• No results found

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 11.1.2017 COM(2017) 5 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel

grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone

(2)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel

grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone

1. INLEIDING

Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone1 is op 30 november 2012 in werking getreden. Artikel 26 van deze verordening bepaalt dat de Commissie uiterlijk 1 december 2016 bij het Europees Parlement en de Raad verslag moet uitbrengen over de tenuitvoerlegging van deze verordening en vervolgens om de vijf jaar. In het verslag moet in het bijzonder de mogelijkheid worden onderzocht om gemeenschappelijke opleidingsvereisten vast te stellen voor het dragen van wapens door bewakingspersoneel van geldtransportbedrijven en om artikel 24 van de verordening in het licht van Richtlijn 96/71/EG2 te wijzigen, moet terdege rekening worden gehouden met de technologische vooruitgang op het gebied van IBNS3, dient te worden bekeken wat de potentiële toegevoegde waarde is van het op groepsbasis toekennen van uniale vergunningen voor grensoverschrijdende geldtransporten en moet worden nagegaan of Verordening (EU) nr. 1214/2011 dienovereenkomstig moet worden herzien4.

Voor deze evaluatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van vragenlijsten, heeft de Commissie de belanghebbenden in de sector, met inbegrip van de sociale partners, en de lidstaten geraadpleegd5. Het verslag is gebaseerd op de antwoorden op de vragenlijsten en op een raadpleging van de lidstaten tijdens de bijeenkomst van het Comité voor grensoverschrijdend transport van eurocontanten van 27 september 20166.

1 PB L 316 van 29.11.2011, blz. 1.

2 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

3 IBSN staat voor "intelligent banknote neutralisation system" (intelligent systeem voor de neutralisatie van bankbiljetten).

4 Artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

5 Er werden vragenlijsten gezonden aan alle lidstaten, aan geldtransportbedrijven die in het bezit zijn van een grensoverschrijdende vergunning in het kader van de geldtransportverordening, en Europese belanghebbenden ter zake (European Cash Management Companies Association (ESTA), de Europese Betalingsraad (EPC), de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Federatie van de detailhandel, de groothandel en de internationale handel (Eurocommerce) en de European Trade Union Association. Zie bijlage I voor de vragenlijsten.

6

(3)

2. ALGEMENE CONTEXT

2.1. Achtergrond

2.1.1. Een reeks gemeenschappelijke regels voor het grensoverschrijdend transport van eurocontanten

Met de invoering van de euro is een grotere behoefte ontstaan aan transport van eurocontanten over de weg in de lidstaten van de eurozone. Binnen de eurozone moeten banken, detailhandelaren en andere professionele geldverwerkers een contract kunnen sluiten met het geldtransportbedrijf dat de beste prijs en/of service biedt en gebruik kunnen maken van de cashdiensten van het dichtstbijzijnde filiaal van de nationale centrale bank of het cashcentrum van het geldtransportbedrijf, zelfs als dit in een andere lidstaat is gevestigd. Bovendien laten lidstaten die de euro als munt hebben (hierna "deelnemende lidstaten" genoemd) eurobiljetten en - muntstukken in het buitenland produceren, of willen dat in de toekomst laten doen.

Detailhandelaren en banken in grensgebieden zullen wellicht hun contanten van het dichtstbijzijnde cashcentrum willen betrekken, dat zich niet noodzakelijk in dezelfde lidstaat bevindt. Het wezenlijke kenmerk van een gemeenschappelijke munt is dat contanten vrijelijk tussen deelnemende lidstaten kunnen worden vervoerd.

Een volledige harmonisatie van de geldtransporten in de deelnemende lidstaten werd niet haalbaar geacht, en ook een systeem waarbij een vergunning in één lidstaat in alle lidstaten geldig zou zijn ("wederzijdse erkenning") werd niet wenselijk gevonden. Daarom bevat Verordening (EU) nr. 1214/2011 een reeks gemeenschappelijke regels die in alle lidstaten geldig zijn, onverminderd de nationale voorschriften inzake bepaalde aspecten die uitdrukkelijk in de verordening zijn vastgelegd. Het betreft geen volledige harmonisatie omdat de gemeenschappelijke regels alleen betrekking hebben op grensoverschrijdend transport.

