepsprocedure last onder dwangsom indirecte lozing Chemours en afschrift twee adviesrapporten

(42) Brief van de gedeputeerden Bom en Vermeulen over handhaving bij Merwetank te Gorinchem

(43-44) GS brief over samenwerking handhaving Oude Rijn door gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de provincie Zuid-Holland

(45) Brief van gedeputeerde Vermeulen notitie reikwijdte en detailniveau facetbestemmingsplan geluid havengebied van Rotterdam

Besluit: Voor kennisgeving aannemen Van derden ontvangen:

(48) Mailbericht van de Nederlandse Bond van Melkveehouders inzake stikstof Besluit: Betrekken bij eerstvolgende bespreking van het stikstofdossier

(50) Aanbiedingsbrief Stuurgroep groene Hart over ontwerpend onderzoek Bodem, Water en Landgebruik en advies van de PARK

Besluit: Gedeputeerde Staten om een afschrift van hun reactie vragen

(52) Mailbericht voorzitter Dierenambulance regio Leiden over zorgplicht gewonde wilde dieren

Besluit: Gedeputeerde Staten om een afschrift van hun reactie vragen op de brief van de heer Teylingen

(4)

(51) Mailbericht met bijlagen van het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming

Mevrouw VAN VIEGEN stelt voor deze brief te betrekken bij de bespreking van het bomenbeleid in het najaar.

De VOORZITTER constateert dat daartegen geen bezwaar is.

Besluit: Betrekken bij bespreking bomenbeleid in het najaar van 2020.

(49) Mailbericht van inwoners over inrichting Meijegraslanden

(53) Brief van de Milieufederatie aan de gemeente Noordwijk over Formule 1 en het strand

Besluit: Voor kennisgeving aannemen

(54) Brief van IVN natuur educatie Groen doet goed aan PZH

Besluit: Gedeputeerde Staten om een afschrift van hun reactie vragen

1e. Planning

Verzoek technische sessie sport en recreatie binnen de Omgevingsvisie van mevrouw Van Sandick-Sopers

Besluit: Inplannen op 10 juni van 12.00 tot 13.45 uur.

De planning is geactualiseerd naar aanleiding van de commissievergadering van 19 februari 2020.

Besluit: Kennisnemen van de planning.

2. Opening overlegvergadering en mededelingen.

De VOORZITTER opent de overlegvergadering om 14.12 uur. Er zijn geen berichten van verhindering ontvangen.

2a. Vaststellen agenda

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2b. Spreekrecht

De VOORZITTER deelt mee dat zich vier insprekers hebben aangemeld voor agendapunt 5a. Hij geeft het woord aan mevrouw Wijnants.

Mevrouw WIJNANTS (Natuurmonumenten) spreekt in namens de meer dan 120.000 leden in Zuid-Holland. Zij noemt transparantie van beleid en begroting essentieel voor een goed gesprek tussen belangenorganisaties en provincie. Wat haar betreft is deze begrotingswijziging verre van transparant. Zuid-Holland haalt de natuurdoelen structureel niet. Dat is ernstig, want het gaat niet om vrijblijvende doelen, maar om wettelijke verplichtingen en harde afspraken met het Rijk. De ongebruikte groenreserves van de provincie zijn in de afgelopen 10 jaar alleen maar gegroeid. Er wordt elk jaar minder geld aan natuur uitgegeven dan begroot.

Spreekster vraagt hoe GS denken dit patroon te doorbreken. In de Begroting

(5)

nieuws, maar uit de begroting blijkt niet waaraan dit geld wordt besteed. Een deel van dit jaar is al voorbij, maar de natuurorganisaties hebben nog weinig concrete plannen en projecten van dit college gezien. Spreekster vraagt dan ook hoe en waaraan GS die 62 miljoen euro nog in 2020 willen besteden. Tot nu toe is alleen bezuinigd op natuurprojecten en bovendien komt er geen UPG-geld meer

beschikbaar via de landschapstafels. Spreekster vraagt waarom GS succesvolle natuurprojecten korten, terwijl er geen nieuwe natuurprojecten en -programma’s voor in de plaats komen. Gebiedspartijen hebben plannen genoeg die niet alleen de natuurdoelen dienen, maar ook de biodiversiteit. Het ontbreekt wat spreekster betreft aan realisatiekracht bij de provincie. Zij noemt als voorbeelden het

Actieplan boerenlandvogels, de aankoop van extra NNN-gebied en het integraal gebiedsontwikkelplan voor de kop van Goeree-Overflakkee. Spreekster vraagt waarom het provinciebestuur niet meewerkt. In de Begroting 2020 stond 6,7 miljoen euro meer geraamd voor de jaren 2020-2030 voor natuur dan in het voorliggende voorstel. Spreekster vraagt of dit een bezuiniging is of dat er een andere verklaring voor is. Natuurmonumenten is graag bereid om het college te helpen met het realiseren van de natuurdoelen. Investeren in een robuuste natuur is noodzakelijk om uit de huidige stikstofcrisis en biodiversiteitscrisis te komen en zou Zuid-Holland mooier en leefbaarder maken. Natuurmonumenten nodigt het college uit om beter gebruik te maken van de realisatiekracht van de

natuurorganisaties.

De VOORZITTER geeft gelegenheid tot vragen.

De LALTA vraagt wat volgens mevrouw Wijnants de concrete gevolgen zijn van het niet uitvoeren van de plannen.

Mevrouw WIJNANTS antwoordt dat uit landelijk onderzoek blijkt dat Zuid-Holland met de huidige inzet de natuurdoelen niet zal realiseren binnen de gestelde termijn. Er zullen soorten uitsterven en de natuurkwaliteit zal steeds verder verzwakken.

Mevrouw KASBERGEN vraagt hoe Zuid-Holland het doet in vergelijking met andere provincies.

Mevrouw WIJNANTS weet dat niet, maar zij zegt toe het antwoord alsnog schriftelijk te geven.

Mevrouw VAN VIEGEN vraagt of mevrouw Wijnants iets kan zeggen over de samenwerking tussen provincie en natuurorganisaties.

Mevrouw WIJNANTS is tevreden over het intensieve proces waarmee het Actieplan Weidevogels tot stand is gekomen met extra geld van het vorige college. Er wordt nu gewerkt aan de uitvoering. Het zou funest zijn als daar een streep door gehaald zou worden.

De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Houtzagers namens Zuid- Hollands Landschap.

De heer HOUTZAGERS (Zuid-Hollands Landschap) hoopt dat alle

commissieleden het ingezonden filmpje hebben gezien. Mensen houden van natuur, zeker in deze onzekere tijden. Er is veel te weinig natuur in Zuid-Holland, maar die natuur is bovendien kwetsbaar in het broedseizoen. Er is dus reden

(6)

genoeg om natuurgebieden uit te breiden en het vrijwilligerswerk te versterken.

Zuid-Holland lijkt natuur hoog in het vaandel te hebben, maar deze begroting laat wat spreker betreft het omgekeerde beeld laat zien door een bezuiniging van ruim 6 miljoen euro op natuur. Spreker pleit ervoor dat het college de natuurambities die genoemd werden in de verkiezingscampagnes, daadwerkelijk realiseert. Hij noemt in dat kader een Groenfonds (voor de aankoop van gebieden), de

versnelde realisatie en uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland en meer geld voor natuurbeheer. Dus niet bezuinigen, maar juist investeren in natuur in het belang van de inwoners van Zuid-Holland.

De VOORZITTER constateert dat de commissie geen vragen heeft en geeft het woord aan de heer Ouwehand.

De heer OUWEHAND (Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland) benadrukt nog maar eens dat het niet goed gaat met de biodiversiteit in Zuid-Holland. De weidevogels en de typische duinvegetatie bijvoorbeeld staan onder druk. Deze langjarige negatieve trend is maar moeilijk te doorbreken. Onder leiding van de provincie hebben natuur- en milieuorganisaties hard gewerkt aan nieuw provinciaal beleid. Spreker noemt een groot aantal voorbeelden, waaronder de Rijke Groenblauwe Leefomgeving, het Actieplan Boerenlandvogels en extra aandacht voor tijdelijke natuur, natuurlijk bouwen en een betere

soortenbescherming. Er hebben een brede consultatie en inspraak plaatsgevonden en nu komt het op de uitvoering aan. De Natuur- en

Milieufederatie Zuid-Holland en de andere natuurorganisaties hebben in hun notitie ‘Meer rendement door betere samenwerking’ bij het nieuwe college aandacht gevraagd voor de realisatie van de provinciale plannen en visies en aangedrongen op meer middelen. Ondanks diverse verzoeken is het niet gelukt op hierover op bestuurlijk niveau verder te praten. Dat vindt spreker onbegrijpelijk, temeer omdat uit een analyse van de provinciale jaarrekeningen en begrotingen van de afgelopen jaren blijkt dat de resultaten voor natuur en landschap

structureel achterblijven bij de plannen en doelen van de provincie, terwijl de reserves fors toenemen. Dit is moeilijk te rijmen met de grote behoefte aan versterking van natuur en landschap in het dichtbevolkte Zuid-Holland. De Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland is ronduit teleurgesteld over de

voorgestelde begrotingswijziging. Er moet juist geïnvesteerd worden in natuur en landschap. Er zijn plannen genoeg, maar om die te realiseren zijn zelfs meer middelen nodig dan in de oorspronkelijke begroting beschikbaar waren. Zonder die middelen gaat verloren wat tot nu toe gezamenlijk bereikt is. Spreker pleit er tot slot voor om samen in de komende vier jaar het verschil te maken.

