• No results found

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD OVER DE EXTERNE EIB-ACTIVITEITEN IN 2017 MET EU- BEGROTINGSGARANTIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD OVER DE EXTERNE EIB-ACTIVITEITEN IN 2017 MET EU- BEGROTINGSGARANTIE"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NL NL

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 23.4.2019 COM(2019) 188 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

OVER DE EXTERNE EIB-ACTIVITEITEN IN 2017 MET EU- BEGROTINGSGARANTIE

(2)

1 1. INLEIDING

Het mandaat voor externe leningen (ELM) is voor de Europese Unie een belangrijk instrument om investeringen in partnerlanden te ondersteunen. Het is gebaseerd op een partnerschap tussen de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB), waarbij de Commissie een garantie verstrekt uit de EU-begroting, opdat de EIB meer leningen kan verstrekken in landen buiten de EU ter ondersteuning van het EU-beleid.

Het ELM ondersteunt de activiteiten van de EIB in pretoetredingslanden, het oostelijke en zuidelijke nabuurschap, Azië, Latijns-Amerika en Zuid-Afrika. In de huidige ELM-periode (2014-2020) is voor EIB-verrichtingen uit de EU-begroting een garantie van maximaal 32,3 miljard EUR verstrekt, waarbij maxima zijn vastgesteld voor de diverse geografische regio's en subregio's.

In het kader van de tussentijdse evaluatie van het ELM is op 14 maart 2018 Besluit (EU) 2018/4121 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU2 vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad. Een van de belangrijkste veranderingen is dat het plafond van het huidige ELM is verhoogd van 27 miljard EUR naar 32,3 miljard EUR. Met het wijzigingsbesluit is tevens een nieuwe doelstelling voor de economische veerkracht op lange termijn van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen in de landen van herkomst opgenomen als strategisch antwoord op de diepere oorzaken van migratie. Van het nieuwe maximumbedrag van 32,3 miljard EUR is een garantiemandaat van 3,7 miljard EUR bestemd voor deze nieuwe doelstelling, op basis van het in 2016 door de EIB genomen initiatief voor economische veerkracht (ERI).

Dit verslag geeft een beknopt overzicht van de activiteiten van de EIB onder de EU-garantie in 2017, met informatie over de verwachte toekomstige gevolgen van de financieringsverrichtingen die in 2017 zijn ondertekend op basis van het kader voor resultatenmeting (ReM) van de EIB3. Het bevat ook een overzicht van de verrichtingen die door de EIB zijn uitgevoerd zonder de EU-garantie (d.w.z. op "eigen risico"), om een volledig beeld te schetsen van de activiteiten van de EIB in de onder het ELM vallende regio's4.

Overeenkomstig artikel 20 van Besluit nr. 466/2014/EU (het "ELM-besluit") zal de Commissie uiterlijk in juni 2019 een uitvoeriger evaluatie van de uitvoering van de EU- garantie voor het mandaat voor externe leningen publiceren.

2. VOORNAAMSTERESULTATEN

In 2017 heeft de EIB in de regio's die onder het mandaat voor externe leningen vallen, voor in totaal 5,5 miljard EUR aan financieringsverrichtingen ondertekend, 19 % minder dan in het

1 PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30.

2 PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1.

3 Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met de vereisten van artikel 11 van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van het mandaat voor externe leningen.

4 De EIB heeft momenteel vier faciliteiten voor eigen risico in de ELM-regio's: de pretoetredingsfaciliteit, de financieringsfaciliteit voor het nabuurschap, de faciliteit voor klimaatactie en milieu en de faciliteit voor strategische projecten. De laatstgenoemde twee faciliteiten betreffen tevens landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en landen en gebieden overzee van EU-lidstaten.

(3)

2

jaar ervoor (6,8 miljard EUR). Daarvan is 57 % van de EIB-verrichtingen uitgevoerd onder de EU-garantie (d.w.z. in het kader van het ELM), waarbij 45 leningsovereenkomsten voor een totaalbedrag van 3,2 miljard EUR zijn ondertekend. De verklaring voor het lagere aantal ondertekeningen is vooral te vinden in de afname van de EIB-verrichtingen in Turkije en het oostelijk nabuurschap. In de voorgaande jaren had de EIB in deze regio's grote investeringsvolumen opgebouwd, onder meer in het kader van het actieplan voor Oekraïne, waarvan de uitvoeringskosten bijna tot het regionale plafond van het ELM voor het oostelijk nabuurschap waren opgelopen.

De EIB is doorgegaan met het toewerken naar de toepasselijke streefdoelen voor de beperking van, en aanpassing aan klimaatverandering. In 2017 is door de EIB in de ELM-regio's voor 2,2 miljard EUR aan leningen ondertekend om klimaatactie te ondersteunen. Eind 2017 stond het cumulatieve aandeel van klimaatactie in de mandaatperiode 2014-2020 op ruim 32 % ondertekeningen. Kredietverlening in Azië in verband met het klimaat levert een belangrijke bijdrage aan dat streefdoel.

Anderzijds was de steun van de EIB voor de doelstelling van regionale integratie in 2017 veel lager dan in 2016 (261 miljoen EUR, een daling van 1,5 miljard), grotendeels als gevolg van de kleinere leningvolumen in Turkije.

Eind 2017 bedroeg het percentage uitkeringen voor de periode 2014-20 in het kader van het ELM 25 %, tegen 18 % in 2016.

3. FINANCIERINGSVERRICHTINGEN

3.1. OVERZICHT VAN DE NIEUWE FINANCIERINGSVERRICHTINGEN VAN DE EIB PER DOELSTELLING

Voordat het ELM-besluit in maart 2018 werd gewijzigd, stonden er drie hoofddoelstellingen in voor alle EIB-verrichtingen onder de EU-begrotingsgarantie:

i) ontwikkeling van de lokale particuliere sector, met name steun aan het kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's);

ii) ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur;

iii) beperking van en aanpassing aan klimaatverandering.