2.1.2. Toepassing op transport over de weg van de deelnemende lidstaten en van lidstaten die zich voorbereiden op de invoering van de euro

Verordening (EU) nr. 1214/2011 is van toepassing op het vervoer van eurocontanten over de weg, aangezien dit de meest gebruikelijke (zo niet de enige) wijze van vervoer op het gebied van grensoverschrijdend geldtransport is in grensgebieden en de enige vervoerswijze waarbij behoefte bleek te bestaan aan een reeks gemeenschappelijke regels voor grensoverschrijdend geldtransport. Vervoer door de lucht en over zee blijft buiten beschouwing7. Daarom is Verordening (EU) nr.

1214/2011 in feite enkel van toepassing op grensoverschrijdend transport tussen deelnemende lidstaten die een gemeenschappelijke landgrens hebben8. Bij grensoverschrijdend vervoer kan de grensoverschrijdende dimensie uit een of meer van de volgende drie elementen bestaan: de lidstaat van herkomst van het geldtransportbedrijf, de lidstaat van ontvangst (een ander land dan de lidstaat van herkomst) waar een geldtransportbedrijf vervoerdiensten aanbiedt, en/of de lidstaat

7 Luchtvervoer van eurobankbiljetten wordt meestal uitgevoerd in verband met voorraadbeheer in deelnemende lidstaten, georganiseerd tussen nationale centrale banken, of voor het terughalen van biljetten uit derde landen naar deelnemende lidstaten. Het vervoer van contanten over zee, dat evenmin onder Verordening (EU) nr. 1214/2011 valt, komt niet veel voor maar kan, afhankelijk van de geografische situatie, worden gebruikt voor het transport van euromuntstukken naar een lidstaat (zonder eigen munterij) die zich voorbereidt op de overstap naar de euro. Beide wijzen van vervoer zijn uitgesloten van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

8

(4)

van doorvoer waar het voertuig doorheen rijdt om de lidstaat van ontvangst te bereiken of om terug te keren naar de lidstaat van herkomst.

De regels voor grensoverschrijdend transport van eurocontanten die in Verordening (EU) nr. 1214/2011 zijn vastgelegd, zijn uitsluitend van toepassing op deelnemende lidstaten9.

Voorafgaand aan de overschakeling op de euro in een lidstaat moeten eurocontanten worden vervoerd van de deelnemende lidstaten naar de lidstaat die zich op de invoering van de euro voorbereidt. Daarom is Verordening (EU) nr. 1214/2011 ook van toepassing op lidstaten die zich voorbereiden op de invoering van de euro, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 55/201310.

2.2. Belangrijkste elementen van Verordening (EU) nr. 1214/2011 2.2.1. Vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport

Gezien de potentiële risico’s die verbonden zijn met het vervoer van geld voor de veiligheid van het personeel van geldtransportbedrijven en het grote publiek, is het grensoverschrijdend transport van eurocontanten afhankelijk van het bezit van een specifieke vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport11. Nationale autoriteiten moeten de vergunning voor een periode van vijf jaar verlenen, mits de geldtransportbedrijven voldoen aan de in Verordening (EU) nr. 1214/2011 gestelde voorwaarden, zoals welbepaalde vereisten voor bewakingspersoneel van geldtransporten of algemene vereisten ten aanzien van de geldtransportvoertuigen en andere voorwaarden12.

De geldtransportvergunningen worden geregistreerd in het Informatiesysteem interne markt (IMI) zodat de openbare autoriteiten gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot die vergunningen13.

Personeel van geldtransporten dat grensoverschrijdend transport verricht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1214/2011, heeft recht op het minimumloon dat in de lidstaat van ontvangst van toepassing is onder de in Verordening (EU) nr.

1214/2011 genoemde voorwaarden14.

2.2.2. Grensoverschrijdend transport van eurocontanten

De vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport verleent, binnen de grenzen die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1214/2011, het recht om eurobankbiljetten en -munten grensoverschrijdend over de weg te vervoeren, waarbij het merendeel van de leveringen/ophalingen van eurocontanten door een geldtransportvoertuig gedurende dezelfde dag op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst moet worden uitgevoerd en de waarde van de eurocontanten ten minste

9 Afhankelijk van de geografische situatie kan doorvoer via een andere lidstaat efficiënter zijn voor een geldtransportbedrijf dan rechtstreeks vervoer via de gemeenschappelijke grenzen tussen deelnemende lidstaten. Een voorbeeld van dergelijk vervoer dat niet dat onder Verordening (EU) nr. 1214/2011 valt, is het transport van eurocontanten tussen Duitsland en Oostenrijk via Tsjechië of tussen Oostenrijk en Slowakije via Hongarije.