De VOORZITTER geeft gelegenheid tot het stellen van vragen.

De heer HAASNOOT heeft geen vraag aan de heer Ouwehand, maar aan Gedeputeerde Staten. Hij denkt dat deze vergadering onvoldoende ruimte biedt om het grote aantal vragen van de insprekers serieus te beantwoorden en daarom vraagt hij Gedeputeerde Staten om een uitgebreide antwoordnota te maken.

De VOORZITTER neemt aan dat het college zijn vraag heeft gehoord.

Mevrouw VAN VIEGEN zegt in reactie op de heer Haasnoot dat de Partij voor de Dieren heel veel technische vragen heeft gesteld naar aanleiding van de

(7)

bezwaren van de natuur- en milieuorganisaties. Langs die weg worden die dus al beantwoord.

De VOORZITTER stelt voor dat Gedeputeerde Staten eventuele nieuwe vragen daaraan toevoegen. Hij geeft het woord aan mevrouw Teeling.

Mevrouw TEELING (IVN Natuureducatie) sluit zich aan bij de bezwaren van voorgaande insprekers. Zij constateert dat nog nooit zó veel mensen opgroeiden in een drukke, stedelijke omgeving die niet allemaal toegang hebben tot een groene, gezonde leefomgeving, met alle gevolgen van dien. Bovendien wordt steeds duidelijker dat contact met natuur van essentieel belang is voor een gezond en vitaal leven, zowel mentaal als fysiek. Wij zien dat mensen in deze bijzondere tijd een ‘frisse neus’ halen net zo belangrijk vinden als primaire levensbehoeften. In de afgelopen jaren heeft de provincie geholpen om de groene, gezonde leefomgeving toegankelijk en beleefbaar te maken en veel mensen willen en kunnen daaraan een bijdrage leveren, maar soms hebben zij een steuntje in de rug nodig. Nu lijkt de provincie zich echter terug te trekken door zo goed als alle middelen die hiervoor beschikbaar waren uit het

groenparticipatiebudget te schrappen. Spreekster noemt dat onbegrijpelijk. Om iedereen te laten genieten van de natuur, zijn investeringen nodig en niet alleen in fietspaden. Er moet samen met gemeenten, burgers en anderen gebouwd

worden aan een netwerk van groen door de hele provincie. Spreekster roept Provinciale Staten tot slot op om te kiezen voor een gezonde en leefbare provincie, voor alle inwoners, voor nu en voor straks.

De VOORZITTER constateert dat de commissie geen vragen heeft aan mevrouw Teeling. Hij bedankt de insprekers en sluit dit agendapunt.

2c. Rondvraag

Er zijn geen rondvragen ingediend.

3. Verslag vorige vergadering

Er zijn geen opmerkingen. Het verslag van de commissievergadering van 19 februari 2020 wordt vastgesteld.

4. Besluitenlijst vorige vergadering

Er zijn geen opmerkingen. De besluitenlijst van de commissievergadering van 19 februari 2020 wordt vastgesteld.

5. Bespreekstukken

5a. Eerste begrotingswijziging 2020

De VOORZITTER geeft een korte toelichting. De commissie wordt gevraagd advies uit te brengen ten behoeve van de besluitvorming in Provinciale Staten op 22 april 2020 over:

(8)

1. De thema's uit de begroting die de Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu betreffen;

2. Het subsidieplafond 2020 vermeld onder tabel II nummer 1.6.76 op pagina 13 van het Statenvoorstel.

Daarnaast wordt de commissie gevraagd advies uit te brengen aan Provinciale Staten over de vraag of motie 847 Ambitie Milieu en Gezondheid naar aanleiding van de begrotingswijziging als afgedaan beschouwd kan worden. Hij stelt voor om alle onderdelen tegelijk te behandelen. Als een fractie twee woordvoerders wil inzetten, dan krijgen zij achter elkaar het woord. Hij hanteert de gebruikelijke sprekersvolgorde en geeft het woord aan FvD.

De heer ROGIER maakt bezwaar tegen de voorgestelde procedure, omdat het daardoor voor sommige woordvoerders een erg lange vergadering wordt. Hij geeft er de voorkeur aan om de ambities apart te behandelen.

De VOORZITTER constateert op basis van de reacties per chat dat een meerderheid van de commissie er de voorkeur aan geeft om in één keer een reactie te geven op alle drie de punten. Hij geeft het woord aan de heer Verheij om de reactie van FvD te verwoorden.

De heer VERHEIJ verklaart dat FvD geen opmerkingen heeft over de voorliggende begrotingswijziging.

De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Zilverentant voor de VVD.

De heer ZILVERENTANT constateert dat de begrotingsbehandeling al bijzonder was als gevolg van de lange coalitievorming, maar dat deze wijziging dat helemaal is door de coronacrisis. De VVD verwacht dat de ambities daardoor zullen veranderen en heeft daarom schriftelijk aan Gedeputeerde Staten gevraagd welke ambities mogelijk vertraging zullen oplopen. De VVD is daarom vooral benieuwd naar de Voorjaarsnota 2020. In het algemeen pleit de VVD ervoor om op het gebied van natuur uit te voeren wat er is afgesproken en geen nieuwe ambities of extra middelen toe te voegen. De VVD is bijzonder

geïnteresseerd in de reactie van de gedeputeerde op de kritiek van de natuurorganisaties en steunt het verzoek van de heer Haastnoot om een antwoordnotitie te maken.

De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Sandick-Sopers voor een interruptie op de heer Verheij.

Mevrouw VAN SANDICK-SOPERS vraagt of het ontbreken van opmerkingen van FvD betekent dat die partij akkoord is met dit deel van de begroting.

De heer VERHEIJ antwoordt dat FvD akkoord gaat met ambitie 7, maar dat hij bij de behandeling in Provinciale Staten zal terugkomen op ambitie 5.

Mevrouw VAN SANDICK-SOPERS benadrukt dat commissievergaderingen bedoeld zijn om zaken voor te bereiden voor Provinciale Staten en dat het dus ook de bedoeling is dat fracties hun standpunten delen.

De heer VERHEIJ antwoordt dat FvD ambitie 5 er helemaal uit zou willen gooien.

(9)

De heer ROGIER vraagt of de heer Verheij bedoelt dat FvD dat onderdeel van de begroting helemaal zou willen schrappen.

De heer VERHEIJ ontkent dat. FvD wil wel degelijk doorgaan met ambitie 5.

De heer ROGIER vraagt of dat betekent dat FvD akkoord gaat met ambitie 5 in deze begrotingswijziging.

De heer VERHEIJ antwoordt daarop bevestigend.

De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Lalta voor D66.

De heer LALTA bedankt de insprekers. D66 deelt hun observatie dat visie, ambitie, realisatiekracht en integraliteit ontbreken en D66 deelt ook hun zorgen.

De samenleving verwacht van de provincie oplossingen voor urgente maatschappelijke problemen, maar Gedeputeerde Staten verlagen juist de subsidieplafonds voor de natuurorganisaties voor 2020 ten opzichte van 2019, terwijl de uitdagingen alleen maar groter worden. In 2023 is het beschikbare bedrag voor natuurontwikkeling gehalveerd en voor het beheer van

natuurgebieden is volgend jaar al helemaal geen geld meer beschikbaar. De taken worden voornamelijk met incidentele middelen gedekt. Spreker vraagt hoe Gedeputeerde Staten de uitvoering in de toekomst denken te garanderen en waarom zij besloten hebben om dit onderwerp minder prioriteit te geven. Ten tweede vraagt hij hoe Gedeputeerde Staten de toekomst van de

Landschapstafels ziet die helemaal niet worden genoemd in deze begrotingswijziging. Ten derde vraagt hij of en hoeveel geld er wordt

gereserveerd voor de stikstofproblematiek of dat er alleen gelobbyd wordt bij het Rijk. Het college trekt ook minder geld uit voor een toekomstbestendige landbouw en het beschermen en benutten van het bodem- en grondwatersysteem. Bij ambitie 7 is gelukkig meer sprake van integraliteit. Beleidsdoel 7.1 is tot in detail uitgewerkt en biedt Provinciale Staten voldoende handvaten om hun

controlerende rol goed te kunnen vervullen. D66 wil nog wel graag weten hoe dit geborgd wordt in de ruimtelijke instrumenten, omdat de WHO-normen gevolgen hebben voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Met betrekking tot beleidsdoel 7.2 (kindvriendelijke leefomgeving) vraagt D66 wat de provincie kan bijdragen naast wat de gemeenten doen. De beleidsprestatie van beleidsdoel 7.3 is puur gericht op stedelijk gebied. Voor klimaatadaptieve maatregelen lijkt dat logisch, maar D66 vindt dat het landelijk gebied niet vergeten mag worden. Denk aan bodemdaling in agrarische gebieden? D66 is blij dat er meer geld wordt vrijgemaakt voor milieukwaliteit en klimaatadaptatie.

De heer ÖZKAYA vraagt of de heer Lalta zich ervan bewust is dat de kindvriendelijke leefomgeving een nieuw beleidsterrein is.

De heer LALTA is zich daarvan bewust, maar hij had op zijn minst voor het meerjarenbeeld meer ambitie verwacht.

