15
Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Kies welk deel je kleurt. Noteer de breuk.
...
...
...
...
...
...
...
...
2. Noteer 6 stambreuken. Rangschik ze.
< < < < <
3. Los op.
Kleur 1
8 van de spaarvarkens groen.
Kleur 2
4 van de spaarvarkens geel.
...
8 van de spaarvarkens is niet gekleurd.
4. Dit is 2
3 . Teken het geheel.
2
3 geheel
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 15
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 15 30/07/20 14:4930/07/20 14:49
Uitbreiding/verrijking
1. Kies welk deel je kleurt. Noteer de breuk.
...
...
...
...
...
...
...
...
2. Noteer 6 stambreuken. Rangschik ze.
< < < < <
3. Los op.
Kleur 1
8 van de spaarvarkens groen. van de spaarvarkens groen.
Kleur 2
4 van de spaarvarkens geel. van de spaarvarkens geel.
...
8 van de spaarvarkens is niet gekleurd.
4. Dit is 2
3 . Teken het geheel.
2
3 geheel
Wiskidz 3 28 Overzichtstoets getallenkennis blok 10
Blok
10 Getallenkennis
1 12
1 12
1 4 1 10
1 8 1 8
1 2 1 6 1
6
1 2
3 10
1 3
1 6 1 4
1 10
1 2
3
Meerdere oplossingen mogelijk
Meerdere oplossingen mogelijk
groen geel geel geel
geel
15
Wiskidz 3 Overzichtstoets getallenkennis blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Kies welk deel je kleurt. Noteer de breuk.
...
...
...
...
...
...
...
...
2. Noteer 6 stambreuken. Rangschik ze.
< < < < <
3. Los op.
Kleur 1
8 van de spaarvarkens groen.
Kleur 2
4 van de spaarvarkens geel.
...
8 van de spaarvarkens is niet gekleurd.
4. Dit is 2
3 . Teken het geheel.
2
3 geheel
39
Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Noteer een bewerking die bij de schatting past en los op.
+ ≈ 400 + 300 =
x ≈ 10 x 100 =
− ≈ 900 − 200 = 2. Los op.
84 + 37 = ... 17 + 94 = ... 840 − 826 = ... 846 − 189 = ...
430 + 95 = ... 777 + 223 = ... 250 − 98 = ... 675 − 238 = ...
810 + 15 = ... 506 − 247 = ...
3. In de parkeergarage van de stad staan 407 auto’s op de 1e verdieping.
Op de 2e verdieping staan er 357. Hoeveel auto’s staan er in totaal?
Bewerking:
Antwoordzin:
4. In de fabriek vult Ben dozen met kleine tegeltjes. In elke kist legt hij 125 tegeltjes. Aan het einde van de dag heeft hij 4 kisten gevuld.
Hoeveel tegeltjes zijn dat in totaal?
Bewerking:
Antwoordzin:
5. Los op.
10 x 56 = 10 x 28 =
6. Noteer 2 vermenigvuldigingen. Los ze op door de factor te splitsen.
... x ... = ... x ... =
Uitbreiding/verrijking
1. Noteer een bewerking die bij de schatting past en los op.
+ ≈ 400 + 300 =
x ≈ 10 x 100 =
− ≈ 900 − 200 = 2. Los op.
84 + 37 = ... 17 + 94 = ... 840 − 826 = ... 846 − 189 = ...
430 + 95 = ... 777 + 223 = ... 250 − 98 = ... 675 − 238 = ...
810 + 15 = ... 506 − 247 = ...
3. In de parkeergarage van de stad staan 407 auto’s op de 1e verdieping.
Op de 2e verdieping staan er 357. Hoeveel auto’s staan er in totaal?
Bewerking:
Antwoordzin:
4. In de fabriek vult Ben dozen met kleine tegeltjes. In elke kist legt hij 125 tegeltjes. Aan het einde van de dag heeft hij 4 kisten gevuld.
Hoeveel tegeltjes zijn dat in totaal?
