• No results found

P LITIEKE PARTIJ DEMOCRATEN '66 JAARGANG 15- NR. 7- OKT. 1982

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "P LITIEKE PARTIJ DEMOCRATEN '66 JAARGANG 15- NR. 7- OKT. 1982 "

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

~~

P LITIEKE PARTIJ DEMOCRATEN '66 JAARGANG 15- NR. 7- OKT. 1982

Partijsecretariaat: Bezuidenhoutseweg 195, 2594

AJ

Den Haag,

telefoon: 070-858303

DOCUMENTATtE~~\-1~

x per jaar

NEDERLANDSE POLITÏËKE PARTIJEN

VERLOREN, MAAR NIET VERSLAGEN!

door: Laurens Jan Brinkhorst Na de ernstige verkiezingsnederlaag van 8 september jl. bestaat bij velen een begrijpelijke neiging om zich op eigen stellingen terug te trekken en zich allereerst binoen D'66 te bezin- nen op verdere ontwikkelingen. De

"Haagse" politiek heeft het erbij la- ten zitten en wij moeten daar nu maar zo weinig mogelijk mee van doen hebben, is de redenering van velen. Een bezinningsproces na zo'n verlies is natuurlijk nodig en vindt thans binnen vele afdelingen in het land J1laats. Ook de fractie houdt zich daarmee bezig. Van mijn kant nu daarover alleen één kanttekening.

Wij hèbben collectief verloren, laten we nu ook als collectief in de komen- de tijd terugvechten. Geen individuele zondebokken zoeken, geen "ik-heb- het-wel-gezegd-houding"; wél een goede analyse en dan de blik vooruit.

Maar een bezinnen op eigen positie alléén is onvoldoende. De wereld draait door en wij doen ook mee aan een politiek proces, zoals dat van de kabinetsformatie. De fractie heeft geprobeerd de uitspraken van het congres van 17 juli zo goed mogelijk in te vullen.

Ondanks de geslonken gelalssterkte bete- kende dat toch de principiële bereidheid te praten over een PvdA/CDA/D'66- en PvdA/VVD/D'66-coalitie. Het is te be- treuren dat de VVD meteen de deur naar de tweede coalitie heeft dicht geslagen.

Daarmee is een historische kans gemist om te zien waar socialisten, liberaal-conser- vatieven en sociaal-liberalen met elkaar van mening verschillen, maar ook waar overeenkomsten liggen. Voor ons blijft het van belang openingen in die richting te on- derzoeken, maar voorlopig is dat toe- komstmuziek.

De fractie heeft het eindresultaat van Van Kemenade constructiefwillen toetsen. Wij waren bereid om door te praten. Er waren zeker een aantal positieve punten, bijna letterlijk overgenomen uit Perspectief '86, zoals een meerjarenaanpak via een sociaal contract op sociaal-economisch gebied,

maar de totale aanpak had toch enigszins het karakter van een potpourri van uit- eenlopende wensen: CNV-plan, FNV- plan en plan-Schouten. Het is onze opvat- ting dat alleen een heldere en krachtige keuze, waarbij zo dicht mogelijk bij het plan-Schouten wordt gebleven (langdurige inkomensmatiging in combinatie met las- tenverlichting) kans van slagen heeft. De tijd van pappen en nat houden is voorbij.

Daarbij is een rechtvaardig inkomensbe- leid voor de laagste categorieën voor ons essentieel. Alleen dan kan een werkelijk alternatief worden geboden voor het korte termijn - niet echte - bezuinigingsbeleid van de afgelopen jaren. Herverdeling van arbeid speelt daarbij een belangrijke rol, maar niet alleen. Ook selectieve groei is noodzakelijk.

Vrede en veiligheid vormden bij Van Ke- menade een ander struikelblok. De fractie herkende zich in het uitgangspunt, dat de plaatsing van nieuwe kernwapens in Ne- derland moet worden voorkomen. Maar om dat doel te bereiken is een actief beleid

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

nodig, dat internationaal kans van slagen heeft. Hans van Mierlo heeft daarvoor aanzetten gegeven. Een nieuw kabinet moet wel besluiten kunnen nemen en dat wilde de PvdA niet, tenzij bij voorbaat vaststond dat het "nee" zou zijn.

Ondertussen is Scholten met CDA/VVD aan de slag gegaan. Op zich was het mis- schien een goede zaak geweest als wij in een rondetafelgesprek duidelijk onze an- dere aanpak op sociaal-economisch gebied en met betrekking tot vrede en veiligheid hadden kunnen neerleggen. Sommigen in de partij waren daar misschien bang voor geweest uit vrees voor identiteitsverlies van D'66. Maar angst is een slechte raad- gever. Dát was dan ook niet de doorslag- gevende reden om tegen informateur Scholten nee te z~ggen. Van D'66 werd gevraagd van te voren al politiek ja tegen een combinatie met CDA en VVD te zeg- gen. Dat nu was onmogelijk vanwege de congresresolutie, maar bovenal omdat er grote inhoudelijke verschillen bestaan.

Wij staan voorlopig buitenspel, maardat is niet erg als we ondertussen van onze fou- ten geleerd hebben. Wij moeten onafhan- Vervolg op pagina 3

IN DIT

NUMMER

Paardrijden Bruggenbouwer Hoezo milieu?

Troebel water Uit de fracties

DERDE

CONGRESDEMOCRAAT 3 6 7 8 9

Congresstukken vanaf 13 PSVI: Voorzichtig uit het hart en de SWB achterop

I ~

(2)

Mededeling voor . nieuwe leden

(en voor hen die hun accept-giro kwijt zijn en daarom ditjaar nog niet betaald hebben)

EXTRA VERGADERING ADVIESRAAD

op zaterdag 13 november 1982 te 10.30 uur in De Ree- horst te Ede (Gld.)

Op de agenda: het- Manifest van R'appèl.

Moord op de infor- mateur

Neen, Van Kemenade leeft nog en ookS_cholten wandelt nog door Den Haàg, niáar lansen is vermoord. Mr.

J.ü .. Jan;sen, een topman uit het be- drijfsleven, maar een in politiek Den 'Haag volslagen onbekende, moet een oplossing brengen in een al acht maanden slepende kabinetsformatie.

En wat niemand voor mogelijk hield:

Jansen heeft Den Uyl en Ed Nijpels al dagenlang samen aan tafel. Het dreigt te lukken. Zou het CDA dan eindelijk toch in ·de oppositie gaan?

Den Haag houdt de adem in. We schrijven april 1983. Het demissio- naire kabinet-Van Agt 3 zit er nog

Telefoonnummers Landelijk Secretariaat

070-858303

Partijsecretariaat, SWB .:n PSVI (van 8.30 tot 12.30 en van 13.30 tot

17.30 uur) 070-832468 Publiciteit en PEAC 070-837668 Ledenadministratie

Bestellingen ledenlijsten, materiaal (van 13 tot 16 uur)

*

Kandidaatstelling vacatures hoofd- bestuur

zie pagina 13

Leuke dingen

Soms zijn er leuke dingen in de partij te doen, waar niet genoeg mensen voor te vinden zijn.

Wie zou b.v. lid willen zijn van de stemcommissie op .het congres (spoed!). Ook àan notulisten is een chronisch gebrek. Leden uit Den Haag en omgeving: zo nu en dan voor congressen e.d. komen wij ty- pecapaciteit te kort, het funktiona- rissenbestand moet uitgezocht wor- den, het archief en. het magazijn Ongeveer 30 nieuwe leden ontvingen

geen accept-giro kaart. Wij verzoe- ken hun vriendelijk hun contributie voor dit jaar over te maken op giro 4131966 ten name van contributiere- kening D'66 te Den Haag, onder vermelding van contributie 1982.

Zoals elders in dit blad staat vermeld ontvangt u geen lidmaatschapskaart 1J1eer. Stemrecht op. congressen en vergaderingen krijgt u op vertoon van uw betaalbewijs.

Zie contributieregeling op pagina 23.

· · · moeten worden bijgewerkt, zelfs een verf- en behangersploeg zou bij ons welkom zijn.

