• No results found

Openbare versie […] = Bedrijfsvertrouwelijke informatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Openbare versie […] = Bedrijfsvertrouwelijke informatie"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit inzake geschil G.75.02 en G.78.02 tussen Yarosa en T-Mobile OPTA/IBT/2003/202108/G.75.02/G.78.02

13 juni 2003

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet, in het geschil tussen:

de besloten vennootschap Yarosa B.V. (hierna: Yarosa), gevestigd te Rotterdam, gemachtigde: mr. J. van den Brande, advocaat te Rotterdam, verzoekster, en

de besloten vennootschap T-Mobile Netherlands B.V., voorheen Ben Nederland B.V. (hierna: T-Mobile), gevestigd te Den Haag, gemachtigde: mr. C. Borba Lefèvre, advocaat te Amsterdam, verweerster. A. SAMENVATTING GESCHIL

1. Yarosa is een aanbieder van openbare telecommunicatiediensten. Yarosa beschikt over een SMS-centrale (hierna: SMS-C) en zij richt zich op de markt voor SMS-diensten. Voorbeelden van dergelijke diensten zijn: spelletjes via SMS1, SMS-berichten tussen eindgebruikers onderling2, interactieve SMS-diensten en informatiedienstverlening via SMS. Aan de ene kant heeft zij bedrijven als klanten die via haar SMS-C dergelijke diensten willen aanbieden, aan de andere kant wil zij deze diensten via haar SMS-C toegankelijk maken voor consumenten.

2. In een geschil tussen KPN Mobile en Yarosa heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) KPN Mobile opgedragen aan Yarosa bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) te bieden ten behoeve van het leveren van deze diensten3. Yarosa kan door middel van deze bijzondere toegang haar diensten aanbieden aan eindgebruikers van het netwerk van KPN Mobile.

3. Yarosa wil haar diensten echter ook kunnen aanbieden aan de eindgebruikers van T-Mobile. Om dat te bereiken heeft Yarosa getracht twee overeenkomsten af te sluiten met T-Mobile. Enerzijds heeft Yarosa gevraagd om “interconnectie ten behoeve van het termineren van SMS-berichten bij

eindgebruikers van T-Mobile” en anderzijds om “interconnectie ten behoeve van de aankiesbaarheid van de SMS-C van Yarosa voor de eindgebruikers van T-Mobile”. T-Mobile heeft beide verzoeken van Yarosa afgewezen.

4. Ten aanzien van het verzoek om te termineren, waarmee bedoeld wordt het afleveren van SMS-verkeer aan eindgebruikers, stelt T-Mobile dat zij geen interconnectieverplichting heeft jegens Yarosa. T-Mobile stelt dat Yarosa geen netwerk heeft en geen controle heeft over de toegang tot de

1 SMS staat voor “Short Message Service”.

2 Door betrokken partijen ook wel genoemd: “Peer to Peer SMS“ en “Person to Person SMS".

(2)

netwerkaansluitpunten van eindgebruikers en dus geen aanbieder is van een openbare telecommunicatiedienst in de zin van artikel 6.1, Tw.

5. Ten aanzien van het verzoek om interconnectie ten behoeve van aankiesbaarheid stelt T-Mobile dat het verzoek van Yarosa aangemerkt moet worden als een verzoek om bijzondere toegang aangezien het volgens haar gaat om een “originating” dienst, waarmee bedoeld wordt het ophalen van SMS-verkeer van eindgebruikers op het netwerk van T-Mobile om het af te leveren bij de SMS-C van Yarosa. T-Mobile acht zich echter niet gehouden om Yarosa bijzondere toegang te verlenen, omdat zij geen partij is met aanmerkelijke marktmacht in de zin van artikel 6.4, Tw.

6. In navolging hierop heeft Yarosa twee geschilverzoeken op grond van artikel 6.3, Tw bij het college ingediend. Yarosa voert hierin aan dat zij een aanbieder is van een openbare

telecommunicatiedienst in de zin van artikel 6.1, Tw en derhalve jegens T-Mobile aanspraak kan maken op interconnectie in de zin van artikel 6.1, Tw.