10 Verordening (EU) nr. 55/2013 van de Raad betreffende de uitbreiding van het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1214/2011 (PB L 21 van 21.1.2013, blz. 1).

11 Artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1214/2011. Deze vergunning dient te worden verkregen in aanvulling op de nationale geldtransportvergunning die in de meeste deelnemende lidstaten is vereist;

de vorm van laatstgenoemde vergunning wordt door deze verordening niet geharmoniseerd.

12 Artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

13 Artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

14

(5)

80 % van de totale waarde van de in het voertuig vervoerde contanten moet uitmaken15. Opgemerkt zij dat sommige specifieke vervoersvoorwaarden uitdrukkelijk zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de verordening, ondanks het feit dat zij onder de definitie van grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg vallen, zoals transporten naar en van nationale centrale banken of tussen bankbiljettendrukkerijen en/of munthuizen16.

2.2.3. Toepasselijke vervoersregelingen

In Verordening (EU) nr. 1214/2011 zijn vijf typen vervoersregelingen voorzien voor eurobankbiljetten en twee voor euromuntstukken, en zij beschrijft de voorwaarden van elk type zoals de bepantsering van voertuigen, het gebruik van intelligente systemen voor de neutralisatie van bankbiljetten (IBNS) of de aanwezigheid van bewakingspersoneel17. De deelnemende lidstaten bepalen welke van deze vervoersregelingen op hun grondgebied van toepassing zijn18.

2.2.4. Rol van intelligente systemen voor de neutralisatie van bankbiljetten (IBNS) en verwijdering van geneutraliseerde bankbiljetten

Verordening (EU) nr. 1214/2011 beoogt het gebruik van IBNS te vergemakkelijken, in de verwachting dat het gebruik ervan de veiligheid van zowel het bewakingspersoneel van geldtransporten als van het grote publiek zal verbeteren19. Geldtransportbedrijven die in het kader van Verordening (EU) nr. 1214/2011 opereren, moeten geneutraliseerde bankbiljetten uit de omloop nemen om ervoor te zorgen dat deze biljetten niet langer voor betalingen worden gebruikt20.

2.2.5. Transportregels van de lidstaat van ontvangst: nationale politiediensten, regels inzake openbare veiligheid en het dragen van vuurwapens

Aspecten op het gebied van geldtransport die niet onder de gemeenschappelijke regels van Verordening (EU) nr. 1214/2011 vallen, worden geregeld door het nationaal recht met inachtneming van de algemene regels van het Verdrag (zoals het non-discriminatiebeginsel), en moeten in het land van ontvangst worden geëerbiedigd door het geldtransportbedrijf dat het grensoverschrijdend transport verricht. Deze nationale regels hebben betrekking op de rol van de politiediensten (zoals voorafgaande kennisgeving, begeleiding of volgen op afstand)21, regels ter beveiliging van de locaties waar de contanten worden geleverd/opgehaald22 en regels op het gebied van vuurwapens23.

2.3. Verplichte kennisgeving en informatieverstrekking

Verordening (EU) nr. 1214/2011 bevat een reeks informatieverplichtingen voor houders van een geldtransportvergunning, deelnemende lidstaten en de Commissie.

15 Artikel 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

16 Artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

17 Artikel 14 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

18 In haar Witboek van 18 mei 2009 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone - COM(2009) 214 definitief - heeft de Commissie voorgesteld om de keuze van de geschikte vervoersregeling aan de geldtransportbedrijven over te laten (blz. 7).

19 Overweging 4 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

20 Artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

21 Artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

22 Artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

23

(6)

Ondernemingen die over een vergunning beschikken, stellen de deelnemende lidstaat in kennis van de aanvang van het voorgenomen grensoverschrijdend transport.

Deelnemende lidstaten moeten elkaar op de hoogte brengen van de grensoverschrijdende activiteiten waarvan zij door geldtransportbedrijven overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1214/2011 in kennis zijn gesteld24. De Commissie publiceert op de Europa-website25alle informatie over door deelnemende lidstaten gehomologeerde IBNS26, de nationale regels inzake de rol van de politiediensten en de beveiliging van de locaties waar de contanten worden geleverd of opgehaald, de nationale opleidingseisen voor geldtransport27, de kwalificaties van de nationale vergunningverlenende autoriteit en de overheidsdienst van de lidstaat van ontvangst waaraan de aanvang van het grensoverschrijdend transport moet worden meegedeeld.28 Ten slotte publiceert de Commissie de toepasselijke vervoersregelingen die door de deelnemende lidstaten zijn gekozen in het Publicatieblad van de Europese Unie29.

