Remediëringsoefeningen. Getallenkennis. Blok. 1. Kleur de breukstreep blauw, de teller rood en de noemer groen.

(1)

17

Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 8

Remediëringsoefeningen

1. Kleur de breukstreep blauw, de teller rood en de noemer groen.

2 1 6

10 1

4

2. Omcirkel het gevraagde deel. Denk aan de breukvragen.

1 4

2 2

1 2

2 3

1 6

3 4

3 7

2 3

4. Het geheel is getekend. Welk deel van het geheel is omcirkeld? Noteer de teller.

...

4

...

3

...

2

...

6

EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok07-08.indb 17

EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok07-08.indb 17 26/08/20 15:3326/08/20 15:33

Remediëringsoefeningen

2 1 6

10 1

4

1 4

2 2

1 2

2 3

1 6

3 4

3 7

2 3

...

4

...

3

...

2

...

6

Wiskidz 3 26 Overzichtstoets getallenkennis blok 8

Getallenkennis

Blok

8

1 2 1 1

2 1

^rood

10 6

^rood

4 1

^rood

groen groen groen

blauw blauw blauw

(2)

17

Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 8

Remediëringsoefeningen

2 1 6

10 1

4

1 4

2 2

1 2

2 3

1 6

3 4

3 7

2 3

...

4

...

3

...

2

...

6

18

Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 8 5. Los op.

In de doos zitten 18 snoepjes. Er zijn 6 kinderen. Verdeel de snoepjes zodat elk kind evenveel snoepjes krijgt.

Wat is het geheel? ... snoepjes

In hoeveel gelijke delen verdeel je het geheel? In ... delen Hoe groot is elk deel? ...

...

Hoeveel snoepjes heeft elk kind? Elk kind heeft ... snoepjes.

6. Rond af.

naar het dichtstbijzijnde tiental naar het dichtstbijzijnde honderdtal

459  861 

246  347 

762  275 

305  954 

827  689 

583  555 

7. Verbind wat bij elkaar hoort.

22e 2 x 3 = 6

rangorde maatgetal code bewerking hoeveelheid

8. Kleur telkens 1 deeltje en noteer de breuk.

...

5. Los op.

In de doos zitten 18 snoepjes. Er zijn 6 kinderen. Verdeel de snoepjes zodat elk kind evenveel snoepjes krijgt.

Wat is het geheel? ... snoepjes

In hoeveel gelijke delen verdeel je het geheel? In ... delen Hoe groot is elk deel? ...

...

Hoeveel snoepjes heeft elk kind? Elk kind heeft ... snoepjes.

6. Rond af.

naar het dichtstbijzijnde tiental naar het dichtstbijzijnde honderdtal

459  861 

246  347 

762  275 

305  954 

827  689 

583  555 

7. Verbind wat bij elkaar hoort.

22e 2 x 3 = 6

rangorde maatgetal code bewerking hoeveelheid

8. Kleur telkens 1 deeltje en noteer de breuk.

...

3

900 300 300 1 000

700 460

250 760 310 830

580 600

18

6

1 4

1 6

1 2

1 3

(3)

37

Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 8

Remediëringsoefeningen

1. Los op met tussenstap.

552 + 317 = 827 − 316 =

= =

434 + 302 = 736 − 420 =

= =

452 + 239 = 543 − 237 =

= =

534 + 228 = 552 − 215 =

= =

3. Schat en los op.

334 + 245 = 442 + 332 = 624 + 137 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

19

Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 8 9. Noteer met een breuk hoeveel snoepjes er van elke soort zijn.

...

...witte snoepjes ...

...donkergrijze snoepjes ...

...lichtgrijze snoepjes

10. Omcirkel de grootste breuk. Rangschik de breuken van groot naar klein.

1 2

1 6

1 4 ... > ... > ...

11. Omcirkel de grootste breuk. Rangschik de breuken van klein naar groot.

1 8

1 4

1 2 ... < ... < ...

12. Vul aan.

420 440 ... ... ... ... ... ... ...

384 382 ... ... ... ... ... ... ...