De regionale integratie tussen landen, met name tussen pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en de Unie, was daarbij een onderliggende doelstelling voor verrichtingen gericht op een of meer van de hoofddoelstellingen.

In Besluit (EU) 2018/412 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU is een nieuwe doelstelling opgenomen om de diepere oorzaken van migratie aan te pakken. Opgemerkt zij evenwel dat deze nieuwe doelstelling tijdens de verslagperiode nog niet was ingevoerd.

De investeringen die de EIB in 2017 heeft ondertekend in de ELM-regio's, hebben een omvang van in totaal 5,529 miljard EUR, waarvan 3,168 miljard EUR onder de EU-garantie.

In het kader van het ELM komt 50 % van de nieuwe contracten (1,6 miljard EUR) ten goede aan de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, voornamelijk door kmo's, micro- en

(4)

3

midcapondernemingen betere toegang tot financiering te bieden. De andere 50 % zal bijdragen tot de ontwikkeling van de sociale en economische infrastructuur. Alle EIB- verrichtingen buiten de EU ondersteunen één of beide van deze doelstellingen.

Onder het ELM zal 25 % van het totale in 2017 ondertekende volume bijdragen tot de klimaatactiedoelstelling (799 miljoen EUR).Deze steun voor de beperking van, en aanpassing aan klimaatverandering wordt gespreid over 56 afzonderlijke projecten.

Daarnaast dient een klein deel van de EIB-financiering in het kader van het ELM, te weten 5 % (170 miljoen EUR), ter ondersteuning van de horizontale doelstelling van regionale integratie, zowel middels de ontwikkeling van infrastructuur als middels steun voor de toegang van de lokale particuliere sector tot financiering.

De bijdrage van de EIB-activiteiten aan de ELM-doelstellingen is weergegeven in grafiek 1, rekening houdend met alle EIB-verrichtingen in de ELM-regio's.

Grafiek 1: Bijdrage aan de ELM-doelstellingen (in mln EUR)

Eén enkel project kan aan meer dan een mandaatdoelstelling bijdragen. De doelstellingen voor klimaatverandering en regionale integratie zijn horizontale doelstellingen die gelden voor alle projecten, en kunnen daarom niet aan de twee andere worden toegevoegd. De som van het volume ondertekeningen voor de ontwikkeling van de lokale particuliere sector en dat voor de economische en sociale infrastructuur is gelijk aan het totale volume ondertekeningen.

Ontwikkeling van de lokale particuliere sector, met name steun aan kmo’s Er zijn verschillende vormen van EIB-steun aan de lokale particuliere sector:

 kredietlijnen voor lokale financiële intermediairs (vooral banken) om de bedragen aan kmo’s door te lenen;

 participaties in private-equityfondsen en risicokapitaal voor ondernemingen met een hoog groeipotentieel;

 aandelenkapitaalfinanciering voor aanbieders van microfinanciering;

3 189

2 340 2 201

261 58%

42%

40%

5%

0 500 1 000 1 500 2 000 2 500 3 000 3 500

Sociale en economische infrastructuur

Ontwikkeling van lokale particuliere

sector

Klimaatactie Regionale integratie

(5)

4

 directe leningen voor industriële ontwikkeling en O&O voor grotere ondernemingen.

De EIB heeft in 2017 voor 2,36 miljard EUR aan verrichtingen ondertekend ter ondersteuning van de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, waarvan 1,6 miljard EUR in het kader van het ELM. Het aandeel leningen in de vorm van kredietlijnen aan tussenbanken is in 2017 met bijna 30 % afgenomen (2,2 miljard EUR tegenover 3,16 miljard EUR in 2016), grotendeels als gevolg van de kleinere volumen kredietlijnen in Turkije. Anderzijds heeft de EIB de eerste verrichtingen voor risicodeling, een eerste verrichting in plaatselijke valuta en een recordaantal bedrijfsleningen ondertekend. De EIB verwacht op deze manier meer eindbegunstigden te bereiken, omdat de leningen qua gemiddelde omvang met twee derde zijn afgenomen (tot 88 800 EUR) en dus kleinere ondernemingen ten goede komen. De gemiddelde looptijd van de leningen is met één jaar toegenomen (tot vijf jaar).

Ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur

De ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur – van wegen en energiesystemen tot gezondheidszorgvoorzieningen en breedbandinternetdiensten – is een van de pijlers van het ontwikkelingsproces. Het is ook een gebied waarop overheidsfinanciering vaak van vitaal belang is, omdat infrastructuurgoederen vaak collectieve goederen zijn die grote overloopeffecten hebben voor de economie, het milieu en het menselijk welzijn. De EIB ondersteunt infrastructuurprojecten in een brede waaier van sectoren met de steun van de doorlopende EU-zekerheid in het kader van het ELM, die zowel operationele als politieke risico's dekt.

In 2017 heeft de EIB 29 nieuwe projecten voor de ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur in de ELM-regio's ondertekend, ten bedrage van 2,81 miljard EUR, waaronder acht nieuwe projecten in de vervoersector (1,2 miljard EUR in plaats van 2,1 miljard EUR in 2016) en zeven nieuwe projecten in de energiesector (903 miljoen EUR tegen 493 miljoen EUR in 2016)5. In het kader van vijf van de zeven nieuwe energieprojecten wordt nieuwe capaciteit voor hernieuwbare energieopwekking ontwikkeld, overwegend in Azië en Latijns- Amerika, terwijl één project plaatsvindt in het zuidelijk nabuurschap: het windenergieproject in de Golf van Suez. Samen zullen deze projecten voldoende produceren om 4,35 miljoen huishoudens in de betrokken landen van schone energie te voorzien. Vier projecten in de sector water en sanitaire voorzieningen zijn bedoeld voor de aanleg of vernieuwing van de aansluiting van 67 300 huishoudens op het rioleringsstelsel en het verbeteren van de algehele sanitaire voorzieningen voor ongeveer 13,5 miljoen mensen. Het programma "National Assainissement" in Marokko is opgezet om de afvalwatersystemen in enkele kleine en middelgrote steden te verbeteren, waarbij 1,2 miljoen mensen zijn gebaat. Het afvalwater- en infrastructuurproject in Tbilisi brengt voordelen voor de hele, ruim 1,1 miljoen inwoners tellende hoofdstad van Georgië.

