• No results found

Essent Netwerk Noord B.V.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Essent Netwerk Noord B.V. "

Copied!
85
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R R e e g g u u l l e e r r i i n n g g i i n n d d e e N N e e d d e e r r l l a a n n d d s s e e

E E l l e e k k t t r r i i c c i i t t e e i i t t s s s s e e c c t t o o r r

De invloed van accountingprincipes voor

Essent Netwerk Noord B.V.

(2)

R R e e g g u u l l e e r r i i n n g g i i n n d d e e N N e e d d e e r r l l a a n n d d s s e e E E l l e e k k t t r r i i c c i i t t e e i i t t s s s s e e c c t t o o r r

De invloed van accountingprincipes voor Essent Netwerk Noord B.V.

Eindscriptie voor de studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen

Augustus 2003 Groningen

Naam: Johan Spijksma Studentnummer: 1167480

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde

1e Begeleider: Drs. P.E. Kamminga 2e Begeleider: Mr. S. Parijs

Essent Netwerk Noord B.V.

1e Begeleider: Drs. H.J. Velders 2e Begeleider: Ing. J. Swart

(3)

Voorwoord

Deze scriptie is het resultaat van een onderzoek dat is gehouden bij Essent Netwerk Noord in Groningen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden van april tot en met augustus 2003 om de studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen af te ronden. De volgende uitspraak uit één van de bronnen die in dit onderzoek zijn gebruikt is het vermelden waard:

“Juristen verbruiken tien voetnoten per pagina; economen verbruiken tien pagina’s per voetnoot” (Huygen: 1999)

Dit citaat is treffend voor de verschillende disciplines waarbinnen het onderzoek is uitgevoerd. De Nederlandse elektriciteitssector kent veel regelgeving en in het onderzoek wordt regelgeving op financieel gebied en de vertaling naar de organisatie nader beschouwd.

Daardoor wordt in het onderzoek een combinatie van rechtsgeleerdheid en bedrijfswetenschap gemaakt, twee nogal van elkaar verschillende vakgebieden. De aanhaling illustreert deze verscheidenheid en het is dan ook niet verwonderlijk dat de geciteerde auteur zich in een soortgelijke positie bevond, door op een onderwerp binnen deze sector te promoveren.

Overigens was deze combinatie voor mij als onderzoeker uiterst boeiend, omdat ik naast de studie Bedrijfskunde ook binnen afzienbare tijd mijn studie Rechten hoop te voltooien. Deze afstudeeropdracht heeft mij een beeld gegeven van de manier waarop beide richtingen gelijktijdig toegepast zouden kunnen worden en ik heb met veel plezier binnen deze omstandigheid gewerkt.

Het voorwoord biedt de mogelijkheid de mensen die op welke wijze dan ook hebben bijgedragen aan de voltooiing van het onderzoek te bedanken. In de eerste plaats zijn dat de directe collega’s van de afdeling Regulatory Affairs & Juridische Zaken bij Essent Netwerk Noord en in het bijzonder mijn begeleiders Henk Velders en Johan Swart. Ook de voormalige collega’s van de afdeling Finance wil ik bij deze bedanken voor de openheid en hulpvaardigheid die ik gedurende het onderzoek heb ondervonden. Tevens wil ik andere medewerkers binnen Essent die hebben bijgedragen aan het onderzoek bedanken. Ten slotte bedank ik Pieter Kamminga en Sergei Parijs voor de begeleiding vanuit de Rijksuniversiteit Groningen.

J.A. Spijksma,

Groningen, augustus 2003

(4)

Inhoudsopgave

SAMENVATTING ... 5

1 INTRODUCTIE ESSENT N.V. EN ESSENT NETWERK NOORD B.V... 9

1.1 ESSENT N.V. ... 9

1.2 ESSENT NETWERK NOORD B.V. ... 11

1.3 SAMENVATTING... 13

2 METHODOLOGIE ... 14

2.1 DOELSTELLING ONDERZOEK... 14

2.1.1 Achtergrond ... 14

2.1.2 Formulering doel- en vraagstelling ... 17

2.2 DEELVRAGEN... 17

2.3 AFBAKENING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED... 19

2.4 SAMENVATTING... 20

3 ONTWIKKELINGEN IN NETWERKSECTOREN... 22

3.1 NETWERKSECTOREN... 22

3.2 NUTSDIENSTEN ONDER CONCURRENTIE... 24

3.2.1 Liberalisering... 24

3.2.2 Regulering... 25

3.2.3 Privatisering... 28

3.3 BEDRIJFSKOLOM ELEKTRICITEIT... 29

3.4 SAMENVATTING... 31

4 WETTELIJK KADER... 32

4.1 EUROPEES RECHTELIJK KADER... 32

4.2 NEDERLANDS KADER... 34

4.3 CONSEQUENTIES ELEKTRICITEITSWET 1998 ... 36

4.4 TOEZICHT... 39

4.5 SAMENVATTING... 40

5 WIJZE VAN REGULERING... 42

5.1 ORGANISATIE VAN DE TOEGANG TOT HET NET... 42

5.2 REGULERING VAN TARIEVEN: RATE-OF-RETURN VS. PRICE CAP REGULERING... 43

5.3 MAATSTAFCONCURRENTIE... 45

5.4 PRICE CAP REGULERING TOEGEPAST... 48

5.4.1 Vaststelling inhaalslag... 49

5.4.2 Verwerking algemene productiviteitsverbetering in tarieven... 51

5.4.3 Invoering regulated accounting rules (RAR)... 53

5.5 SAMENVATTING... 53

(5)

6 ACCOUNTINGPRINCIPES ... 55

6.1 ACCOUNTING... 55

6.2 ACCOUNTINGBELEID... 57

6.3 RELEVANTE ELEMENTEN UIT HET ACCOUNTINGBELEID... 59

6.3.1. Lasten... 60

6.3.2 Materiële vaste activa... 62

6.4 SAMENVATTING... 63

7 FINANCIËLE GEVOLGEN VAN ACCOUNTING PRINCIPES... 65

7.1 JAARLIJKSE KOSTEN... 65

7.2 ACTIVERING VAN NETWERKACTIVA... 68

7.2.1 Algemene financiële gevolgen activeringsbeleid ... 69

7.2.2 Financiële gevolgen activeringsbeleid Essent Netwerk Noord... 70

7.3 WAARDERING VAN NETWERKACTIVA... 71

7.3.1 Algemene financiële gevolgen waarderingbeleid ... 72

7.3.2 Financiële gevolgen waarderingsbeleid Essent Netwerk Noord ... 75

7.4 BETEKENIS FINANCIËLE GEVOLGEN... 77

7.5 SAMENVATTING... 78

8 CONCLUSIES ... 80

LITERATUUR ... 83

(6)

Samenvatting

Deze scriptie is het resultaat van een afstudeeronderzoek ter afsluiting van de studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden bij Essent Netwerk Noord in Groningen gedurende de periode april tot en met augustus 2003.

In het eerste hoofdstuk van de scriptie is de multi-utility groep Essent geïntroduceerd en is in het bijzonder aandacht geschonken aan Essent Netwerk Noord, een onafhankelijk bedrijfsonderdeel van Essent en opdrachtgever van het onderzoek. Essent kent een structuur met verschillende divisies, waarbij Essent Netwerk Noord actief is in de divisie Netwerken.

Deze divisie is gericht op het beheer en onderhoud van de regionale distributienetten van gas en elektriciteit. Essent Netwerk Noord verricht deze taken op grond van de wet in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en een deel van Flevoland. Naar voren is gekomen dat de opdracht is uitgevoerd binnen de afdeling Regulatory Affairs & Juridische Zaken, welke zich bezighoudt met de regelgeving die voor het bedrijf relevant is.