Het doel alleen

Het resultaat van de verkiezingen op

8 september jl. wordt op verschillen- stc;eds, Maar dan vindt een bode het de plaatsen in de Democraat bes pro- lijk van. de vermoorde informateur.

ken. Daarover gaat het op deze Wie is de dader? Charl Schwie!ert, plaats dan ook niet. Een evaluatie parlementair verslaggever van het van de verkiezingscampagne, het re- NOS-journaal, weet er een spannend sultaat, het hoe en waarom, is mo- geheel van te maken. Want niet al- menteel gaande, zodat de mogelijk- leen de belanghebbende politieke beid bestaat lering te trekken ter partijen zijn verdacht. Jansen heeft voorkoming van een volgende te- ook nog tal van jaloerse mensen om leurstelling. zich heen, die hem succes in zakelij- Tijdens deze campagne hebben vele keen andere avonturen benijden. En leden zich weer machtig ingezet. Het Charl Schwietert kent het Binnenhof vèrkiezingsresultaat en hun inspan- op zijn duimpje èn geeft een beeld ning staan helaas niet in verhouding . van het politieke leventje in Den tot elkaar. Ik hoor voortdurend de Haag, met veel "petite histoire".

echo van de woorden die Hendrik Smullen maar! Charl Schwietert, Tollens, in zijn romantisch epos "De Moord op de informateur, 159 bk overwintering op Nova Zembla", f 14,90. • door Barentz tot Heemskerk laat

zeggen: ,·,Men rekent d'uitslag niet, doch telt het doel alleen ... "

De uitslag vergeten we, het doel blijft.

Het hoofdbestuur en de campagne- commissie zijn de "aktieven" onder onze leden zeer erkentelijk voor hun bijdragen. Na deze uitslag is het ex- tra nodig dit nog eens duidelijk ken- baar te maken. Heel veel dank!

Jan Veldhuizen campagneleider

Gouden Gids

De Gouden Gids heeft een nieuwe rubriek "Politieke Partijen".

Iedere "zaak" heeft recht op gratis plaatsing in de Gids van zijn eigen gebied. Het landelijk secretariaat staat in een aantal gidsen vermeld.

Afdelingen en regio's wordt ver- zocht contact op te nemen met de plaatselijke Gouden Gids als zij er prijs op stellen hun contactadres vermeld te krijgen. •

Wie graag wat hand- en spandiensten wil verrichten bélt Marin Engelhard

070-858303. •

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

COLOFON

De uitgave van de Democraat ge- schiedt onder. verantwoordelijk- heid van een door het Hoofdbe- stuur benoemde redactieraàd die als volgt is samengesteld:

Jan Goeijenbier, Marie-Louise Tiesinga, Ed Veenstra, Stijn Verbeeck, Mieke van Wagen- berg, Kitty War-burg.

Als secretaris is aan de redactie- raad toegevoegd: Corry Hupkes.

Correspondentie, copy e.d.

richtèn aan het redactiesecreta- riaat van:

De Democraat, Bezuidenhoutseweg 195, 2594 AJ Den Haag.

Verantwoordelijkheid

De redactieraad draagt de eindver- antwoordelijkheid voor inhoud en op- name van publikaties in de Demo- craat. Het moet duidelijk zijn dat deze verantwoordelijkheid, zich niet uit- strekt tot bijdragen van het Hoofdbe- stuur, fracties in ·vertegenwoordigen- de lichamen, het SWB-bestuur, het PSVI-bestuur, de Adviesraad en an- dere officiële partijorganen. Al deze bijdragen zijn als zodanig herkenbaar

·aan het rubriekshoofd.

Ook de inhoud van ingezonden brie- ven, die steeds de naam van de schrij- ver vermelden, valt buiten de verant- woordelijkheid van de redactieraad ..

Voorzover er enig misverstand om- trent de redactionele verantwoorde- lijkheid mocht dreigen, worden de ti- tels van bijdragen die buiten die ver' antwoordelijkbeid vaiien, voorzien van een*

De Democraat

De Democraat wordt gratis toe- gezonden aan alle leden van 0'66. Niet-leden kunnen zich abonneren voor J 35,- per jaar.

Losse nummers zijn verkrijgbaar bij het secretariaat voor f 4,-

per stuk. ·

Wanneer verschijnt de

Democraat? -

De Democraat verschijnt 8 maal per jaar.

Democraat nr. 8 verschijnt begin december.

De sluitingsdatum voor ALLE kopij voor dit nummer is:

maandag 22 november a.s. 17 uur.

Advertentietarieven per 1-2-1982 1/1 pagina: f 1300,-

1/2 pagina: f 800,- 1/3 pagina: f 600,- 1/4 pagina: f 500,- 1/6 pagina: f 400,-

Steunkleuren zijn mogelijk;

meerprijs op aanvraag ,verkrijg- baar.

Contractprijzen op aanvraag verkrijgbaar.

Plaatsing van advertenties is me- de onderworpen aan de goedkeu- ring van de redactie.

Oplage: 17.000 ex.

Druk en Lay-out:

Brouwer OtT~et BV/Utrecht Partijsecretariaat

Bureau SWB D'66 Bureau PSVI D'66 Bezuidenhoutseweg 195 2594 AJ Den Haag Telefoon: 070-858303 Giro 413.19.66

(3)

OPINIE

HOE GAAN WE VERDER?

WIE GOED WIL LEREN PAARDRIJDEN, MOET LEREN HOE TE VALLEN *

door Jan Veldhuizen

Als een politieke partij binnen ruim één jaar van 17 naar 6 zetels terug- valt, m.a.w. 400.000 klanten haar winkel uitstuurt, dan is dat reden te over na te denken over de vraag hoe dit kan gebeuren en vooral ook hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden. Daarbij is dan aan de orde wat er verkeerd is gegaan om daaruit lering te trekken. In de discussie, die ongetwijfeld in de partij gevoerd gaat/moet worden, is het raadzaam zich te realiseren dat als men met de vinger wijst er drie vingers op de

"wijzer" zelf gericht zijn, hetgeen niet wegneemt dat kritiek die bij-

Vervolg van pagina I

keiijk doorgaan en onze kracht opnieuw richten op het aandragen van ideeën om de economische en maatschappelijke crisis tegen te gaan. De weg naar herstelde rege- ringsverantwoordelijkheid is misschien lang, maar kansrijk als we ons realiseren dat geen van de drie andere groeperingen een werkelijk perspectief te bieden heeft.

Wij hebben wel verloren, maar we zijn niet verslagen!

Ten slotte een persoonlijke opmerking.

Enige weken geleden ontstonden geruch- ten over mijn aanstaande vertrek als frac- tievoorzitter. Daarover het volgende.

Zoals alom bekend, heb ik nooit het lijst- trekkerschap van de partij geambieerd.

Dat was zo in de zomer van 1976 vóór het heroprichtingscongres, en dat is altijd zo gebleven tot aan het zomercongres 1982.

Toen ik door omstandigheden in 1981 tot fractievoorzitter werd gekozen, heb ik me bereid verklaard dat twee jaar te doen.

Sindsdien is er wel een nieuwe situatie ont- staan. Na de verkiezingen van 8 september jl. heeft de fractie dan ook op mijn voorstel besloten, dat een nieuwe voorzitter zou worden gekozen aan het einde van de ka- binetsformatie. Waar ik nog steeds geen kandidaat-lijsttrekker voor de· volgende ronde wil zijn, ligt het eerder voor de hand dat een ander, die daartoe wel bereid is, ook het voorzitterschap van de fractie op

zich neemt. •

draagt tot reconstructie niet onder tafel mag verdwijnen.

D'66 heeft aan de verwachtingen van de kiezers niet voldaan, dat mag gerust uit de verkiezingsuitslag opgemaakt worden.

Kiezers, die hun teleurstelling hebben er-

varen met politieke partijen, hebben de neiging meer vertrouwen te hebben in en verwachtingen te hebben vàn jonge partij- en. Als de gewenste resultaten uitblijven of niet zichtbaar zijn dan is de kiezer geneigd terug te keren naar de oude teleurstelling.

Het verlies van D'66 heeft te maken met dat ,jonge partij"-verschijnsel en ook met de ervaring dat regeringspartijen nu een- maal zelden of nooit winnen. De minder voortvarende werkwijze van het kabinet en de polarisering tussen CDA en PvdA- die D' 66 vrijwel onzichtbaar maakte- deed daar nog een schepje bovenop.

Dit zijn factoren die een politieke partij overkomen, in dit geval voor D'66 mis- schien een opeenhoping van pech en on- sympathieke omstandigheden, deze rechtvaardigen echter niet de uitverkoop van I I Kamerzetels.

