Vraag nr. 8
van 4 september 1995
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Palliatieve zorg – Erkenning
De laatste tijd is er heel wat in beweging gekomen rond palliatieve zorg. Er zou echter nog geen algemene, definitieve regeling zijn uitgewerkt.
Bestaat er reeds een personeelsformatie en een speci-fieke dagprijs voor palliatieve bedden, een aangepaste betalingsregeling voor palliatieve thuisverpleging (spe-cifieke verzorgingsforfaits), vergoeding door het Riziv van verzorgingskosten van palliatieve patiënten die thuis verzorgd worden ?
Gebeurden er reeds erkenningen ? Welke, waar ? Hoe worden die erkenningen gesubsidieerd ? Op welke reglementering steunen ze ? Antwoord
Er is de laatste tijd inderdaad heel wat in beweging gekomen rond palliatieve zorg.
Wat de regelgeving betreft, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen residentiële palliatieve eenhe-den (kenletter Sp), de palliatieve functie en de pallia-tieve netwerken.
Wat dit laatste betreft heeft de Vlaamse regering, op mijn voorstel, op 31 mei 1995 een besluit goedgekeurd houdende erkenning en subsidiëring van palliatieve n e t w e r k e n . De inhoud hiervan past volledig binnen de krijtlijnen die op de interministeriële conferentie zijn o v e r e e n g e k o m e n . Het Vlaamse initiatief is aanvullend ten opzichte van het federaal voorstel dat nog bij koninklijk besluit moet worden bevestigd.
De bepaling van de normen voor de Sp-chronische bedden, alsook de bepaling van de ligdagprijs, zijn een federale bevoegdheid. De uitwerking van een aange-paste betalingsregeling voor palliatieve thuisverpleging is een Riziv-aangelegenheid.
Voor zover wij als Vlaamse Gemeenschap hiervan in kennis zijn gesteld, kunnen wij u reeds volgende infor-matie en stand van zaken meedelen.
1. Specifieke palliatieve bedden
a) Specifieke palliatieve bedden bestaan (nog) niet. Waar palliatieve bedden bestaan, worden deze ondergebracht in Sp-chronische bedden. D e r g e-lijke eenheden bestaan in Antwerpen Sint-Camillus, Gent AZ Sint-Vincentius, Brugge en Brussel. Deze Sp-chronische bedden ontstonden vaak uit V-bedden, een bed-index die nu niet meer bestaat.
De normen voor Sp-chronische bedden zijn zeer algemeen in de bepaling van het personeelska-der. Er worden geen aantallen vermeld. Deze normen verschenen in het Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1993.
Een ander probleem bij erkenning van deze Sp-chronisch diensten is de opgelegde minimum-grootte per verpleegeenheid, namelijk 20 bed-d e n . Om kwaliteitsrebed-denen worbed-dt aangenomen dat een eenheid palliatieve bedden maximum 12 bedden zou mogen tellen. Bij gebrek aan speci-fieke palliatieve Sp-normen is de Vlaamse Gemenschap, bevoegd voor de erkenning, even-wel verplicht eenheden van ten minste 20 bed-den op te leggen.
b) De palliatieve bedden in Sp-chronische eenhe-den woreenhe-den gesubsidieerd via de ligdagprijs. Deze dagprijs is dezelfde prijs als vroeger voor de bedden. De ligdagprijs van de vroegere V-diensten gold voor de financiering van een per-soneelsformatie van 16 personeelsleden per der-tig bedden, gerekend tegen een bezetting van 95 %. Algemeen kan men stellen dat deze ligdagprijs lager is dan van een acuut ziekenhuisbed. De lig-dagprijs wordt toegekend en betaald door de federale overheid.
c) De nood a an pall iat ieve bedden is eerder beperkt : er is een brede consensus dat 360 bed-den voor gans België een maximum is. Doel-groep zijn patiënten die om medische of andere redenen onvoldoende thuis kunnen worden geholpen.
2. Palliatieve functie
De nood aan een palliatieve functie in ziekenhuizen en rusthuizen is groot. Deze deskundigen zouden op de verschillende verpleegeenheden waar palliatieve patiënten verblijven, logistieke en morele onder-steuning kunnen geven aan de andere zorgverle-n e r s . Verder zou huzorgverle-n taak erizorgverle-n bestaazorgverle-n, izorgverle-n samezorgverle-n- samen-werking met de extramurale sector, vorming te geven en de palliatieve cultuur binnen het zieken-huis en rustzieken-huis te bevorderen.
Omtrent deze palliatieve functie is nog geen regle-menterend werk verricht. Wat de invulling van de palliatieve functie in rusthuizen betreft, is het aan de minister bevoegd voor ouderenbeleid hiertoe ini-tiatieven te nemen en deze als erkenningsnorm op te leggen aan de rusthuizen.
3. Palliatieve netwerken
De Vlaamse Gemeenschap keurde op 31 mei 1995 het besluit goed houdende erkenning en subsidië-ring van palliatieve netwerken (Belgisch Staatsblad 18 augustus 1995).
opgenoemd in het besluit van de Vlaamse regering van 31 mei 1995, sluiten volledig aan bij de afspra-ken die gemaakt werden op de interministeriële conferentie, wat de complementariteit moet waar-borgen.
In 1994 reeds werden, bij wijze van experiment, met 11 netwerken overeenkomsten afgesloten met het doel samenwerking te bevorderen en deskundigen ter beschikking te stellen van de hulp- en zorgverle-ners die de zorg en steun van palliatieve patiënten op zich nemen.
Naast dit Vlaams initiatief is men ook op federaal gebied een reglementering aan het uitwerken rond palliatieve samenwerkingsverbanden. Voor meer informatie daaromtrent moet ik het Vlaams parle-mentslid verwijzen naar de federale minister van Sociale Zaken, Magda De Galan.