Beperking van en aanpassing aan klimaatverandering

5 In 2017 heeft de EIB contracten gesloten voor de ontwikkeling van de sociale en economische infrastructuur voor een bedrag van in totaal 3,189 miljard EUR (met inbegrip van de ondertekening van delen van al in eerdere jaren gestarte verrichtingen), waarvan 1,588 miljard is gedekt door de EU-garantie in het kader van het ELM.

(6)

5

Omdat zowel de oorzaak als de gevolgen van klimaatverandering mondiaal zijn, is het verstrekken van klimaatfinanciering buiten de grenzen van de lidstaten een vitaal onderdeel van het externe beleid en het ontwikkelingsbeleid van de EU. De EIB draagt bij tot de uitvoering van het baanbrekende wereldwijde akkoord dat in 2015 in Parijs is bereikt en in november 2016 tijdens de UNFCCC-conferentie in werking is getreden. De EIB heeft ervaring met het inzetten van financiële middelen ter ondersteuning van de nationaal vastgestelde bijdragen van landen in de EU en daarbuiten, nationale plannen en strategieën voor beperking en aanpassing, en beleid voor koolstofarme energie en vervoer.

Van de in 2017 ondertekende nieuwe leningen voor de ELM-regio's draagt 2,2 miljard EUR bij tot de doelstelling van beperking van, en aanpassing aan klimaatverandering, waarvan 799 miljoen EUR is gedekt door de EU-begrotingsgarantie in het kader van het ELM. Dat betekent dat 25 % van de in 2017 in het kader van het ELM ondertekende financiering heeft bijgedragen tot klimaatactie. Deze investeringen bestaan uit een groot aantal projecten in bijna alle sectoren. Al deze projecten leveren ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de lokale particuliere sector of aan de ontwikkeling van de sociale en economische infrastructuur.

In veel gevallen draagt slechts een deel van het project bij aan de doelstelling inzake klimaatverandering en slechts een gedeelte van de totale lening voor dat project wordt dus geacht bij te dragen tot de doelstelling. Uit analyse van de resultaten van vorige EIB-projecten is gebleken dat veel projecten een kleine bijdrage leveren aan klimaatactie, ook al is dit niet de hoofddoelstelling van het project. Een typisch voorbeeld is een kredietlijn voor kmo’s waarbij sommige investeringsprojecten van begunstigde ondernemingen bijdragen tot een grotere energie-efficiëntie in gebouwen of de installatie van een kleinschalige capaciteit voor hernieuwbare energieopwekking, zoals zonnepanelen. Zo dragen ongeveer 56 nieuwe projecten in 2017 bij tot de doelstelling van klimaatactie, waarbij het in 25 gevallen gaat om kredietlijnen.

Over het geheel genomen zal de veruit grootste bijdrage aan de klimaatactiedoelstelling afkomstig zijn van de sector in koolstofarm vervoer, die goed is voor 51 % van het totaalbedrag. Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie zijn goed voor 36 % van de nieuwe leningen voor klimaatactie buiten de EU in 2017. Beperkende maatregelen zoals het voorkomen van methaanuitstoot in de afval- en afvalwatersector blijven ook een belangrijke rol spelen, terwijl de bijdrage van aanpassingsmaatregelen goed is voor 4 %.

Per ultimo 2017 is het cumulatieve aandeel van de EIB-financiering in de ELM-periode 2014- 20 die bijdraagt tot de doelstelling van klimaatactie, ruim 32 %.

Wat de resultaten betreft, verkeert de Commissie niet in de positie om specifiek verslag uit te brengen over de uitwerking van de door de EU-garantie gedekte verrichtingen op het klimaat.

In 2017 vielen elf van de EIB-projecten in de ELM-regio's (met inbegrip van ondertekende verrichtingen en tijdens het jaar goedgekeurde ruime toewijzingen, evenals verrichtingen voor eigen risico) onder de EIB-exercitie voor meting van de koolstofvoetafdruk. Die projecten vertegenwoordigden een totaal volume aan door de EIB gesloten contracten of goedgekeurde toewijzingen van 0,6 miljard EUR. De EIB schat de gerelateerde absolute broeikasgasuitstoot op in totaal 0,4 Mt CO2-equivalent/jaar, en de opslag van koolstof via bosbouwprojecten op

(7)

6

0,1 Mt CO2-equivalent/jaar. De relatieve uitstoot als gevolg van de financiering in 2017 van de in de analyse opgenomen projecten wordt door de EIB geschat op – 1,1 Mt CO2/jaar6.

Initiatief voor economische veerkracht (ERI)

Het ERI maakt deel uit van Europa's respons op de migratie- en vluchtelingenproblematiek, waarbij de nadruk ligt op de aanpak van de oorzaken van migratie op langere termijn.

Per ultimo 2017 heeft de EIB voor 1,5 miljard EUR aan projecten goedgekeurd voor deze nieuwe ELM-doelstelling, wat overeenkomt met 25 % van het streefdoel van 6 miljard EUR voor eind 2020. Van de goedgekeurde projecten heeft 60 % de vorm van kredietlijnen in de particuliere sector, terwijl 15 % de vervoersector betreft. De EIB verwacht dat met deze investeringen 54 000 banen in stand worden gehouden in kmo's en dat 2,4 miljoen mensen zullen profiteren van verbeterde sanitaire voorzieningen. Overeenkomstig artikel 20 bis van het ELM-besluit onderzoekt de Commissie momenteel of projecten die in 2017 zijn goedgekeurd door de EIB en die in het kader van het EIR zijn voorgesteld voor opname, beantwoorden aan de vereisten van het ELM-besluit en dus onder het openbare of het particuliere ERI-mandaat kunnen vallen, dat bij de tussentijdse evaluatie van het ELM is vastgesteld.