In de ogen van de kiezers is D'66 veran- derd, ook al vinden D'66-ers misschien dat dit inhoudelijk niet het geval is; met dit feit heeft D'66 wel te maken. Er is een aantal

Het regent en het stormt, het dak ligt er af en het huis staat op instorten: zó ongeveer moetje geloven dat D'66 er uitziet als je de commentaren sinds 8 september leest. Ook de commentaren uit eigen kring. De zelf- verzekerdheid van de partij hing blijkbaar aan 17 zetels in de Tweede Kamer. Nu we er daar 11 van kwijt zijn wordt de Demo- craat bedolven onder teksten van leden die precies weten waarom het fout is gegaan en wat we anders hadden moeten doen. We hebben nagenoeg al die teksten opgeno- men omdat we het heel belangrijk vinden om die te lezen. De lengte van de stukken en het corps waaruit zij werden gezet is daarbij geen maatstaf voor de belangrijk- heid ervan, evenmin als de plaats vóór of achter in de Democraat. U moet er deze keer echt even van links naar rechts door- heen. En daarna komt u naar het congres om er over 'te praten.

De onrust en de paniek die hier en daar uit de teksten spreekt moet u maar op de koop toe nemen. Enerzijds is ergeen reden toe, zoals Jan Vis aan het eind van zijn bijdrage

"De identiteit van de bruggenbouwer"

schrijft: wat goed was om 17 zetels mee te verwerven is dat waarschijnlijk nu nog.

Anderzijds vinden wij dat wat fout was in 1981 ook nu nog aan de kaak gesteld mag worden. Beter dan op een congres kunnen wij de discussie daarover starten in de plaatselijke afdeling. Wat dáár boven komt drijven vindt zijn weg wel naar het congres.

Intussen heeft het onbehagen velen naar de Demoáaat gedreven. Dat •is goed, maar het partijblad beantwoordt pas aan zijn opgave als betere tijden geen gezapig- heid en zelfgenoegzaamheid te zien geven, maar grote betrokkenheid en politieke be- drijvigheid, juist in de kolommen van de Democraat.

* * *

"Adieu D'66!" stond er in de vorige De- mocraat boven een aantal brieven van mensen die teleurgesteld afhaakten. Wie goed kon lezen zag dat die brieven met hartebloed geschreven waren. "Partij, ik hou zo van je" stond er tussen de regels,

"maar waarom doe je zo raar? Zo kan ik toch niet bij je blijven!" Mensen die zó reageren horen gewoon nog bij ons, moe- ten terugkomen, teruggehaald worden desnoods.

Zij die straks met stille trom vertrekken, eenvoudig door hun contributie niet meer te betalen, vormen een ernstiger verschijn- sel. Die zijn niet zo aan ons gebakken dat zij de moeite nemen ons een briefte schrij- ven. Wanneer u tot die groep behoort, be- denk dan dat de partij nog steeds op u rekent. In de ordinaire bétekenis van reke- nen met geld, jazeker, maar ook in de bete- kenis van kunnen rekenen op! Op vriend- schap, op steun, op aktiviteit bij de ver- spreiding van de visie van een links-libe- rale groepering die in de vaderlandse poli- tiek van de tachtiger jaren broodnodig is.

Blijf nog even bij ons. Kijk het nog even

aan, desnoods.

(4)

factoren op te noemen die bepalen waarom kiezers op een partij stemmen zoals:

- het programma, of een aantal specifieke punten hieruit,

- de positie van een partij in het politieke spectrum, (links, rechts, progressief, con- servatief),

- de personen en,

- stijl/presentatie, (verstandig, redelijk, betrouwbaar).

Elk element heeft een eigen gewicht, maar is niet los te zien van andere.

Bezien door een D'66-bril bieden deze factoren dan het·volgende beeld:

Het programma: D'66 ontleent haar her- kenbaarheid uit programmapunten als:

milieu, energie, em{lncipatie, democratise- ring, innovatie, enz.

De kiezer heeft op die punten van D'66 moeten begrijpen dat een aantal beslissin- gen voortkwam uit het vorige kabinet, dat beleid tijd nodig heeft en dat daarom impo- pulaire (on-D'66) zaken nog even door- gaan.

Dit heeft de kiezer natuurlijk en terecht niet begrepen.

De positie: D'66 is een progressieve partij, links (niet alle D'66-ers vinden links een leuk woord) en als zodanig herkenbaar en blindelings te vinden in het politiek spec- trum. D'66 wilde een regeercombinatie met overwegend progressieve partijen, bevestigd in een vrijwel unaniem aanvaar- de RB-resolutie (V oorjaarscongres '8 1).

De kiezer zag D'66 op sociaal-economisch gebied samenhandelen met het CDA, soms samen besluiten nemen met de PvdA, het- geen niet stabiel lijkt en aan het einde v~n

de rit bleefD'66 samen met het CDA in een combinatie over. Daarna ontstond discus- . sie over de nieuwe mogelijkheden voor een

regeercombinatie, die resulteerde in de oude resolutie aangevuld met de kier naar D'66-CDA-VVD. De wijzigingen doen kiezers twijfelen aan de progressieve koers van D'66.

De onzekerheid die bij de kiezers ontstond op programmatisch gebied werd versterkt door de onzekerheid op het gebied van de koers van de partij. Het is mijn stellige overtuiging dat deze twee factoren het grootste deel van het verlies van D'66 heb- ben veroorzaakt.

De discussie over de plaats en toekomst van D'66 behoort mijns inziens uit te mon- den in de volgende punten.

I. D'66 van een ideeën-partij naar een so- ciaal-liberale partij

D'66 heeft zich gekenmerkt door het sig- naleren van problemen en de bereidheid daar oplossingen voor aan te dragen. Een eigenschap als "vooruitdenken" is hier- voor onmisbaar. Dit denken leidde tot uit- gesproken ideeën over: staatsrechtelijke hervormingen, emancipatie, milieu- en energiebeleid, innovatie, minderheden- beleid, democratisering en decentralisatie, humanisering van werkomstandigheden, doorbreking v~n pensioenslavernij, her- ziening van het sociaal-verzekeringsstel- sel, sociaal contract, ontbureaucratise- ring, arbeidsverdeling, en alles wat i,k nu vergeet. Bezien we deze reeks dan passen deze (vrijwel) alle in het D'66-basis-uit- gangspunt dat gericht is op "handhaving

en verbetering van de individuele ont- plooiingsmogelijkheden in vrijheid en ver- antwoordelijkheid, naar eigen inzicht en ov.ertuiging in solidariteit met de mede- mens en zonder discriminatie van ande-

ren". I

Tevens is D'66 niet gebonden aan belan- gengroeperingen en bedrijft derhalve een volstrekt onafhankelijke politiek. Zonder dat D'66 dit in het verleden expliciet uitge- sproken heeft kom ik makkelijk tot de conclusie dat dit uitgangspunt en alle losse gedachten en ideeën die in de loop der ja- ren ontwikkeld zijn zich dienen te bunde- len tot een boekwerk met meer body onder de noemer:

het .sociaal-liberalisme

Als D'66 handelt zoals het handelt, be- noem deze handelwijze dan ook met de juiste benaming. Het begrip sociaal-libe- raal geeft het kader aan wa::trin ideeën, programma en het handelen zich afspelen.

Voor onszelf en voor de kiezer geeft het via deze tijdloze boodschap een aanzienlijk grotere herkenning en hulpmiddel voor het vinden van de plaats van D'66 in het poli- tieke spectrum.

Een etiket dus! Dit wordt vermeld in de wetenschap dat niet iedereen overtuigd is van het feit dat een klein etiket zoveel

"briljante" ideeën kan omvatten.

2. Grondslagen en de maatschappijvisie van D'66

De intensieve discussie over de grondsla- gen is uitgemond in een besluit van de AL V dat inhield dat D'66 geen grondslagen (no- dig) heeft. D'66 zoekt naar oplossingen voor problemen die zich voordoen of waarvan verwacht wordt dat ze zich voor gaan doen. D'66 hanteert geen blauwdruk- ken die verstarrend werken maar afhanke- lijk van tijd en omstandigheden dienen de oplossingen geformuleerd te worden.