Bewerking:
Antwoordzin:
5. Los op.
10 x 56 = 10 x 28 =
6. Noteer 2 vermenigvuldigingen. Los ze op door de factor te splitsen.
... x ... = ... x ... =
Wiskidz 3 29 Overzichtstoets bewerkingen blok 10
Bewerkingen Bewerkingen
Meerdere oplossingen mogelijk
121 525 825
111 1 000
14 152 259
657 437
Meerdere oplossingen mogelijk
3 4
407 + 357 = 407 + 300 + 50 + 7
Er staan 764 auto’s in totaal.
757 + 7
707 + 50 + 7 =
= 760 + 4 = 764
Dat zijn 500 tegeltjes in totaal.
125 x 4 = (100 x 4) + (25 x 4) = 400 + 100 = 500
560 280
395 312 700
9 98 1 000
921 192 700
207 4
122 4
(200 x 4) + (7 x 4) = 800 + 28 = 828
(100 x 4) + (20 x 4) + (2 x 4) = 400 + 80 + 8 = 488
=
=
40
Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 10 7. Schat en los op.
443 − 231 = 604 − 158 = 579 + 189 =
D H T E
.
D H T E
.
D H T E
.
8. Op de ene vrachtwagen liggen er 525 kasseien, op de andere 275.
Hoeveel kasseien zijn er in totaal?
9. In de drukkerij werden vandaag 975 folders gedrukt. Al 399 folders zijn verstuurd. Hoeveel folders zijn er nog over?
D H T E
.
D H T E
.
Antwoordzin: Antwoordzin:
10. Schat en los op.
5 x 111 = 3 x 305 = 4 x 216 =
. . .
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 40
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 40 30/07/20 14:4930/07/20 14:49
7. Schat en los op.
443 − 231 = 604 − 158 = 579 + 189 =
D H T E
.
D H T E
.
D H T E
.
8. Op de ene vrachtwagen liggen er 525 kasseien, op de andere 275.
Hoeveel kasseien zijn er in totaal?
9. In de drukkerij werden vandaag 975 folders gedrukt. Al 399 folders zijn verstuurd. Hoeveel folders zijn er nog over?
D H T E
.
D H T E
.
Antwoordzin: Antwoordzin:
10. Schat en los op.
5 x 111 = 3 x 305 = 4 x 216 =
. . .
Wiskidz 3 30 Overzichtstoets bewerkingen blok 10
x
1 1 1
5
5 5 5
x
3 0 5
3
9 1 5
x
2 1 6
4
8 6 4
555 915 864
5 x 100 = 500 3 x 300 = 900 4 x 200 = 800
2 1
Er zijn in totaal Er zijn nog 576 folders
800 kasseien. over.
+
1 1
5 2 5
2 7 5
8 0 0 −
8 6 15 99 77 55
3 9 9
5 7 6
212 446 768
400 − 200 = 200 600 − 200 = 400 600 + 200 = 800
−
4 4 3
2 3 1
2 1 2 −
5 10 14
6 0 4
1 5 8
4 4 6
+
1 1
5 7 9
1 8 9
7 6 8
9
16
40
Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 10 7. Schat en los op.
443 − 231 = 604 − 158 = 579 + 189 =
D H T E
.
D H T E
.
D H T E
.
8. Op de ene vrachtwagen liggen er 525 kasseien, op de andere 275.
Hoeveel kasseien zijn er in totaal?
9. In de drukkerij werden vandaag 975 folders gedrukt. Al 399 folders zijn verstuurd. Hoeveel folders zijn er nog over?
D H T E
.
D H T E
.
Antwoordzin: Antwoordzin:
10. Schat en los op.
5 x 111 = 3 x 305 = 4 x 216 =
. . .
41
Wiskidz 3 Overzichtstoets bewerkingen blok 10 11. In het speelgoedmagazijn worden jojo’s verpakt in dozen van 225 stuks.
Er zijn al 3 dozen klaar. Hoeveel jojo’s zijn dat?
. Antwoordzin:
12. Bedenk en noteer een rekenverhaal dat past bij: eerst ? = nu
Bewerking:
Antwoordzin:
13. Lees, vul de tabel in en los op.
Elk kind doet iets anders. Terwijl Miet breit, speelt Evi op haar klarinet.
Jef speelt graag voetbal. Wat doet Aran?
