Vraag nr. 266 van 20 april 1998
van de heer JAN CAUBERGS
Stort Koersel-Beringen – Vergunningen – Sane-ring
Naar aanleiding van een klacht liet de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest ( OVAM) door NV Soresma een oriënterend bodemonderzoek uitvoeren op het terrein aan de Schomstraat 85 in Ko e r s e l - B e r i n g e n , waar illegale stort- en verbrandingsactiviteiten plaatsvinden. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat zowel de (boven)grond als het grondwater van per-ceel nr. 398 en nr. 399 de vigerende bodemsane-ringsnormen meermaals overschrijden. Zo is er een overschrijding van de normen voor lood (2x), PAK's (polyaromatische koolwaterstoffen) (53x) en zink (2,5x). OVAM erkent dat er sprake kan zijn van zowel historische als nieuwe verontreini-g i n verontreini-g, verontreini-gezien de huidiverontreini-ge stort- en verbrandinverontreini-gsacti- verbrandingsacti-viteiten.
Niettegenstaande het volgens OVAM aangewezen is om de illegale activiteiten (verbranding en stor-ting) zo vlug mogelijk stop te zetten, stel ik vast dat de eigenaar tot op heden onverminderd voortgaat met de verbranding van afval.
Daarnaast blijkt uit telefonisch contact (26 maart 1998) dat de gewestelijke directie van de adminis-tratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Wa t e r b e h e e r (Aminal) niet op de hoogte is van deze situatie. 1. Welke maatregelen heeft de minister genomen
om de verbranding en storting van afval op dit terrein onmiddellijk stop te zetten ?
2. Werden er door OVAM en Aminal maatregelen genomen om die illegale activiteiten stil te leg-gen ? Zo ja, welke en wanneer ? Zo neen, wie is gemachtigd om dergelijke activiteiten stil te leg-gen ?
3. Beschikt de eigenaar van de vernoemde perce-len over de nodige vergunningen voor zijn stort-en verbrandingsactiviteitstort-en ? Zo nestort-en, is er estort-en vergunningshouder ?
4. Zijn er door OVAM of Aminal maatregelen getroffen om het terrein te saneren ? Zo ja, welke ?
5. Wie is dit dossier aangewezen als sanerings-plichtige ?
Antwoord
Vooreerst merk ik op dat de afdeling Milieu-inspectie van Aminal wel degelijk op de hoogte is van de problemen in Beringen. Het telefonisch gesprek van 23 maart 1998 werd gevoerd met een administratief medewerker en niet met de toezicht-houdende ambtenaar die het dossier behandelt. 1 en 2. Op 2 juni 1992 werd door de afdeling
M i l i e u - i n s p e c t i e, buitendienst Limburg, v a n Aminal een proces-verbaal van overtreding opgemaakt ten laste van de heer Camps voor de exploitatie van een vergunningplichtige inrich-ting (opslag wrakken, p u i n , h o u t , ijzer) zonder milieuvergunning en voor het achterlaten van afvalstoffen. Dit proces-verbaal van overtreding werd gestuurd aan de procureur des konings in H a s s e l t . De exploitant werd toen ook aange-maand om het terrein op te ruimen vóór 1 janu-ari 1993. Aan deze aanmaning werd slechts gedeeltelijk gevolg gegeven. Op 18 oktober 1994 werd de heer Camps veroordeeld door de rechtbank tot een boete van 15.000 frank of 16 dagen gevangenisstraf.
Naar aanleiding van de klacht van de V l a a m s e v o l k s v e r t e g e n w o o r d i g e r, ingediend bij de gemeente, werd er op 22 april 1997 opnieuw een inspectie uitgevoerd door de afdeling Milieu-i n s p e c t Milieu-i e, buMilieu-itendMilieu-ienst LMilieu-imburg. Er werd opnieuw een proces-verbaal van overtreding opgemaakt voor dezelfde feiten en gestuurd aan de procureur des konings in Hasselt. De exploi-tant werd tevens aangemaand om vóór 1998 alle afvalstoffen legaal af te voeren.
maart 1998 werd de burgemeester van de gemeente Beringen dan ook door de afdeling M i l i e u - i n s p e c t i e, buitendienst Limburg, a a n g e-schreven met het verzoek om overeenkomstig artikel 54 van het afvalstoffendecreet de exploi-tant te bevelen de afvalstoffen te verwijderen. De OVAM werd eveneens met een brief van 31 maart 1998 ingelicht over de stand van zaken. 3. Voor de voornoemde percelen op het adres
Schomstraat 85 in Beringen, zijn nooit milieu-vergunningen afgeleverd.
4. Op 6 april 1998 stuurde de burgemeester van de gemeente Beringen een aangetekende brief aan de heer Camps met het verzoek om vóór 15 mei 1998 het afval legaal af te voeren. Indien aan deze brief geen gevolg zou worden gegeven, zou de gemeente genoodzaakt zijn om het afval zelf op te ruimen en de kosten op de heer Camps te verhalen. Uit een telefonisch onderhoud met de milieudienst van de gemeente Beringen blijkt dat er nog geen controle ter plaatse is uitge-voerd om na te kijken of het verzoek van de burgemeester is opgevolgd. Dit dient nog te gebeuren.
Door de OVAM zijn er tot op heden geen maat-regelen getroffen om het terrein te saneren. De heer Camps werd bij brief van 30 maart 1998 door de OVAM aangemaand tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. H i j diende de OVAM binnen acht dagen zijn stand-punt mee te delen. Op 19 mei 1998 heeft de OVAM dit standpunt nog steeds niet ontvan-gen.