De D'66-allergie voor grondslagen - die verstarrend zouden werken - en etiketten neemt niet weg dat

- een uitgangspunt geformuleerd is (zie onder I)

- die reeks van ideeën en handelingen dit uitgangspunt bevestigen en

- daarom niet geconcludeerd mag worden dat in het wilde weg gehandeld wordt.

D'66 heeft dan wel geen blauwdruk, maar wel een visie.

De politieke partij D'66 zal zich op korte termijn moeten beraden over de vraag op welke wijze grondslagen en maatschappij- visie (kip en ei) geactualiseerd moeten worden, waarbij ik mij niet kan voorstellen dat een principieel andere handelwijze van D'66 het resultaat zal zijn dan het eerder geformuleerde (individuele vrijheid in so- lidariteit). Wel dat het D'66-handelen zich richt op de omstandigheden waarin, de mens zalleven en zich in zekere mate van welbevinden (geluk) kan verwerven. De formulering van zo'n maatschappij-analy- se noodzaakt tot intensivering van het po- litiek karakter van de partij.

3. De positie van D'66

De maatschappijvisie van D'66, haar mensbeeld, het beleid dat zich richt op realisering hiervan geven de context aan waarbinnen het bedrijven van D'66-poli- tiek zich kan afspelen. De plaats van D'66

is in de progressieve, linkse, hervormings- gezinde, solidaire hoek, ook al zijn deze termen aan slijtage onderhevig.

Dit houdt in dat realisering van het D'66-

progra~ma kan plaatsvinden in regerings- combinaties waarin het vrijheidsaspeet en de solidariteitsgedachte ruim voldoende vorm krijgen. Derhalve concludeer ik dat dat niet kan in alle combinaties. Onafhan- kelijke partijen leven en werken met het feit dat meerderheden door combinaties met andere partijen ontstaan en dat deze combinaties pas tot stand komen als de ideologieën, mens- en maatschappijbeel- den niet strijdig met elkaar zijn. Dat bete- kent dat de lood-om-oud-ijzer-onafhanke- lijkheid niet bestaat, wel een programmati- sche afhankelijkheid van andere partijen indien men de programmatische theorie in regeringspraktijk wil omzetten.

D'66 als onafhankelijke partij (in de bete- kenis van niet-gebonden aan belangen- groeperingen) realiseert met een duidelijk

g~formuleerde boodschap (sociaal-libera- lisme) en haar positie in het progressieve kamp een grotere herkenbaarheid dan nu het geval bleek te zijn. Het nadeel van het niet beschikkèn over een "belan- gen'' -achterban neemt daardoor af. Dat ter stabilisering van haar electorale positie D'66 - bij deelname aan een regering - ,,eigen'' posten moet be10:etten om meer kracht bij te zetten aan eigen prioriteiten en dat er een aanduiding moet zijn van de termijn waarin beleid tot stand kan komen,

b~ijft hier kortheidshalve onuitgewerkt.

4. De politisering van D'66

Zonder dat hiermee een ieder recht gedaan wordt, kan in algemeenheid gesteld wor- den dat politisering ( = het bewust bezig zijn met formuleren en creëren van oplos- singen van maatschappelijke problemen.

J.V.) in D'66 niet voldoende tot stand is gekomen. Afdelingsvergaderingen houden zich relatief veel bezig met procedures en reglementen, al dan niet aangevuld met een spreekbeurt. De organisatie van D'66 zal bewust ruimte moeten scheppen voor acti- vering en intensivering van de politieke discussie. Politieke zaken (S.W.B. en H.B. aanzetten) dienen op afdelingsniveau mee besproken te worden. Jaarlijks dienen één of twee centrale thema's behandeld te worden die landelijk aangereikt worden.

Daarnaast is het noodzakelijk dat afde- lingsvergaderingen ook lokale en regionale onderwerpen ter discussie brengen.

D'66 zal in al haar voegen bezig moeten zijn met een continue probleemstelling en daaraanvolgend een continu probleem- oplossings-proces (als dat een woord is), wil politieke betrokkenheid in voldoende mate ontstaan.

Een aantal mogelijke onderwerpen: (zie ook de SWB-beleidsnota, juni 1982) - de ontwikkeling/actualisering van de maatschappijvisie van D'66,

- hoe gaan industriële ve~;nieuwing en kleinschaligheid samen, hoe innovatie, aanschaffingsbeleid van de overheid en re- gionaal-economisch beleid,

- hoe ricliten wij de samenleving in bij sterkere vergrijzing van de bevolking, - hoe realiseren wij onze maatschappelij- ke verplichtingen t.o.v. minderheden, de tweede generatie gastarbeiders.

(5)

- wat doen we met de relatie werkenden/

niet werkenden, hoe vervangen wij "de maatschappij van het werk, waarin het le- ven zich afspeelt rondom betaalde arbeid, door een maatschappij van menselijke ac- tiviteit"**

- welke bijdrager.. verwachten wij van de informatica, wat hebben wij jongeren te bieden, wat is D'66-cultuurpolitiek en zijn wij tevreden met de "gerealiseerde"

staatsrechtelijke hervormingen,

- de relatie overheidsbeleid-decentralisa- tie en centralisatie.

Op afdelings- en regionaal niveau kunnen afgeleiden hiervan functioneren, geënt op de daar geldende situatie bijv.

- bevordering vestigingsklimaat kleine bedrijven,

- stadsvernieuwing en culturele minder- heden,

- ruimtelijke ordening en milieu, enz.

Kortom: problemen genoeg!

Een dergelijk gestructureerd discussiepro- gramma heeft tot gevolg dat een wissel- werking ontstaat tussen afdelingen, regio's en HB en derhalve dient de organisatie- structuur dit mogelijk te maken.

Tot slot: een aanscherping van politiek handelen, van bewuster positie kiezen, van intensiveren van de discussie kan lei- den tot een mirft:ler omzichtige wijze van stellingname, meer helderheid, meer dui- delijkheid, en meer houvast zonder over te gaan tot zwart-wit redeneringen: extremen bieden meestal geen oplossingen.

Die helderheid moeten wij onszelf en de kiezer verschaffen.

Een begin wordt gemaakt met de discussie die in de partij tot stand dient te komen.

Vandaar deze aanzet, die ik graag- voor zover mijn fysieke mogelijkheden dat rechtvaardigen - overal wil verdedigen en verklaren. Deze discussie moet leiden tot:

D'66 als uitdrager van "een fantasierijk, onorthodox en karakteristiek liberalisme dat de gemeenschappelijke grondslag van sociaal-democratische verworvenheden combineert met nieuwe perspectieven op de toekomst van de vrijheid".**

* Mexicaans gezegde

** Rolf Dahrendorf: "Na de sociaal-de- mocratie", Socialisme en Democratie, ju- li/aug. 1981

In memoriam Joop van Ginkei

Door een tragisch ongeval is Joop van Ginkei ons ontvallen. Verbijstering en machteloosheid heeft dit bericht te- weeg gebracht bij al degenen die het voorrecht hebben gehad Joop te ken- nen en te mogen meemaken zoals hij was: sympathiek, veelzijdig begaafd en onvermoeibaar. ·

Met het heengaan van Joop heeft D'66 een origineel en doortastend denker verloren, mét in het bijzonder een grote interesse voor en deskundigheid in economische, energie- en veiligheids- kwesties. De herinnering aan Joop van Ginkei blijft echter bestaan.

Waar Joops vriend, Maarten Engwirda, voor de Democraat zijn gevoelens op papier heeft gezet ter gedachtenis aan Joop van Ginkel, volstaan wij hier met ons van harte daarbij aan te sluiten.

E. Wellenstein coördinator werkgroep vrede en veiligheid

Verslagen en aangeslagen vernam ik het bericht van het plotselinge overlij- den van mijn vriend en partijgenoot Joop van Ginkei op 19 september j.l.

V el en binnen D'66 hebben Joop gekend als iemand die zich niet wilde neerleg- gen bij de problemen die de wereld in het algemeen en Nederland in het bij- zonder bedreigen. Voor de oplossing daarvan voelde hij zich persoonlijk sterk verantwoordelijk.

De grondigheid en soms de verbeten- heid waarmee hij over die problemen praatte, wezen er op dat hij ze eigenlijk vandaag nog zou willen oplossen en, als het echt niet anders kon, uiterlijk mor- gen.