De heer LALTA deelt tot slot mee dat GroenLinks vindt dat motie 847 nog niet al afgedaan kan worden beschouwd. GroenLinks roept Gedeputeerde Staten nogmaals op om werk te maken van een langetermijnvisie en Provinciale Staten te informeren over de vorderingen.

(10)

De VOORZITTER geeft achtereenvolgens het woord aan mevrouw Van Woerden-Kerssen en de heer Schonewille voor de ChristenUnie & SGP.

Mevrouw VAN WOERDEN-KERSSEN verklaart dat de ChristenUnie & SGP van harte ambitie 5 onderschrijft en dat zij, net als de VVD, pleit voor het voortvarend realiseren van bestaande plannen. De ChristenUnie & SGP vraagt hoe het staat met de realisatiekracht en welke middelen en instrumenten het college denkt in te zetten om de ambities uit het coalitieakkoord te realiseren. Met betrekking tot beleidsdoel 5.2 vraagt de ChristenUnie & SGP wanneer de toegezegde

landbouwstrategie zal worden gepresenteerd, met bij voorkeur ook aandacht voor de strategie en het draagvlak voor innovaties vanuit de proeftuinen. De uitvoering van POP3 blijkt complex. De ChristenUnie & SGP vraagt hoe het college denkt zo veel mogelijk van deze middelen te benutten voor de landbouwtransitie en het op orde brengen van de administratie. Met betrekking tot ambitie 5.3

(waterbeschikbaarheid en –kwaliteit) vraagt de ChristenUnie & SGP of er onderzoek is gedaan naar de effecten van boringen voor ultradiepe geothermie, of daarmee rekening wordt gehouden bij het verlenen van vergunningen en de doorwerking van de provinciale regels in de bestemmingsplannen. In 2027 moet de provincie de doelen van de Kader Richtlijn Water behaald hebben, maar de effecten van de maatregelen zijn tot nu toe onvoldoende gebleken. De

ChristenUnie & SGP vraagt hoe het college de KRW-doelen denkt te borgen in beleid en handelen van de provincie. Tot slot gaat spreekster in op ambitie 7.3. In 2050 moet Zuid-Holland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht zijn. Dat raakt veel beleidsvelden en dat roept voor de ChristenUnie & SGP de vraag op hoe het college denkt het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie 2020 te borgen in het beleid van Zuid-Holland.

De heer SCHONEWILLE gaat vervolgens in op de ambities 7.1 en 7.2. In het algemeen is de ChristenUnie & SGP tevreden over de teksten, maar niet met de vertaling in concrete getallen en zeker niet over de afname van een aantal budgetten. Over dat laatste wil spreker graag nadere uitleg. Tot slot gaat hij in op ambitie 7.1. De ChristenUnie & SGP stelt voor te debatteren over verschuiving van een deel van dit grote budget naar preventie.

De heer DE VREE bedankt de insprekers en complimenteert de heer Lalta met de mooie groene D66-achtergrond. De nieuwe opzet van de begroting noemt hij een nieuwe zak met oude wijn. Over ambitie 5, versterken van de natuur, zegt hij het volgende. Het is onmogelijk om de natuur te versterken en tegelijkertijd steeds meer mensen te huisvesten steeds meer woningen te bouwen. Er zal steeds minder natuur overblijven om te versterken. Het college verzuimt om in te zetten op het tegengaan van de bedreigingen. Het college spreekt terecht over noodzakelijk scherpe keuzes, maar de PVV vindt die scherpte nergens in dit voorstel terug. De ambitie is een schoner, gezonder en beter Zuid-Holland, maar in de praktijk zijn er geen nieuwe voorstellen, zoals ook de insprekers betoogden.

De boeren zijn de beheerders van het voedsel, maar het college pakt hun zeggenschap af door met onhaalbare en onverstandige maatregelen te komen.

De boeren lijken plaats te moeten maken voor een immense instroom van buitenaf zonder dat daarvoor natuur wordt opgeofferd, maar dat is onmogelijk volgens de PVV.

De heer ROGIER vraagt de heer De Vree op welke concrete maatregelen van Gedeputeerde Staten hij doelt.

(11)

De heer DE VREE doelt op het stikstofproblematiek. Hij bedoelt het dus heel breed.

De heer ROGIER vraagt wat de boeren is afgepakt in Zuid-Holland in het kader van de stikstofcrisis.

De heer DE VREE antwoordt dat de heer Rogier heel goed weet dat de regeldruk in het algemeen enorm is toegenomen. De essentie van zijn betoog is dat een constante instroom van mensen en steeds meer bouwen in conflict komt met de ruimte voor boeren. Het zou beter zijn om dat eerlijk te zeggen en agrarische bedrijven bijvoorbeeld te verplaatsen naar andere provincies. Spreker vraagt hoe het CDA daarover denkt.

De heer ROGIER is blij dat de heer De Vree de zorgen van het CDA over de agrarische sector deelt. Hij zal er nader op ingaan in zijn eigen bijdrage.

De heer DE VREE vervolgt zijn betoog. Over de beleidsprestatie

waterbeschikbaarheid en –kwaliteit zegt hij het volgende. Dat het voorzitterschap van het RBO Rijn-West als een prestatie wordt gezien, vindt hij teleurstellend en het zegt wat hem betreft veel over de rest van de tekst. Ambitie 7, een gezond en veilig Zuid-Holland, maakt op de PVV al net zo’n ongezonde indruk als ambitie 5.

Een steeds drukkere provincie zal steeds ongezonder worden; het blijft dweilen met de kraan open.

De VOORZITTER geeft het woord achtereenvolgens aan mevrouw Kasbergen en de heer Özkaya van GroenLinks.

Mevrouw KASBERGEN verklaart dat GroenLinks het betreurt dat er in deze periode minder budget beschikbaar is voor natuur in vergelijking met vorige periodes, terwijl juist continuïteit zo belangrijk is. De afspraken in het

coalitieakkoord zijn onvoldoende onderbouwd ; er zijn geen financiële afspraken voor de lange termijn gemaakt. Programma’s stoppen om financiële redenen en niet omdat de doelen zijn behaald. Zij noemt als voorbeelden het Actieplan Boerenlandvogels, de Rijke Groenblauwe Leefomgeving maar ook het

Natuurnetwerk Nederland dat in 2027 gerealiseerd zou moeten zijn. Bij de ambitie gezonde natuur wordt wel gesproken over grootschalige natuurontwikkeling, maar het blijkt te gaan om natuurwaarden in bestaande gebieden. Er vindt dus geen uitbreiding plaats. De bijdrage van het Rijk dekt slechts 71% van de

onderhoudskosten. GroenLinks verzoekt het college om dit punt mee te nemen in de stikstoflobby. GroenLinks deelt de noodkreet van de insprekers. Als de

provincie geen geld heeft, dan zou zij moeten proberen om het op een andere manier voor elkaar te krijgen. GroenLinks is voorstander van een integrale aanpak en heeft er ook al eerder voor gepleit om in alle domeinen aandacht te besteden aan biodiversiteit en de ontwikkeling goed te monitoren. GroenLinks pleit ervoor om natuur te verbinden met het Klimaatakkoord, de energietransitie en de milieudoelstellingen.

De heer LALTA is blij met deze analyse, maar hij zou ook willen horen welke oplossing GroenLinks als coalitiepartij aandraagt.

Mevrouw KASBERGEN antwoordt dat GroenLinks de voorliggende

begrotingswijzing zal accepteren, maar dat GroenLinks zal blijven zoeken naar

(12)

mogelijkheden om natuurdoelstellingen alsnog te behalen, bijvoorbeeld door een integrale benadering.

De heer LALTA vraagt of GroenLinks denkt nog in deze collegeperiode met voorstellen te komen en of mevrouw Kasbergen het met hem eens is dat in Zuid- Holland verkeerde politieke keuzes zijn gemaakt.

Mevrouw KASBERGEN zou die keuzes niet verkeerd willen noemen. Zij verwacht dat er binnen deze collegeperiode wel iets veranderd kan worden, maar niet op korte termijn. Zij zou graag met D66 in gesprek gaan over het groeiend belang van natuur als gevolg van de coronacrisis. Zij vervolgt haar betoog. De provincie moet veel landelijke stikstofmaatregelen uitvoeren. GroenLinks vraagt waarom daarvan niets terug te vinden is in de begroting.

Mevrouw VAN VIEGEN deelt de zorgen van GroenLinks en sluit zich graag aan bij het overleg tussen GroenLinks en D66. Zij roept ook andere partijen op om zich aan te sluiten.

Mevrouw KASBERGEN is graag bereid tot gezamenlijk overleg, maar dan wel over oplossingen voor de langere termijn, want GroenLinks accepteert voor dit moment de voorliggende begroting.

Mevrouw VAN VIEGEN vindt dat er geen tijd te verliezen en daarom vraagt zij of GroenLinks ook op korte termijn iets wil doen.

Mevrouw KASBERGEN vindt het lastig om halverwege 2020 ingrijpende

veranderingen aan te brengen, zeker omdat er grote budgetten gemoeid zijn met natuurdoelstellingen en omdat er nog plannen in uitvoering zijn. Zij wil graag discussie voeren over 2021.

Mevrouw VAN VIEGEN wijst op de grote groenreserves. Die middelen kunnen ingezet worden om aan de slag te gaan.