7. Het college is van oordeel dat Yarosa in de onderhavige gevallen geen recht heeft op interconnectie met T-Mobile in de zin van artikel 6.1, Tw. De reden hiervoor is dat Yarosa enerzijds niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij beschikt over een eigen openbaar telecommunicatienetwerk en anderzijds te kennen heeft gegeven dat zij geen gebruik wenst te maken van het (gast)netwerk van KPN Mobile. Het college merkt op dat indien Yarosa wel gebruik had willen maken van het

(gast)netwerk van KPN Mobile, er in dat geval wel een koppeling met T-Mobile tot stand kan kunnen komen. Voorts geeft het college aan dat ook als Yarosa T-Mobile om bijzondere toegang had

verzocht, T-Mobile geen verplichting heeft om aan deze verzoeken tegemoet te komen, aangezien zij niet is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht in de zin van artikel 6.4 Tw. 8. Het college acht zich in verband daarmee in de onderhavige geschillen niet bevoegd om op grond

van artikel 6.3, Tw regels vast te stellen tussen Yarosa en T-Mobile en wijst derhalve de verzoeken van Yarosa af.

B. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

9. Voor het verloop van de procedure verwijst het college naar de stukken die in bijlage 1 van dit besluit zijn opgesomd.

C. VOORGESCHIEDENIS

10. Yarosa is geregistreerd als een aanbieder van openbare telecommunicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, sub f, jo. artikel 2.1, eerste lid, Tw. Yarosa biedt openbare telecommunicatiediensten aan die zich met name richten op het zenden en ontvangen van SMS-berichten. In dit kader heeft Yarosa SMS-spelen ontwikkeld. Op dit moment biedt Yarosa in Nederland geen SMS-spelen aan. 11. T-Mobile is geregistreerd als aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken en openbare

telecommunicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, onder f en g, jo. artikel 2.1, eerste lid, Tw. 12. Op 11 december 2002 en op 23 december 2002 heeft Yarosa twee geschilverzoeken bij het college

(3)

aanleveren van SMS-berichten vanuit het openbare mobiele netwerk van T-Mobile aan de SMS-C van Yarosa. Het college heeft de verzoekschriften in behandeling genomen onder de geschilnummers G.75.02 en G.78.02. Yarosa en T-Mobile hebben met elkaar onderhandeld over de door Yarosa verzochte interconnectie met T-Mobile. Zij zijn hierover echter niet tot overeenstemming gekomen. 13. Voor een volledig overzicht van de tussen Yarosa en T-Mobile gevoerde correspondentie verwijst het

college naar de stukken die in bijlage 2 van dit besluit zijn opgesomd.

D. HET STANDPUNT VAN YAROSA

14. Voor het volledige standpunt van Yarosa inzake G.75.02 en G.78.02 verwijst het college naar de door Yarosa ingebrachte stukken en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. Het college zal echter, gelet op zijn conclusie zoals verwoord onder hoofdstuk I van dit besluit, alleen ingaan op die standpunten van Yarosa die naar het oordeel van het college van belang zijn geweest bij de beoordeling van de onderhavige geschillen. De overige onderwerpen die door Yarosa naar voren zijn gebracht, zoals bijvoorbeeld de redelijkheid van de tarieven en tijdslijnen, zullen derhalve buiten beschouwing worden gelaten.

Beschrijving geschil

15. Yarosa geeft in de aanvragen G.75.02 en G.78.02 aan dat zij door middel van een eigen SMS-C diverse SMS-diensten aan consumenten wil aanbieden. De eigen SMS-C zal via bijzondere toegang aan het mobiele netwerk van KPN Mobile gekoppeld worden. Om de interoperabiliteit van haar diensten te waarborgen heeft Yarosa het verzoek tot (directe) interconnectie gedaan aan T-Mobile. 16. De aanvraag G.75.02 betreft het sluiten van een interconnectie-overeenkomst voor het termineren

van SMS-berichten. T-Mobile heeft volgens Yarosa negatief op het verzoek gereageerd. T-Mobile heeft wel een aanbod “T-Mobile Bulk SMS” gedaan, wat niet aan de wensen van Yarosa voldoet. 17. De aanvraag G.78.02 betreft aankiesbaarheid, met name het sluiten van een

interconnectie-overeenkomst voor het aanleveren van SMS-berichten vanuit het openbare mobiele netwerk van T-Mobile aan de SMS-C van Yarosa.