Vanuit die positieve instelling heeft Joop jarenlang bijgedragen aan de me- ningsvorming binnen D'66: op partij- congressen, binnen de afdeling Den Haag en in de werkgroepen macro-eco- nomie en energie. Daarbij had hij een zeer brede belangstelling voor alles wat met de publieke zaak te maken had.

Van nabij heb ik mogen meemaken hoe hij achtereenvolgens zijn tanden zette in het vraagstuk van de verhouding tus- sen de arme en de rijke landen; in het probleem van de toekomstige energie- voorziening in Nederland en in de toe- komst van onze verzorgingsstaat.

En wanneer Joop zijn tanden ergens in zette, dan kwam er iets degelijks uit zijn vingers. De onrust die hij over zich had, ging pas weg als hij ervan overtuigd was de juiste oplossing te hebben gevonden.

Dat was meestal nieteenvoudig, omdat hij aan zichzelf buitengewoon hoge ei- sen stelde. Hij hield niet van op- pervlakkigheden of van opportunisti- sche overwegingen. Nee, hij moest en zou tot de kern ván de zaak doordrin- gen. Had hij die kern voor zijn gevoel

eenmaal bereikt, dan telde voor hem slechts het argument en niet de macht.

In dat opzicht was hij een ware idealist, een man die geloofde in de mogelijkheid en de noodzaak om de samenleving te verbeteren via de kracht van ;zijn ideeën. In dat opzicht was hij voor mij ook een echte D'66-er.

Ook de laatste keer dat ik Joop ont- moette, zal ik nooit vergeten. Dat was namelijk op 7 september, de dag vóór de Tweede Kamerverkiezingen. Met enkele collega's was ik die dag bp Eco- nomische Zaken om Jan Terlouw voor te bereiden op het grote politieke tele- visiedebat ván die avond. Ik kwam hem tegen in de hal van het departement · waar hij al zo lang had willen werken, en waar hij op I juli ook was begonnen te werken. Hoewel enkele collega's buiten stonden te wachten om met mij mee·te rijden, raakte ik binnen 5 minu- ten met hem verwikkeld in een gesprek over de fundamenten van het Neder- landse stelsel van sociale zekerheid.

Vele ambtenaren van Economische Zaken liepen ons voorbij. Joop zag ze niet: hij was namelijk in gesprek. Toen ik absoluut weg moest, spraken we, zo- als gebruikelijk, af om dat gesprek bin- nenkort voort·te zetten. Wie van ons kon toen vermoeden dat dat nooit meer zou gebeuren?

Ik weet hoe zwaar het verlies is, dat zijn vrouw Ankie en zijn kinderen Bibi en Volkert heeft getroffen. ·

Misschien kan hun grote verdriet enigszins worden verzacht door de ge- dachte dat Joop in de herinnering van veel D'66-ers zal voortleven als een voortreffelijk mens, aan wie wij met trots zullen terugdenken.

Maarten Engwirda

Vice-voorzitter Tweede Kamerfractie

(6)

OPINIE

DE IDENTITEIT VAN

DE BRUGGENBOUWER

door: Jan Vis

Als er een hoofdprijs bestond voor het snel in de vernieling helpen van een succesrijke partij dan zou die prijs ditjaar vast en zeker naar D'66 zijn gegaan. We hebben hem immers wel verdiend.

Het kabinetsavontuur werd een krankzin- nig avontuur. De oudere partijleden zijn aan die krankzinnige avonturen gewoon, voor de anderen is het nog even wennen.

We moeten elkaar intussen niets wijsma- ken: we hebben onze nederlaag vooral aan onszelf te danken. Het kabinet Van Agt 11 was stellig het slechtste kabinet sinds 1945 -misschien wel het slechtste kabinet sinds de invoering van het algemeen kiesrecht.

Bij de formatie was dat nog niet meteen te zien - alle formaties zijn immers treurige toestanden. Maar toen er daarna eigenlijk niets meer gebeurde, toen de regerings- verklaring maar steeds uitbleef- toen kre- gen velen onzer al een bang vermoeden: er deugde iets niet in de samenwerking. Toen het kabinet in elkaar zakte nog voor het goed en wel zijn gezicht aan de tweede kamer had laten zien was het eigenlijk wel duidelijk.

Achteraf beschouwd was het toen het mo- ment geweest om te constateren dat we deze coalitie met hart en ziel hadden nage- streefd maar dat het resultaat flink tegen- viel - en dat het dus tijd was om er maar mee op te houden.

Dat is natuurlijk wijsheid achteraf; het loslaten van iets datje met hart en ziel hebt gewild is naar de opvatting van heel wat partijleden bovendien ook nauwelijks fat- soenlijk. Je behóórt niet weg te lopen voor de consequenties van je eigen opvattingen en standpunten. Maar voor wie zoekt naar de oorzaken van onze nederlaag vindt in het direct al mislukken van de coalitie een belangrijk gegeven.

Geheel in strijd met ons politieke eigenbe- lang hebben we geprobeerd de coalitie weer op poten te krijgen - om vervolgens bij het afleggen van de regeringsverklaring te constaterel\ dat de premier zich laatdun- kend en geringschattend gedroeg. Brink- horst heèft daar toen nog een opmerking over gemaakt.

Terecht. Van Agt deed gekwetst. Ten on- rechte - en het was weer een aanwijzing dat er veel niet deugde.

Natuurlijk verliest iedere partij die gaat re- geren een deel van haar aanhang. Er zijn heel wat kiezers die hun stem uitbrengen zonder er bij na te denken. Ze stemmen op iemand zonder te weten wat zijn of haar

opvattingen zijn - daar is weinig aan te doen. Door te gaan regeren word je her- kenbaar en daardoor verdwijnt de aanhang die bij het uitbrengen van zijn stem niet of nauwelijks nadacht. Dat verlies is niet erg- misschien is het zelfs wel goed.

Maar we hebben ook ongelooflijk veel aanhang verloren doordat we niet deden wat we hadden beloofd of tenminste. had- den gesuggereerd. Iedereen die de partij intrekt om het beleid uit te leggen of te verdedigen kent het verschijnsel dat veel kritiek inderdaad terecht is. Je aarzelt dan tussen je geweten en je politieke trouw.

Intussen hoop je maar dat de toekomst nog iets aardigs zal brengen. En als een rege- ringsperiode inderdaad vier jaar duurt kan die toekomst ook nog wel iets aardigs brengen. Maar die vier jaar waren ons niet beschoren - er was niets meer om op te hopen. Naar mijn stellige overtuiging heeft dat de motivering van het actieve partijka- der zeer diep aangetast. Het werd moeilijk . om mensen uit te leggen waarom ze op D'66 zouden moeten stemmen.

Een regeringspartij wordt beoordeeld naar haar daden - laten we daar geen doekjes om winden. En als die beoordeling kenne- lijk negatief is dan was er iets mèt die daden aan de hand- zo werkt de democratie. Bij verkiezingen verantwoorden we ons aan de kiezers.

Afgezien van het beleid zijn er nog een paar dingen die we ons moeten aantrekken.

D'66 heeft heel duidelijk de pretentie ge- had een brug te willen slaan tussen twee partijen die elkaar op dit moment nauwe- lijks het licht in de ogen gunnen. Achteraf bekeken lijkt het mij een onmogelijke op- gave om als derde en kleinste coalitiepart- ner een brug te willen slaan tussen deze partijen. De tegenstelling was wezenlijk (is het misschien nog steeds). De bruggen-

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

bouwer loopt op zijn best wat geagiteerd heen en weer tussen de kijvende partners.

Hij kan alleen vrede stichten vanuit een machtspositie - welnu die machtspositie hadden we niet. We waren niet ècht nodig·

en konden desnoods worden gemist. Mis- schien was dat gemis aan machtspolitieke basis nog te compenseren geweest door een overmaat aan ervaring, maar die had- den we niet.

Tenslotte: een politieke partij die als klein- ste in een coalitie zit loopt het grote risico zijn identiteit kwijt te raken. De aandacht gaat vooral naar de voormannen van de twee grootste partijen en de kleinste part- ner verdwijnt al te vaak in de schaduw van Of de ene grote partner of de andere grote partner.