Mevrouw KASBERGEN is het daarmee eens. Zij pleit ervoor om daarnaast ook te lobbyen bij het Rijk.

De heer LALTA vraagt haar wat de Staten tegenhoudt om aan de slag te gaan. Er zijn immers plannen en voldoende middelen.

Mevrouw KASBERGEN antwoordt dat de budgetten lager zijn dan voorheen en dat een deel van dat budget nog uitgegeven moet worden. Dat moet eerst zo snel mogelijk gebeuren.

De heer ÖZKAYA verklaart dat GroenLinks in de komende periode de nadruk wil leggen op verduurzaming van de landbouw en het voedselsysteem. GroenLinks is dan ook blij met de inzet op innovaties, zoals kortere ketens. De coronacrisis laat het belang daarvan extra zien. In deze begrotingswijziging vallen echter ook subsidies geheel of gedeeltelijk weg, bijvoorbeeld voor de Regio Deal

Bodemdaling. , maar ook voor de Voedselfamilies Zuid-Holland lijkt deels weg te vallen. GroenLinks vraagt hoe deze keuzes zich verhouden tot de ambities, het realiseren van nieuwe producten en korte ketens. Net als de ChristenUnie & SGP gaat ook GroenLinks graag in gesprek met Gedeputeerde Staten over de

(13)

kunnen verwachten. In het kader van de ambitie leven met water zegt spreker het volgende. Drinkwaterbedrijven luiden de noodklok, omdat medicijnresten en industriële vervuiling in het water toenemen. De Kader Richtlijn Water-doelen moeten in 2027 behaald zijn, maar er wordt geen enkele vooruitgang geboekt.

Spreker vraagt om een reactie van het college. Over beleidsdoel 7.1 zegt spreker het volgende. GroenLinks is tevreden over vergunningverlening en toezicht, maar vraagt zich wel af of er voldoende capaciteit is, of de budgetten toereikend zijn voor de omgevingsdiensten en of en wanneer die geïndexeerd worden. In de commissie zijn nulmetingen aan de orde geweest. GroenLinks vindt dat de coronatijd een goed moment is om nulmetingen te verrichten op het gebied van luchtkwaliteit en geluidsniveaus. Tot slot gaat spreker in op leefomgeving. De coronacrisis laat zien hoe belangrijk een bewegingsvriendelijke, kindvriendelijke leefomgeving is, zeker in de steden. GroenLinks bedankt het college voor de eerste uitwerking van deze ambitie, maar pleit voor een constante inzet op dit punt om natuurarmoede te voorkomen in stedelijk gebied.

De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Haasnoot van 50PLUS.

De heer HAASNOOT vindt ambitie 7, die wat hem betreft vooral bestaat uit de uitvoering van wetgeving, vergunningverlening en dergelijke, voldoende en de uitvoering van voldoende kwaliteit. Hij ziet geen andere knelpunten dan misschien de dalende budgetten voor de uitvoeringsorganisaties. Hij hoopt wel dat bij een gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving niet alleen gedacht wordt aan de hardware, maar ook aan zaken als lifestyle. De provincie zou wat hem betreft vooral moeten aanvullen wat gemeentes al doen. Met betrekking tot ambitie 5 zegt spreker het volgende. Hij is behoorlijk geschrokken van de reacties van de natuurorganisaties. Hij heeft GS al gevraagd om daarop uitgebreid antwoord te geven. Hij pleit ervoor om ongebruikte budgetten alsnog op korte termijn in te zetten voor groen. Het groeiend aantal inwoners vormt een probleem voor de toch al schaarse natuur- en recreatiegebieden. In dat verband stelt hij voor dat de provincie investeert in natuur en recreatie in de periferie van bijvoorbeeld de woningbouwlocatie op Valkenburg, omdat daar geen geld is voor de geplande groene zone. 50PLUS ziet dus niet al te veel problemen bij ambitie 7, een gezond en veilig Zuid-Holland, maar maakt zich wel zorgen over het versterken van de natuur. Spreker wacht de antwoorden van de gedeputeerde af, voordat hij een definitief oordeel velt.

De VOORZITTER deelt mee hij inmiddels bericht van verhindering heeft

ontvangen van de heer Minderhout. Hij geeft het woord aan mevrouw Hijink van de PvdA.

Mevrouw HIJINK verklaart dat de PvdA instemt met de ambities 5 en 7 in de begrotingswijziging. Zij sluit zich aan bij het verzoek om een uitgebreide reactie van het college op de inspraakbijdragen. Zij verwacht in het algemeen dat in de binnenkort te behandelen voorjaarsnota en kadernota de noodzakelijk keuzes als gevolg van de coronacrisis duidelijk zullen worden. Zij vraagt of de gedeputeerde daarover al iets kan zeggen. De PvdA is voorstander van een integrale aanpak.

Een natuurinclusieve landbouw speelt daarbij een grote rol en daarom pleit de PvdA voor gemakkelijk toegankelijke processen voor subsidies, zodat de middelen niet besteed hoeven te worden aan de uitvoering. In vervolg op de technische sessie over biomassa, vraagt spreekster of de gedeputeerde iets kan zeggen over de relatie tussen stikstofproblematiek en vergunningen voor

biomassacentrales. De PvdA pleit ervoor om niet alleen rekening te houden met

(14)

Natura 2000-gebieden, maar in het algemeen met de gevolgen van uitstoot voor de omgeving en de gezondheid. De PvdA is bang dat er veel te veel

biomassacentrales in Zuid-Holland komen en zou liever enkele grote zien dan een heleboel kleintjes. De PvdA is blij met het Bomenplantplan, maar zou graag nu al iets horen over de ruimtelijke inpassing van die bomen.

De heer LALTA hoort dat de PvdA instemt met de begrotingswijziging, maar ook dat de PvdA begrip heeft voor de bezwaren van de insprekers. Dat kan hij niet met elkaar rijmen. Hij ziet in deze begrotingswijziging niets terug van het Groenfonds uit het verkiezingsprogramma van de PvdA. Hij vraagt de PvdA om een reactie.

Mevrouw HIJINK heeft zich aangesloten bij het verzoek aan GS om een

uitvoerige uitleg over de keuzes in het collegeprogramma. Zij wil de gedeputeerde eerst de gelegenheid geven om in te gaan op de integrale aanpak en de

uitvoering van bestaande plannen.

De heer LALTA benadrukt dat de natuurbudgetten in de komende jaren worden gehalveerd. Integraal werken is belangrijk, maar spreker verwacht niet dat daarmee de bezuiniging gecompenseerd wordt.

Mevrouw VAN VIEGEN vraagt of de PvdA zou willen meewerken aan versnelling van de natuurversterking.

Mevrouw HIJINK laat dat afhangen van het antwoord van de gedeputeerde, maar de PvdA is zeker bereid te praten over de inzet van onbenutte budgetten uit de vorige periode. Zij vervolgt haar betoog. Over ambitie 7 zegt zij het volgende. De PvdA maakt zich zorgen over het uitblijven van indexering van de budgetten voor vergunningverlening en toezicht en de mogelijke gevolgen daarvan voor de capaciteit. Ten tweede wil de PvdA weten of de subsidie voor het opruimen van drugsafval definitief stopt. Ten derde wil de PvdA weten of het genoemde verscherpte toezicht wel te realiseren is. Handhaving op varend ontgassen en lozingen is en blijft moeilijk. Tot slot vindt de PvdA, als medeondertekenaar van motie 847, dat die als afgedaan beschouwd kan worden.

De VOORZITTER geeft het woord aan de Partij voor de Dieren.

Mevrouw VAN VIEGEN deelt mee dat haar technische vragen over de ambities 5 en 7 nog niet beantwoord zijn. Indien nodig, komt spreekster daarop terug in Provinciale Staten. Zij wil nu wel horen of er daadwerkelijk 6,7 miljoen euro wordt bezuinigd op groen ten opzichte van de Begroting 2020. Zij gaat

achtereenvolgens in op natuur, recreatie, milieu, klimaat en landbouw. De Partij voor de Dieren constateert dat in de begroting de nadruk ligt de mens, het vestigingsklimaat, toerisme en recreatie en dat de intrinsieke waarde van natuur nauwelijks een rol speelt. Als er werkelijk sprake zou zijn van bezuinigingen op natuur, dan zou de Partij voor de Dieren dat zeer zorgwekkend vinden, want de stikstofcrisis is mede te wijten aan de slechte staat van de natuur. De Partij voor de Dieren beraadt zich op voorstellen op dit punt. Spreekster benadrukt tot slot nogmaals dat veel meer inzet nodig is om de doelen, ook die van de Kader Richtlijn Water op tijd te behalen.

De heer DE VREE vraagt mevrouw Van Viegen nader in te gaan op haar

(15)

Mevrouw VAN VIEGEN heeft bedoeld te zeggen dat de stikstofcrisis mede is veroorzaakt door het ontbreken van voldoende robuuste natuur.

De heer DE VREE vraagt of zij bedoelt dat het stikstofprobleem niet zou bestaan bij voldoende robuuste natuur.

Mevrouw VAN VIEGEN antwoordt dat dat Nederland inderdaad meer stikstof had aangekund met meer groen.

De heer DE VREE vraagt hoe mevrouw Van Viegen aankijkt tegen zijn standpunt dat een steeds verder groeiende bevolking en bebouwing niet samengaat met versterking van de natuur.

