• No results found

Overigens heeft Essent om een nadere uiteenzetting per separate brief van directeur DTe inzake het principe “verbod op reformatio in peius” bij de reparatie van de x-factoren gevraagd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Overigens heeft Essent om een nadere uiteenzetting per separate brief van directeur DTe inzake het principe “verbod op reformatio in peius” bij de reparatie van de x-factoren gevraagd"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Datum 14 februari 2003

Onderwerp Reparatie x-factor netten elektriciteit

Van Bas de Beijer

Doorkiesnr. (026)8511102

E-mail bbeijer@essent.nl

Uw ref 101496

Onze ref E03U00090

Geachte heer Zijl,

1 Hierbij reageer ik namens de netbeheerders die deel uitmaken van het Essent concern en Inframosane (hierna Essent te

noemen) op de consultatienotitie “Reparatie X-factor netbeheerders Elektriciteit” van 16 januari 2003. Deze

schriftelijke reactie vormt een aanvulling op de opmerkingen die namens deze netbeheerders tijdens de hoorzitting van 24 januari jl. naar voren zijn gebracht.

2 Essent is op dit moment betrokken bij het door DTe in gang gezette reparatieproces. Uitgangspunt van de Essent

netbeheerders is, dat zij hun bezwaren tegen de primaire besluiten van 22 september 2000 – zoals nadien voor enkele netbeheerders gewijzigd op 1 december 2000 – vooralsnog

handhaven. Essent sluit evenwel niet uit dat één of meerdere netbeheerders zullen besluiten hun bezwaren in te trekken.

Het gevolg daarvan zou zijn dat deze besluiten formele

rechtskracht zullen krijgen en daarmee uitgangspunt voor de tweede reguleringsperiode zullen zijn. Overigens heeft

Essent om een nadere uiteenzetting per separate brief van directeur DTe inzake het principe “verbod op reformatio in peius” bij de reparatie van de x-factoren gevraagd. DTe heeft toegezegd zich hierop te beraden.

(2)

3 Essent onderschrijft de uitgangspunten van DTe zoals geformuleerd in randnr. 5 van de consultatienotitie. Ook Essent hecht aan het afronden van de eerste

reguleringsperiode ter voorbereiding op de tweede reguleringsperiode het meeste belang. Een belangrijke

voorwaarde hiervoor is dat DTe gebruik maakt van een stabiel reguleringsmodel, dat voor de eerste periode en verder kan dienen. Daarmee zou DTe voldoen aan de twee belangrijkste voorwaarden voor een goede reguleringsmethodiek, te weten transparantie en consistentie. Dit impliceert wel, dat de methodiek voor de eerste en de tweede reguleringsperiode inhoudelijk consistent dient te zijn. Ook is het een gegeven, dat indien de DTe de netbeheerders op basis van efficiency vergelijkt en rekening houdt met de verschillende efficiencyniveau’s, DTe er niet aan ontkomt

gedifferentieerde x-factoren voor de eerste reguleringsperiode vast te stellen.

4 In hoofdstuk 3 van het consultatiedocument brengt DTe twee mogelijke systemen voor een collectieve x-factor in kaart.

Deze twee mogelijkheden – tariefbenchmarking en

gestandaardiseerde tariefbenchmarking – kunnen in de ogen van Essent praktisch gezien gedurende de eerste

reguleringsperiode niet worden gerealiseerd. Deze conclusie werd tijdens de hoorzitting van 24 januari jl. in brede kring gedeeld. Het is om de volgende redenen onmogelijk om alle verschillende nettarieven op korte termijn uit te

drukken in één tarief dat voor de bedrijven op een zinvolle manier kan worden vergeleken of de omzet op basis daarvan te reguleren:

· Verschillende netwerken: De netbeheerders in Nederland beschikken niet allemaal over dezelfde netvlakken,

waardoor het uitdrukken van alle netwerktarieven van alle beschikbare netvlakken van een netbeheerder in één tarief in principe per definitie leidt tot onvergelijkbaarheid.

· Verschillende categorie indeling: In artikel 3.7.1 van de Tarievencode is bepaald welke tariefcategorieën

onderscheiden moeten worden. In artikel 3.7.2 van de Tarievencode is echter geregeld dat iedere netbeheerder

(3)

de grenzen voor de categorie indeling t/m MS zelf mag bepalen. Deze grenzen zijn door de netbeheerders

verschillend vastgesteld, waardoor de tariefcategorieën niet zomaar met elkaar vergeleken kunnen worden. Dezelfde klant kan daardoor bij verschillende netbeheerders in verschillende tariefcategorieën terechtkomen.

· Verschillende aansluitcategorieën: In artikel 2.3.3 van de Tarievencode is bepaald dat het de netbeheerder

toegestaan is afwijkende grenzen voor de

aansluitcategorieën vast te stellen. In de praktijk is dit ook het geval waardoor vergelijkbaarheid complex is.

· Verschillende definities van tariefsoorten: alle netbeheerders hanteren een dubbeltarief waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen een kWh dag (normaal) tarief en een kWh nacht (laag) tarief, echter de

definitie daarvan en daarmee het aantal uren dat een bepaald tarief geldt varieert. Dit leidt ertoe dat de tarieven voor dubbeltarief niet zomaar vergelijkbaar zijn.

· Openbare verlichting: Dit is een bijzondere categorie, waarbij zowel de technische situatie als de

tarieftechnische benadering tussen netbeheerders kan verschillen hetgeen extra aandacht behoeft voor een correcte vergelijkbaarheid.