Regionale integratie

In 2017 heeft de EIB zes nieuwe projecten ondertekend die bijdragen aan regionale integratie.

De totale goedgekeurde EIB-financiering voor deze projecten bedraagt 221 miljoen EUR.

Deze projecten hebben betrekking op verkeersverbindingen, steun voor convergentie via de ontwikkeling van de lokale particuliere sector en industrie, en onderzoek en ontwikkeling.

3.2. OVERZICHT VAN DE EIB-FINANCIERING PER REGIO EN PER SECTOR

In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van het volume van de EIB-financiering in 2017 in de regio’s die onder het mandaat voor externe leningen vallen, met inbegrip van de regio’s met een ELM-garantie (uitgebreid of politiek risico) en die met financiering onder de EIB- faciliteiten voor eigen risico.

Tabel 1: In 2017 in ELM-regio's ondertekende EIB-financieringsverrichtingen (exclusief annuleringen)

Mandaatregio's Verrichtingen in het kader van het ELM met EU-garantie

EIB- faciliteiten voor eigen risico/overige

fondsen

Totaal

(miljoen EUR) Totale garantie Dekking tegen politieke

risico's

Totaal ELM

6 Het duurzaamheidsverslag van de EIB-groep over 2017 is te vinden op http://www.eib.org/attachments/general/reports/sustainability_report_2017_en.pdf

(8)

7

Pretoetredingslanden 170 - 170 667 837

Middellandse Zeelanden 998 782 1 780 145 1 925

Oostelijke buurlanden en Rusland

511 146 657 57 714

Azië 118 - 118 1 105 1 223

Centraal-Azië 22 - 22 100 122

Latijns-Amerika 341 30 371 271 642

Zuid-Afrika 50 - 50 16 66

Totaal in mandaatregio's 2 210 978 3 168 2 361 5 529

In 2017 heeft de EIB in de onder het ELM vallende regio's 5,55 miljard EUR aan leningen gesloten, op een mondiaal totaal van 7,3 miljard EUR (inclusief de ACS-landen en de landen en gebieden overzee, evenals de EVA-landen)7. Ongeveer 3,5 miljard EUR is gerealiseerd in pretoetredingslanden en in de buurregio's (zowel in het zuiden als in het oosten). Het overige gedeelte (37 %) is ondertekend in Azië, Centraal-Azië en Latijns-Amerika.

Ten opzichte van 2016 is het totale volume van de EIB-financiering in ELM-regio's met ongeveer een vijfde afgenomen, vooral als gevolg van de kleinere omvang van de verrichtingen in Turkije (met het oog op de eerder opgebouwde grote blootstelling) en in het oostelijk nabuurschap (waar het oorspronkelijke regionale plafond van de EU-garantie bijna was bereikt).

7 De cijfers in de tabellen 1 en 2 en de grafieken 1 en 2 zijn exclusief een annulering van 20 miljoen EUR krachtens de ELM-garantie voor politiek risico in het oostelijk nabuurschap.

(9)

8

Tabel 2: Aantal ondertekende contracten per jaar (netto) en totaal van de ondertekende contracten (netto), afgezet tegen de plafonds van het EU-mandaat

in de periode 2014-2020 (Besluit nr. 466/2014/EU, als gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412)

Regio's/jaren miljoen EUR

2014 (2e helft)

2015 2016 2017 Totaal 2014-2017

Plafond (na

tussentijdse evaluatie)

Benuttings graad

Pretoetredingslanden 200 906 582 170 1 858 8 075 23 %

Middellandse Zeelanden

379 791 1 299 1 780 4 249 13 030 33 %

Oostelijke buurlanden en Rusland

975 1 401 1 493 657 4 526 6 650 68 %

Azië 45 433 45 118 641 1 165 55 %

Centraal-Azië 70 70 20 22 182 224 81 %

Latijns-Amerika 219 468 319 371 1 378 2 694 51 %

Zuid-Afrika 0 150 0 50 200 462 43 %

Totaal 1 888 4 218 3 758 3 168 13 033 32 300 40 %

Uit bovenstaande cijfers blijkt dat er in het kader van het ELM voor 2014-17 in totaal voor ongeveer 13 miljard EUR aan contracten is ondertekend, exclusief annuleringen. Per ultimo 2017 is de cumulatieve benuttingsgraad van het ELM in de zin van ondertekende contracten (netto) 48 % ten opzichte van het in 2014 vastgestelde oorspronkelijke plafond van het ELM, en 40 % ten opzichte van het verhoogde plafond dat is vastgesteld tijdens de in maart 2018 uitgevoerde tussentijdse evaluatie van het ELM.

Grafiek 2: Jaarlijkse volumeontwikkeling van de door de EIB verstrekte leningen in de ELM-regio's

Grafiek 2 illustreert de ontwikkeling van de kredietverlening in het kader van het ELM en de eigenrisicofaciliteiten tussen 2015 en 2017. Over deze periode profiteerde gemiddeld 62%

van de EIB-financiering in deze regio’s van de EU-garantie, met jaarlijkse schommelingen tussen 57% en 73%.