2.4. Nalevingscontroles, sancties en veiligheidsmaatregelen in noodsituaties

Ten einde een hoog niveau van veiligheid bij grensoverschrijdend geldtransport te waarborgen, kunnen de deelnemende lidstaten nalevingscontroles uitvoeren op geldtransportbedrijven die op hun grondgebied actief zijn in het kader van Verordening (EU) nr. 1214/201130. In geval van niet-naleving kunnen er, afgezien van de bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1214/2011 vastgestelde voorwaarden, sancties worden opgelegd. Ten slotte kunnen de bevoegde autoriteiten besluiten tijdelijke veiligheidsmaatregelen te nemen indien zich een dringend probleem voordoet dat de veiligheid van geldtransporten aanzienlijk in het gedrang brengt31.

3. UITVOERING VAN VERORDENING (EU) NR.1214/2011

3.1. Aanvraag en afgifte van vergunningen voor grensoverschrijdende geldtransporten

3.1.1. Aanvraag en afgifte van vergunningen voor grensoverschrijdende geldtransporten De administratieve procedure voor het verlenen van de vergunningen lijkt goed te werken. Er werden door geldtransportbedrijven geen bijzondere problemen gemeld met betrekking tot de verstrekking van de noodzakelijke documenten en bewijsstukken om een aanvraag in te dienen. Verder ondervonden de autoriteiten van de lidstaten geen speciale moeilijkheden met de afgifte van vergunningen voor grensoverschrijdend geldtransport. Alle vergunningsaanvragen van geldtransportbedrijven werden gehonoreerd32, en er hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan met registratie in het IMI.

Het is niet nodig de geldigheid van de grensoverschrijdende geldtransportvergunning te verlengen. De autoriteiten van de deelnemende lidstaten en de overgrote

24 Artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

25 http://ec.europa.eu/economy_finance/euro/cash/transit/index_en.htm

26 Artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

27 Artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

28 Artikel 11, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

29 PB C 242 van 2.7.2016, blz. 39, in overeenstemming met artikel 13, lid 5, van Verordening (EU) nr.

1214/2011.

30 Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

31 Artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

32

(7)

meerderheid van de vergunninghouders vinden de vijfjarige looptijd van de vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport passend. De Commissie deelt deze mening.

De belanghebbenden zien geen meerwaarde in de toekenning van vergunningen op groepsbasis. Volgens de Commissie zou dit tot een gebrek aan toezicht op en controle van geldtransportbedrijven leiden en aldus de uitvoering van de vastgestelde maatregelen bemoeilijken. Daarom meent de Commissie dat de toekenning van licenties op groepsniveau in de nabije toekomst geen realistische optie is.

Ten slotte suggereren enkele belanghebbenden dat Verordening (EU) nr. 1214/2011 zou moeten voorzien in een vereenvoudigde en versnelde procedure voor het op korte termijn toekennen van vergunningen voor grensoverschrijdende geldtransporten om in bedreigende situaties (zoals stakingen of natuurrampen) te kunnen reageren en de levering van eurocontanten te garanderen.

3.1.2. Vergunningen voor geldtransport in cijfers

Tot op heden hebben acht deelnemende lidstaten geldtransportvergunningen afgegeven. 11 vergunningen werden binnen een jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1214/2011 verleend. Tot dusverre zijn 25 vergunningen voor grensoverschrijdend geldtransport afgegeven: Frankrijk (3), Duitsland (7), Italië (2), Nederland (3), Oostenrijk (1), Spanje (2), Slowakije (2) en Slovenië (5)33. Het grootste aantal vergunningen (28 %) is verleend in Duitsland, gevolgd door Slovenië (20 %), wat betekent dat bijna de helft van alle vergunningen in deze twee landen is afgegeven34. 16 vergunningen zijn toegekend in een grensstreek rond Oostenrijk die, binnen een straal van nog geen 370 km, vijf grenzen van deelnemende lidstaten omvat. Opmerkelijk is dat in België en Luxemburg geen vergunningen zijn afgegeven ondanks het feit dat beide lidstaten tot een regio behoren met zes geografisch dicht bij elkaar liggende grenzen binnen een straal van nog geen 250 km met een grote bevolkingsdichtheid en een sterke concentratie van bedrijven, en zij omgeven worden door één kleine en twee grote deelnemende lidstaten35.