Hoofdstuk twee behandelt de methodologische aanpak van het onderzoek. Het onderzoek is gestart zonder een vooraf nauwe opdrachtomschrijving. In dit hoofdstuk is de achtergrond van de problematiek van Essent Netwerk Noord beschreven en is aan de hand van deze beschrijving de afstudeeropdracht door de onderzoeker nader uitgewerkt. De activiteiten van Essent Netwerk Noord worden verricht in een markt die zich in een liberaliseringsproces bevindt. In het kader van dit proces wordt door het overheidsorgaan dat zorg draagt voor de uitvoering en naleving van de voor de energiesector wettelijke bepalingen, de Dienst uitvoering en toezicht energie (DTe), eisen gesteld aan de informatievoorziening van de Nederlandse netbeheerders. De DTe wenst de totstandkoming van de informatie te harmoniseren door met ingang van 2004 de netbeheerders uniforme accountingprincipes te laten toepassen. De ontwikkeling van deze accountingregels, regulated accounting rules (RAR), door de DTe is aanleiding van het onderzoek en heeft tot de volgende doelformulering voor het onderzoek geleid:

Het verschaffen van inzicht voor Essent Netwerk Noord in momenteel toegepaste grondslagen van het accountingbeleid binnen de regulering die door de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) in de Nederlandse elektriciteitssector wordt gehanteerd.

Het verkregen inzicht dat uit de doelstelling naar voren komt zorgt er enerzijds voor dat de mogelijke consequenties van de invoering van regulated accounting rules kunnen worden ingeschat en anderzijds stelt het Essent Netwerk Noord in staat op basis van dit inzicht in het ontwikkelingsproces van regulated accounting rules deel te nemen. Deze doelstelling is vervolgens vertaald naar de volgende centrale vraag:

Wat zijn de gevolgen van wijzigingen van de grondslagen die in het accountingbeleid van Essent Netwerk Noord worden toegepast?

In het onderzoek wordt een belangrijke afbakening gemaakt door enkel in te gaan op de elektriciteitssector en daardoor worden de activiteiten van Essent Netwerk Noord in de gassector buiten beschouwing gelaten. Bovendien wordt in het onderzoek rekening gehouden met de vertrouwelijkheid van bedrijfsspecifieke gegevens.

(7)

In de hoofdstukken drie en vier wordt een beschrijving gegeven van de omgeving en de ontwikkelingen waarmee Essent Netwerk Noord te maken heeft. De elektriciteitssector is, net als enkele andere nutssectoren, onderhevig aan hervormingen die erop zijn gericht concurrentiebeperkingen op te heffen, wat kan worden aangeduid als liberalisering.

In hoofdstuk drie is uiteengezet dat liberalisering in het algemeen in twee stappen verloopt.

De eerste stap heeft betrekking op de bedrijfskolom van een nutssector. De kenmerkende schakels van een nutssector zijn productie, transport en levering, waarbij het transport wordt uitgevoerd over fysieke infrastructuur met een monopolistisch karakter. Traditioneel werden de activiteiten in nutssectoren uitgevoerd door verticaal geïntegreerde bedrijven, waardoor meerdere activiteiten uit de bedrijfskolom door hetzelfde bedrijf werden verzorgd. De eerste stap van liberalisering betreft de scheiding van deze verschillende activiteiten om concurrentievervalsing te voorkomen. In de tweede stap van het liberaliseringsproces wordt vervolgens per schakel concurrentie ingevoerd, waarbij veelal in de schakel van de fysieke infrastructuur in een netwerksector geen concurrentie mogelijk is door het monopolistische karakter. In het hoofdstuk is naar voren gekomen dat de overheid dientengevolge aanvullende regels opstelt ten aanzien van deze schakel, wat wordt aangeduid als regulering.

Het algemene verloop van het liberaliseringsproces van een netwerksector wordt in hoofdstuk vier uitgewerkt voor de Nederlandse elektriciteitssector. In dit hoofdstuk wordt allereerst het wettelijk kader dat aan het liberaliseringsproces van de Nederlandse elektriciteitssector ten grondslag ligt behandeld. Op nationaal niveau is de Elektriciteitswet 1998 de belangrijkste wettelijke basis. Op grond van deze wet wordt bepaald dat de verschillende onderdelen in de bedrijfskolom organisatorisch van elkaar dienen te worden gescheiden en hiermee wordt een uitwerking gegeven van de eerste stap in het liberaliseringsproces, het scheiden van de verschillende activiteiten in de bedrijfskolom. Deze scheidingswijze leidt tot de vorming van verschillende juridische entiteiten binnen een concern waar meerdere activiteiten uit de bedrijfskolom elektriciteit worden uitgevoerd. In dit kader is de oprichting van Essent Netwerk Noord te beschouwen. Ten aanzien van de invoering van concurrentie per schakel van de elektriciteitssector, de tweede fase in het liberaliseringsproces, voorziet de Elektriciteitswet 1998 in een geheel vrije markt voor de productie van elektriciteit en een geleidelijke opening van de markt voor levering van elektriciteit, die per medio 2004 zal worden afgerond. Met betrekking tot de transportactiviteit, de schakel waarin Essent Netwerk Noord actief is, dient de overheid een vrije en non-discriminatoire toegang voor leveranciers tot de netten te realiseren middels regulering en de hierbij gehanteerde systematiek wordt in het vijfde hoofdstuk behandeld.

De methodiek die in hoofdstuk vijf wordt besproken, is gebaseerd op de wijze waarop de toegang tot de elektriciteitsnetten in Nederland is geregeld. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 is een systeem voor gereguleerde toegang gekozen, wat een tarievenvaststelling van de diensten van de netbeheerder impliceert. De tarieven van de netbeheerders worden vastgesteld middels de price cap systematiek, een methode waarbij een plafond wordt vastgesteld voor het prijsniveau van de netbeheerder. Dit plafond wordt jaarlijks gewijzigd met een inflatie- en een doelmatigheidscorrectie. Middels de doelmatigheidscorrectie, welke wordt aangeduid als efficiëntiekorting ‘X’, is een marktsituatie binnen de transportschakel van de elektriciteitssector nagebootst.

Binnen de price cap systematiek is door de DTe gekozen voor maatstafconcurrentie (yard stick competition). Deze vorm van price cap regulering impliceert dat voor alle netbeheerders

(8)

een identieke jaarlijkse doelmatigheidcorrectie van het prijsplafond kan worden gehanteerd.

De hoogte van dit percentage stelt de DTe gelijk aan het lange termijn percentage van de totale productiviteitsgroei in de netwerksector. Hierbij is het echter van belang dat de netbeheerders op een gelijk niveau van efficiëntie opereren, wat bij de start van de regulering in 2001 niet het geval is geweest. De DTe hanteert twee reguleringsperiodes om bestaande inefficiënties van de netbeheerders weg te werken. De eerste periode behelst het tijdsvak 2001 tot en met 2003 en de tweede periode omvat de jaren 2004 tot en met 2006. Tot en met 2006 bestaat de opgelegde doelmatigheidskorting voor een netbeheerder derhalve uit twee componenten: een korting voor het opheffen van bestaande inefficiënties en overwinsten die worden behaald ten opzichte van de meest efficiënte netbeheerders (de inhaalslag) en een korting voor de sectorbrede productiviteitsverbetering (de algemene productiviteitsverbetering). Vanaf 2006 bestaat de doelmatigheidskorting vervolgens enkel nog uit de algemene productiviteitsverbetering. In hoofdstuk vijf komt naar voren dat de toepassing van de reguleringssystematiek voor de divisie Essent Netwerken leidt tot een tarievenverlaging van ruim 19% gedurende de eerste twee reguleringsperiodes.