Mevrouw VAN VIEGEN antwoordt dat de Partij voor de Dieren zich zal blijven inzetten voor meer natuur in Zuid-Holland en dat zij verwacht dat de PVV en de Partij voor de Dieren daarover van mening zullen blijven verschillen.

De heer DE VREE denkt dat het probleem niet opgelost kan worden, zolang de Partij voor de Dieren niet erkent dat er sprake is van een conflictsituatie.

Mevrouw VAN VIEGEN heeft geen probleem. Zij vervolgt haar betoog. Het vorige college heeft de vertaling van het Programma Zuid-Hollands Groen 2020-2034 in de begroting overgelaten aan het nieuwe college. Spreekster vraagt of en hoe het college verder wil gaan met deze visie. Ten tweede wil zij weten hoe het college wil omgaan met de plannen die gemaakt zijn in samenwerking met

terreinbeherende organisaties, natuurorganisatie en agrarische collectieven en of met de huidige bezuinigingen daaraan wel recht wordt gedaan. De Partij voor de Dieren is blij met het extra budget voor toezicht en handhaving in het kader van de Wnb, maar zou intensivering toejuichen. De Partij voor de Dieren is blij met het Bomenplantplan, maar hoopt dan wel op zijn minst op 50.000 bomen als start en zou graag zien dat hiervoor meer geld beschikbaar wordt gesteld vanuit het natuurbudget. Recreatie is van groot belang in het drukke Zuid-Holland. In dat verband wil spreekster weten of alle RodS-projecten inmiddels zijn afgerond en hoe het staat met de verbetering van de ruiterpaden. De financiering van de wildopvang zou voortgezet worden, maar spreekster vindt daarover niets terug in de begroting, terwijl Zuid-Holland er volgens de Partij voor de Dieren niet aan ontkomt om de wildopvang structureel te steunen. Spreekster vindt het schrijnend dat de economische schade door in het wild levende dieren goed is geregeld via BIJ12, maar dat steeds vele onschuldige dieren worden gedood. Subsidiëring van de wildopvang kan wat de Partij voor de Dieren betreft prima geregeld worden via BIJ12. De Partij voor de Dieren overweegt een motie of amendement in te dienen op dit punt. De Partij voor de Dieren vindt het zorgelijk dat Zuid-Holland van alle provincies het laagst scoort op gezondheid en vraagt welke ambities en welke verbeterplannen het college hiervoor heeft. De Partij voor de Dieren steunt het voorstel om 3,2 miljoen euro in te zetten voor een apart project VTH ZZS en is ook blij dat de WHO-normen voor luchtkwaliteit zullen worden gehanteerd. De Partij voor de Dieren pleit daarnaast voor meer onderzoek naar de relatie tussen luchtkwaliteit en corona. De zwaarst getroffen gebieden hebben allemaal een slechte luchtkwaliteit. Spreekster vraagt om een reactie van de gedeputeerde. In het kader van gezondheid pleit de Partij voor de Dieren ervoor om GenX terug te dringen naar nul. Ook hierop wil zij graag een reactie van de gedeputeerde krijgen. De Partij voor de Dieren kan zich volledig vinden het voorstel

(16)

Ontwikkelingsperspectief Grevelingen en Volkerak Zoommeer. De Partij voor de Dieren vraagt waarom er slechts 500.000 euro wordt gereserveerd in het kader van het Klimaatakkoord, terwijl de nadelige gevolgen voor mensen, dieren en de economie groot zijn. Tot slot gaat spreekster in op de landbouw. Van de Zuid- Hollandse landbouwproducten wordt 90% geëxporteerd. De coronacrisis laat zien hoe kwetsbaar de vergaande globalisering is. De Partij voor de Dieren wil daarom niet inzetten op de concurrentiekracht van Zuid-Holland en een wereldwijde voedselketen.

De heer DE VREE begrijpt dat de Partij voor de Dieren meer geld wil uitgeven aan het klimaat. Hij vraagt waaraan.

Mevrouw VAN VIEGEN antwoordt dat er meer geld uitgeven zou moeten worden aan de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs.

De heer DE VREE vraagt of zij een voorbeeld kan geven.

Mevrouw VAN VIEGEN denkt aan vermindering van stikstofuitstoot, voorkomen dat ijskap smelt en de biodiversiteitscrisis.

De heer DE VREE constateert dat de Partij voor de Dieren klimaat en milieu door elkaar haalt.

Mevrouw VAN VIEGEN vindt dat er wel degelijk verband is. Zij vervolgt haar betoog. De Partij voor de Dieren zou meer willen inzetten op voedselproductie in de buurt en kennisoverdracht op het gebied van verduurzaming en extensivering.

De landbouwtransitie gaat veel te langzaam. Er is een daadkrachtig college nodig om de verduurzaming van de landbouw te realiseren. Zoönose krijgt

gemakkelijker een kans bij intensieve veehouderij, zoals de coronacrisis heeft aangetoond. De huidige veeteelt is daarom niet houdbaar. De Partij voor de Dieren heeft het college schriftelijk gevraagd om zoönose mee te nemen in het beleid voor een veilige leefomgeving. Afhankelijk van het antwoord, komst spreekster er in Provinciale Staten op terug.

De VOORZITTER geeft achtereenvolgens het woord aan de heer Rogier en mevrouw Van Sandick-Sopers van het CDA.

De heer ROGIER bedankt de insprekers en is zeer benieuwd naar de

beantwoording van hun vragen. Hij begint zijn betoog met het versterken van de natuur (5.1). Voor het CDA is het behoud van natuurgebieden van groot belang, mits er een goede balans wordt gevonden tussen de verschillende belangen (biodiversiteit, recreatie, land- en tuinbouw et cetera). Zuid-Holland zou in 2050 een van de meest gevarieerde provincies van Europa moeten zijn. Zuid-Holland lijkt aardig op weg, maar de leefbaarheid vraagt door de toenemende verdichting wel om constante aandacht. Gebiedsprocessen zijn voor de komende jaren het toverwoord. Het CDA zullen die nauwlettend volgen, want verschuivingen tussen belangen moeten zeer zorgvuldig afgewogen worden. Het CDA maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de coronacrisis voor de land- en tuinbouw. Veel inwoners, maar ook veel winkels stappen over op regionale producten. Spreker vraagt welke maatregelen Provinciale Staten kunnen verwachten van het college op dit gebied. Er is nog veel onderzoek nodig en er zullen nog veel afspraken gemaakt moeten worden in het kader van een toekomstbestendige land- en

(17)

vraagt zich af of dit budget is voldoende voor alle doelen en opgaven in de komende jaren.

Mevrouw VAN SANDICK-SOPERS heeft vier aandachtspunten bij het beleidsdoel leven met water. Er wordt flink bezuinigd op waterveiligheid, maar dat mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van drink- en grondwater en de dijken. Spreekster vraagt of de gedeputeerde de veiligheid in die zin kan garanderen en welke gevolgen de bezuiniging heeft. Er komt wetgeving voor medicijnresten in de afvalwaterzuivering. Het CDA vraagt of het college kan onderzoeken of

versnelling mogelijk is. Ten derde vraagt het CDA om een doorrekening van de drinkwatervoorziening in relatie tot de realisatie van nieuwbouw. Deze zomer zullen waarschijnlijk veel Zuid-Hollanders willen recreëren dicht bij huis. Het CDA vindt het belangrijk dat er voldoende zwemwater is, zodat mensen voldoende afstand van elkaar kunnen houden. Het CDA vraagt het college alles op alles te zetten om de plassen zo toegankelijk mogelijk te maken. Spreekster vervolgt haar betoog met ambitie 7. Het CDA complimenteert het college met de aanpak in het kader van de gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving (7.2). Het CDA pleit ervoor om in dit beleid niet alleen aandacht te besteden aan kinderen, maar ook aan jongeren. Het CDA pleit verder voor de aanleg van fiets- en

wandelpaden. In het huidige tijdsgewricht blijkt eens te meer hoe belangrijk het is dat mensen naar buiten kunnen. Het CDA pleit ervoor de hoofdstructuur van snelle fietspaden vast te leggen, zodat daarmee rekening gehouden kan worden bij bouwplannen en de recreatieve fietspaden daarop aangesloten kunnen

worden. Bij afwezigheid van haar collega, de heer De Haan, verwoordt spreekster zijn bijdrage over de beleidsdoelen 7.1 en 7.3. Het CDA is blij met het voornemen om de WHO-advieswaarden in te voeren en een integrale benadering van de luchtkwaliteit, hoewel het de vraag is of het gewenste resultaat bereikt kan worden met zo weinig middelen, maar er is nu eenmaal niet meer geld

beschikbaar. Over beleidsdoel 7.3 zegt zij het volgende. De beleidsprestaties en doelen zijn helder, maar het CDA vraagt zich of de ambities wel passen binnen het beschikbare budget. Tot slot deelt spreekster mee dat motie 847 wat het CDA betreft als afgehandeld kan worden beschouwd.

De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hoogendam van de SP.