Daarom is het niet verstandig als de klein- ste partner zijn belangrijkste figuren (die immers in vergaande mate de identiteit uit- drukken) in het kabinet te laten gaan. De kleinste partner heeft het meeste belang bij het handhaven van het dualisme tussen fractie en kabinet - en dus moeten de be- langrijkste figuren eigenlijk in de fractie blijven want daar kunnen ze de identiteit beter handhaven dan in het coalitie-kabi- net.

We hebben veel geleerd- en het leergeld was nogal hoog. Maar laten de ervaringen geen reden zijn voor zoiets als een "nieuw begin", voor een roep om andere, nieuwe en betere ideeën. Laten we ons ook niet voorstellen dat we nu ineens allerlei orga- nisatorische maatregelen moeten nemen.

Met dezelfde organisatie behaalden we in 1981 een groot succes- zo slecht kan die organisatie dus niet zijn.

We waren gewoon beginnelingen in de po- litiek - en dat zijn we nu niet meer.

Enkele manieren om je partijlidmaatschap te beleven:

* nieuwe leden werven

* de afdelingsvergade- ring bezoeken

* op je werk over poli- tiek praten

* het congres bijwonen

* een brief schrijven aan Democraat

* de wethouder opbel- len

* ... (zelf invullen) en ... .

* je contributie betalen (ook straks voor 1983)

(7)

OPINIE

MILIEU ~oF POLITIEK?

EEN PAAR KANTTEKENINGEN NA 8 SEPTEMBER

door lneke Lamhers

Het kan raar lopen ... : bijna een jaar lang geen speciaal gemor of gesputter en dan ineens is het verkiezingstijd en klinkt plots het verwijt dat er kort samengevat onge- veer op neer komt, datje niet in één hand- omdraai even in een paar maanden alles in orde hebt gemaakt wat in 10 jaar daarvoor nog niet gelukt was of fout was gegaan!

Zo ging het zo ongeveer met de opvallend partijpolitiek toegespitste kritiek die de bijdrage vormde van Natuur en Milieu en Milieudefensie aan het verkiezingsgedruis.

Nu ligt 8 september al weer enige tijd ach- ter ons en je leert wel om veel van wat in zo'n verkiezingspenode gebeurt daarna maar snel als afgedaan strijdgewoel te be- schouwen. Aan een nummertje nakaarten, omzien in wrok, of een verdediging-ach- teraf heb ik dan ook niet zo'n behoefte.

Toch is er in dit geval wel aanleiding tot nog enkele kanttekeningen, en wel om twee redenen. In de eerste plaats is er het gevaar dat naast het verguizen van D'66 (wat me als rechtgeaard D'66-er op zich natuurlijk ook niet lekker zit, maar dat ter- zijde) aan beschadiging van het milieube- leid als zodanig wordt teweeggebracht; en ook wie voor mijn part D'66 haat maar het milieu mint moet dat te gortig zijn. In de tweede plaats hebben snelle reacties op de gebeurtenissen-van-de-dag (persberich- ten, interviews, berichten aan regio's en afdelingen) niet kunnen bewerkstelligen dat voor de D'66-leden steeds voldoende duidelijkheid in de berichtgeving bestond;

de daaruit voortvloeiende vraagstelling, gelukkig meestal vervat in termen als

"zeg, wat is er aan de hand, dat kan toch niet kloppen", verdient óók na de Se sep- tember een reactie.

Ik moet me maar bepalen tot mijn eigen portefeuille als staatssecretaris (Dick Tommei gaat in bredere zin nog op één en ander in); dan moet ik in alle objectiviteit toch constateren dat niet alleen de kritiek- punten een onvolledige weergave van de feiten behelsden, maar vooral ook dat de diverse stappen-in-de-goede-richting die wel degelijk gezet zijn zorgvuldig ónver- meld zijn gelaten. (In het naast het artikel in "Natuur en milieu" uitgebrachte pers- bericht worden van dat hout nog dikkere planken gezaagd ... ). En nog daargelaten watje van zo'n aanpak kunt denken uiteen oogpunt van onpartijdige beoordeling, daarmee sluipt óók het gevaar binnen waar

ik zoëven al op doelde: het gevaar dat dit bagatelliseren van wat voor het milieube"

leid kon worden geconsolideerd, verbe- terd, in gang gezet, een dankbaar opstapje vormt voor diegenen die liefst het hele mi- lieubeleid zouden willen weg-bagatellise- ren, het gevaar dat zo de dreiging van uit- holling van de bescherming van het milieu met de economische situatie als slecht ex- cuus (zie de recente opstelling van de werkgeversorganisaties) in de hand wordt gewerkt in plaats van tegengegaan. Een maatschappelijke ondersteuning van het milieubeleid (met inbegrip van opbóuwen- de kritiek, zeker, en van het aangeven van doelstellingen voor overmorgen naast de aanpak voor morgen) is en blijft hard nodig

en tot nog toe kende ik de milieu-organisa- ties als constructieve contribuanten in dit opzicht. Dat men nu (om kennelijk andere bedoelingen?) deze benadering heeft los- gelaten ten koste van het risico de éigen doelstellingen van bijdragen aan een goed milieubeheer te schaden, moet toch ook binnen de milieu-organisaties tot nadenken stemmen. Die doelstelling blijft mij in ieder geval onverkort ter harte gaan en daarmee weet ik me midden in de D'66-benadering.

Ik hoop dan ook maar dat - al zullen de opvattingen over de te bewandelen wegen wel eens uiteenlopen, een logische zaak bij enerzijds organisaties gericht op één doel- stelling en anderzijds een niet aan welke organisatie ook vastgeklonken politieke partij - dit nadenken over gelijksoortig streven in de toekomst weer een reële ge- spreksbasis oplevert.' .

Intussen zal D'66, zoals steeds, dapper doorgaan met werken aan een goed milieu-

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

beheer. Zoals steeds, óók in het afgelopen jaar; want al is eenjaar minus de vertraging van twee kabinetscrisissen ècht te kort om alles rond te krijgen waarvoor naar de mens gesproken een vierjarige periode zou moeten staan, natuurlijk is er in die be- perkte tijd het nodige in beweging ge- bracht. Ik meld dat niet om wat mijn eigen portefeuille betreft eens even te komen vertellen hoe goed ik het wel heb gedaan;

het is een vanzelfsprekende zaak om een eenmaal aanvaarde beleidsverantwoorde- lijkheid naar beste weten en kunnen in te vullen (ik zie weglopen niet als het verwer- ven van het voordeel van de twijfel ... ) en dat beoordeelt ieder dan maar zoals men wil. Ik ga dan ook zeker geen uitvoerige opsomming van grote en kleine "wapen- feiten" geven als een soort "bewijs-ach- teraf", dat zou trouwens onevenredig veel ruimte in deze Democraat innemen! Maar een enkel voorbeeld bij wijze van illustra- tie van wat onder meer niét in "Natuur en Milieu" te lezen viel is voorde Democraat- lezers misschien toch wel nuttig.

De bestrijding van luchtverontreiniging bijvoorbeeld: het lang verbeide SO:!-be- strijdingsprogramma werd ingediend, een nieuwe kolencirculaire geeft (in weerwil van aanvankelijke mystificaties in de pers) _ een aanmerkelijke verbetering (t.o.v. het vroegere beleid voor S02 met zeker 5%, voor NOx met 15% en voor stof met 40%

minder uitworp; moeilijk vol te houden dat dat een afzwakkingis ... ); er is een wets- ontwerp tot stand gebracht dat niet alleen een wettelijke basis voor o.a. aan kolen- stook te stellen eisen mogelijk maakt, maar ook een regeling voor beschermingsgebie- den omvat; er is een start gemaakt met de stappen nodig om te komen tot verlaging van het loodgehalte in benzine. Allemaal zaken die hopelijk ook straks in welke coa- litie ook- de uitkomst van de (in)formatie staat op dit moment nog niet vast ... - overeind blijven. Dat geldt zeker ook voor het Project Integratieplan Milieubeleid, wezenlijk voor het eindelijk eens in sa- menhang verder brengen van de al zo lang slepende discussie over de relatie milieu- beleid en overig beleid, en voor het door- gaan op de weg naar één integrale milieu- vergunning. Milieu en innovatie: laat ik (onverlet allerlei andere concrete onder- steuningen en initiatieven) het eerder dit jaar uitgebrachte eerste deel van het zgn.

milieuproduktieplan noemen, en de (sa- men met Jan Terlouw kort voor de verkie- zingen gepresenteerde) regeling voor schone technologie. Laat ik hierm~e maar volstaan, het ging immers om niet meer dan een enkel voorbeeld.