De invoering van regulated accounting rules moet worden gezien in het kader van de gehanteerde reguleringssystematiek en in hoofdstuk zes wordt deze koppeling gemaakt.

Accounting is een proces dat economische informatie oplevert op basis waarvan beslissingen door de gebruikers van deze informatie kunnen worden gemaakt. Het accountingbeleid kan de waarde van de organisatie beïnvloeden door het bestaan van de marktimperfectie informatieasymmetrie. Dit wordt aangeduid met de term economic consequences (financiële gevolgen). In hoofdstuk zes is vervolgens geanalyseerd welke elementen van het accountingbeleid van een netbeheerder als Essent Netwerk Noord relevant zijn. In het accountingbeleid worden de elementen activa, passiva, baten en lasten onderscheiden.

In het hoofdstuk komt naar voren dat het van belang is in te zien dat de regulering zich richt op de tarieven en daarmee op de omzet van de netbeheerder. De baten zijn daardoor niet een relevant element in het accountingbeleid, omdat deze door de DTe worden vastgesteld en voor de netbeheerder niet beïnvloedbaar zijn. Daardoor verschuift het aandachtsgebied van een netbeheerder naar de kosten die worden gemaakt en het element lasten vormt derhalve een belangrijk onderdeel van het accountingbeleid van een netbeheerder. Betoogd wordt dat de relevantie van de lasten voor de waarde van de onderneming tweeledig is. Enerzijds wordt in de reguleringsmethodiek bij de bepaling van de lasten het rendement van de netbeheerder betrokken en het rendement is van belang voor de waarde van de onderneming. Anderzijds biedt de reguleringssystematiek een stimulans aan de netbeheerders om efficiënt te werken om additionele winst te behalen. De lasten zijn bepalend voor de mogelijkheid om dergelijke winsten te behalen en derhalve wederom voor de waarde van de organisatie. Voorts komt in het hoofdstuk naar voren dat bij de bepaling van de lasten het element activa van belang is voor het accountingbeleid van de netbeheerder. Het rendement dat onderdeel van de kosten uitmaakt wordt namelijk berekend over de netwerkactiva, welke zelf door de netbeheerder worden vervaardigd. De activering en waardering van de netwerkactiva vormen derhalve de belangrijkste beleidspunten.

In hoofdstuk zeven worden de financiële gevolgen van accountingprincipes ten aanzien van de netwerkactiva binnen de reguleringsmethodiek voor Essent Netwerk Noord inzichtelijk gemaakt. In het hoofdstuk is allereerst een beoordeling gegeven van de jaarlijkse kostenstructuur. De kosten die een netbeheerder jaarlijks maakt, bestaan uit twee componenten. Het eerste onderdeel van de kostenstructuur wordt gevormd door de

(9)

operationele kosten. De kapitaalkosten zijn het tweede component van de totale jaarlijkse kosten. De kapitaalkosten bestaan uit de afschrijvingen en een marktconform rendement, welke beide afhankelijk zijn van de hoogte van de netwerkactiva. Uit de beoordeling van de kostenstructuur blijkt dat een wijziging van een post van de operationele kosten volledig doorwerkt in de hoogte van de totale jaarlijkse kosten. Een wijziging in de hoogte van de kapitaalkostenpost, de netwerkactiva, leidt echter slechts gedeeltelijk tot een wijziging van de totale kosten. Dit inzicht staat in verband met de reguleringsmethodiek, omdat de systematiek tot gevolg heeft dat de jaarlijkse kosten van de netbeheerder dienen te dalen om de winstgevendheid en op lange termijn de continuïteit niet in gevaar te brengen. Op basis van dit inzicht komt in het hoofdstuk vervolgens naar voren wat de financiële gevolgen zijn voor het hanteren van een activeringsgrens bij de vervaardiging van netwerkactiva en voor het opnemen van de indirecte kosten in de waardering van de netwerkactiva.

Het opnemen van een activeringsgrens levert voor de netbeheerder zowel gevolgen op ten aanzien van het rendement als de totale jaarlijkse kosten van de netbeheerder. In de eerste plaats is de wijziging van het rendement relatief lager indien van een activeringsgrens gebruik wordt gemaakt, aangezien de toename van de netwerkactiva lager is als niet alle voor activering in aanmerking komende kosten daadwerkelijk worden geactiveerd. De totale kosten zijn evenwel hoger, omdat de kosten die niet worden geactiveerd in de operationele kosten worden opgenomen en derhalve volledig doorwerken in de hoogte van de totale jaarlijkse kosten. Essent Netwerk Noord heeft voornamelijk te maken met grote investeringsprojecten en daardoor leidt een activeringsgrens niet tot relatief grote gevolgen. Dit hoeft echter niet te gelden voor netbeheerders die wel te maken hebben met relatief veel kleine investeringsprojecten.

De behandeling van indirecte kosten in de waardering van de netwerkactiva leidt in beginsel tot dezelfde gevolgen als de toepassing van een activeringsgrens. Indien indirecte kosten niet in de vervaardigingsprijs worden opgenomen en ze derhalve in de operationele kosten worden opgenomen, betekent dit een relatief lager rendement en een verhoging van de totale kosten.

Voor Essent Netwerk Noord kunnen de wijzigingen van het gehanteerde beleid door de invoering van regulated accounting rules tot financiële gevolgen leiden, aangezien indirecte kosten deel uitmaken in de waardering van de netwerkactiva.

Ten aanzien van de mogelijke wijzigingen door de invoering van regulated accounting rules is tenslotte betoogd dat de invoering van regulated accounting rules die (sterk) afwijken van de door Essent Netwerk Noord en andere netbeheerders gehanteerde principes niet gerechtvaardigd lijkt. De mogelijk optredende gevolgen kunnen namelijk door de netbeheerders niet worden opgevangen door een toename van de omzet, aangezien deze buiten beïnvloeding van de netbeheerder valt door het gereguleerde karakter, en zullen derhalve per definitie ten laste van het resultaat van de netbeheerder komen. Bovendien bevatten de kostenwijzigingen als gevolg van afwijkende regulated accounting rules geen informatie over de verandering in mate van efficiëntie van een netbeheerder, terwijl dit wel zo schijnt aangezien de kosten bepalend zijn voor de efficiëntie van een netbeheerder. Het is echter juist de werkelijke verbetering van de mate efficiëntie die door de DTe middels haar regulering moet worden nagestreefd en dit doel dient zwaarder te wegen dan het doel om de netbeheerders onderling vergelijkbaar te maken door boekhoudkundige principes te harmoniseren. Als slotoverweging wordt gesteld dat de DTe bij de invoering van regulated accounting rules aan deze gedachte niet voorbij zal kunnen gaan.

(10)

1 Introductie Essent N.V. en Essent Netwerk Noord B.V.

In dit inleidende hoofdstuk zal Essent N.V. worden geïntroduceerd door de activiteiten, het ontstaan en de organisatiestructuur aan bod te laten komen (paragraaf 1.1)1. Daarna zal in paragraaf 1.2 specifieker worden ingegaan op Essent Netwerk Noord B.V. (ENN), een bedrijfsonderdeel van Essent en de opdrachtgever van het onderzoek. Naast algemene gegevens zal ook kort wat gezegd worden over de omgeving waarin ENN opereert. In paragraaf 1.3 zal het hoofdstuk worden samengevat.