... ... ... ... ... ... ... 891 991

... ... ... ... ... ... ... 270 275

9. Noteer met een breuk hoeveel snoepjes er van elke soort zijn.

...

1 2

1 6

1 4 ... > ... > ...

1 8

1 4

1 2 ... < ... < ...

12. Vul aan.

420 440 ... ... ... ... ... ... ...

384 382 ... ... ... ... ... ... ...

... ... ... ... ... ... ... 891 991

... ... ... ... ... ... ... 270 275

6 12

1 8

1 4

1 2 1

2

1 4

1 6 4

12

2 12

460 480 500 520 540 560 580

380 378 376 374 372 370 368

191 291 391 491 591 691 791

235 240 245 250 255 260 265

(4)

37

Remediëringsoefeningen

552 + 317 = 827 − 316 =

= =

434 + 302 = 736 − 420 =

= =

452 + 239 = 543 − 237 =

= =

534 + 228 = 552 − 215 =

= =

3. Schat en los op.

334 + 245 = 442 + 332 = 624 + 137 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

19

Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 8 9. Noteer met een breuk hoeveel snoepjes er van elke soort zijn.

...

1 2

1 6

1 4 ... > ... > ...

1 8

1 4

1 2 ... < ... < ...

12. Vul aan.

420 440 ... ... ... ... ... ... ...

384 382 ... ... ... ... ... ... ...

... ... ... ... ... ... ... 891 991

... ... ... ... ... ... ... 270 275

Remediëringsoefeningen

552 + 317 = 827 − 316 =

= =

434 + 302 = 736 − 420 =

= =

452 + 239 = 543 − 237 =

= =

534 + 228 = 552 − 215 =

= =

3. Schat en los op.

334 + 245 = 442 + 332 = 624 + 137 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

Wiskidz 3 29 Overzichtstoets bewerkingen blok 8

Bewerkingen

8 3

2

1 4

3

6 2

452 + 200 + 30 + 9 552 + 300 + 10 + 7

434 + 300 + 2

534 + 200 + 20 + 8

543 − 200 − 30 − 7 827 − 300 − 10 − 6

736 − 400 − 20

552 − 200 − 10 − 5 682 + 9

852 + 10 + 7

734 + 2

754 + 8

313 − 7 527 − 10 − 6

336 − 20

342 − 5 690 + 1 = 691

862 + 7 = 869

736

760 + 2 = 762

310 − 4 = 306 517 − 6 = 511

316

340 − 3 = 337

579 774 761

300 + 200 = 500 400 + 300 = 700 600 + 100 = 700

+

3 3 4

2 4 5

5 7 9 +

4 4 2

3 3 2

7 7 4

+

1

6 2 4

1 3 7

7 6 1

(5)

38

356 + 135 = 468 + 273 = 484 + 237 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

4. Vul in.

225 + 123 = 348 De som is ...

775 − 60 = 715 Het aftrektal is ...

9 x 8 = 72

Het vermenigvuldigtal is ...

63 : 9 = 7

Het quotiënt is ...

5. Doorstreep de nullen die je mag wegdoen met groen en los op.

500 : 5 = 720 : 80 = 420 : 7 =

700 : 70 = 360 : 4 = 480 : 60 =

1 000 : 20 = 300 : 50 = 100 : 10 =

200 : 50 = 600 : 60 = 320 : 8 =

1 000 : 2 = 630 : 90 = 240 : 6 =

300 : 5 = 400 : 8 = 210 : 3 =

6. Los op. Splits de getallen. Denk aan de tafels.

49 : 5 =

27 : 4 =

77 : 7 =

92 : 8 =

356 + 135 = 468 + 273 = 484 + 237 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

4. Vul in.

225 + 123 = 348 De som is ...