(Wie meer wil weten kan altijd te rade gaan bij bijv. de memorie van toelichting bij de begroting en andere kamerstukken; het DIC is een misschien nog onvoldoende be- nutte informatiebron!). Natuurlijk zijn er veel belangrijke zaken (de bodemsanering bijvoorbeeld, het interimbeleid milieu-ef- fectrapportage; verbetering van de Wet chemische afvalstoffen, het verdere afval- stoffengebied, waar van alles in gang is op het punt van hergebruik e.d. en het terug- dringen van wegwerpverpakking; het door de betrokken (D'66!) bewindslieden neer- gelegd LPG-interimbeleid en nog zoveel meer aan bod geweest; zaken die vermel- ding zouden verdienen, niet zozeer als wa-

71!1

(8)

penfeiten, maar omdat het van belang is dat ze omwille van een goed milieubeheer worden onderkend en verder gebracht, in plaats van genegeerd of vertekend. Als er iets is, tenslotte, dat hoe dan ook met de zelfde intensiteit moet worden voortgezet als het afgelopen jaar, dan is dat het stre- ven naar een landopslag voor laag- en mid- delactief radio-actief afval. Daar valt veel meer over te zeggen dan in het bestek van dit stukje past, maar laat ik er hier toch dit over opmerken: In het verleden was niets gedaan aan het realiseren van zo'n landop- slag, het enige alternatief voor zeedum- ping, hangende de studie naar definitieve oplossingen (waaraan ik met nadruk mo- gelijkheden van terugdringing van het ont- staan van het afval toevoeg). Hoe snel ik dat ook ter hand heb genomen, in het voorjaar concludeerde vrijwel de hele

Tweede Kamer mèt mij dat er voor 1982 nog geen alternatief beschikbaar was of kon komen om dumping van het nu een- maal al bestaande afval te vermijden. Als er een reële andere mogelijkheid zou zijn geweest, dan was die beslist benut maar die was er niét; en meer dan met de ont- kenning van dat feit is de zaak zelf gediend met een poging, door iedereen die graag ziet dat de zee niet als afvalplaats wordt gebruikt, om acceptatie van landopslag in elk geval voor 1983 voor elkaar te krijgen.

Als ook de milieu-organisaties daaraan hun steentje proberen bij te dragen, dan kan dat een mooi voorbeeld zijn van het ontstijgen aan een zwarte-piet-benadering, omwille van een zelfde doel vanuit verschillende rollen nagestreefd. Want dáármee is het milieubeheer per saldo het meest gebaat! •

VISSEN IN TROEBEL WATER?

Dick Tommei

V el en zijn opgeschrikt door het artikel

"De Verkiezingen: probeer te kiezen voor het milieu!", dat onder gezamenlijke ver- antwoordelijkheid van Milieudefensie en Natuur en Milieu verscheen in het septem- bernummer van "natuur en milieu".

De konklusie van het artikel was dat D'66 stelselmatig het tegenovergestelde_ heeft gedaan dan hetgeen de kiezer was beloofd.

Getracht werd deze stelling te onderbou- wen met een aantal voorbeelden. Vanuit de Tweede-Kamerfractie is op deze publi- katie eerst met verbijstering en daarna met ongeveinsde woede gereageerd. Verbijste- ring omdat in het afgelopen jaar regelmatig en goed overleg metNatuur en Milieu heeft plaatsgevonden, en vele malen de stand-- punten van Natuur en Milieu door de frac- tie zijn overgenomen en in debatten verde- digd. De aanval kwam dan ook volkomen onverwacht. Woede, niet alleen om de bij- na absurde stellingname - men lette op het woord stelselmatig- maar bovenal over de volstrekt eenzijdige en leugenachtige in- houd. Onze konklusie kon niet anders lui- den dan dat er hier sprake is van een poli- tieke stellingname, een bewuste poging om D'66 schade toe te brengen en daarmee andere partijen te bevoordelen. Daarom ging Natuur en Milieu ook niet in op onze uitnodiging tot het houden van een open- baar debat over het artikel vóór de verkie- zingen van 8 september, een uitnodiging waar Milieudefensie niet eens op reageer- de.

Daarom ook liet Natuur en Milieu naar de Volkskrant uitlekken dat de milieu-eisen voor kolenstoken na de verkiezingen zou- den worden versoepeld, terwijl men wist dat het hier juist ging om een belangrijke aanscherping van deze eisen.

De afloop van deze affaire is nu welzicht- baar: D'66 is in de ogen van de kiezer be- hoorlijk beschadigd, Natuur en Milieu en

Milieudefensie hebben hun geloofwaar- digheid als woordvoerder van de milieu- beweging grotendeels verloren (niet alleen voor D'66 maar ook, zoals mij bleek, voor andere politieke partijen als CDA en PvdA), en zullen heel wat moeite hebben deze weer terug te winnen.

De positie van de pleiters voor milieu- en natuurbehoud is binnen en buiten de Tweede Kamer aanzienlijk verzwakt.

Milieu, tel uit je winst ....

Op degene die beweert dat de inhoud van een artikel eenzijdig en leugenachtig is rust de plicht deze aantijging waar te maken. Ik moet mij hier beperken tot enkele voor- beelden, maar wie meer of gedetailleerder informatie wenst zal ik deze graag ver- schaffen (05928 - 3034 of 070 - 614911).

Verwijt: gebrek aan sturing leidde tot een wildgroei van LPG-terminals. Kommen- taar de LPG-terminals zijn reeds in de vo- rige kabinetsperiode gebouwd; de geplan- de terminal van Shell en BP in Rijnmond ging niet door. Van enige wildgroei is in het

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

afgelopen jaar geen sprake geweest. Ove- rigens worden vergunningen voor LPG- terminals niet door de Rijksoverheid ver- leend, maar door de Colleges van Gede- puteerde Staten.

Verwijt: de gevaarlijke, kleinschalige toe- passing van LPG als autobrandstof werd eerder bevorderd dan afgeremd. Kom- mentaar: waarschijnlijk is het de schrijvers ontgaan dat in het afgelopen jaar de we- genbelasting voor auto's die LPG als brandstof gebruiken aanzienlijk is ver- hoogd. Dit kan moeilijk als een stimule- rende maatregel voor LPG-gebruik wor- den gezien.

Verwijt: de gaswinning op Ameland is niet tegengehouden.

Kommentaar: raadpleging van verschil- lende topjuristen leverde het unaniem uit-- gesproken oordeel op dat de besluitvor- ming hierover te ver was voortgeschreden om nog terug te kunnen draaien. Dat kon trouwens-- naar zijn zeggen - zelfs. Van - Aardenne reeds niet meer, die het overi-

gens ook niet wilde. Jan Terlouw heeft herhaaldelijk verklaard dat- als er nog iets te besluiten zou zijn - hij er niet aan zou denken een positief besluit te nemen over de gaswinning op Ameland.

Verwijt: Ineke Lambers heeft toestem- ming gegeven het radioactief afval in zee te storten. Kommentaar: zie de informatie die reeds op 26 augustusj.l. op ruime schaal is verspreid onder de campagnevoerders die hierin een apart kader is weergegeven.

Enkele voor het milieu gunstige maatre- gelen, waarvan in het geheel geen melding wordt gemaakt: -De aanleg van nieuwe rijkswegen zal tot een minimum worden teruggebracht. Het zal daarbij vrijwel uit- sluitend gaan om omleggingen rond be- bouwde kommen.

Uit het Rijkswegenfonds is

f

15 miljoen overgeheveld naar de begroting van Ver- keer en Waterstaat met als doel de reeds door Minister Tuynman aangekondigde ta- riefstijging voor het openbaar vervoer te matigen. De gemeentebesturen krijgen de bevoegdheid tot het instellen van een lage- re maximum-snelheid voor auto's in woonwijken. Bij de Oosterseheldewerken zal niet worden bezuinigd op voor het mi- lieu belangrijke investeringen (comparti- menteringsdammen!). Voor de bestrijding van bodemverontreiniging is een extra be- drag van f 150 miljoen ter beschikking ge- steld. Er is extra geld uitgetrokken voor de aanleg van rioleringen, het loodgehalte van superbenzine wordt verlaagd, er zijn be- langrijke subsidieregelingen tot stand ge- komen voor energiebesparing en voor de stimulering van warmtekracht koppeling.