1.1 Essent N.V.

De multi-utility groep Essent is actief in de sectoren energie, kabel/telecommunicatie en milieu/afval en heeft als thuismarkt het Zuiden, Noorden en Oosten van Nederland. Essent is marktleider in de Nederlandse energiemarkt en daarnaast ook actief in Duitsland. Op gebied van kabeltelevisie is Essent wat betreft marktaandeel de tweede speler op de Nederlandse markt en daarnaast heeft het bedrijf een vooraanstaande positie in de afvalmarkt. Bij Essent zijn ruim 12.000 mensen werkzaam en het bedrijf kende in 2002 een omzet van meer dan

€ 6.9 miljard.

Essent is ontstaan uit de fusie van de PNEM/MEGA Groep en de EDON Groep in 1999. De aandelen zijn in handen van verschillende provinciale overheden. Beide organisaties zijn op hun beurt weer uit verschillende samenwerkingsverbanden en samensmeltingen ontstaan.

De PNEM werd opgericht in 1914 en fuseerde in 1997 met Mega Limburg. Later werd daar Nutsbedrijf Heerlen aan toegevoegd. MEGA Limburg is ontstaan uit een fusie tussen PLEM en Limagas in 1992.

De EDON groep is ontstaan uit een fusie tussen de IJsselmij, in 1911 als IJsselcentrale begonnen, en het EGD. Het EGD is ontstaan uit een fusie tussen het provinciaal energie bedrijf en NV Laagspanningsnetten. Essent kent een holdingstructuur met daaronder zes divisies:

Essent Holding

1 Bij de bespreking van Essent N.V. is gebruik gemaakt van de gegevens uit het Jaarverslag 2001en 2002.

Figuur 1.1 Organisatiestructuur Essent N.V.

(11)

Daar waar divisies zijn gefocust op operationele zaken, is de holding van Essent verantwoordelijk voor het beleid op hoofdlijnen. De holding houdt zich onder andere bezig met de overall strategie, missie en visie van Essent, de financiële consolidatie, het merkenbeleid, sponsorbeleid en huisstijl, strategische ICT-activiteiten, inkoopbeleid, risk management en regulatory affairs en tarieven. Het hoofdkantoor is gevestigd in Arnhem.

Essent Retail

Activiteiten die gericht zijn op de consumentenmarkt, zijn samengebracht in de divisie Retail.

Deze divisie richt zich op de levering van gas, elektriciteit en warmte aan huishoudelijke en kleinzakelijke klanten in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Limburg en Flevoland. Het hoofdkantoor van de divisie Retail is gevestigd in Den Bosch.

Essent Energie

De divisie Essent Energie produceert elektriciteit en warmte in grootschalige centrales en wekt ook duurzame energie op in zowel kleinere productie-eenheden (biomassacentrale, windparken, waterkracht- en zonne-energiecentrales) als in haar kolencentrales. Daarnaast houdt de divisie Energie zich bezig met de handel op de Amsterdam Power Exchange (APX), de beurs waar energie wordt verhandeld. Bovendien houdt de divisie zich bezig met verkoop van energie aan de vrije grootzakelijke klanten, waarbij met ingang van 1 januari 2002 ook het middensegment is gekomen. Verder verzorgt deze divisie de waterhuishouding van zakelijke klanten en is zij actief op het gebied van industriële utilities. Het hoofdkantoor van de divisie Energie is gevestigd in Den Bosch.

Essent Netwerken

Het beheer en onderhoud van de energienetwerken, de regionale distributienetten van gas en elektriciteit, zijn ondergebracht in de divisie Netwerken. De daarbinnen opererende netwerkbedrijven, zoals Essent Netwerk Noord B.V., zijn geheel zelfstandig. Deze zelfstandigheid komt voort uit de wettelijke verplichting om de taken van netbeheer en overige activiteiten van het energiebedrijf, zoals de productie en levering, administratief en juridisch te scheiden. De bijzondere positie van netwerkbedrijven moet worden gezien in het kader van de liberalisering van de energiemarkt, waarop in het vervolg van dit onderzoek nader zal worden ingegaan.

De divisie Netwerken vormt de verbindende schakel tussen de afnemers van energie en andere activiteiten van Essent. De onderlinge relatie tussen de netwerkbedrijven en de overige groepsmaatschappijen is vastgelegd in service level agreements. Op basis hiervan kunnen de netwerkbeheerders (binnen de strikte regels van de wet) een marktconforme dienstverlening aan derden, zoals concurrerende aanbieders van energie, aanbieden.

De divisie Netwerken heeft een aantal streefnormen op het gebied van dienstverlening geformuleerd zoals een snelle respons op storingen, een snelle uitvoering van reparatiewerk en een acceptabel kostenniveau. Ook buiten de traditionele verzorgingsgebieden, die uit de wet voortvloeien, dingt Essent Netwerken mee naar opdrachten op het gebied van infrastructuur. Het hoofdkantoor van de divisie Netwerken is gevestigd in Waalre. Later in dit hoofdstuk zal nader in worden gegaan op deze divisie van Essent en dan in het bijzonder op ENN, dat binnen deze divisie actief is.

(12)

Essent Kabelkom

Essent kabelkom is een jong en snelgroeiend multimediabedrijf dat producten en diensten aanbiedt via de (glasvezel)kabel. Die diensten staan in het teken van ‘informatie’,

‘communicatie’ en ‘entertainment’. Bij informatie gaat het om internet via de kabel en de koppeling van computernetwerken zodat vestigingen van één bedrijf onderling gegevens kunnen uitwisselen. Onder communicatie vallen diensten zoals telefoon- en mailverkeer en de ontwikkeling van internetsites. Entertainment staat voor de levering van een dertigtal televisie- en radiozenders via de kabel die dagelijks ongeveer drie miljoen mensen in Noord, Oost en Zuid-Nederland weten te bereiken. Het hoofdkantoor van de divisie Kabelcom is gevestigd in Groningen.

Essent Milieu

Essent Milieu is een landelijke speler op het gebied van afvalverwerking. Het zet zich in om de afvalproblematiek van onze samenleving op te lossen: van inzameling en recycling tot en met de eindverwerking van afval. Met afval is van alles te doen. Essent Milieu scheidt afval in afzonderlijke stromen, maakt het geschikt voor hergebruik, zet afval om in producten (brandstoffen, bouwstoffen, compost) en wint energie uit afval. Het bedrijf adviseert bedrijven, gemeenten en instellingen over het beperken van de afvalstroom, over efficiënter inzamelen en over het beperken van kosten. Het hoofdkantoor van de divisie Milieu is gevestigd in Zwolle.

Essent Internationaal

Essent heeft haar Duitse activiteiten ondergebracht in een aparte divisie: Essent Internationaal. Naast het al bestaande verkoopkantoor in Dusseldorf is met de overname van swb AG (in Bremen) een belangrijk bruggenhoofd op de Duitse markt verworven. Via Bremen heeft Essent inmiddels ook een aandeel van 49.9% in Stadtwerke Bielefeld.

1.2 Essent Netwerk Noord B.V.

De opdrachtgever van het onderzoek Essent Netwerk Noord B.V. (ENN) is als netwerkbedrijf van Essent beheerder van de transportnetten, waarover energie wordt vervoerd, en distributienetten, waarop afnemers zijn aangesloten, in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en in een deel van Flevoland. ENN voert haar taken als netwerkbeheerder in de genoemde gebieden uit voor zowel de elektriciteits- als de gasvoorziening. Tevens beheert zij warmtenetten, waarbij warmte kan worden getransporteerd en gedistribueerd als alternatief voor de verwarming via aardgas. De warmtelevering neemt in de verwarmingsmarkt echter een bescheiden plaats in en zal in dit onderzoek derhalve niet nader worden beschouwd.