Verscheidene houders van een geldtransportvergunning hebben verklaard dat zij hun vergunning (nog) niet hebben gebruikt omdat de zakelijke kansen die zij met de vergunning dachten te krijgen zich om economische redenen36 of door bestaande belemmeringen niet hebben voorgedaan, hoewel Verordening (EU) nr. 1214/2011 een aantal gemeenschappelijke minimumregels voor grensoverschrijdende activiteiten heeft ingevoerd.

3.1.3. Kennisgeving van en informatie over grensoverschrijdende geldtransportactiviteiten en vereisten

Hoewel houders van een geldtransportvergunning over het algemeen hun kennisgevingsplicht nakomen, wijzen sommige deelnemende lidstaten erop dat informatie over grensoverschrijdend transport die door plaatselijke politiediensten en regionale overheden wordt verzameld, niet naar behoren aan hen wordt doorgegeven.

33 Zie bijlage II.

34 Zie bijlage II.

35 Voor een overzicht van de twee regio’s "met een groot potentieel" voor grensoverschrijdend transport van eurocontanten, zie bijlage II.

36 Zo maken sommige geldtransportbedrijven melding van terughoudendheid bij nationale centrale banken

(8)

Daardoor is het voor die deelnemende lidstaten moeilijk een duidelijk overzicht te krijgen van de grensoverschrijdende geldtransporten die feitelijk op hun grondgebied plaatsvinden.

De Commissie heeft alle relevante informatie over grensoverschrijdende geldtransporten gepubliceerd, zoals in Verordening (EU) nr. 1214/2011 is voorgeschreven 37.

3.2. Gebruik van IBNS bij het transport van eurobankbiljetten en technische vooruitgang op het gebied van IBNS-technologie

Houders van een geldtransportvergunning verklaren dat zij bij grensoverschrijdend geldtransport alleen gebruik maken van IBNS wanneer dit verplicht is gesteld in het land van ontvangst, doorvoer of herkomst of wanneer de verzekeraar van de onderneming het gebruik ervan voorschrijft. België is de enige deelnemende lidstaat waar met IBNS uitgeruste voertuigen moeten worden gebruikt voor het vervoer van bankbiljetten.

Kleuring is de meest gebruikte IBNS-technologie38 en zal waarschijnlijk in de komende jaren de geprefereerde technologie op de markt blijven39.

3.3. Verloning van bewakingspersoneel van geldtransporten tegen ten minste het minimumloon van de lidstaat van ontvangst

Houders van een geldtransportvergunning hebben verklaard dat zij geen problemen hebben ondervonden met de toepassing van de regels inzake vergoedingen van Verordening (EU) nr. 1214/2011. Overeenkomstig artikel 24 van de verordening gelden voor het personeel van grensoverschrijdende geldtransportbedrijven dezelfde minimumlonen als voor de (nationale) geldtransportbedrijven die in de lidstaat van ontvangst werkzaam zijn, ten einde oneerlijke concurrentie te voorkomen en tegelijk de rechten van het bewakingspersoneel van geldtransporten te waarborgen. Daar de relevante bepalingen van Richtlijn 96/71/EG, waarnaar in artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1214/2011 wordt verwezen, in de periode tussen de inwerkingtreding van de verordening en deze evaluatie niet zijn veranderd, is het volgens de Commissie niet nodig wijzigingen in artikel 24 van de verordening voor te stellen40.

3.4. Naleving van de wetgeving van de lidstaat van herkomst, de lidstaat van doorvoer en de lidstaat van ontvangst

3.4.1. Regels betreffende de rol van de politiediensten en veiligheidsvoorschriften bij levering of ophaling van contanten

De Commissie is niet in kennis gesteld van noemenswaardige incidenten of problemen in verband met de verplichting om de regelgeving van de lidstaten van ontvangst na te leven voor wat betreft de rol van de politiediensten (zoals voorafgaande aanmelding, begeleiding of volgen op afstand) of de veiligheidsvoorschriften op de locatie waar de contanten worden geleverd of opgehaald. Het is daarom volgens de Commissie niet nodig om op dit punt wijzigingen voor te stellen.

37 http://ec.europa.eu/economy_finance/euro/cash/transit/index_en.htm

38 Voor het overzicht van de door de deelnemende lidstaten gehomologeerde IBNS, zie http://ec.europa.eu/economy_finance/euro/cash/transport/pdf/overview_rules_on_national_police_force s_and_ibns_info_en.pdf.