De heer HOOGENDAM verklaart ten eerste dat de SP begrip heeft voor de pas op de plaats, gezien de onzekere toekomst. Spreker wil graag weten of de klacht van de natuurorganisaties dat er minder geld beschikbaar is voor natuur, terecht is. De SP zou hoe dan ook misverstanden daarover willen wegnemen. De SP kan leven met 5.1.1, gezonde natuur, een van de weinige punten met concrete maatregelen. Bij 5.1.2, biodiversiteit, is het motto ‘actief zoeken’. Spreker vraagt wat hij zich daarbij moet voorstellen en hoeveel middelen daarvoor worden ingezet. Ten tweede wil hij weten wat bedoeld wordt met het stroomlijnen van het proces rondom het verlenen van ontheffingen en of het de bedoeling is dat dit ten goede komt aan de biodiversiteit. De SP is groot voorstander van meer bomen in het landelijk gebied. Dat dit niet ten koste mag gaan van het open landschap, is wat spreker betreft een tegenstrijdigheid. Er is ooit een landelijk bomenplan gemaakt voor 100.000 ha in heel Nederland. Bij een eerlijke verdeling zou Zuid- Holland ongeveer 8000 ha voor haar rekening moeten nemen. Spreker vraagt de gedeputeerde hoeveel daarvan dit jaar gerealiseerd wordt. Met betrekking tot faunabeheer (5.1.3) wil de SP graag weten wanneer de Staten weer invloed kunnen uitoefenen op de faunabeheerplannen die één keer in de zes jaar gemaakt worden. Spreker vindt dat beleidsdoel 5.2 gekarakteriseerd wordt door

(18)

mooi opgeschreven vaagheden. Hij zou echter willen weten hoeveel

stikstofreductie en CO2-uitstootreductie het college dit jaar denkt te realiseren en welke maatregelen genomen worden tegen bodemdaling. Hij hoort al sinds 2007 niets anders dan dat er onderzoek wordt gedaan naar bodemdaling. Hij zou graag een overzicht krijgen van alle onderzoeken die sinds 2007 zijn uitgevoerd, de resultaten en de uitvoering op grote schaal om inzicht te krijgen in wat er gebeurt.

Spreker sluit zich aan bij alle vragen die gesteld zijn bij de beleidsambitie leven met water. Hij vervolgt zijn bijdrage met ambitie 7.1, milieukwaliteit en

gezondheid. Daar staat dat er ‘een impuls wordt gegeven’ aan schone lucht.

Spreker vraagt wat hij zich daarbij moet voorstellen. En datzelfde geldt ook voor

‘aandacht’ voor brongericht stikstofbeleid en emissies van ZZS naar de lucht. Bij 7.1.2 staat dat gewacht wordt met een nieuw omgevingsveiligheidsbeleid totdat de Omgevingswet er is. Spreker vraagt of Zuid-Holland zich wel kan veroorloven om daarop te wachten. Ook de SP vraagt zich af of de beschikbare middelen voor de omgevingsdiensten voldoende zijn. De SP vraagt ook aandacht voor de toename van afval als gevolg van maatregelen om de uitstoot te verminderen.

Spreker vraagt of de coronacrisis belemmeringen opwerpt voor het verscherpte toezicht. Tot slot vraagt hij wanneer de Staten de uitvoeringsagenda voor een klimaatbestendig Zuid-Holland kunnen verwachten en of de genoemde intensieve samenwerking geldt voor alle gemeentes.

De VOORZITTER concludeert dat hiermee een eind is gekomen aan de eerste termijn van de Staten, omdat de heer Çelik, mevrouw Persenaire en de heer Privé niet ingelogd zijn. Alvorens het woord te geven aan Gedeputeerde Staten, schorst hij de vergadering voor enkele minuten. Na heropening geeft hij het woord aan gedeputeerde Potjer.

Gedeputeerde POTJER benadrukt dat er geen sprake is van een bezuiniging op natuur. Er is zelfs 5 miljoen euro vanuit het coalitiebudget bij gekomen. De verwarring is waarschijnlijk ontstaan, doordat een deel van het budget verschoven is naar hoofdstuk 7.

Mevrouw VAN VIEGEN vraagt hoeveel er precies verschoven is.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat 6,7 miljoen euro is verschoven naar het budget voor groenparticipatie en recreatie (hoofdstuk 7). De technische vragen van de Partij voor de Dieren worden uiteraard nog beantwoord.

Mevrouw VAN VIEGEN vraagt waarom het college een deel van het budget voor groen heeft verschoven naar een andere ambitie.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat de nieuwe indeling van de begroting laat zien dat het college het grote belang van groen en natuur wil meenemen in allerlei beleidsvelden. Hij noemt als voorbeelden het biologisch bermenbeleid bij infrastructuur en de kindvriendelijke leefomgeving in hoofdstuk 7.

Mevrouw VAN VIEGEN vraagt waarom Provinciale Staten niet vooraf zijn geïnformeerd.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat het slechts een administratieve verschuiving is; het budget is meegegaan met het onderwerp.

(19)

Mevrouw VAN VIEGEN vindt een verschuiving van 6,7 miljoen euro van de ambitie natuur naar de ambitie groenbeleving en recreatie niet slechts een administratieve kwestie. Provinciale Staten hadden wat haar betreft geïnformeerd moeten worden.

Gedeputeerde POTJER legt nogmaals uit dat de ambitie alleen ondergebracht is in een ander hoofdstuk. Het budget was en is bestemd voor groenbeleving en recreatie. Hij vervolgt zijn beantwoording. De grote incidentele budgetten uit het verleden, zoals de UPG-budgetten, zijn inmiddels grotendeels op. Deze coalitie heeft 5 miljoen euro gereserveerd en een extra bedrag uitgetrokken om ervoor te zorgen dat de provincie haar groenverplichtingen kan nakomen.

De heer LALTA ziet wel degelijk een structurele halvering van het budget, terwijl de ambities niet ophouden na dit jaar. Hij sluit zich aan bij de opmerking van mevrouw Van Viegen. Een translatietabel bij de overgang naar de nieuwe begrotingsindeling was handig geweest.

Gedeputeerde POTJER bedankt hem voor de tip. Omdat dit ook voor andere hoofdstukken geldt, denkt hij dat het goed is om dit met de financiële

woordvoerders te bespreken. Voor groen geldt dat een deel van wat voorheen in hoofdstuk 3 stond, in hoofdstuk 7 terechtgekomen is (inclusief het budget). Voor hoofdstuk 5 is extra budget beschikbaar gesteld.

De heer LALTA heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag hoe het college met een halvering van het meerjarenbudget de ambities denkt te realiseren.

Gedeputeerde POTJER beaamt dat de ambities niet ophouden na dit jaar. Hij benadrukt dat de structurele budgetten niet lager zijn dan voorheen, maar dat een aantal incidentele budgetten uitgeput is. Het college is nog op zoek naar meer structurele dekking, maar dat kost tijd. Het college hoopt die exercitie eind dit jaar afgerond te hebben.

De VOORZITTER roept zowel de commissie als de gedeputeerde op om niet te veel in te gaan op de techniek, maar nu het politieke debat te voeren.

De heer LALTA vindt dat techniek en inhoud met elkaar verbonden zijn. Een meerjarige ambitie vraagt om een meerjarig budget, maar het college presenteert allen een sluitende begroting voor dit jaar. Spreker vraagt of en waar het college ruimte ziet om de natuurambities te realiseren en waarom dat niet in de begroting is verwerkt.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat in het verleden soms incidenteel budget is ingezet voor structurele kosten. Dat wil het college corrigeren. Hij vervolgt zijn beantwoording. De provincies zijn in overleg met het Rijk over de stikstofcrisis, maar juridisch gezien zijn de provincies verplicht om de natuur in stand te houden. Die verplichting gaat verder dan de stikstofproblematiek. De

gedeputeerde verwacht de resultaten van het overleg met het ministerie in de loop van het jaar, maar ondertussen gaat het college onverkort door met de ontwikkeling van het Natuurnetwerk Nederland en is daarover in gesprek met natuurorganisaties, boeren en andere belanghebbenden. Dat is echter een ingewikkeld en tijdrovend proces.

(20)

Mevrouw VAN VIEGEN brengt in herinnering dat de vastgestelde doelen al jaren niet behaald worden. Zij vraagt wat het college extra gaat doen om de doelen alsnog te behalen.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat het college de opgaven in gebieden integraal bekijkt. Hij geeft een aantal voorbeelden.

Mevrouw VAN VIEGEN wil inzicht krijgen in alle maatregelen. Zij vraagt of de gedeputeerde dat inzicht op korte te termijn kan bieden, bijvoorbeeld in een nota of een brief.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat het college druk bezig is met de

gebiedsanalyses en –programma’s. Dat vraagt om een zorgvuldige aanpak om te voorkomen dat eerdere inspanningen tenietgedaan worden. De resultaten zullen met de Staten gedeeld worden. De gedeputeerde stelt voor dat mevrouw Van Viegen dit onderwerp aan de orde stelt bij gedeputeerde Baljeu, want het zit in haar portefeuille.

Mevrouw VAN VIEGEN is niet tevreden met het antwoord. Zij heeft behoefte aan een overzicht van de extra maatregelen die het college gaan nemen. Zij wil de toezegging dat zij dat overzicht krijgt.

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat er een overzicht staat in het programma Zuid-Hollands Groen en dat gedeputeerde Baljeu zal ingaan op deze vraag.

De VOORZITTER geeft achtereenvolgens het woord aan mevrouw Van Woerden-Kerssen en de heer Haasnoot.

Mevrouw VAN WOERDEN-KERSSEN vraagt of de gedeputeerde zich herkent in de kritiek van de natuurorganisaties.