6 581 6 817

5 529

0 1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000 7 000 8 000

2015 2016 2017

ELM EIB-faciliteiten voor eigen risico

57% 58 %

73 %

(10)

9

Het aantal financieringsprojecten met door de EIB ondertekende contracten in de onder het ELM vallende regio’s is toegenomen van 71 in 2016 tot 85 in 2017. Van deze 85 contracten zijn 62 projecten "nieuw", waarbij in 2017 het eerste EIB-financieringscontract is ondertekend; voor acht projecten was een gedeelte van de totale EIB-financiering verstrekt door middel van contracten die in voorgaande jaren waren ondertekend. Omdat het totale volume aan nieuwe contracten in 2017 is afgenomen, is de gemiddelde omvang van de EIB- investeringen per contract kleiner dan voorheen.

Tabel 3: Aantal verrichtingen in 2017 per regio (alle middelen)

Regio's Financieri ng door

derden

ELM Faciliteit voor eigen

risico

Totaal

Pretoetredingslanden 4 12 16

Middellandse Zeelanden

19 8 27

Oostelijke buurlanden en Rusland

7 13 2 22

Azië 2 7 9

Centraal-Azië 1 1 2

Latijns-Amerika 5 4 9

Zuid-Afrika 1 1 2

Totaal 7 45 35 87

Ten opzichte van 2016 verlaagde de EIB haar kredietverlening in 2017 fors in de westelijke Balkan (– 23 %), waar het bedrag uitkwam op 330 miljoen EUR, en verhoogde zij de kredietverlening in de landen aan de Middellandse Zee (+ 21 %), waar het bedrag uitkwam op 1,9 miljard EUR, een en ander in het kader van de uitvoering van het EIB-initiatief voor economische veerkracht (ERI).

Kredietlijnen vormden in 2017 opnieuw de activiteitensector met het grootste aantal ondertekende contracten, ter ondersteuning van de ontwikkeling van de particuliere sector middels intermediaire leningen bij lokale banken. Met name in het zuidelijk nabuurschap nam het aantal kredietlijnen toe in verband met het ERI. Ook in de sectoren vervoer en energie was de EIB opnieuw actief.

Tabel 4: Sectorale verdeling van de in 2017 onder de ELM-garantie ondertekende EIB- financieringsverrichtingen

Sectoren/

Regio's

Pretoetre dingsland en

Zuideli jk nabuu rschap

Oosteli jk nabuu rschap

Azië Centraa l-Azië

Latijns- Amerik

a

Zuid- Afrika

Totaa l

Aand eel in totaal

Kredietlijnen 100 1 217 90 - - 91 50 1 547 49 %

Vervoer 20 309 410 68 - 124 - 931 29 %

Energie - 115 84 - - 80 - 278 9 %

Industrie - 35 - - - 77 - 112 4 %

Water, riolering - 34 21 50 - - - 105 3 %

Landbouw, - - 55 22 - - 77 2 %

(11)

10

visserij, bosbouw

Onderwijs - 53 - - - - - 53 2 %

Gezondheid 50 - - - - - 50 2 %

Diensten - 17 17 - - - - 34 1 %

Totaal 170 1 780 677 118 22 371 50 3 188 100

%

3.3. IMPACT EN MEERWAARDE VAN DE EIB-VERRICHTINGEN

Het ReM-kader maakt het mogelijk de EIB-financieringsverrichtingen tijdens de gehele levenscyclus ervan te beoordelen. De afstemming met EU-prioriteiten en de EIB-meerwaarde kunnen er beter mee worden beoordeeld. Tijdens de projectbeoordelingsfase worden resultaatindicatoren vastgesteld met uitgangswaarden en streefcijfers ter voorspelling van de verwachte economische, sociale en ecologische uitkomsten van de verrichting. De werkelijk behaalde resultaten worden gedurende de hele projectduur aan die gespecificeerde prestatiebenchmarks getoetst en op twee belangrijke momenten gerapporteerd: bij de voltooiing van het project en drie jaar na de voltooiing van het project ("post-voltooiing") voor rechtstreekse verrichtingen, aan het einde van de investeringsperiode en aan het einde van de levensduur van private-equityfondsen; en aan het einde van de toewijzingsperiode voor intermediaire leningen.

De EIB beoordeelt projecten op basis van drie "pijlers":

i) In pijler 1 wordt de verwachte bijdrage aan de prioriteiten van de EU en van de partnerlanden beoordeeld, alsook of het project subsidiabel is op grond van de mandaatdoelstellingen van de EIB.

ii) In pijler 2 wordt de kwaliteit en soliditeit van de verrichting beoordeeld, uitgaande van de verwachte resultaten.

iii) In pijler 3 wordt de verwachte financiële en niet-financiële additionaliteit van de EIB beoordeeld.

In dit punt wordt verslag uitgebracht over de verwachte resultaten van de EIB in de verwezenlijking van de EU-beleidsdoelstellingen zoals die in het ReM-kader naar voren zijn gekomen. Dit punt over de verwachte resultaten slaat niet op alle in 2017 ondertekende contracten, maar wel op alle projecten waarvoor het eerste financieringscontract in 2017 werd ondertekend (die "nieuwe projecten" worden genoemd). Binnen dit bereik zijn in 2017 in het kader van het ELM en de eigen middelen van EIB 62 nieuwe projecten ondertekend in de ELM-regio's, voor een goedgekeurd totaalbedrag van 5,7 miljard EUR.

(12)

11

Grafiek 3: ReMbeoordelingen per pijler voor nieuwe verrichtingen in 2017

In 2017 zijn alle 62 nieuwe projecten onder pijler 1 ten minste als "goed" beoordeeld door de EIB, wat betekent dat zij geacht worden te stroken met de ELM-doelstellingen en een grote bijdrage te leveren aan de nationale of de EU-ontwikkelingsdoelstellingen, alsook een gematigde bijdrage aan de andere. De EIB heeft 28 projecten als "uitstekend" beoordeeld, omdat zij een grote bijdrage leveren aan zowel de prioriteiten van de EU als aan de nationale ontwikkelingsdoelstellingen.