39 Volgens EURIPCA, de "European Intelligent Cash Protection Association".

40 Op 8 maart 2016 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn

(9)

3.4.2. Dragen van vuurwapens

Tijdens grensoverschrijdende geldtransporten zijn de nationale regels inzake het dragen van vuurwapens van de lidstaat van ontvangst van toepassing. Deze regels verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat, waarbij het dragen van vuurwapens in sommige lidstaten is toegestaan, terwijl dit in andere lidstaten verplicht of verboden is; ook is soms een combinatie van opties toegestaan naar gelang van de betrokken vervoersregeling. Deze verschillen beperken bepaalde mogelijkheden op het gebied van grensoverschrijdend geldtransport. Geldtransportbedrijven verklaren dat het moeilijk en kostbaar is om de levering/opslag van wapens in een brandkast met afstandsbediening als bepaald in artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1214/2011 in praktijk te brengen ten einde te voldoen aan de verschillende regelgevingen op het gebied van vuurwapens in de deelnemende lidstaten41.

De Commissie is van mening dat de harmonisatie van de wapenvoorschriften van de deelnemende lidstaten in het kader van Verordening (EU) nr. 1214/2011 niet passend is. Gezien de bestaande verschillen in de nationale regelgeving op het gebied van het dragen van vuurwapens, hebben vereisten inzake gemeenschappelijke opleiding geen toegevoegde waarde.

3.5. Door de lidstaat van ontvangst vastgestelde vervoersregelingen

Doordat de deelnemende lidstaten kunnen kiezen welke vervoersregeling(en) bij grensoverschrijdende geldtransporten van eurobankbiljetten op hun grondgebied van toepassing is/zijn, is een zeer heterogeen speelveld ontstaan42. Dit leidt in sommige gevallen tot situaties waarin de toepasselijke vervoersregelingen van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst niet goed op elkaar aansluiten, waardoor het grensoverschrijdend geldtransport grote investeringen aan aanbodzijde vergt of niet winstgevend is door het incidentele karakter ervan. Zo is bijvoorbeeld IBNS- apparatuur bij geldtransporten in België verplicht, maar in Duitsland niet.

Geldtransportbedrijven in Oostenrijk vervoeren eurobankbiljetten in ongepantserde, anonieme geldtransportvoertuigen die met een IBNS zijn uitgerust, maar wanneer zij geld naar Duitsland vervoeren hebben zij een volledig gepantserd geldtransportvoertuig nodig met drie personen bewakingspersoneel.

3.6. Nalevingscontroles, mogelijke sancties en bijzondere maatregelen door deelnemende lidstaten

Er werden geen problemen ter kennis van de Commissie gebracht met betrekking tot nalevingscontroles en onaangekondigde inspecties, waarbij moet worden aangetekend dat sommige deelnemende lidstaten geen informatie hebben over grensoverschrijdende geldtransporten die feitelijk op hun grondgebied plaatsvinden.

Voorts werden geen dringende veiligheidsmaatregelen of gevallen waarin sancties werden toegepast bij de Commissie gemeld. De Commissie acht de betreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 1214/2011 passend.

41 Dit geldt met name voor het transport van en naar deelnemende lidstaten waar het dragen van vuurwapens verboden is voor alle vervoersregelingen.

42 Voor een overzicht van de vervoersregelingen die door elke deelnemende lidstaat worden toegepast, zie http://ec.europa.eu/economy_finance/euro/cash/transport/pdf/overview_applicable_transport_arrangeme

(10)

4. CONCLUSIES

4.1. Specifieke in artikel 26 genoemde evaluatiepunten

Wat de specifieke evaluatiepunten betreft die in artikel 26 van Verordening (EU) nr.

1214/2011 zijn vermeld, kan worden geconcludeerd dat: 1) er momenteel geen behoefte aan gemeenschappelijke opleidingsvereisten is voor het dragen van wapens door bewakingspersoneel gezien de verscheidenheid aan nationale voorschriften voor het dragen van vuurwapens, 2) artikel 24 inzake verloning niet behoeft te worden gewijzigd in het licht van de voorgestelde herziening van Richtlijn 97/71/EG, 3) een systeem voor de toekenning van vergunningen op groepsbasis niet nodig is, en 4) zich geen belangrijke technologische veranderingen op het gebied van IBNS hebben voorgedaan waardoor een herziening van Verordening (EU) nr. 1214/2011 noodzakelijk is. De Commissie heeft daarom tot op heden geen gebruik hoeven maken van haar bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen43 inzake IBNS, en er zijn evenmin aanwijzingen dat er behoefte is aan gedelegeerde handelingen met betrekking tot andere beveiligingskenmerken zoals de bepantsering van voertuigen en kogelvrije vesten.