Gedeputeerde POTJER heeft het gevoel dat Gedeputeerde Staten en de

natuurorganisaties goed samenwerken, ook op het gebied van het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland, hoewel deze signalen het college niet onbekend zijn.

Mevrouw VAN WOERDEN-KERSSEN vraagt in hoeverre de gedeputeerde de financiële zorgen van de natuurorganisaties herkent en of hij daarvoor

oplossingen heeft.

Gedeputeerde POTJER zou het bijzonder vinden als de natuurorganisaties zouden klagen over een teveel aan budget. Hij begrijpt het wel, want er is nu minder incidenteel budget beschikbaar dan voorheen, maar hij herkent zich niet in het beeld dat er geld ongebruikt op de plank ligt.

De heer HAASNOOT komt terug op het debat tussen de gedeputeerde en mevrouw Van Viegen. Hij heeft zelf de groene zone op de projectlocatie Valkenburg genoemd. Wassenaar kan die zone niet zonder externe steun realiseren. 50PLUS zou graag zien dat de provincie daaraan een bijdrage zou leveren, want het is verschrikkelijk belangrijk om naast woningbouw groen te realiseren.

(21)

Gedeputeerde POTJER antwoordt dat de provincie mede investeert in de groene zone die voorzien is bij Valkenburg. Hij vervolgt zijn beantwoording. De provincie is samen met haar partners druk bezig met de oprichting van twee nationale parken (NL Delta en Hollandse Duinen). De Staten hebben 10 miljoen euro beschikbaar gesteld voor boerenlandvogels en bijenlandschappen. Het college hoopt binnenkort een tranche open te stellen voor initiatieven van

natuurorganisaties. De gedeputeerde is blij met de brede steun voor een bos- en bomenbeleid. Komend najaar zal het beleid voorgelegd worden aan de Staten.

Omdat weidevogels en bos en bomen niet goed samengaan, zal een ruimtelijke afstemming deel uitmaken van het beleid. De provincies zijn gezamenlijk in gesprek met het Rijk over versterking van de natuurrealisatie (programma Natuur) en een optimale inzet van het Groenfonds. In reactie op het verzoek van de heer Haasnoot zegt de gedeputeerde dat de meeste vragen van de insprekers in de technische beantwoording aan bod komen. De ontbrekende vragen zullen toegevoegd worden. Tot slot gaat hij in op de vragen en opmerkingen per fractie.

Hij bedankt FvD voor haar steun voor het beleid. De gedeputeerde is het met de VVD eens dat de inzet zich vooral moet richten op de uitvoering van de plannen.

Hij is al uitgebreid ingegaan op de inzet van incidentele middelen in antwoord op de vraag van D66. De gedeputeerde beaamt in de richting van ChristenUnie &

SGP dat de biodiversiteit een aandachtspunt is en blijft in Zuid-Holland. De PVV wijt dat mede aan de bevolkingsdichtheid, maar dat is niet zondermeer waar, want soms is de biodiversiteit in de stad zelfs beter dan buiten de stad. Zuid- Holland heeft zich aangesloten bij het Deltaplan Biodiversiteit. Er komt een monitor, waarover het college de Staten te zijner tijd zal informeren. De gedeputeerde is al ingegaan op het verzoek van GroenLinks om aandacht te besteden aan structurele budgetten. De gedeputeerde voegt eraan toe dat er 10 miljoen euro incidenteel beschikbaar is voor het Actieplan Boerenlandvogels.

Omdat dat bedrag onvoldoende is voor alle plannen, zullen er keuzes gemaakt moeten worden. De beheerkosten worden niet helemaal vergoed. Dat is nooit het geval geweest, maar de vergoeding is inderdaad tijdens de omzetting van EHS naar Natuurnetwerk Nederland verlaagd naar 75%. De gedeputeerde begrijpt dat met name boeren als gevolg daarvan niet zo gauw bereid zijn om natuur te realiseren. De provincie is in overleg met het Rijk over een hogere vergoeding.

De gedeputeerde is al ingegaan op de vragen en opmerkingen van 50PLUS. De PvdA vraagt aandacht voor het bomenplan en legt daarbij een relatie met biomassacentrales, maar wat het college betreft moeten die beide zaken gescheiden gezien worden. De coalitie heeft duidelijk uitgesproken dat zij geen voorstander is van energieopwekking met biomassa. Het is niet de bedoeling om bomen te kweken voor biomassacentrales. In de richting van de Partij voor de Dieren benadrukt de gedeputeerde nogmaals dat er geen budget is verdwenen, maar dat er 6,7 miljoen euro is verschoven naar een ander hoofdstuk. Dat het college natuur belangrijk vindt, blijkt voldoende uit het coalitieakkoord en de begroting. In antwoordt op de vraag van de SP over het stroomlijnen van de ontheffingsverlening zegt de gedeputeerde dat hij samen met gedeputeerde Bom- Lemstra werkt aan overkoepelend beleid voor vergunningen en faunabeheer met als doel om de vergunningverlening soepeler te laten verlopen.

Gedeputeerde BOM-LEMSTRA beantwoordt de vragen per fractie. D66 heeft terecht gevraagd waar bodemdaling is ondergebracht in de begroting. De gedeputeerde geeft toe dat dit onderwerp enigszins versnipperd is geraakt.

Bodemdaling in landelijk gebied zit in hoofdstuk 5, maar bodemdaling in stedelijk gebied zit in hoofdstuk 7 (klimaatadaptatie). Deze scheiding heeft echter geen gevolgen voor de uitvoering. De provincie is lid geworden van het Platform

(22)

Slappe Bodem, dat zowel aandacht besteedt aan de problematiek in de stad als in het landelijk gebied. In hoofdstuk 5 gaat het vooral over veenbodemgevoelig gebied. Het grootste deel van de middelen zal van het Rijk komen in het kader van het Klimaatakkoord. Het is de bedoeling om daarmee in gebiedsgerichte processen aan de slag te gaan en combinaties te maken met andere doelen, bijvoorbeeld op het gebied van stikstof. D66 vraagt hoe het college ambitie 7.1 denkt te borgen. De gedeputeerde antwoordt dat dit gebeurt door middel van het ruimtelijk instrumentarium. Hetzelfde gebeurt met zaken rond klimaatadaptatie (7.3). De gedeputeerde verwacht dat het college op dit punt eind van dit jaar nieuwe voorstellen zal kunnen voorleggen aan de Staten. Daarnaast heeft de provincie met heel veel partijen het convenant Klimaatadaptief Bouwen gesloten.

In het Verstedelijkingsakkoord, maar ook bij beheer en onderhoud van

infrastructuur wordt rekening gehouden met klimaatadaptatie. De provincie heeft onlangs ook aan alle gebieden gevraagd om klimaatadaptatie mee te nemen in de regionale energiestrategieën. Het college probeert dus langs verschillende wegen klimaatadaptatie tussen de oren te krijgen en te laten meeliften op andere doelen. De gedeputeerde vindt het jammer dat motie 847 volgens D66 nog niet als afgedaan kan worden beschouwd. Zij zou graag willen horen welke stappen het college nog zou moeten zetten volgens D66. De ChristenUnie & SGP heeft vragen gesteld over POP3, een ingewikkelde Europese regeling. Zuid-Holland probeert daarvan zo goed mogelijk gebruik te maken en te voorkomen dat er geld terugbetaald moet worden. De gedeputeerde noemt als voorbeeld

overprogrammering en het schuiven tussen jaren. De ChristenUnie & SGP pleit ervoor om een deel van het grote budget voor toezicht en handhaving in te zetten voor preventie. Het college besteedt veel aandacht aan preventie, bijvoorbeeld in het beleid op het gebied van ZZS en potentiële ZZS om de handhavingskosten te beperken. Het college is bovendien in gesprek met bedrijven in de Rotterdamse haven om afspraken te maken over een betere bedrijfsvoering. De gedeputeerde deelt de zorgen van de PVV over de landbouwsector, maar zij heeft anderzijds vertrouwen in de weerbaarheid van de bedrijven en de (gezamenlijke) inzet op innovatie, extensivering, nieuwe producten en verduurzaming. Dit college draagt de agrarische sector een warm hart toe en heeft zeker niet tot doel om bedrijven weg te jagen uit Zuid-Holland. GroenLinks vraagt aandacht voor de korte ketens, een aanpak die de provincie al jaren steunt. Het initiatief van de Rabobank bood de gelegenheid om het extra onder de aandacht te brengen bij het grote publiek.

Er wordt niet bezuinigd op de Zuid-Hollandse Voedselfamilies; hun subsidie is in 2019 al voor vier jaar vastgesteld. Ook de Regiodeal gaat gewoon door. De gedeputeerde gaat ervan uit dat de toegezegde landbouwstrategie voor de zomer gepresenteerd wordt. De luchtkwaliteit wordt, niet anders dan normaal, constant gemeten. En dat geldt ook voor de metingen bij RTHA. De Staten krijgen de rapportages op de geëigende momenten. Gedeputeerde Baljeu zal ingaan op de vraag over de indexering van de budgetten voor de omgevingsdiensten.

De heer LALTA komt nog even terug op de versnippering van de aanpak van de bodemdaling. Hij vraagt of praktijkervaringen wel gedeeld worden.

Gedeputeerde BOM-LEMSTRA antwoordt dat alleen in de presentatie van de begroting sprake is van een versnippering. Omdat er nog geen oplossing is gevonden voor bodemdaling, wordt zo veel mogelijk kennis en informatie uitgewisseld.