De beoordeling in pijler 2 berust op de soliditeit van het project, de financiële en economische duurzaamheid en de ecologische en sociale duurzaamheid voor rechtstreeks gefinancierde projecten. Voor intermediaire verrichtingen berust de beoordeling op de verwachte resultaten, gewogen naar risicoafwegingen waarbij de soliditeit van de intermediair en de kwaliteit van de operationele omgeving worden gemeten. In pijler 2 zijn drie projecten door de EIB als

"uitstekend" beoordeeld, terwijl 54 projecten de score "goed" hebben gekregen, met een gemiddeld economisch rendement van 10 % tot 15 % bij infrastructuurprojecten. Vijf projecten hebben van de EIB de beoordeling "aanvaardbaar" gekregen, veelal vanwege de risicovolle omgeving, die van invloed is op de kans dat de beoogde resultaten daadwerkelijk worden behaald. Daaronder bevinden zich kredietlijnen voor microfinanciering in Georgië en Palestina.

Onder pijler 3 heeft de EIB aan 52 projecten de score "groot" of "significant" toegekend voor de voorziene looptijd, hoger dan wat op de lokale markten beschikbaar is. Tien projecten zijn door de EIB als "gematigd" beoordeeld. Volgens het ReM-kader heeft de EIB geprobeerd de technische aspecten van de opzet van projecten te verbeteren door de investeringen op langere termijn waardevoller en doeltreffender te maken en/of de promotoren te helpen projecten doeltreffend te structureren ten aanzien van financieringsinstrumenten voor 40 van de 62 nieuwe projecten met een score van "gematigd" tot "groot".

Overeenkomstig artikel 20 van het ELM-besluit zal de Commissie het effect en de meerwaarde van de verrichtingen onder het ELM nader onderzoeken in haar uiterlijk in juni 2019 te verschijnen evaluatie.

Goed, 34 Uitstekend, 28

Aanvaardbaar, 5 Goed, 54 Uitstekend, 3

Matig, 10 Significant, 46

Hoog, 6

0 10 20 30 40 50 60

Score pijle r 1 Score pijle r 2 Score pijle r 3

Aantal projecten

(13)

12 3.4 BEROEP OP DE EU-GARANTIE

In 2017 heeft de EIB opnieuw beroep gedaan op de EU-garantie als gevolg van achterstallige bedragen op Syrische staatsleningen. Tussen 2012 en 2017 heeft de EIB voor in totaal 365,3 miljoen EUR van de garantie gebruikgemaakt, waarvan 56,3 miljoen EUR in 2017; per ultimo 2017 was de voor beroep resterende opvraagbare hoofdsom 261,7 miljoen EUR8. Pogingen om de achterstallige bedragen te innen hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd.

De EIB en de Commissie hebben in 2017 een specifieke overeenkomst gesloten over de behandeling van het beroep van de EIB op de garantie voor politiek risico in verband met de lening in de particuliere sector voor luchthaven Enfidha (Tunesië). Beide partijen zijn overeengekomen de uitstaande blootstelling onder de leningsovereenkomst, vergoedingen, boeten wegens betalingsachterstand en opgebouwde rente gelijkelijk te verdelen. De resulterende blootstelling voor de EU-bedragen bedraagt 33,35 miljoen EUR. De pogingen tot inning lopen door.

4.EIB-SAMENWERKINGMETANDEREPARTNERS

4.1 SAMENWERKING MET DE COMMISSIE

De samenwerking tussen de EIB en de Commissie op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het mandaat voor externe leningen, vindt plaats in de context van een breder partnerschap tussen beide instellingen dat mede wordt gevormd door het Europees Fonds voor strategische investeringen en de blendingfaciliteiten voor ondersteuning van de ontwikkelingsactiviteiten buiten de EU van de EIB en andere IFI's.

In het ELM-besluit is vastgelegd dat de Commissie, de EDEO en de EIB moeten samenwerken en de externe activiteiten van de EIB nauwer moeten afstemmen op de externe beleidsdoelstellingen van de EU, om een maximale synergie tussen EIB-financiering en de EU-begrotingsmiddelen tot stand te brengen. Dat gebeurt hoofdzakelijk door middel van dialoog en vroegtijdig overleg over beleidslijnen, strategieën en ontwerpprojecten. Het in 2013 herziene memorandum van overeenstemming tussen de Commissie, de EDEO en de EIB voor de samenwerking en coördinatie in de onder het ELM vallende regio's blijft van toepassing. In dit verband is onder meer informatie over ontwerpprojecten en contactinformatie uitgewisseld.

Een voorbeeld van deze samenwerking is de huisvesting van EIB-kantoren bij EU-delegaties, zoals het in maart 2017 geopende eerste permanente EIB-kantoor in New Delhi.

Daarnaast heeft de EIB opnieuw gebruikgemaakt van de in het kader van het Europees extern investeringsplan (EIP) geboden blendingondersteuning. In 2017 is een bedrag van in totaal bijna 144 miljoen EUR voor 25 geheel of gedeeltelijk uit de EU-begroting gefinancierde

8 De bedragen worden per 31 december 2017 uitsluitend ter indicatie in EUR-equivalent gerapporteerd. De Commissie betaalt de in het kader van de EU-garantie gebruikte bedragen in plaatselijke valuta.

(14)

13

subsidies en risicokapitaal goedgekeurd voor uitvoering door de EIB in ELM-regio's. Van dat bedrag is 40 miljoen EUR verstrekt voor technische bijstand, 89 miljoen EUR als investeringssubsidies en 15 miljoen EUR als risicokapitaal.

De EIB is tevens een van de uitvoerende partners voor de nieuwe EU-garantie die wordt geboden via het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO). Het ELM en het EFDO richten zich echter op verschillende soorten product, leningnemer en geografie. Zo valt de westelijke Balkan buiten het bereik van het EFDO en vallen grote delen van Afrika buiten dat van het ELM. Bovendien verschilt het besluitvormingsproces over de via het EFDO verstrekte garanties van de zevenjarige garantie die vooraf aan de EIB wordt verstrekt voor het ELM.

