Vraag nr. 245 van 12 mei 1998
van de heer JAN CAUBERGS
Opleiding skimonitoren – Erkenning
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 14 van 1 oktober 1997 kon ik vernemen dat de skiopleidin-gen van de Vlaamse Trainersschool (VTS) concur-rentie ondervinden van niet-erkende opleidingen, waaronder de Belgische Vereniging van Skiinstructeurs (BVSI) (Bulletin van Vragen en A n t -w o o rden nr. 5 van 1 december 1997, b l z . 688 – r e d . ). Deze vereniging maakt promotie met een pseudo-internationale erkenning door de Interna-tionale Vereniging van Ski-instructeurs (IVSI). 1. Op welke basis stelt de minister in zijn
ant-woord dat de opleidingsprogramma's van de BVSI eenvoudiger, beperkter en minder tech-nisch zijn ?
Is er een objectieve vergelijking gemaakt tussen het skiopleidingsprogramma van de VTS en dat van de BVSI ?
Zo ja, wanneer werd deze vergelijking gemaakt ? Door wie werd ze uitgevoerd ? Wat waren de bevindingen ? Zijn er (fundamentele) inhoude-lijke verschillen betreffende het opleidingspro-gramma en zo ja, welke ?
2. Om welke redenen worden BVSI-skiopleidin-gen niet erkend door het Commissariaat-Gene-raal voor de Bevordering van de Lichamelijke O p v o e d i n g, de Sport en de Openluchtrecreatie (Bloso) ?
3. Heeft de VTS-denkcel Ski uit de succesformule van het BVSI bepaalde conclusies getrokken ? Zo ja, welke ?
4. De internationale erkenning van het BVSI door de IVSI noemt de minister een pseudo-interna-tionale erkenning.
Waarom is er hier sprake van een "pseudo"-erkenning ?
5. Een wettelijke of decretale erkenning van ieder diploma uitgereikt door de V T S ontbreekt tot op heden.
Is de erkenning van dergelijke diploma's der-halve niet evenzeer een pseudo-erkenning ?
Antwoord
1. Binnen de denkcel Ski van de Vlaamse Trainers-school worden, onder de coördinatie van de directeur Sportkaderopleiding, de V T S - o p l e i-dingsprogramma's permanent geëvalueerd en bijgestuurd.Het is vanzelfsprekend dat hiervoor niet alleen de eigen programma's, maar ook die van de andere initiatiefnemers in binnen- en buitenland als vergelijkingspunt worden geno-men.
Onderwerp BVSI VTS
Niveau 1 Initiator Initiator/Jeugdsportbegeleider
Leeftijdsvoorwaarden 17 jaar 18 jaar
Toelatingsproef dezelfde proef maar verschillend beoordeeld
(VTS is strenger)
Vrijstelling toelatingsproef toeristenbrevet of flèche vermeil of
cha-flèche of chamois de mois d'argent van ESF bronze van ESF
Totaal aantal uren 60 100
Uren theorie 20 50
Uren praktijk 40 50
Niveau 2 Instructeur Instructeur
Totaal aantal uren 50 100
Uren theorie 20 50
Uren praktijk 30 50
Niveau 3 Skileraar Trainer A
Toelatingsvoorwaarden bezitten van de vorige bezitten van de vorige
niveau's niveaus + slalomproef of wedstrijdklassement
Totaal aantal uren 70 140
Uren theorie 20 74
Uren praktijk 50 66
Examenproef Slalom is niet elimine- slalom is eliminerend
rend en 5 doorgangen zijn met max. 2 doorgangen mogelijk (// aan Franse
beroepsop-leiding)
Totaal aantal opleidingsuren 180 340
(ESF : Frans syndicaat van skileraars – red.)