18. Om de interoperabiliteit tussen de eindgebruikers van het mobiele netwerk van T-Mobile en de klanten van Yarosa te bewerkstelligen heeft Yarosa aan T-Mobile twee mogelijkheden voorgesteld. Ten eerste maakt Yarosa gebruik van haar 067-nummer4 voor haar SMS-C, welk nummer T-Mobile aankiesbaar maakt voor haar eindgebruikers. De eindgebruikers van het mobiele netwerk van T-Mobile kunnen de Yarosa SMS-C aankiezen en wanneer ze dit doen, maken ze gebruik van de diensten van (klanten) van Yarosa. T-Mobile vraagt geen vergoeding aan haar eindgebruikers. Yarosa betaalt per keer dat de Yarosa SMS-C aangekozen wordt aan T-Mobile. Ten tweede gebruikt Yarosa, als platformhouder, voor haar SMS-C één of meerdere 0800- nummer(s), welke nummers gratis zijn voor de eindgebruikers om aan te kiezen. Yarosa betaalt T-Mobile een vergoeding per keer dat het 0800-nummer aangekozen wordt.

19. Yarosa geeft aan dat T-Mobile herhaaldelijk negatief heeft gereageerd op beide verzoeken.

(4)

Interconnectie-overeenkomst met T-Mobile

20. Yarosa geeft een aantal argumenten tegen T-Mobile’s afwijzing om een interconnectie-overeenkomst aan te gaan voor het termineren van SMS-berichten op het netwerk van T-Mobile en voor het

aankiesbaar maken van haar SMS-C vanaf het netwerk van T-Mobile.

21. Naar de mening Yarosa kan er niet gesproken worden van een (separaat) netwerk ten behoeve van signalering binnen het openbare mobiele telefoonnetwerk van T-Mobile en valt interconnectie ten behoeve van het termineren van SMS-berichten daarom onder de Tw.

22. Voor zowel de klanten van Yarosa die via haar SMS-C berichten willen versturen naar eindgebruikers van T-Mobile, als voor eindgebruikers van T-Mobile die via de SMS-C van Yarosa klanten van Yarosa willen bereiken, geeft Yarosa aan dat zij de controle over netwerkaansluitpunten heeft. Daarbij verwijst Yarosa naar hetgeen het college in het besluit G.12.02 heeft bepaald.

23. Yarosa stelt dat het “T-Mobile Bulk SMS” aanbod geen volwaardig alternatief is, omdat dat eraan voorbij gaat dat Yarosa vanuit haar eigen SMS-C berichten wil versturen naar eindgebruikers die op het mobiele netwerk van T-Mobile zijn aangesloten en niet vanuit de SMS-C van T-Mobile.

24. Yarosa exploiteert 067-nummers en 0800-nummers voor haar klanten die via haar SMS-C berichten willen versturen. In de relatie tussen T-Mobile en Yarosa, waarbij eindgebruikers op het mobiele netwerk van T-Mobile SMS-berichten versturen naar de SMS-C van Yarosa, is er volgens Yarosa sprake van interconnectie. Het SMS-verkeer via de nummers van Yarosa vindt plaats direct tussen de mobiele telefoon van de eindgebruiker en de SMS-C van Yarosa, waarbij de SMS-C van T-Mobile niet wordt gebruikt.

25. Yarosa meent dat voor beide soorten nummers geldt dat het logischer en redelijker is dat niet T-Mobile, maar Yarosa de eindgebruiker factureert (in geval van betaalde diensten). Yarosa stelt dat het factureren door Yarosa van haar klanten die het netwerk van T-Mobile gebruiken onderdeel uitmaakt van het redelijke verzoek van Yarosa om interconnectie. In dit kader noemt Yarosa een aantal overwegingen die hierbij een rol spelen5.

26. In de aanvraag G.75.02 stelt Yarosa dat ze geen berichten kan termineren, omdat ze niet beschikt over een mobiel netwerk. In de hoorzitting van 28 april 2003 geeft Yarosa aan dat ook een dienstenaanbieder die niet over een volledig netwerk beschikt interconnectie gerechtigd kan zijn.