4.2. Optimalisering van het professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg

Verordening (EU) nr. 1214/2011 is op 29 november 2012 in werking getreden. Het is noodzakelijk dat de deelnemende lidstaten procedures invoeren om een beter overzicht te krijgen van de grensoverschrijdende geldtransporten die daadwerkelijk op hun grondgebied plaatsvinden. Het feit echter dat slechts 25 vergunningen zijn afgegeven voor een gebied van 14 deelnemende lidstaten, lijkt erop te wijzen dat Verordening (EU) nr. 1214/2011 niet volledig wordt uitgevoerd, vooral omdat in een geografisch geconcentreerd grensgebied dat wordt gekenmerkt door zowel een hoge bevolkingsdichtheid als een hoge bedrijfsconcentratie (Benelux en aangrenzende landen) zeer weinig grensoverschrijdend vervoer lijkt plaats te vinden. Een betere tenuitvoerlegging van de verordening die leidt tot een groter aantal vergunningen voor grensoverschrijdend geldtransport en een ruimere keuze aan bedrijven die grensoverschrijdende geldtransporten uitvoeren, zou ook in een potentieel noodzakelijke noodplanning kunnen voorzien. Een betere uitvoering van de geldtransportverordening zou kunnen worden bereikt door een vereenvoudigde definitie van grensoverschrijdend transport en de toepassing van het "lidstaat van herkomst"-beginsel op vervoersregelingen.

4.2.1. Een betere definitie van grensoverschrijdend transport over de weg

Het beperkte aantal vergunninghouders is wellicht te wijten aan het feit dat de huidige definitie van grensoverschrijdend transport (artikel 1, onder b), van Verordening (EU) nr.1214/201144) potentiële grensoverschrijdende geldtransporten uitsluit.

Volgens de definitie moet een meerderheidsbeginsel in acht worden genomen, in die zin dat het merendeel van de leveringen/ophalingen van eurocontanten door een geldtransportvoertuig op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst moet wordt verricht om als grensoverschrijdend geldtransport te kunnen worden aangemerkt in

43 Artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1214/2011.

44 Ook is Verordening (EU) nr.1214/2011 enkel van toepassing op geldtransporten waarbij het merendeel van de leveringen/ophalingen van eurocontanten door een geldtransportvoertuig, gedurende dezelfde

(11)

de zin van Verordening (EU) nr.1214/2011. Dit verhindert kleinere geldtransportbedrijven, die voornamelijk actief zijn in hun lidstaat van herkomst, om de grensoverschrijdende geldtransportmarkt te betreden, aangezien "incidentele" (een minderheid vormende) geldtransporten in de lidstaat van ontvangst niet in aanmerking komen voor de grensoverschrijdende vergunning. Dit weerhoudt hen ervan de buitenlandse markt te verkennen en nieuwe klanten te werven.

Dezelfde overweging geldt voor de beperking die in artikel 1, onder b), is vastgesteld en die inhoudt dat, om in aanmerking te komen voor een vergunning, de niet- eurocontanten die in het geldtransportvoertuig worden vervoerd ten hoogste 20 % mogen uitmaken van de totale waarde van de contanten die in hetzelfde geldtransportvoertuig vervoerd worden.

4.2.2. Toepassing van vervoersregelingen

Een ander voorstel om het potentieel van grensoverschrijdend geldtransport beter te benutten, zou kunnen zijn om het beginsel van de lidstaat van herkomst toe te passen op vervoersregelingen. Verscheidene belanghebbenden hebben voorgesteld om af te zien van het beginsel van de lidstaat van herkomst omdat dit tot marktbelemmeringen leidt die in hun ogen niet om veiligheidsredenen kunnen worden gerechtvaardigd45. Een geldtransportbedrijf dat in de deelnemende lidstaat van herkomst een vergunning heeft, zou dan in staat zijn om zijn geldtransportvoertuig te gebruiken voor grensoverschrijdende geldtransporten naar het land van ontvangst op grond van een van de vervoersregelingen waarin Verordening (EU) nr. 1214/2011 voorziet. Met een dergelijke aanpak zou worden voorkomen dat geldtransportbedrijven de onnodige financiële investeringen (zoals de modernisering van IBNS of de diversificatie van hun geldwagenpark) moeten doen die zij thans moeten verrichten om te voldoen aan vervoersregelingen van de lidstaat van ontvangst die niet aansluiten bij de vervoersregelingen van de lidstaat van herkomst.