Het is maar een tamelijk willekeurige greep uit de royale keuze die kan worden ge- maakt van voor het milieu belangrijke be- slissingen op de terreinen van onze D'66 bewindslieden. Is er dan nooit een fout gemaakt en nimmer een beslissing geno- men waarbij het milieu ten onrechte on- voldoende aandacht heeft gekregen? Ze- ker wel, en u kent het voorbeeld allemaal.

Maar het zal u niet meevallen veel méér voorbeelden öp te sommen.

Misschien kan dat een test zijn voor ons

eindoordeel. •

(9)

UIT DE FRACTIES

Voorzieningen gezondheidszorg Marie-Louise Tiesinga voerde in de Eerste Kamer eind augustus op één dag het woord over twee omvangrijke wetten:

de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg en de Kaderwet Specifiek Welzijn, beide wetten die halverwege de zeventiger jaren al zijn ingediend en die dus een lange par- lementaire weg hebben doorlopen. De Eerste Kamerfractie heeft vóór beide wetten gestemd.

De bedoeling van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg was en is het stellen van nieuwe wettelijke regelen ter bevordering van een doelmatig stelsel van voorzienin- gen voor de gezondheidszorg.

Radio·actief afval

De thans sterk in de belangstelling staande dumpingen van radio-actief af- val hebben veel misverstanden opge- roepen.

Daarom hierbij kort samengevat enige informatie.

I. Het gaat om midden en laag radio- actief afval, afkomstig van laboratoria, ziekenhuizen, onderhoudsafval van kerncentrales e.d. (géén kemsplijtings- afval).

2. Vorige bewindslieden hebben altijd dumping verdedigd. Direct na haar be- noeming als staatssecretaris heeft Ine- ke Lambers een beleid in gang gezet dat èr op gericht is de dumpingen zo spoe- dig mogelijk te beëindigen en de pro- duktie van het afval te verminderen. De Tweede Kamer heeft met dit beleid in- gestemd (brief van de staatssecretaris van 13 november I98I; mondeling overleg met de vaste commissie voor milieuhygiëne op 9 december 198I).

Daarbij was toen reeds duidelijk dat een dumping in I982 niet zou kunnen wor- den voorkomen. Immers:

- het ECN te Petten heeft slechts op- slagcapaciteit voor plm. I jaar - opslaan bij de "produkten" van het afval is milieuhygiënisch ongewenst;

. bovendien hebben deze daarvoor geen vergunning en geen capaciteit.

Er moet dus een opslag op het land worden gebouwd. Dat betekent dat een geschikte plaats moet worden gezocht, een gemeentebestuur moet bereid wor- den gevonden de opslag op zijn grond- gebied !oe te staan (!), er moeten ver- gunningen worden verleend (incl. in- spraak- en beroepstermijnen); eerst daarna kan met de bouw worden be- gonnen. Alleen al de vergunningen- verlening duurt (zonder beroep!) II maanden. Deze aktiviteiten zijn door Ineke Lambers met grote inzet ter hand

Met name de laatste jaren hebben zich echter nog andere doelen aangediend en wordt de wet gehanteerd voor de noodza- kelijke herstructureringen bezuinigingen binnen de gezondheidszorg. Tiesinga be- steedde in haar betoog naast typische D'66-punten als vestigingsbeleid en demo- cratisering (patiëntenraden, evenredige vertegenwoordiging van gebruikers, e.d.)

genomen.

Op 23 maart I98I is in de Tweede Ka- mer gestemd over een motie van H.

Willems (PSP) waarin de dumping in I982 werd afgekeurd. De motie kreeg alleen de steun van PPR, PSP en CPN, die overigens geen oplossing konden bieden voor het probleem van de dum- ping in I982.

3. Als er moet worden gedumpt dient dit te gebeuren vóór het stormseizoen in de Golf van Biskaye aanbreekt (plm.

half september)

4. Toen op I7 augustus j.l. duidelijk werd dat er wellicht in Den Helder een terrein zou kunnen worden aangeboden is onmiddellijk onderzoek gestart naar de technische en juridische conse- quenties. Helaas moesten aan het ter- rein technische voorzieningen worden getroffen, en ook de vergunningenpro- cedures konden niet op tijd worden af- gerond. Het afval tijdelijk terug bren- gen naar het ECN te Petten is niet mo- gelijk vanwege de beperkte opslagca- paciteit aldaar.

Het initiatief van Den Helder wordt door ons overigens zeer toegejuicht.

Het biedt goede perspectieven voor I983.

5. Ineke Lambers heeft de Tweede Kamer intussen per brief ingelicht: Mi- lieu-woordvoerders van andere politie- ke partijen hebben in persverklaringen met de gang van zaken ingestemd en het beleid gesteund (uitzondering: PSP) Konklusie:

Ineke Lambers valt niets te verwijten.

Integendeel, na Vorrink en Ginjaar die de dumpingen lieten doorgaan zal zij degene zijn die er op zo kort mogelijke termijn een eind aan maakt.

Dick Tommei

lid Tweede Kamer voor D'66

DEMOCRAAT JAARGANG 15- NR. 7- OKTOBER 1982

aandacht aan de ingewikkelde: invoerings- probleniatiek vän d'ézè'wet ehtit!rilogelijke financiële gevolgen ervan voor lagere overheden, zeker nu de uitkeringen uit het Provincie- en Gemeentefonds teruglopen.

Financieringsproblematiek

Een belangrijk onderdeel van de D'66-in- breng bij de behandeling van deze wet

....

Taakverdeling Tweede Kamerleden Hieronder volgt een overzicht van de zes Tweede Kamerleden en de vaste kamer- commissies waar zij lid van zijn. Nuttig om te weten wie u voor welk onderwerp moet hebben of aan wie u beschikbare informa- tie moet doorspelen.

· ... Laurens Jan Brinkhorst . buitenlandse zaken defensie . . c ·· •• .·

ontwikkelingssamenwerki~

nederlandse antillen · • Maarten Engwirda.

financien

economiscpe .zaken ..

rijksuftgl\~en , ' landb9Uw en visserij

handelspolitiek

midden- ett kleinbedrijf Inek~. Lamhers

milieuhygiëne verkeer en waterstaat volkshuis.vesting en

r:o.

Elidà ;Wessel justitie

. binne.'Dlaît~se

zaken .<;rm ·.

. politie

emancipatiebelèid ..

mttionale ombudsrnà:tt werkwiJ~.e

J(ainet · ·

· bttuwbegeleidingscie.

Ltluise Grpenman soCiale

zaken

ambtenarenzaken GerritMik

'- ~>ndetwijs en weteTitsC:lfiat:~Pen volksgezondheid

wetenschap~beleid

-9~ ''

I.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ALV wordt geleid door een oneven aantal voorzitters. die door het hoofdbestuur zijn aangewezen u1t de leden die geen zitt1ng bebben in het hoofdbestuur en de

&#34;dubbele toets&#34; wordt ons in- ziens gerechtvaardigd door het feit dat op zijn gunstigst alleen de ter ALV aanwezige leden de inhoud van een actuele politieke motie

Aan de andere kant wordt vooral D'66 onophou- delijk door de mangel gehaald om het electoraat bij ons weg te trekken: De VVD hield niet op te benadrukken dat wij

\\eldourdaehtc hesluitvorming en een pragrnatisehc benadering van de proble- men. Samenwerking met anderen om een par- lementaire m~crdcrheid voor onze stand- punten

Er moet een goede kompeten- tie-regeling komen, waarbij wordt vastgesteld welk partij-orgaan be- voegd is tot.het nemen van een be- slissing omtrent deelna'lle van

gebied van de bewustwordingsproces- sen met betrekking tot de milieu- en grondstoffenproblematiek, dient in haar publicatiemiddelen gebruik te maken van recycled

ven. Een maatregel zou kunnen zijn dat de onvrijwillig werkloze de vrijheid krijgt vrijwilligerswerk t.e verrichten ook gedurende de zogenaamde werk- tijd. Daar zijn

·partij. haar recht van bestaan meent te kunnen ontlenen. Dat recht heeft ze wat mij betreft toch wel veroverd, ook zonder dit sóort ideologische kunstgrepen. Het