9 x 8 = 72

63 : 9 = 7

500 : 5 = 720 : 80 = 420 : 7 =

700 : 70 = 360 : 4 = 480 : 60 =

1 000 : 20 = 300 : 50 = 100 : 10 =

200 : 50 = 600 : 60 = 320 : 8 =

1 000 : 2 = 630 : 90 = 240 : 6 =

300 : 5 = 400 : 8 = 210 : 3 =

49 : 5 =

27 : 4 =

77 : 7 =

92 : 8 =

491

348 775

9 7

741 721

400 + 100 = 500 500 + 300 = 800 500 + 200 = 700

+

1

3 5 6

1 3 5

4 9 1

+

1 1

4 6 8

2 7 3

7 4 1

+

1 1

4 8 4

2 3 7

7 2 1

100 9 60

10 90 8

50 6 10

4 10 40

500 7 40

60

9 en rest 4 6 en rest 3

10 + 1 = 11 11 en rest 4

50 70

45 4 24 3

70 7 80 8 4

(6)

38

356 + 135 = 468 + 273 = 484 + 237 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

4. Vul in.

225 + 123 = 348 De som is ...

9 x 8 = 72

63 : 9 = 7

500 : 5 = 720 : 80 = 420 : 7 =

700 : 70 = 360 : 4 = 480 : 60 =

1 000 : 20 = 300 : 50 = 100 : 10 =

200 : 50 = 600 : 60 = 320 : 8 =

1 000 : 2 = 630 : 90 = 240 : 6 =

300 : 5 = 400 : 8 = 210 : 3 =

49 : 5 =

27 : 4 =

77 : 7 =

92 : 8 =

39

Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 8 7. Schat en los op.

472 − 162 = 786 − 444 = 967 − 553 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

356 − 231 = 894 − 674 = 685 − 382 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

7. Schat en los op.

472 − 162 = 786 − 444 = 967 − 553 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

356 − 231 = 894 − 674 = 685 − 382 =

D H T E

.

D H T E

.

D H T E

.

310

125

342

220

414

303 500 − 200 = 300

400 − 200 = 200

800 − 400 = 400

900 − 700 = 200

1 000 − 600 = 400

700 − 400 = 300

−

4 7 2

1 6 2

3 1 0

−

3 5 6

2 3 1

1 2 5

−

7 8 6

4 4 4

3 4 2

−

8 9 4

6 7 4

2 2 0

−

9 6 7

5 5 3

4 1 4

−

6 8 5

3 8 2

3 0 3

(7)

55

Wiskidz 3 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 8

Remediëringsoefeningen

1. Noteer hoe laat het is.

11 12 10 9

8

7 6 5

4 3 2

1 11 12

10 9

8

7 6 5

4 3 2

1 11 12

10 9

8

7 6 5

4 3 2 1 0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

11 12 10 9

8

7 6 5

4 3 2 1 0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

Het is Het is Het is Het is

. .

. . : . . : . . . . : . . . . : . .

Het is ... uur ... Het is ... uur ... Het is ... uur ... Het is ... uur ...

36 09: 14: 08

Het is ... uur ... Het is ... uur ...

2. Herleid de maten.

km 100 m 10 m m dm cm

1 dm = cm

40 cm = dm

900 cm = m

50 dm = m

100 l 10 l l dl cl

20 dl = l

10 dl = l

100 cl = l

3 dl = cl

400 cl = l

Remediëringsoefeningen

11 12 10 9

8

7 6 5

3 2 1

4 3

11 12 10

8

7 6 5

4 3 2 1

9 8

11 12 10 9

8

7 6 5

4 3 2 12 1

2 0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

11 12

9 8

7 6 5

4 3 2 1 10 9

0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

. .

. . : . . : . . . . : . . . . : . .

36 09: 14: 08

1 dm = cm

40 cm = dm

900 cm = m

50 dm = m

100 l 10 l l dl cl

20 dl = l

10 dl = l

100 cl = l

3 dl = cl

400 cl = l

Wiskidz 3 32 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 8

Meten en metend rekenen

08 21 06 41 14 06 16 51

21 over 8 voor de middag

19 voor 7 voor de middag

6 over 2 na de middag

9 voor 5 na de middag

8 21

9 36 6 41

14 8

14 06 16 51

10 4 9 5

2 1 1 30

4

1 0

4 0

9 0 0

5 0

2 0

1 0

1 0 0

3 0

4 0 0

(8)

55

Wiskidz 3 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 8

Remediëringsoefeningen

11 12 10 9

8

7 6 5

4 3 2

1 11 12

10 9

8

7 6 5

4 3 2

1 11 12

10 9

8

7 6 5

4 3 2 1 0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

11 12 10 9

8

7 6 5

4 3 2 1 0024 23 22 21

20

19 18 17

16 15 14 13

. .