5. AANBEVELINGEN VOOR DE TOEKOMST

De evaluatie van de toepassing van Verordening (EU) nr. 1214/2011 leidt tot de volgende aanbevelingen:

 De deelnemende lidstaten dienen passende procedures in te voeren om een beter overzicht te krijgen van de grensoverschrijdende geldtransporten die op hun grondgebied plaatsvinden. Dit zou de kwaliteit van de gegevens die nodig zijn voor een voortdurend overleg over de uitvoering van Verordening (EU) nr.

1214/2011 en over voorstellen voor eventuele wetswijzigingen ten goede komen.

 Er dient een voorlichtingscampagne te worden gehouden, waarbij de vraagzijde (banken, supermarkten, detailhandelaren) en geldtransportbedrijven wordt aangespoord om meer gebruik te maken van vervoersregelingen die op elkaar aansluiten, ten einde de efficiëntie van Verordening (EU) nr. 1214/2011 te verbeteren en mogelijk tot een uitbreiding van het aantal geldtransportvergunningen te komen.

 Deelnemende lidstaten moeten trachten het scala van toepasselijke vervoersregelingen zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 1214/2011 op hun grondgebied uit te breiden ten einde, op basis van de verordening in haar huidige

45

(12)

vorm, meer mogelijkheden te scheppen voor grensoverschrijdend geldtransport ten behoeve van de gebruikers van eurocontanten.

 Uiterlijk op de datum van de volgende evaluatie46 zal de Commissie een effectbeoordeling uitvoeren met het oog op de volgende mogelijke verbeteringen van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1214/2011:

1. Een passende definitie van grensoverschrijdend transport die vooral gericht is op het grensoverschrijdend aspect en de gemeenschappelijke regels die van toepassing zijn in de lidstaat van ontvangst en de lidstaat van doorvoer:

a. de bepaling dat het grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg alleen onder de geldtransportvergunning valt indien het merendeel van de leveringen/ophalingen van contanten in de lidstaat van ontvangst wordt uitgevoerd, moet worden herzien;

b. de voorwaarde dat de in het geldtransportvoertuig vervoerde niet- eurocontanten niet meer dan 20 % mogen uitmaken van de totale waarde van de contanten die in hetzelfde geldtransportvoertuig worden vervoerd, moet opnieuw worden onderzocht.

2. Onverminderd de nationale voorschriften op het gebied van vuurwapens die in de deelnemende lidstaten van toepassing zijn, dient het beginsel van de lidstaat van herkomst te worden toegepast op de vervoersregelingen waarin Verordening (EU) nr. 1214/2011 voorziet.

46

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In officiële statistieken zijn de meningen verdeeld over de vraag of de kosten voor gebouw en grond (die samen de aankoopkosten van een woning vormen) kunnen worden

Met deze verordening kan het EU-register voldoen aan de vereisten voor fase 4 zoals die in de herziene EU-ETS- richtlijn zijn vastgesteld, bijvoorbeeld door de

Dat financieel kader is vastgelegd in Verordening (EU) nr. De toewijzing voor plattelandsontwikkeling en de toewijzing voor marktgerelateerde uitgaven en

Door de cijfers over de TF’s, AC’s en GPM’s die in dienst zijn op 31 december (tabel 6) te combineren met die over het aantal werklozen dat een uitkering heeft ontvangen (tabel 7),

1. Onverminderd de bevoegdheden van de ▌instellingen van de Unie en de lidstaten kan de Autoriteit contacten met toezichthoudende autoriteiten uit derde landen, met internationale

De meerderheid (90 %) bevestigde dat dit het geval was; alleen in Tsjechië, Estland, Cyprus en Malta is een dergelijke koppeling niet beschikbaar. Bovendien

Dat financieel kader is vastgelegd in Verordening (EU) nr. De toewijzing voor plattelandsontwikkeling en de toewijzing voor marktgerelateerde uitgaven en

Er zij op gewezen dat dit het eerste verslag is betreffende gegevens over het gebruik van dieren die werden verzameld volgens de gewijzigde rapportagevoorschriften van de