Aran
... ... ... badminton Miet
Evi Jef Aran
14. Noteer 2 oefeningen waarbij je van plaats mag wisselen. Los ze op.
Noteer 2 oefeningen waarbij je mag schakelen. Los ze op.
11. In het speelgoedmagazijn worden jojo’s verpakt in dozen van 225 stuks.
Er zijn al 3 dozen klaar. Hoeveel jojo’s zijn dat?
. Antwoordzin:
12. Bedenk en noteer een rekenverhaal dat past bij: eerst ? = nu
Bewerking:
Antwoordzin:
13. Lees, vul de tabel in en los op.
Elk kind doet iets anders. Terwijl Miet breit, speelt Evi op haar klarinet.
Jef speelt graag voetbal. Wat doet Aran?
Aran
... ... ... badminton Miet
Evi Jef Aran
14. Noteer 2 oefeningen waarbij je van plaats mag wisselen. Los ze op.
Noteer 2 oefeningen waarbij je mag schakelen. Los ze op.
Wiskidz 3 31 Overzichtstoets bewerkingen blok 10
Meerdere oplossingen mogelijk
speelt badminton
Meerdere oplossingen mogelijk
Dat zijn 675 jojo’s. x
2 2 5
3
6 7 5
225 x 3 = 675 200 x 3 = 600
1
breien klarinet voetbal
+ − − −
− + − −
− − + −
− − − +
Ik ga met € 60 naar de winkel en ik koop 5 paar sokken.
Als ik thuiskom, heb ik nog € 51 over. Hoeveel heb ik betaald voor mijn sokken?
€ 60 − € 51 = € 9
Ik heb € 9 betaald voor mijn sokken.
356 + 150 = 150 + 356 = 506 3 x 225 = 225 x 3 = 675
241 + 125 + 159 = (241 + 159) + 125 = 400 + 125 = 525 25 x 9 x 4 = (25 x 4) x 9 = 100 x 9 = 900
57
Wiskidz 3 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Vul aan met een voorwerp, meet het en noteer het resultaat (meet tot op 1 cm nauwkeurig).
De lengte van ... is ...
De breedte van ... is ...
De hoogte van ... is ...
De dikte van ...is ...
De aftand van ... tot ... is ...
2. Teken 3 verschillende figuren waarvan de omtrek telkens 12 cm is. Noteer telkens hoe je de omtrek berekent.
Omtrek figuur 1: ... = ...
Omtrek figuur 2: ... = ...
Omtrek figuur 3: ... = ...
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 57
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 57 30/07/20 14:4930/07/20 14:49
Uitbreiding/verrijking
1. Vul aan met een voorwerp, meet het en noteer het resultaat (meet tot op 1 cm nauwkeurig).
De lengte van ... is ...
De breedte van ... is ...
De hoogte van ... is ...
De dikte van ...is ...
De aftand van ... tot ... is ...
2. Teken 3 verschillende figuren waarvan de omtrek telkens 12 cm is. Noteer telkens hoe je de omtrek berekent.
Omtrek figuur 1: ... = ...
Omtrek figuur 2: ... = ...
Omtrek figuur 3: ... = ...
Wiskidz 3 32 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 10
Meten en metend rekenen
1
2
3
3 cm + 3 cm + 3 cm + 3 cm 5 cm + 5 cm + 1 cm + 1 cm 4 cm + 4 cm + 2 cm + 2 cm
12 cm 12 cm 12 cm Meerdere oplossingen mogelijk
57
Wiskidz 3 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Vul aan met een voorwerp, meet het en noteer het resultaat (meet tot op 1 cm nauwkeurig).
De lengte van ... is ...
De breedte van ... is ...
De hoogte van ... is ...
De dikte van ...is ...
De aftand van ... tot ... is ...
2. Teken 3 verschillende figuren waarvan de omtrek telkens 12 cm is. Noteer telkens hoe je de omtrek berekent.
Omtrek figuur 1: ... = ...
Omtrek figuur 2: ... = ...
Omtrek figuur 3: ... = ...
58
Wiskidz 3 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 10 3. Vul aan en bereken de omtrek.