Blending zet aan tot sterkere betrekkingen op het gebied van medefinanciering met andere internationale financiële instellingen (IFI's) en tot afstemming op de beleidslijnen en prioriteiten van de EU in de context van elk desbetreffend land. Door de governancestructuur van de EU-blendingfaciliteiten wordt bovendien nauwe coördinatie en samenwerking met de Commissie, de EDEO en andere internationale financiële instellingen mogelijk en zelfs verplicht voordat een project wordt voorgesteld voor combinatie van subsidiemiddelen met EIB-leningen. Dat was een van de redenen waarom de Commissie bij haar voorstel voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling Plus (EFDO+) in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking 2021-27 is uitgegaan van de governance van EU-blendingfaciliteiten9.

De Commissie blijft actief samenwerken met de EIB op een aantal beleidsterreinen, zoals het EIB-beleid ten aanzien van belastingontwijking en niet-coöperatieve rechtsgebieden. In januari 2017 presenteerde de EIB haar voorlopige aanpak voor haar beleid ten aanzien van zwak gereguleerde, niet-transparante en niet-coöperatieve rechtsgebieden ("NCJ-beleid") en uit fiscaal oogpunt gevoelige rechtsgebieden. De EIB heeft in februari 2019 haar NCJ-beleid bijgewerkt, nadat de Raad van Europa op 5 december 2017 conclusies had aangenomen over

"De EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden" en in het gewijzigde ELM-besluit (Besluit (EU) 2018/412) uitdrukkelijke verwijzingen naar belastingontwijking waren opgenomen10.

4.2.SAMENWERKINGMETDEEUROPESEOMBUDSMAN

Met het memorandum van overeenstemming dat in 2008 tussen de EIB en de Europese Ombudsman is gesloten, is de basis gelegd voor de twee fasen van het EIB- klachtenmechanisme – het interne klachtenmechanisme (EIB) en het externe klachtenmechanisme (de Ombudsman) – dat in 2010 door de raad van bestuur van de EIB is goedgekeurd na een uitgebreide openbare raadpleging. Het memorandum bevat een uniforme

9 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad, COM(2018) 460 final van 14 juni 2018, tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking.

10 Evenzo, de verordening tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) (Verordening (EU) 2017/1601) en de verordening tot wijziging van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), (Verordening (EU) 2017/2396).

(15)

14

uitleg over het doel en de consistentie van de toepassing van dit mechanisme in het interne en het externe deel. Daarbij ligt bijzondere nadruk op het volgende:

• het bestaan van een doeltreffend intern klachtenmechanisme bij de EIB voor de behandeling van klachten die door externe partijen bij de EIB zijn ingediend, in alle afdelingen van de EIB;

• de toezegging van de Ombudsman om voor klachten over verrichtingen buiten de EU, waaronder de externe mandaten, stelselmatig gebruik te maken van zijn bevoegdheid om op eigen initiatief onderzoek te verrichten als de klager geen burger of inwoner van de EU is;

• het toepassingsgebied van de evaluatie van de Ombudsman, met erkenning van het interne klachtenmechanisme van de EIB als vereiste eerste stap.

In 2017 heeft de Ombudsman geen klachten over de activiteiten van de EIB in de ELM- regio's ontvangen.

De EIB heeft haar beleid inzake het klachtenmechanisme eind 2018 bijgewerkt11.

4.3.SAMENWERKINGMETINTERNATIONALEFINANCIËLEINSTELLINGEN

De samenwerking van de EIB met andere internationale financiële instellingen (IFI's) varieert van het voeren van onderling overleg en een dialoog over institutionele, horizontale en thematische kwesties tot het verbeteren van vormen van operationele cofinanciering en werkverdeling. De dialoog tussen IFI’s vindt grotendeels binnen gespecialiseerde werkgroepen plaats. Deze komen periodiek bijeen om beste praktijken te delen of specifieke kwesties te behandelen.

De samenwerking tussen de EIB en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) is in 2017 voortgezet in het kader van het memorandum van overeenstemming van 2012. De EIB en de EBWO hebben regelmatig contactgroepvergaderingen gehouden om van gedachten te wisselen over hun op stapel zijnde verrichtingen in de regio's waar zij allebei actief zijn. Daarnaast hebben de instellingen informatie uitgewisseld en gesproken over andere onderwerpen van gemeenschappelijk belang. De 12e van die bijeenkomsten was op 13 november 2017 met als agendapunten het Gezamenlijk voorstel voor blendingkosten, de strategie van de EBWO voor economische inclusie, het Europees extern investeringsplan en het ERI. In 2017 hebben de EIB en de EBWO elf projecten medegefinancierd, waarvan drie tevens met medefinanciering door de Duitse KfW-groep en/of het Franse ontwikkelingsagentschap (AFD). De acht overige projecten, met totale projectkosten van 1 miljard EUR, zijn medegefinancierd door de EIB en de EBWO.

Het in mei 2016 in Beijing door de EIB en de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur (AIIB) ondertekende memorandum van overeenstemming vormt een kader voor de betrekkingen tussen de EIB en de AIIB op het vlak van gemeenschappelijke financiering van subsidiabele acties, de uitwisseling van kennis en de organisatie van periodieke bijeenkomsten op hoog niveau. De eerste medefinancieringsverrichting van de EIB met de AIIB betreft het metroproject in Bangalore, India. Verder heeft de EIB haar samenwerking

11 http://www.eib.org/en/infocentre/publications/all/complaints-mechanism-policy.htm

(16)

15

met de Aziatische Ontwikkelingsbank voortgezet middels gezamenlijke investering in drie projecten.