ENN is ondergebracht in divisie Netwerken van Essent, net als de netbeheerders voor de provincies Noord-Brabant, Limburg en een deel van Friesland. De aandelen van het bedrijf zijn volledig in handen van Essent Netwerken B.V.

(13)

Als netbeheerder kent ENN de volgende drie productgroepen:

- aansluiting op gas- en elektriciteitsnetten, waardoor de energie naar klanten kan stromen (Klantrelaties);

- ontwikkeling en beheer van netwerken voor eigenaren van netwerken (Asset Management);

- advies, ontwerp, aanleg en onderhoud, als ook de oplossing van storingen, van netwerken voor opdrachtgevers (Uitvoering).

ENN heeft in 2002 een omzet van ruim € 436 miljoen gerealiseerd en bij ENN zijn bijna 1.400 mensen werkzaam. Het hoofdkantoor van ENN is gevestigd in Groningen, waar ook de opdracht zal worden uitgevoerd. De structuur van het bedrijf kan schematisch als volgt worden weergegeven:

Figuur 1.2 Organogram Essent Netwerk Noord

De drie productgroepen van ENN zijn ondergebracht in afzonderlijke functionele afdelingen.

Daarnaast kent ENN een aantal ondersteunende stafdiensten. De afstudeeropdracht wordt uitgevoerd binnen de afdeling Regulatory Affairs & Juridische Zaken, een onderdeel van de stafafdeling Contacten.

De activiteiten van ENN als netbeheerder zijn volgens wettelijke bepalingen ondergebracht in een aparte B.V., die strikt onafhankelijk moet werken van de marktpartijen die elektriciteit leveren of produceren. De netbeheerders hebben onder andere tot taak de door hen beheerde netten te onderhouden en een veilig en betrouwbaar transport van elektriciteit over de netten te waarborgen. In een later stadium van het onderzoek zal uitgebreider worden ingegaan op de verschillende spelers in de energiemarkt en de positie van ENN in deze sector.

Om de uitvoering van wettelijke regelingen en het toezicht op de naleving hiervan goed te laten verlopen, is de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) belast met een aantal taken en bevoegdheden. De DTe is een dienst die ressorteert onder de Minister van Economische Zaken en is als kamer ondergebracht bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit. De DTe zorgt voor de bevordering van de concurrentie op de elektriciteits- en gasmarkten. Dit geldt ook op het gebied waar de markt niet zonder regulering kan werken, door een natuurlijk

Directeur

Finance

Personeel & Organisatie

Contacten

Uitvoering (Service Provider) Informatiemanagement

en Processen

Strategie & Business Development

Asset Management Klantrelaties

Regulatory Affairs

& Juridische Zaken

(14)

monopolie zoals bij de netwerksectoren. De DTe zorgt ook hier door regelgeving voor marktwerking. Het speelveld waarop ENN haar activiteiten kan ontplooien wordt derhalve grotendeels bepaald door de DTe.

De afdeling Regulatory Affairs & Juridische Zaken houdt zich bezig met de voor ENN relevante regelgeving, waarbij haar activiteiten een tweeledig karakter kennen. Enerzijds wordt binnen de staf een inventarisatie gemaakt van de relevante regelgeving en vindt een doorvertaling naar de organisatie plaats. Anderzijds staat de afdeling ook actief in contact met de regelgever DTe en speelt zij op die manier een rol in de bepaling van het speelveld voor de netbeheerder. De afdeling bestaat uit een relatief klein team van zes personen waarbinnen de kennis met betrekking tot regulering is verzameld.

1.3 Samenvatting

In dit hoofdstuk is Essent N.V. geïntroduceerd en is Essent Netwerk Noord B.V., dat onderdeel uitmaakt van het moederconcern en opdrachtgever van het onderzoek is, nader aan bod gekomen. Essent is actief in de sectoren energie, kabel/telecommunicatie en milieu/afval en kent een divisiestructuur met zes verschillende divisies. De aandelen van het bedrijf zijn in handen van Nederlandse lagere overheden.

De divisie Netwerken is gericht op het beheer en onderhoud van de energienetwerken, de regionale distributienetten van gas en elektriciteit. De netwerkbedrijven zijn in navolging van hetgeen wettelijk is bepaald administratief en juridisch gescheiden van de overige activiteiten van Essent.

Essent Netwerk Noord B.V. is actief in de divisie Netwerken en is op grond van de wet aangewezen als netbeheerder in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en een deel van Flevoland. De activiteiten van het netwerkbedrijf kennen een juridische grondslag. Het overheidsorgaan dat zorg draagt voor de uitvoering en naleving van de wet, de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe), is in dit hoofdstuk kort geïntroduceerd. De afdeling Regulatory Affairs & Juridische Zaken houdt zich bezig met deze regelgeving en binnen deze afdeling wordt het onderzoek uitgevoerd. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de aanpak van het onderzoek en de achtergrond van de problematiek waarmee ENN te maken heeft.

(15)

2 Methodologie

In dit hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan de methodologie die in het onderzoek gevolgd wordt. Allereerst zal in paragraaf 2.1 naar voren komen wat het doel van het onderzoek is en welke vraag daarbij centraal staat. Vervolgens zal in paragraaf 2.2 de centrale onderzoeksvraag worden opgedeeld in meerdere deelvragen, waarna de belangrijkste randvoorwaarden waarbinnen het onderzoek moet plaatsvinden worden gesteld (paragraaf 2.3).

2.1 Doelstelling onderzoek

Essent Netwerk Noord bevindt zich in een dynamische omgeving, waardoor veel onderwerpen actueel zijn en zich laten lenen voor een afstudeeronderzoek. De invulling van de exacte opdracht is in grote mate aan de onderzoeker zelf overgelaten. In deze paragraaf zal meer duidelijkheid worden gecreëerd over de achtergrond van de problematiek waarmee Essent Netwerk Noord te maken heeft en zal ook de uitwerking van de onderzoeksopdracht nader worden omschreven.

2.1.1 Achtergrond

De situatie van Essent Netwerk Noord als beheerder van de elektriciteits- en gasnetten kan niet los worden gezien van de liberalisering van de energiemarkt die eind vorige eeuw in gang is gezet. De liberalisering van de energiesector heeft kort gezegd als doel het verbeteren van de positie van de consument van energie. Een verbeterde positie wordt niet alleen gerealiseerd door een betere prijs-kwaliteitverhouding, maar ook door optimalisatie van de dienstverlening en een innovatiever pakket aan diensten. Men verwacht dat liberalisering een druk op de prijzen zal doen ontstaan, omdat bedrijven genoodzaakt zijn efficiënter te opereren. Om het doel van liberalisering te realiseren, zal de afnemer van energie vrij moeten zijn in de keuze van zijn leverancier en ontstaat de situatie waarin de verschillende aanbieders van energie met elkaar concurreren.

De liberalisering van de energiemarkt is niet een proces dat van de ene op de andere dag kan worden gerealiseerd. Het betreft een gecompliceerd traject dat in drie fasen kan worden opgedeeld. De eerste tranche van liberalisering heeft betrekking op de grootverbruikers van elektriciteit en gas. De grootverbruikers zijn sinds 1998 vrij in hun keuze van leverancier van energie. Per 2002 is een volgende stap in het liberaliseringproces gezet, toen het middensegment afnemers de keuzemogelijkheid van leverancier heeft gekregen. Uiteindelijk zal het laatste deel van de markt worden vrijgegeven in juli 2004, als de kleinzakelijke afnemer en de consument vrij kunnen kiezen tussen energieleveranciers.