Bevoegdheid

27. De geschilbeslechtende bevoegdheid van het college komt volgens Yarosa inzake G.75.02 en G.78.02 voort uit onder andere artikel 6.3, Tw, de definitie van het begrip interconnectie en artikel 6.1, eerste lid, Tw.

5 Onder andere: T-Mobile heeft geen kennis over het feit dat een specifieke dienst daadwerkelijk aan haar eindgebruiker (via

(5)

E. HET VERZOEK VAN YAROSA

28. Yarosa verzoekt het college inzake G.75.02 en G.78.02 het volgende:

29. Een voorlopig besluit te nemen op basis waarvan T-Mobile de gevraagde interconnectie voor het termineren van berichten en de gevraagde interconnectie voor de aankiesbaarheid van de SMS-C van Yarosa (voor zowel 067- als 0800-nummers) moet verlenen, daar sprake is van een

spoedeisend geval als bedoeld in artikel 6.3, derde lid, Tw. 30. De volgende regels te stellen inzake haar geschil met T-Mobile:

a. T-Mobile te verplichten interconnectie ten behoeve van het termineren van SMS-berichten en interconnectie ten behoeve van de aankiesbaarheid van de SMS-C van Yarosa aan te bieden voor een minimale termijn van 3 jaar;

b. T-Mobile te verplichten de interconnectie voor het termineren van SMS-berichten aan te bieden tegen ten hoogste € 0,004347 per SMS-bericht;

c. T-Mobile te verplichten de eindgebruiker van haar mobiele netwerk geen kosten in rekening te brengen wanneer deze de Yarosa SMS-C aankiest middels een 067-nummer of een 0800-nummer van Yarosa;

d. T-Mobile te verplichten de interconnectie ten behoeve van de aankiesbaarheid van de SMS-C van Yarosa aan te bieden tegen ten hoogste € 0,0028944 per SMS-bericht;

e. T-Mobile te verplichten jaarlijks bovengenoemde tarieven te verlagen, gelijklopend met de ontwikkelingen in de telecommunicatiesector;

f. T-Mobile te verplichten zich te conformeren aan de tijdslijnen voor de realisatie van interconnectie;

g. T-Mobile te veroordelen tot betaling van een door het college te bepalen dwangsom indien zij zich niet conformeert aan de gestelde tijdslijnen of andere van de door het college gestelde regels niet naleeft;

h. Althans die regels te stellen die het college met het oog op het geschil gerade acht.

F. HET STANDPUNT VAN T-MOBILE

31. Voor het volledige standpunt van T-Mobile inzake G.75.02 en G.78.02 verwijst het college naar de door T-Mobile ingebrachte stukken en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. Het college zal echter, gelet op zijn conclusie zoals verwoord onder hoofdstuk I van dit besluit, alleen ingaan op die standpunten van T-Mobile die naar het oordeel van het college van belang zijn geweest bij de beoordeling van de onderhavige geschillen. De overige onderwerpen die door T-Mobile naar voren zijn gebracht, zoals bijvoorbeeld de tarieven en de jaarlijkse verlaging daarvan, de complexiteit van de implementatie en het conformeren aan termijnen daarvoor, de duur van de overeenkomst en een op te leggen dwangsom, zullen derhalve buiten beschouwing worden gelaten.

Interconnectie voor het termineren van SMS-verkeer

32. Primair stelt T-Mobile dat er geen geschil bestaat tussen Yarosa en T-Mobile, omdat T-Mobile herhaaldelijk het aanbod “T-Mobile Bulk SMS" heeft gedaan6. Yarosa heeft dit aanbod uiteindelijk

6 Het aanbod “T-Mobile Bulk SMS” is bedoeld voor dienstaanbieders en volgens T-Mobile is hiermee het termineren van

(6)

afgewezen. Partijen hebben over en weer wel gecommuniceerd over interconnectie, maar verschilden daarbij van inzicht over de vraag of het aanbod van T-Mobile een commercieel en technisch haalbaar alternatief is voor het termineren van SMS-verkeer van Yarosa naar T-Mobile. Volgens T-Mobile kan er geen sprake zijn van een geschil in de zin van artikel 6.3, eerste lid, Tw omdat partijen niet hebben onderhandeld.