A
D E
B
C F
Deze figuur is een
[AB] is ... cm [BC] is ... cm [CD] is ... cm [DE] is ... cm [...] is ... cm [...] is ... cm
Ik bereken de omtrek zo: ... cm + ... cm + ... cm + ... cm + ... cm + ... cm = ... cm omtrek
4. Noteer hoeveel minuten er nog zijn tot het volgende uur.
Het is 25 over 3 het is nog minuten tot het volgende uur.
11:20 het is nog minuten tot het volgende uur.
Het is 16 uur 40 het is nog minuten tot het volgende uur.
06:35 het is nog minuten tot het volgende uur.
5. Noteer hoe laat het is.
10 minuten later dan half 9 is
een kwartier later dan kwart over 4 is
35 minuten voorbij 8 uur is
. .
. . : . . : . . . . : . .
6. Noteer hoelang je liep.
Ik vertrek om
13 : 15
Ik ben weer thuis om
14 : 35
Ik heb ... uur en ... minuten gelopen.
Ik vertrek om
16 : 45
Ik ben weer thuis om
18 : 10
Ik heb ... uur en ... minuten gelopen.
[DEF] = ... cm [FA] = ... cm
3. Vul aan en bereken de omtrek.
A
D E
B
C F
Deze figuur is een
[AB] is ... cm [BC] is ... cm [CD] is ... cm [DE] is ... cm
Ik bereken de omtrek zo: ... cm + ... cm + ... cm + ... cm + ... cm + ... cm = ... cm omtrek
4. Noteer hoeveel minuten er nog zijn tot het volgende uur.
Het is 25 over 3 het is nog minuten tot het volgende uur.
11:20 het is nog minuten tot het volgende uur.
Het is 16 uur 40 het is nog minuten tot het volgende uur.
06:35 het is nog minuten tot het volgende uur.
5. Noteer hoe laat het is.
10 minuten later dan half 9 is
een kwartier later dan kwart over 4 is
35 minuten voorbij 8 uur is
. .
. . : . . : . . . . : . .
6. Noteer hoelang je liep.
Ik vertrek om
13 : 15
Ik ben weer thuis om
14 : 35
Ik heb ... uur en ... minuten gelopen.
Ik vertrek om
16 : 45
Ik ben weer thuis om
18 : 10
Ik heb ... uur en ... minuten gelopen.
[DEF] = ... cm [FA] = ... cm
Wiskidz 3 33 Overzichtstoets meten en metend rekenen blok 10
18 3
1
1
20
25
3 3
3
35 40 20 25
3 3
3 3
3
3 3 3
zeshoek
08 40 04 30 08 35
77
Wiskidz 3 Overzichtstoets meetkunde blok 10
Uitbreiding/verrijking
1. Rangschik de hoeken van groot naar klein.
6 7
3 1
5 4
2
... > ... > ... > ... > ... > ... > ...
2. Teken en benoem.
een rechte hoek een scherpe hoek een stompe hoek
3. Kleur de overstaande zijden in dezelfde kleur.
Gebruik voor elk paar een andere kleur.
4. Kleur de overstaande hoeken in dezelfde kleur.
Gebruik voor elk paar een andere kleur.
5. Kleur in elke figuur de basis groen.
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 77
EB6929-3-4_Wiskidz_3Lj_Toetsen_Blok09-10.indb 77 30/07/20 14:4930/07/20 14:49
Uitbreiding/verrijking
1. Rangschik de hoeken van groot naar klein.
6 7
3 1
5 4
2
... > ... > ... > ... > ... > ... > ...
2. Teken en benoem.
een rechte hoek een scherpe hoek een stompe hoek
3. Kleur de overstaande zijden in dezelfde kleur.
Gebruik voor elk paar een andere kleur.
4. Kleur de overstaande hoeken in dezelfde kleur.
Gebruik voor elk paar een andere kleur.
5. Kleur in elke figuur de basis groen.
Wiskidz 3 34 Overzichtstoets meetkunde blok 10
Meetkunde
5 4 3 2 1 6 7
A B C
blauw blauw blauw
blauw blauw blauw
rood rood rood rood
groen
groen
blauw roodrood blauw rood blauw rood
rood
rood blauw rood blauw rood blauw
groen groen
groen
groen
groen groen
rood
rood