De gedachte om de energiesector te liberaliseren is zowel op Europees niveau, door het opstellen van EU-richtlijnen, als nationaal niveau door de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, vorm gegeven. Het zijn deze nationale wetten die het startsein hebben gegeven voor de liberalisering van de energiemarkt in Nederland. Middels deze wetgeving worden regels gesteld ten aanzien van de verschillende partijen in de energiesector.

De (regionale) netbeheerder neemt in het proces van liberalisering van de energiesector evenwel een bijzondere positie in. Voor de energienetwerken geldt dat sprake is van een

(16)

monopoliepositie en daardoor wordt marktwerking uitgesloten. In dat kader is dan ook regelgeving nodig om totale marktwerking te kunnen realiseren. Deze regelgeving vormt een groot onderdeel van het liberaliseringsproces en wordt in het vervolg aangeduid met de term regulering. De belangrijkste uitgangspunten voor die regulering worden aldus gevormd door de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, waarin de onafhankelijke positie van de netbeheerders wordt bepaald. De onafhankelijke positie moet toegang van concurrenten tot het netwerk, een van de essentiële voorwaarden in het liberaliseringsproces, waarborgen.

De Nederlandse overheid heeft met betrekking tot de regulering gekozen voor de instelling van een regulerend en toezichthoudend orgaan om de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet uit te voeren. Dit orgaan is de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe), reeds in het voorgaande geïntroduceerd. Deze kamer binnen de NMa heeft als specifieke missie het bevorderen van de concurrentie op de elektriciteits- en gasmarkten. Hierbij hoort het beschermen van afnemers tegen machtsmisbruik. Daar waar de markt niet zonder regulering kan functioneren, zoals in de netwerksector, zorgt de DTe voor marktwerking door van de door haar verkregen bevoegdheden gebruik te maken. De invloed van de DTe op ENN en andere netbeheerders is derhalve aanzienlijk.

Bij de regulering van de DTe ten aanzien van de netbeheerders dient echter een belangrijk onderscheid te worden gemaakt in de adressant van de regelgeving. Tot dusver is de energiesector als geheel behandeld, zonder scherp onderscheid te maken tussen elektriciteit en gas. Waar eerder werd gesproken over de netbeheerder van zowel elektriciteits- en gasnetten gezamenlijk valt deze samenhang, wanneer de regulering van de DTe wordt beschouwd, niet langer te maken.

In de eerste plaats kennen beide sectoren een verschillende wettelijke grondslag2 en dit impliceert dat de DTe ook verschillend optreedt ten aanzien van beide sectoren. De regelgeving van de DTe is namelijk specifiek gericht tot een bepaald type netbeheerder: er wordt bij de besluitvorming een consequent onderscheid gemaakt tussen de netbeheerder elektriciteit en netbeheerder gas, hoewel ENN beide functies vervult. Bovendien heeft de DTe op grond van de Elektriciteitswet 1998 een verstrekkendere bevoegdheid ten aanzien de regelgeving op de elektriciteitssector dan dat zij heeft op de gassector op grond van de Gaswet. Dit verschil in bevoegdheid brengt met zich mee dat de regulering ten aanzien van de elektriciteitssector veel omvangrijker is en dat de invloed van de DTe op deze sector aanzienlijk groter is dan de omvang van de regulering en de invloed op de gassector.

Het is in het kader van het onderzoek belangrijk dit onderscheid tussen de elektriciteits- en gassector reeds vroeg te maken, omdat het gevolgen heeft voor de rest van het onderzoek.

Gezien het overheersende karakter van de regulering van de elektriciteitssector in vergelijking met de regulering van de gassector en de inhoudelijke verschillen die tussen de regelgeving van de sectoren bestaan, zal in het vervolg van het onderzoek daar waar gesproken wordt over regulering, de regulering met betrekking tot de elektriciteitssector worden bedoeld. Op deze afbakening wordt later in het hoofdstuk dieper ingegaan.

Zoals het liberaliseringsproces in fasen kan worden opgedeeld, zo kan de belangrijkste regulering van de DTe met betrekking tot de netbeheerders elektriciteit ook in stadia worden gescheiden. De regulering van de DTe betreft een traject dat in twee delen uiteen valt. De

2 De Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet

(17)

eerste reguleringsperiode is gestart op 1 januari 2001 en loopt tot en met 2003. Vanaf 2004 begint de tweede reguleringsperiode en deze eindigt eind 2006.

De achtergrond van de problematiek waarmee ENN te maken heeft kan verder worden verduidelijkt, door deze twee fasen van regulering nader te beschouwen. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 kent de regionale netbeheerder een aantal taken en verplichtingen die door haar dienen te worden gerealiseerd.3 Het is de taak van de DTe toe te zien of deze taken daadwerkelijk worden uitgevoerd. Daarbij heeft zij echter een prioriteitsstelling gehanteerd die ervoor heeft gezorgd dat niet alle wettelijke taken vanaf het begin zijn betrokken in de regulering en het toezicht. In de eerste reguleringsperiode is door de DTe met name aandacht geschonken aan het doelmatig werken van de netbeheerders, door bevoegdheden uit te oefenen op het gebied van tarieven en rendementen.

De DTe stelt de tarieven van de diensten van de netbeheerders vast en middels deze bevoegdheidsuitoefening heeft de DTe een grote mate van invloed op de netbeheerders. Deze bevoegdheidsuitoefening is echter niet zonder slag of stoot gegaan. Vele gerechtelijke procedures ten aanzien van deze inmenging zijn in de eerste reguleringsperiode gevoerd, waardoor de uitbreiding van het aantal onderwerpen van toezicht door de DTe aanzienlijk is bemoeilijkt.

Inmiddels heeft het toezicht op het gebied van doelmatigheid en tarieven een uitgekristalliseerd karakter en is duidelijkheid ontstaan over de manier waarop de bevoegdheden van de DTe kunnen worden uitgeoefend. Dit laat de kans aan de DTe om haar toezichthoudende functie uit te breiden naar overige onderwerpen.

De invloed van de DTe zal in de loop van de door haar voorgestelde tweede reguleringsfase door twee oorzaken aanmerkelijk worden vergroot. In de eerste plaats wordt de invloed op de netbeheerder vergroot door in de tweede fase naast de doelmatigheid van de netbeheerders elektriciteit tevens de kwaliteit ofwel de betrouwbaarheid van het netwerk bij de regulering te betrekken. Hierdoor wordt het model van regulering aangevuld met kwaliteitscriteria, welke ook hun invloed zullen hebben op de resultaten van de netbeheerders. Het wel of niet voldoen aan deze criteria zal worden gekoppeld aan financiële maatregelen.

Daarnaast beoogt de DTe de netbeheerders onderling beter vergelijkbaar te maken door eisen te stellen aan de financiële informatie die door de netbeheerders wordt verstrekt aan de toezichthouder. In dit kader zal DTe regels stellen ten aanzien van de door de toegepaste accountingprincipes die leiden tot deze financiële informatie. Met ingang van de tweede reguleringsperiode is zij voornemens de verslaglegging van de netbeheerder volgens uniforme accountingprincipes tot stand te laten komen door accountinggrondslagen op te leggen aan de netbeheerders. Deze uniforme accountingprincipes worden aangeduid als regulated accounting rules (RAR).

De invoering van de uniforme accountingregels welke aan de netbeheerders zullen worden opgelegd vormen de aanleiding van het onderzoek. In dit verband kunnen het doel en de daarbij centrale vraag geformuleerd worden.