33. Subsidiair stelt T-Mobile dat het verzoek van Yarosa niet kwalificeert als een interconnectieverzoek in de zin van artikel 6.1, eerste lid, Tw. Volgens T-Mobile komt dit artikel erop neer dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken elkaar over en weer een terminating access dienst leveren en deze dus ook van elkaar afnemen. T-Mobile wijst op een van de cumulatieve voorwaarden voor interconnectieplicht, namelijk dat de interconnectie wordt verzocht door een aanbieder die controle heeft over de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers. Volgens T-Mobile heeft Yarosa dergelijke controle niet en kan zij geen aanspraak maken op interconnectie. Yarosa heeft volgens T-Mobile geen eigen openbaar telecommunicatienetwerk en is derhalve niet in staat om een dergelijk netwerk te koppelen met dat van T-Mobile. T-Mobile concludeert dat beide partijen niet over en weer een terminating access dienst kunnen leveren, zodat er ook geen

interconnectieverplichting bestaat.

34. Meer subsidiair stelt T-Mobile dat zij op grond van artikel 6.1, derde lid, Tw niet verplicht kan worden Yarosa interconnectie te bieden, omdat er voldoende commercieel en technisch haalbare alternatieven zijn. Ten eerste kan Yarosa gebruik maken van indirecte interconnectie via KPN Mobile. Met dat netwerk zal Yarosa immers via bijzondere toegang gekoppeld worden. T-Mobile zou geen bezwaar hebben tegen het ontvangen van SMS-verkeer van Yarosa als dat via het netwerk van KPN Mobile wordt aangeleverd. Hiervoor hoeft T-Mobile geen additionele voorzieningen te treffen en een dergelijke oplossing kan op korte termijn gerealiseerd worden. T-Mobile heeft namelijk een bestaande SMS-interworking relatie met KPN Mobile. Ook stelt Mobile dat haar Mobile product T-Mobile Bulk SMS een commercieel en technisch haalbaar alternatief is. T-T-Mobile heeft hiervoor een standaardcontract, dienstbeschrijving en billing systemen. De dienst is in drie weken na het sluiten van het contract te leveren.

Aankiesbaarheid van Yarosa’s SMS-C en interconnectie voor het aanleveren van SMS-verkeer

35. Primair stelt T-Mobile dat het college niet bevoegd is kennis te nemen van het bijzondere toegangsverzoek van Yarosa, omdat partijen er nog niet over hebben onderhandeld. Yarosa heeft haar verzoek, met betrekking tot het aankiesbaar maken van haar SMS-C via haar 067-nummer of haar 0800-nummer, op 16 december aan T-Mobile gericht. Daarbij hanteerde Yarosa een

reactietermijn van één week. T-Mobile heeft Yarosa op 20 december 2002 aangegeven dat zij meer tijd nodig had om op het verzoek te kunnen reageren, onder meer omdat het versturen van SMS-berichten naar een 067- of 0800-nummer een geheel nieuwe dienst zou betreffen. Yarosa heeft de door T-Mobile toegezegde inhoudelijke reactie op het verzoek niet afgewacht en op 23 december 2002 een verzoekschrift bij het college ingediend. T-Mobile vindt het ingediende geschil daarom veel te prematuur.

36. Subsidiair stelt T-Mobile dat het verzoek dient te worden afgewezen, omdat het niet kwalificeert als een verzoek om interconnectie. Zoals eerder reeds aangegeven, stelt T-Mobile dat er geen sprake is van de koppeling van telecommunicatienetwerken teneinde de communicatie tussen eindgebruikers over en weer te verzekeren en dat Yarosa niet de netwerkaansluitpunten van eindgebruikers

(7)

controleert. T-Mobile stelt dat het verlenen van bijzondere toegang gelijk is aan het verlenen van een originating access dienst, waarbij een partij het (aansluit)net van een ander gebruikt om verkeer op te halen. In het verzoek G.78.02 van Yarosa gaat het om een originating access dienst. 37. Volgens T-Mobile is ook uit de “Beleidsregels Aankiesbaarheidsdiensten” van het college van juli