De ervaring op het terrein leert de VTS-docen-ten dat het skitechnisch niveau van de BVSI-gediplomeerden van niveau 1 (= de grootste groep) er de laatste jaren op achteruit is gegaan. De docenten van de VTS-opleidingen worden door de denkcel Ski (skifederatie, u n i v e r s i t a i r e Instituten voor Lichamelijke Opvoeding en Bloso) streng geselecteerd en zijn steeds gedi-plomeerde Trainers A die nagenoeg allen in het bezit zijn van een sportpedagogisch diploma (regent of licentiaat Lichamelijke Opvoeding). 2. Oorspronkelijk waren er twee officiële
opleidingsinstanties in België, namelijk de A d m i n i s -tration de l'Education Physique et des Sports (Adeps) en Bloso (LCK-Landelijke Commissie K a d e r v o r m i n g ) . Ter verdediging van de
vanaf 1990 met eigen opleidingen. Hierbij wer-den zowel Bloso als Adeps voor schut gezet. Er werd na 1990 door de BVSI geen enkele offi-ciële aanvraag tot erkenning van hun opleidin-gen bij de VTS ingediend.
De BVSI heeft een unitaire structuur, waardoor een erkenning door de VTS thans onmogelijk is. De BVSI is overeenkomstig haar eigen statuten enkel een belangenvereniging van (gediplo-meerde ?) skimonitoren en geen opleidingsor-ganisme.
Door de VTS erkende opleidingen worden op dit ogenblik enkel georganiseerd door de VTS-p a r t n e r s, zijnde de erkende sVTS-portfederaties en de universiteiten, of door officieel (dat wil zeg-gen door de Vlaamse overheid) erkende onder-w i j s i n s t e l l i n g e n . Daarenboven onder-wordt bij de erkenning van cursussen georganiseerd door derden steeds rekening gehouden met de gelijk-waardigheid aan de eigen VTS-opleidingen, als-ook met andere elementen zoals toelatingsvoor-w a a r d e n , p r o f i e l e n , i n h o u d e n , eindtermen en erkenning van docenten.
Individuele aanvragen tot inschaling van BVSI-gediplomeerden worden door de denkcel Ski wel behandeld en doorgaans aanvaard, overeen-komstig de bepalingen van het V T S - r e g l e m e n t betreffende de centrale examencommissie (= versnelde examenprocedure).
3. De VTS-denkcel Ski beschouwt de opleidingen van de BVSI niet als een succesformule. H e t groter aantal BVSI-gediplomeerden blijkt dui-delijk geen garantie voor kwaliteit te zijn. O p een ogenblik dat in het Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen, dat op 17 december 1997 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd, het verhogen van de kwaliteit van het sportaan-bod als tweede strategische doelstelling wordt v o o r o p g e s t e l d , lijkt normverlaging niet de aan-gewezen weg.
4. De IVSI is, naast andere gelijkaardige organisa-ties (bv. ISIA), een privé-organisatie ter verddiging van de belangen van de amateur- s k i l e-raars op mondiaal vlak. Zij heeft zich vooral in de Duitstalige landen weten te ontwikkelen. Het internationaal zegel van de IVSI heeft uit-eindelijk maar een beperkte waarde en wordt zeker niet in alle Alpijnse landen aanvaard.
In Frankrijk heeft het IVSI-zegel geen enkele waarde. Hier wil men enkel die monitoren aan-vaarden die gediplomeerd of erkend zijn door de overheidsinstanties. Voor hen gelden dan nog bijkomende voorwaarden.
In realiteit is het zo dat, met uitzondering van Frankrijk, in de meeste landen de lokale skipis-te-instanties autonoom beslissen wie zij als monitor op hun pistes aanvaarden of aan wie zij kortingen verlenen. Hierbij heeft het IVSI-zegel niet meer waarde dan bijvoorbeeld het lidmaat-schap van een nationale skifederatie of een ander opleidingsdiploma.
5. Op dit ogenblik worden drie V T S - o p l e i d i n g e n in de Vlaamse regelgeving expliciet vermeld : – de VTS-opleiding tot zwembadredder
(decreet Vlarem II van 31 juli 1995) ;
– de VTS-opleiding tot begeleider van jonge wielrenners (besluit van de Vlaamse regering van 22 juni 1994) ;
– de VTS-opleiding tot sportfunctionaris (decreet van 5 mei 1995).
Hiermee is duidelijk dat de wetgever de V T S reeds in het verleden heeft aangewezen als offi-cieel opleidingsorgaan inzake sportkaderoplei-dingen in Vlaanderen.