3 Artikel 16 Elektriciteitswet 1998

(18)

2.1.2 Formulering doel- en vraagstelling

De invoering van accountingprincipes is om een aantal redenen van belang voor Essent Netwerk Noord. Allereerst kan worden geconstateerd dat de invoering van regulated accounting rules consequenties voor ENN met zich mee kan brengen. De gevolgen kunnen zowel van financiële aard zijn, door veranderende grondslagen in de financiële verslaggeving.

Hier moet worden gedacht aan boekhoudkundige veranderingen. De invoering van regulated accounting rules zal in beginsel de uitgaven en ontvangsten van ENN niet beïnvloeden, maar kan wel leiden tot veranderingen in de manier waarop deze geldstromen worden verwerkt in de financiële verslaggeving.

Bovendien kunnen ook veranderingen van andere aard ontstaan, indien de invoering van RAR bijvoorbeeld implicaties ten aanzien van de vertaling naar het informatiesysteem van ENN met zich meebrengt. In het onderzoek zal evenwel aan dit soort veranderingen geen aandacht worden geschonken.

Daarnaast kan worden opgemerkt dat de ontwikkeling van de regulated accounting rules niet een proces is dat eenzijdig door de DTe wordt uitgevoerd. De toezichthouder zal, net als bij overige onderwerpen van regulering, de netbeheerders informeren en consulteren over de door haar in te voeren accountinggrondslagen. Dit proces is medio 2003 gestart en het is voor ENN derhalve van belang ten tijde van dit proces inzicht te hebben in de werking van accountingprincipes, om op basis van deze informatie in dit proces te kunnen deelnemen.

Tegen de hiervoor geschetste achtergrond kan de volgende doelstelling voor het onderzoek worden geformuleerd:

Het verschaffen van inzicht voor Essent Netwerk Noord in momenteel toegepaste grondslagen van het accountingbeleid binnen de regulering die door de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) in de Nederlandse elektriciteitssector wordt gehanteerd.

Met deze doelstelling wordt duidelijk dat ENN is geïnteresseerd in de werking van accountinggrondslagen en dat deze dienen te worden bezien binnen de reguleringsmethodiek die door de DTe wordt uitgevoerd.

Om deze doelstelling te kunnen realiseren kan de centrale vraag worden geformuleerd die in dit onderzoek zal worden beantwoord:

Wat zijn de gevolgen van wijzigingen van de grondslagen die in het accountingbeleid van Essent Netwerk Noord worden toegepast?

De opdeling van de centrale vraag in verschillende deelvragen zal in de volgende paragraaf worden uitgewerkt. De deelvragen dienen als uitgangspunt voor de structuur en de opbouw van het onderzoek.

2.2 Deelvragen

Om het centrale vraagstuk gefundeerd op te kunnen lossen, is een opdeling van de vraagstelling in een aantal deelvragen noodzakelijk. Deze deelvragen vormen de input voor de verschillende hoofdstukken in het onderzoek en worden hieronder uiteengezet. Naast het

(19)

inhoudelijke karakter van de deelvragen zullen ook de gebruikte bronnen aan de orde komen aan het eind van deze paragraaf

Welke invloed heeft het liberaliseringsproces op de elektriciteitssector in Nederland?

(hoofdstuk 3 en 4)

Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden is allereerst meer inzicht in de omgeving van Essent Netwerk Noord van belang. Bij de beantwoording van deze vraag wordt gedetailleerder op de elektriciteitssector en het liberaliseringsproces ingegaan. Er zal moeten worden gekeken naar verschillende ontwikkelingen, zowel op nationaal als Europees niveau.

In dit deel vindt tevens de uitwerking van een begrippenkader plaats. Begrippen als liberalisering, regulering en privatisering worden veelal door elkaar gehanteerd, zonder dat duidelijk is wat de verschillen zijn. In dit deel wordt hierop een antwoord gegeven. Daarnaast wordt ingegaan op de relevante wetgeving en de betekenis ervan is op de elektriciteitssector.

Daarbij komt ook de rol van de Dienst uitvoering en toezicht Energie uitgebreid aan de orde.

Een impressie van haar bevoegdheden en uitwerking daarvan op netbeheerders als Essent Netwerk Noord zal gegeven worden.

Op welke wijze wordt de elektriciteitssector in Nederland door de DTe gereguleerd?

(hoofdstuk 5)

De gedachte achter deze deelvraag is dat, nu duidelijkheid is gecreëerd over de regulering waarmee ENN wordt geconfronteerd, te onderzoeken hoe de regulering is vormgegeven.

Hierbij wordt duidelijk hoe regulering plaats vindt en welke rol de DTe daarbij speelt. De beantwoording van deze vraag vormt dan ook de input voor het volgende deel in het onderzoek, aangezien accountingprincipes in het licht van deze regulering dienen te worden bestudeerd.

Wat is de invloed van accountingprincipes binnen de reguleringsmethodiek? (hoofdstuk 6)

Bij beantwoording van deze vraag zal naar voren komen wat onder accounting kan worden verstaan en waaruit het accountingbeleid is opgebouwd. Het gehanteerde accountingbeleid wordt vervolgens gekoppeld aan de door de toezichthouder gehanteerde reguleringsmethodiek, om te kunnen bepalen welke aspecten van het accountingbeleid van de netbeheerder relevant zijn om nader te onderzoeken. Deze relevante aspecten zijn vervolgens van belang voor het resterende deel van het onderzoek.

Welke gevolgen brengen wijzigingen in de invulling van relevante onderdelen van het accountingbeleid van Essent Netwerk Noord met zich mee en welke betekenis moet aan deze gevolgen worden gegeven? (hoofdstuk 7)

Na beantwoording van de vorige deelvraag en de daarmee samenhangende identificatie van de relevante aspecten van het accountingbeleid van een netbeheerder kan worden bestudeerd welke gevolgen optreden indien het accountingbeleid op deze onderdelen wordt gewijzigd.

Bovendien kan worden stilgestaan bij de vraag wat het belang van deze gevolgen is om aan te geven tot wat de invoering van regulated accounting rules voor ENN met zich mee kan brengen.

(20)

Om antwoord te geven op de centrale vraag wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van verschillende gegevensbronnen. Over de context waarbinnen ENN zich bevindt is veel literatuur aanwezig en deze informatie zorgt er enerzijds voor dat een goed beeld van de situatie kan worden verkregen en anderzijds kan door bestudering van deze informatie duidelijk worden welke kennis nog niet aanwezig is en middels het onderzoek dient te worden verkregen.

De toepassing van deze verschillende bronnen is in onderstaande tabel weergegeven:4

Gegevensbron: Toepassing:

Documenten Literatuur op o.a. het gebied van liberalisering , regulering en accounting, Jaarverslagen, Interne informatie, Rapporten van de DTe.

Media Tijdschriftartikelen op het gebied van liberalisering en regulering. Internet is veelal gebruikt om verschillende bronnen op te zoeken.

Personen In interviews met personen in de organisatie zijn verschillende gegevens omtrent onderwerpen met betrekking tot de reguleringssystematiek en het accountingbeleid aan bod gekomen.

Databanken Voor de benodigde financiële gegevens is gebruik gemaakt van het informatiesysteem van ENN.