Mevrouw VAN VIEGEN heeft aandacht gevraagd voor zoönose in relatie tot een

(23)

Gedeputeerde BOM-LEMSTRA heeft haar vraag genoteerd, maar is daar nog niet aan toe. De PvdA vraagt naar de middelen voor het opruimen van drugsafval.

De provincie blijft in voorkomende gevallen drugsafval opruimen. Daarvoor wordt landelijk geld ter beschikking gesteld, maar vanaf volgend jaar heeft Zuid-Holland niet meer de kassiersfunctie. De gedeputeerde is het eens met het pleidooi van de Partij voor de Dieren voor een goede landbouwsector. De gedeputeerde vindt dat er in Zuid-Holland al heel veel stappen zijn gezet om de landbouw op weg te helpen in de transitie. De coronacrisis noopt de overheid inderdaad om kritisch te kijken naar de intensieve veehouderij. Zuid-Holland zet al jaren in op

extensivering en innovaties in overleg met de sector. De gedeputeerde bedankt mevrouw Van Viegen voor haar verwijzing naar het onderzoek van Harvard naar de relatie tussen corona en luchtkwaliteit. Gedeputeerde Staten zullen de vinger aan de pols houden en kijken wat daarvan bruikbaar is voor Zuid-Holland. Het CDA verwijst naar de campagne Support Your Locals, maar daarbij gaat het niet alleen om voedsel. Zuid-Holland zet al jaren in op de Voedselfamilies en de korte ketens. Het college heeft de coronacrisis aangegrepen om de daarbij aangesloten bedrijven weer een duwtje in de rug te geven. De gedeputeerde sluit niet uit dat de huidige crisis zal leiden tot een herijking. Het CDA heeft gevraagd of er

voldoende geld beschikbaar is voor de gebiedsprocessen. De gedeputeerde heeft al eerder aangegeven dat zij op zoek is naar geld bij de rijksoverheid voor

bodemdaling. Die middelen kunnen ook ingezet worden voor de

gebiedsprocessen. De gedeputeerde heeft ook al aangegeven dat het college aan het eind van het jaar beleidsvoorstellen zal presenteren voor

klimaatadaptatie. Zij hoopt dat de vertraging van de Omgevingswet niet al te grote gevolgen heeft. Zij vervolgt haar beantwoording met de SP. Er komt een nieuw beleidskader voor faunabeheer. De Staten zullen betrokken worden bij het proces. Er wordt inderdaad al jaren onderzoek gedaan naar bodemdaling en dat zal ook doorgaan, omdat de oplossing nog niet gevonden is. Er is ook een kennisprogramma over bodemdaling met een overzicht van alle onderzoeken in Nederland. De gedeputeerde is graag bereid om dat aan de Staten te doen toekomen. De modernisering van het beleid op het gebied van

omgevingsveiligheid zal zeker vertraging oplopen, doordat de Omgevingswet later wordt vastgesteld. Het college gaat echter wel onverminderd door met de voorbereidingen en gesprekken met bedrijven en andere belanghebbenden. De SP vraagt naar de minimalisatieverplichting voor ZZS en afvalstromen. De gedeputeerde beaamt dat er inmiddels goede afspraken zijn gemaakt over afval uit productieprocessen, maar de afvalstromen zijn nog niet goed in beeld.

Provincie en Rijk werken samen aan een minimalisatieverplichting op dat punt en waarschijnlijk wordt eind 2020 een aanscherping van de meldplicht voor ZZS en afvalstromen ingevoerd. Gedurende de behandeling van het Schone Lucht Akkoord in de commissie hebben Gedeputeerde Staten met de Staten gedeeld hoe dat neerslaat op de verschillende beleidsonderwerpen. Binnenkort krijgen de Staten een voortgangsrapportage over de luchtkwaliteit. Wat de gedeputeerde betreft is dat een goed moment om het onderwerp opnieuw te agenderen. Zij heeft al aangegeven dat de Staten voorstellen met betrekking tot een

klimaatbestendig Zuid-Holland aan het eind van het jaar kunnen verwachten. De provincie is daarover in overleg met gemeentes en waterschappen. Er is

voldoende geld beschikbaar voor de processtappen, maar het college zal proberen om het uitvoeringsplan te koppelen aan andere doelen. Het college hoopt begin 2021 een agenda te presenteren aan de Staten.

(24)

De VOORZITTER stelt, gezien het late tijdstip, voor om de behandeling te beperken tot één termijn. Aldus wordt besloten. Hij geeft het woord aan Gedeputeerde BALJEU.

Gedeputeerde BALJEU beantwoordt de vragen per fractie. FvD en de PVV hebben geen vragen gesteld. Verschillende partijen zijn ingegaan op incidentele en structurele middelen. De gedeputeerde beaamt dat het groenbudget verdeeld is over verschillende doelen en ambities. De Staten hebben echter in het

algemeen gevraagd om meer inzicht te krijgen in de begroting op langere termijn.

Het college is inmiddels begonnen om de financiële verplichtingen voor groen scherper in beeld te brengen. D66 heeft gevraagd of er meer geld wordt gevraagd aan het Rijk voor de stikstofcrisis. In januari 2020 heeft Zuid-Holland bij de urgente claims om 400.000 euro gevraagd voor extra inzet vanuit de organisatie.

Ook het IPO heeft inmiddels om een bijdrage voor haar ondersteuning in dit dossier gevraagd. Bovendien verwacht de gedeputeerde ondersteunende maatregelen voor de provincies. Die cijfers zullen verwerkt worden in de voorjaarsnota/kadernota. Gedeputeerde Potjer heeft al gezegd dat het college ook bij het Rijk lobbyt voor natuurgelden. Als de provincie daadwerkelijk geld krijgt, dan wordt dat gedeeld met de Staten en verwerkt in de begroting. De ChristenUnie & SGP heeft vragen gesteld over de realisatiekracht. In het algemeen wordt de realisatiekracht van de provincie steeds beter. De gedeputeerde komt daarop terug bij de behandeling van de jaarrekening.

Waterbeschikbaarheid en –kwaliteit zijn belangrijke vraagstukken, waarvoor de waterschappen primair verantwoordelijk zijn, maar de provincie houdt toezicht en doet mee aan allerlei programma’s. Er is al onderzoek gedaan naar en er wordt rekening gehouden met de effecten van geothermie. Eventueel vervolgonderzoek zal gedaan worden in samenwerking met Deltares. De Kader Richtlijn Water is inderdaad van belang. De gedeputeerde beaamt dat het een hele opgave zal worden om de doelen te halen. Daarom kijkt het college welke

stikstofmaatregelen mogelijk ook een gunstig effect hebben voor de Kader Richtlijn Waterdoelen. De PVV vindt het voorzitterschap van RBO Rijn-West geen prestatie, maar de provincie kan in die rol partners bij elkaar brengen om

projecten uit te voeren en resultaten te bereiken. GroenLinks heeft gevraagd naar de indexering van de budgetten voor de omgevingsdiensten. De indexering voor 2020 is in de Voorjaarsnota 2019 vermeld. Het college bekijkt altijd kritisch of het nodig is. Omgevingsdiensten moeten eerst hun reserves benutten, voordat de provincie overgaat tot indexering. Gedeputeerde Bom-Lemstra heeft al iets gezegd over de gevolgen van de coronacrisis. Het college is met de

voorbereidingen bezig, dus bij de voorjaarsnota/kadernota zal daarover wel iets gemeld worden, maar er zal nog geen totaaloverzicht zijn. De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen gesteld over stikstof. De gedeputeerde heeft al eerder gezegd dat het college de Staten een informatiebrief zal sturen over stikstof. Omdat er ook in andere commissies veel vragen zijn gesteld en omdat zij zelf ook denkt dat een brief te weinig is, stelt de gedeputeerde voor dat zij in samenwerking met de griffie een bijpraatsessie organiseert. De gedeputeerde heeft al gezegd dat de waterschappen verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en kwaliteit van water. Er komt wetgeving voor de waterzuivering. Het college is bezig met maatregelen voor de glastuinbouw. De Staten zullen daarvan op de hoogte gehouden worden. Het CDA vraagt om een doorrekening, maar er is geen risico op tekorten in de drinkwatervoorziening.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk dat wij het geld alleen uitgeven als het milieu en de natuur er niet slechter van worden..

Secretariaat Adviesraad voor Milieu en Natuur Milieudienst Gemeente Hoeilaart Jan van Ruusbroecpark te 1560

Secretariaat Adviesraad voor Milieu en Natuur Milieudienst Gemeente Hoeilaart Jan van Ruusbroecpark te 1560

De voorzitter vraagt aan Hubert Didden naar zijn reactie op het overleg dat enkele milieuraadsleden en schepen Marc Vanderlinden gehad hebben met afgevaardigden

Secretariaat Adviesraad voor Milieu en Natuur Milieudienst Gemeente Hoeilaart Jan van Ruusbroecpark te 1560

Secretariaat Adviesraad voor Milieu en Natuur Milieudienst Gemeente Hoeilaart Jan van Ruusbroecpark te 1560

Secretariaat Adviesraad voor Milieu en Natuur Milieudienst Gemeente Hoeilaart Jan van Ruusbroecpark te 1560

De derde vergadering begon met de recente ontwikkelingen over het intergemeentelijk klimaatactieplan dat uiteindelijk niet zal opgesteld worden maar de samenwerking