Aanvullend zijn er nog een 2 tal redenen waarom tariefharmonisatie in ieder geval op korte termijn onwenselijk is:

· Relatie met kosten verdwijnt: Op dit moment zijn de huidige tarieven bepaald door de relatie van de totale kosten van een netvlak met de klanten op datzelfde netvlak. Op het moment van tariefharmonisatie is de relatie met de kosten geheel verdwenen.

· Grote individuele tariefmutaties: mede als gevolg van de hierboven genoemde reden leidt harmonisatie per definitie tot gigantische effecten voor individuele klanten die onmogelijk in een korte periode bewerkstelligd kunnen worden.

(4)

5 Tegen deze achtergrond is Essent tot de slotsom gekomen dat een systeem voor het vaststellen van een collectieve x- factor met een onderliggende systematiek, waarbij op een goede wijze invulling wordt gegeven aan de eisen die het motiveringsbeginsel stelt, op dit moment erg moeilijk te ontwikkelen valt. Gelet op deze conclusie acht Essent het wenselijk dat DTe – indien de wettelijke context haar dat mogelijk maakt – uitvoering blijft geven aan haar voornemens tot pricecap-regulering in de elektriciteitssector, zoals deze voornemens zijn vastgelegd in de gepubliceerde

richtsnoeren en de systematiek zoals deze is ontwikkeld in de achtereenvolgende besluiten. Wel is het noodzakelijk dat aan deze systematiek op consequente en zorgvuldige wijze invulling wordt gegeven en dat de resterende datafouten worden hersteld.

6 Na inwerkingtreding van de OEPS zou DTe naar het oordeel van Essent de verder te volgen methodiek dienen vast te leggen in een methodebesluit. Naar het oordeel van Essent is de directeur DTe alsdan op grond van art. 41, lid 4,

Elektriciteitswet 1998 ook verplicht een dergelijk

methodebesluit vast te stellen. Anders dan randnr. 25 van het consultatiedocument suggereert, kan de directeur DTe na inwerkingtreding van de OEPS daar niet van afzien.

Voorafgaand aan de vaststelling van een methodebesluit dient DTe op zorgvuldige wijze met de individuele netbeheerders te overleggen om haar eerder ontwikkelde systematiek te

vervolmaken. Na vaststelling van het methodebesluit zal dit overleg dienen te worden voortgezet met individuele

netbeheerders om de onzorgvuldigheden die de thans

vernietigde en ingetrokken beslissingen op bezwaar kenmerkt weg te nemen. Dit overleg zou kunnen resulteren in

tariefbesluiten die niet leiden tot nieuwe beroepen en die recht doen aan de gerechtvaardigde verlangens van zowel DTe als de sector.

7 Gelet op de door Essent voorgestane aanpak is de indicatieve tijdsplanning zoals vastgelegd in hoofdstuk 7 van het

consultatiedocument niet realistisch. Essent stelt zich op

(5)

het standpunt dat de eerste reguleringsperiode met twee jaar dient te worden verlengd, wil er een kans bestaan dat de uitgangspunten die vervat in randnr. 5 van de

consultatiedocumenten daadwerkelijk tot hun recht komen.

Naar het oordeel van Essent bestaat er voor de in randnr. 27 van het consultatiedocument geschetste tijdsplanning dan ook geen aanleiding. Een definitieve tijdsplanning zal

uitsluitend kunnen worden vastgelegd nadat duidelijk wordt op welk tijdstip de OEPS in werking treedt.

8 Essent heeft geen bezwaar tegen de suggestie van DTe om eerst “proef te draaien” met het project PQRS. Dit moet dan evenwel niet leiden tot een definitief methode-besluit of x- besluit zoals thans aangegeven in de indicatieve

tijdsplanning onder randnr. 29 van het consultatiedocument.

Deze definitieve besluiten zouden rechtsgevolgen in het leven kunnen roepen, die de bedrijven zouden kunnen noodzaken gebruik te maken van rechtsmiddelen. Daarvoor bestaat in een testsysteem geen aanleiding.

9 Vanzelfsprekend zijn de netbeheerders van het Essent concern graag beschikbaar voor nader overleg.

Met vriendelijke groet,

Ir. A.J.W.G. Kivits

Manager Regulatory Affairs en Tarieven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien de volum es, condit ies en het feit dat het m aandcont ract en bet r eft , niet vergelij kbaar zij n m et de bilat erale cont ract en die Essent Energie m et Gut

Essent kan zich vinden in de stellingen / uitgangspunten zoals door OPTA geformuleerd in het keurig afgewogen document waarin een goed beeld is geschetst van de marktsituatie.

Bij deze afweging heeft de combinatie van de mogelijkheden die Kamp Nieuw Milligen, onder andere vanwege de meer centrale locatie, biedt op de elementen fit for purpose kazerne

Het voorgenomen besluit van de directie is nog niet definitief. Het college betreurt dit besluit ook ten zeerste, zeker ook gezien onze gezamenlijke inspanningen om deze

- Geen publiek belang om aandeelhouder te blijven van commerciele deel

In de toekomststrategie zijn de gewenste ontwikkelingen voor het netwerkbedrijf (Essent NWB) en het productie- en leveringsbedrijf (Essent PLB) geschetst.. De Raad van Bestuur

veiligheidsfunctionarissen dan machinisten voor zover die tussen 1 maart 2020 en 31 augustus 2020 zou moeten plaatsvinden maar in verband met de coronaeisen niet

Let wel dat er een lengte van 25 meter en breedte 2,5 meter (minimum) moet kunnen worden vrijgemaakt. Op een plein in de nabije omgeving van de school, indien door het gemeente-