Tabel 2.1 Overzicht gehanteerde gegevensbronnen

2.3 Afbakening van het onderzoeksgebied

In deze paragraaf zal een bepaling van het onderzoeksgebied worden gegeven voor de opdracht binnen Essent Netwerk Noord. Een belangrijke afbakening wordt gemaakt door in dit onderzoek enkel in te gaan op de activiteiten van ENN en regelgeving van de DTe met betrekking tot de elektriciteitssector. Door deze grensbeslissing worden de activiteiten van ENN als beheerder van de transport- en distributienetten van gas in het onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Het argument om de energiesector af te bakenen komt voort uit de verscheidenheid in het liberaliseringsproces tussen de elektriciteits- en de gassector. Hoewel de structuur van beide markten in beginsel relatief veel overeenkomsten vertoont, in de sectoren zijn soortgelijke spelers actief, heeft het liberaliseringsproces in beide sectoren een divergent karakter.

Daarvoor zijn een aantal redenen, waarvan de belangrijkste is dat de gasvoorziening minder essentieel wordt geacht dan de elektriciteitsvoorziening. De elektriciteitsvoorziening is van fundamenteel belang voor de industrie, de dienstensector en de consumenten. Bovendien is elektrische energie is niet vervangbaar, zoals er voor het verkrijgen van energie uit gas wel diverse alternatieven aanwezig zijn. Daarnaast is elektriciteit slechts in zeer beperkte mate op te slaan. Een goede kwaliteit in de voorziening is derhalve belangrijk, aangezien er nauwelijks reserves van elektriciteit te vormen zijn die storingen kunnen opvangen.

De uitwerking van deze verschillen is dat de juridische bases waarop de voor liberalisering noodzakelijke regulering van beide sectoren is gestoeld, sterk van elkaar verschillen. De Elektriciteitswet 1998 kent aan de regulator en toezichthouder zeer omvangrijke bevoegdheden op het gebied van regulering van de elektriciteitssector toe, welke door de Gaswet aan diezelfde regulator niet worden geattribueerd. De bevoegdheden van de DTe met

4 Leeuw, A.C.J. de, Bedrijfskundige methodologie, Management van onderzoek, Van Gorcum, Assen, 3e druk, 1996

(21)

betrekking tot de gassector zijn in die zin beperkt. De DTe kan slechts richtlijnen stellen, waar ze met betrekking tot de elektriciteitssector de netwerkbedrijven verplichtingen op kan leggen.

Het verschil in bevoegdheidsattributie brengt met zich mee dat de sectoren op geheel eigen wijze worden gereguleerd om een vrije markt te realiseren. De invoering van regulated accounting rules is in dit kader slechts relevant voor de elektriciteitssector, wat met zich meebrengt dat de gassector buiten het onderzoeksgebied valt.

Tevens dient de vertrouwelijkheid van gegevens in dit kader te worden behandeld. Essent Netwerk Noord bevindt zich in een omgeving die sterk door de regelgever DTe wordt beïnvloed. Dit brengt met zich mee dat bedrijfsspecifieke informatie wordt verstrekt aan de regelgever indien dit vereist is. In het onderzoek zal enkel de informatie die ook bekend is bij de DTe openbaar worden gemaakt, overige bedrijfsspecifieke kennis zal niet worden opgenomen. In plaats daarvan zal daar waar deze informatie aan bod komt worden gewerkt met fictieve cijfers en dit zal telkens worden aangegeven. Deze werkwijze heeft geen effecten voor de resultaten van het onderzoek. Bovendien is de informatie bij de onderzoeker zelf wel bekend.

Naast deze afbakeningen dient voor het onderzoek de aanname worden gemaakt dat het liberaliseringsproces verloopt zoals van tevoren is voorgesteld. Het betreft hier vooral de invoering van nieuwe methodiek van regulering en de exacte datum waarop de markt wordt vrijgegeven. Gezien het politieke karakter van het liberaliseringsproces valt niet uit te sluiten dat sommige voorgenomen besluiten worden uitgesteld of in zijn geheel niet worden genomen. In het onderzoek zal hier echter geen rekening mee worden gehouden.

2.4 Samenvatting

In dit hoofdstuk is de methodologische aanpak van het onderzoek aan bod gekomen. Een relatief ruime opdrachtomschrijving is in dit hoofdstuk nader uitgewerkt en vorm gegeven.

Hierbij is de achtergrond van Essent Netwerk Noord en de problematiek waarmee zij te maken heeft uiteengezet.

In paragraaf 2.1 is naar voren gekomen dat ENN in de liberalisering van de energiemarkt als regionale netbeheerder een bijzondere positie inneemt, waarbij haar taken wettelijke grondslag kennen. Het liberaliseringsproces heeft in Nederland vorm gekregen door de invoering van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in 2000. ENN is actief in een markt waarbinnen sprake is van monopolieposities met betrekking tot de infrastructuur. Om te zorgen dat er marktwerking ontstaat, heeft de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) verstrekkende bevoegdheden.

De DTe oefent bevoegdheden ten aanzien van de netbeheerder uit op verschillende onderwerpen, waarbij zij in het begin van de regulering voornamelijk aandacht heeft geschonken aan de doelmatigheid van de netbeheerders. In het reguleringsproces wordt door de DTe eisen gesteld aan de informatie die de netbeheerders aan haar doen toekomen. Om de totstandkoming van deze informatie te harmoniseren, dienen de netbeheerders met ingang van de tweede reguleringsperiode uniforme accountingprincipes toe te passen. De ontwikkeling van deze uniforme accountingprincipes, regulated accounting rules (RAR), door de DTe is aanleiding van het onderzoek en heeft tot de volgende doelstelling geleid:

(22)

Inzicht verschaffen voor Essent Netwerk Noord in toegepaste grondslagen van het accountingbeleid binnen de regulering die door de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) in de Nederlandse elektriciteitssector wordt gehanteerd.

Door het verkregen inzicht kunnen enerzijds de mogelijke consequenties van de invoering van RAR worden beoordeeld en anderzijds stelt het inzicht ENN in staat op basis van dit inzicht in het ontwikkelingsproces van RAR deel te nemen.

Om deze doelstelling te realiseren is de volgende centrale vraag geformuleerd:

Wat zijn de gevolgen van wijzigingen van de grondslagen die in het accountingbeleid van Essent Netwerk Noord worden toegepast?

Om deze vraag te beantwoorden zal het accountingbeleid worden bestudeerd in het kader van de door de DTe uitgevoerde regulering. In paragraaf 2.2 zijn deelvragen geformuleerd die richting geven aan het onderzoek. In deze paragraaf is tevens naar voren gekomen van welke gegevensbronnen gebruik zal worden gemaakt.

In de laatste paragraaf is het onderzoeksgebied afgebakend door vast te stellen dat enkel zal worden ingegaan op regulering binnen de elektriciteitssector. Bovendien is rekening gehouden met de vertrouwelijkheid van gegevens.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Laat zien wat jullie bezig zijn te ontwikkelen, vanuit de multidisciplinaire capacite- it waarover de grote kantoren beschikken, en geef aan wat jullie van anderen nodig hebben om

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Om vrije vismigratie te bevorderen en tegemoet te komen aan de wettelijke verplichtingen wat dat betreft, bouwen  rivierbeheerders  visdoorgangen.  De  goede 

Met het vinden van de recente dakkapel op één huis in een rij in de Spicastraat is sprake van een vergelijkbaar geval in een vergelijkbare wijk en een vergelijkbare straat op

Om te bepalen of de werkelijke situatie overeenkomt met de registratie zijn de antwoorden van de geïnterviewde bewoners (of door de observaties van de interviewer in het geval

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

• Het aantal wetten neemt sinds 1980 stelselmatig toe, en dat geldt ook voor ministeriële regelingen sinds 2005, het aantal AMvB’s neemt enigszins af sinds 2002. • In de jaren

De FSMA verwacht dat de sector inspanningen levert om onder meer de duidelijkheid en de begrijpelijkheid van de KID’s te verbeteren, om zo de duidelijke doelstelling