De EIB werkt tevens samen met instellingen voor ontwikkelingsfinanciering (DFI's) van EU- lidstaten. In 2017 zijn in de ELM-regio's door de EIB drie projecten medegefinancierd met het AFD; de totale projectkosten bedragen ruim 1,2 miljard EUR. Er zijn vier projecten medegefinancierd met KfW voor een totaalbedrag aan projectkosten van 1,5 miljard EUR.

Nog eens vijf projecten zijn medegefinancierd met zowel KfW als het AFD voor een totaalbedrag aan projectkosten van bijna 1,9 miljard EUR. De EIB, het AFD en KfW werken ook nauw samen in het kader van het Initiatief Wederzijds Vertrouwen (MRI). Het in 2013 gestarte MRI bepaalt dat de drie MRI-partners een beroep doen op een van de andere partners om bepaalde taken uit te voeren, zoals voor projecttaken met betrekking tot zorgvuldigheidseisen of het toezicht op aanbestedingen. De promotoren waarderen de vereenvoudigde procedures die daaruit voortvloeien. De beheers- en besluitvormingsorganen van de MRI-partners konden bekend raken met documenten die door een andere instelling waren opgesteld, om voor hun eigen besluiten te gebruiken.

Onderstaande grafiek biedt een overzicht van de bedragen aan medefinanciering die naast de EIB-investeringen door andere IFI's of nationale DFI's zijn toegezegd.

Grafiek 4: Medefinanciering van IFI's en DFI's met EIB voor in 2017 ondertekende projecten

Naast de vele werkgroepen en initiatieven die een breed scala aan onderwerpen bestrijken (klimaat, infrastructuur, financiering, risico, resultaatmeting, tussentijdse evaluatie, beheer van de schuld, enz.), vindt de samenwerking tussen multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB's) ook plaats op het hoogste institutionele niveau. In 2017 waren de besprekingen op hoog niveau tussen MDB's gericht op hoe zij hun steun voor klimaatactie samen kunnen verbeteren en kunnen bijdragen aan de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. Samen werken MDB's aan een aantal mondiale vraagstukken die in 2017 dringender zijn geworden als gevolg van veranderingen in de dynamiek wereldwijd en toenemende gevaren voor multilateralisme. Overeenkomstig de internationale kaders die zijn ingesteld naar aanleiding

- 100 200 300 400 500 600 700 800

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Met EIB geïnvesteerd bedrag, miljoen EUR Aantal projecten waarin samen met EIB is geïnvesteerd

Bedrag mede-investering Aantal projecten

(17)

16

van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en het klimaatakkoord van Parijs, hebben de MDB's zich gezamenlijk ingezet voor uitbreiding van de samenwerkingsinspanningen voor duurzame infrastructuur, klimaat en migratie. Het werk voor klimaatactie is voortgezet met de voorbereiding van de COP 23, evenals de in december 2017 in Parijs gehouden One Planet Summit. Sinds de wereldtop over humanitaire hulp die in 2016 in Istanbul werd gehouden, hebben de MDB's samengewerkt aan het thema migratie; in dat kader hebben zij deelgenomen aan een werkgroep over migratie en gedwongen verplaatsing. In 2017 is die samenwerking verder uitgebreid met een gezamenlijk voorstel van de EIB en de Wereldbankgroep, in antwoord op een verzoek van de G7, over een platform voor samenwerking op het gebied van economische migratie en gedwongen verplaatsing.

Verder is de EIB doorgegaan met het versterken van de banden met het systeem van de Verenigde Naties (VN) op basis van het memorandum van overeenstemming met de Organisatie van de VN voor industriële ontwikkeling (UNIDO), het Internationaal Fonds voor agrarische ontwikkeling (IFAD) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO).

In oktober 2016 hebben de EIB en het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) een memorandum van overeenstemming ondertekend. De thematische punten van dat partnerschap zijn de aanpak van klimaatverandering, de reactie op crisis- en postcrisissituaties, de migratiecrisis en de bevordering van inclusieve markten en ondernemerschap, en het scheppen van banen. Dankzij de samenwerking bij projecten in Armenië, Georgië en Oekraïne, en met name bij een via het UNDP uitgevoerd proefproject in Jerevan, heeft het partnerschap tussen de EIB en het UNDP het in 2017 mogelijk gemaakt gebruik te maken van een nieuwe bron van klimaatfinanciering, het Groene Klimaatfonds, voor ondersteuning bij het afbouwen van risico’s en het opvoeren van investeringen om gebouwen in Armenië te moderniseren en energie-efficiënt te maken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze verordening kan het EU-register voldoen aan de vereisten voor fase 4 zoals die in de herziene EU-ETS- richtlijn zijn vastgesteld, bijvoorbeeld door de

Dat financieel kader is vastgelegd in Verordening (EU) nr. De toewijzing voor plattelandsontwikkeling en de toewijzing voor marktgerelateerde uitgaven en

Door de cijfers over de TF’s, AC’s en GPM’s die in dienst zijn op 31 december (tabel 6) te combineren met die over het aantal werklozen dat een uitkering heeft ontvangen (tabel 7),

Dat financieel kader is vastgelegd in Verordening (EU) nr. De toewijzing voor plattelandsontwikkeling en de toewijzing voor marktgerelateerde uitgaven en

Wat de specifieke evaluatiepunten betreft die in artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1214/2011 zijn vermeld, kan worden geconcludeerd dat: 1) er momenteel geen behoefte

Er zij op gewezen dat dit het eerste verslag is betreffende gegevens over het gebruik van dieren die werden verzameld volgens de gewijzigde rapportagevoorschriften van de

In officiële statistieken zijn de meningen verdeeld over de vraag of de kosten voor gebouw en grond (die samen de aankoopkosten van een woning vormen) kunnen worden

De meerderheid (90 %) bevestigde dat dit het geval was; alleen in Tsjechië, Estland, Cyprus en Malta is een dergelijke koppeling niet beschikbaar. Bovendien