. . : . . : . . . . : . . . . : . .

36 09: 14: 08

1 dm = cm

40 cm = dm

900 cm = m

50 dm = m

100 l 10 l l dl cl

20 dl = l

10 dl = l

100 cl = l

3 dl = cl

400 cl = l

69

Wiskidz 3 Overzichtstoets meetkunde blok 8

Remediëringsoefeningen

1. Noteer de nummers van de figuren op de juiste plaats.

2 4 6 8 10

3 5 7 9

1

vlakke figuren

ruimtefiguren veelhoeken niet-veelhoeken

2. Kruis aan.

Ruimtefiguren noemen we ook veelhoeken. waar niet waar

Ovalen en cirkels zijn geen veelhoeken. waar niet waar

Een rechthoek is een veelhoek en een vierhoek. waar niet waar

Vlakke figuren zijn ruimtefiguren. waar niet waar

Een kegel is een vlakke figuur. waar niet waar

Een blikje is een ruimtefiguur. waar niet waar

Een vierkant is een vlakke figuur. waar niet waar

Alle figuren kunnen rollen en schuiven. waar niet waar

3. Onderzoek de ruimtefiguren en sorteer ze op kenmerken.

1 2 3 4 5

Deze kunnen rollen Deze hebben kleine hoeken

Deze hebben rechte hoeken

Deze hebben geen hoeken

Remediëringsoefeningen

1. Noteer de nummers van de figuren op de juiste plaats.

2 4 6 8 10

3 5 7 9

1

vlakke figuren

ruimtefiguren veelhoeken niet-veelhoeken

2. Kruis aan.

Ruimtefiguren noemen we ook veelhoeken. waar niet waar

Ovalen en cirkels zijn geen veelhoeken. waar niet waar

Een rechthoek is een veelhoek en een vierhoek. waar niet waar

Vlakke figuren zijn ruimtefiguren. waar niet waar

Een kegel is een vlakke figuur. waar niet waar

Een blikje is een ruimtefiguur. waar niet waar

Een vierkant is een vlakke figuur. waar niet waar

Alle figuren kunnen rollen en schuiven. waar niet waar

3. Onderzoek de ruimtefiguren en sorteer ze op kenmerken.

1 2 3 4 5

Deze kunnen rollen Deze hebben kleine hoeken

Deze hebben rechte hoeken

Deze hebben geen hoeken

Wiskidz 3 33 Overzichtstoets meetkunde blok 8

Meetkunde

1, 5, 7

1, 5, 7 10 2, 3, 4, 6, 8, 92, 3, 4, 6, 8, 9

3, 4

3, 4 5 1, 21, 2 3, 43, 4

(9)

70

Wiskidz 3 Overzichtstoets meetkunde blok 8 4. Noteer de naam van de figuren.

5. Teken.

de rechte f van 3 cm het lijnstuk [VW] van 6 cm

het punt K dat op de rechte f ligt het punt Z dat niet op het lijnstuk [VW] ligt

6. Overtrek de horizontale lijnen met geel. Overtrek de verticale lijnen met blauw.

Overtrek de schuine lijnen met groen.

4. Noteer de naam van de figuren.

5. Teken.

de rechte f van 3 cm het lijnstuk [VW] van 6 cm

het punt K dat op de rechte f ligt het punt Z dat niet op het lijnstuk [VW] ligt

6. Overtrek de horizontale lijnen met geel. Overtrek de verticale lijnen met blauw.

Overtrek de schuine lijnen met groen.

Wiskidz 3 34 Overzichtstoets meetkunde blok 8

vierkant driehoek

vierhoek rechthoek

f K

V

Z

W

groen

groen geel

geel blauw