2001 af te leiden dat het verzoek van Yarosa om haar SMS-C aankiesbaar te maken opgevat moet worden als een verzoek om bijzondere toegang. T-Mobile heeft erop vertrouwd, gesteund door de Tw en het beleid van het college, dat zij niet gehouden was bijzondere toegangdiensten zoals in het verzoek van Yarosa aan te bieden, aangezien zij niet door het college is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht. T-Mobile stelt dat het verzoek van Yarosa met betrekking tot het aankiezen van haar SMS-C gelijkwaardig is aan Carrier (Pre) Selectie (hierna: C(P)S) op het mobiele netwerk van T-Mobile, wat ook volgens het door het college gepubliceerde “Consultatiedocument inzake vormen van bijzondere toegang tot mobiele netwerken en redelijkheid van verzoeken hiertoe” van november 2001 opgevat moet worden als bijzondere toegang.

G. HET JURIDISCH KADER

38. Artikel 1.1, sub d, van de Tw omvat een definitie van het begrip telecommunicatienetwerk. De definitie luidt als volgt: “de overdrachtsapparatuur en, waar van toepassing, de

routeringsapparatuur en andere technische middelen die de overdracht mogelijk maken van signalen tussen netwerkaansluitpunten via kabels, radiogolven, optische middelen of andere elektromagnetische middelen”.

39. In artikel 1.1, sub j, Tw wordt bepaald dat onder bijzondere toegang dient te worden verstaan:

“Toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden”.

40. Artikel 6.1, eerste lid, Tw bepaalt het volgende: “Aanbieders van openbare

telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten in Nederland, die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, dragen zorg voor de

interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren”.

41. Artikel 6.1, zesde lid, Tw luidt als volgt: “Onverminderd het derde en vierde lid dient ter uitvoering van het eerste, tweede en vijfde lid iedere daar bedoelde aanbieder met andere daar bedoelde aanbieders in onderhandeling te treden om te komen tot overeenkomsten op basis waarvan de interconnectie tot stand komt (…)”.

42. Artikel 6.3, eerste lid, Tw luidt, voor zover van belang: “indien aanbieders geen overeenkomst als bedoeld in artikel 6.1, zesde lid, tot stand brengen, kan het college op aanvraag van een of meer van hen, de regels vaststellen die tussen hen zullen gelden (…)”.

(8)

tussen de aanbieders zullen gelden. In voorkomende gevallen treden bedoelde regels in de plaats van de tot dan toe bestaande verbintenissen.”

44. Uit artikel 6.4, eerste lid, Tw volgt dat: “De aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten, de aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele openbare telefoondiensten, en de aanbieders van huurlijnen, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn op de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de vaste openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwerken of de mobiele openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt voor huurlijnen, beschikken over een aanmerkelijke macht worden als zodanig aangewezen door het college”.

45. Artikel 6.9, eerste lid, Tw luidt als volgt: “Aanbieders, aangewezen door het college krachtens artikel 6.4, eerste lid, voldoen aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang”.

H. DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

Het onderhandelingstraject

46. Het college stelt vast dat Yarosa aan T-Mobile heeft verzocht met haar een tweetal overeenkomsten aan te gaan. In de eerste plaats heeft zij een voorstel gedaan tot directe interconnectie ten behoeve van het termineren van SMS-berichten afkomstig van Yarosa op het netwerk van T-Mobile. In de tweede plaats heeft Yarosa gevraagd om interconnectie ten behoeve van de aankiesbaarheid van de SMS-C van Yarosa.

47. Het college constateert op basis van meerdere brieven en faxen van T-Mobile aan Yarosa7 dat T-Mobile deze specifieke verzoeken van Yarosa heeft afgewezen. Weliswaar heeft T-T-Mobile aan Yarosa voorgesteld in onderhandeling te treden om te komen tot een overeenkomst voor de

SMS-wholesaledienst “T-Mobile Bulk SMS”, een bestaande dienst van T-Mobile voor het termineren van SMS-berichten, maar dit voorstel kwam niet tegemoet aan het verzoek van Yarosa. Het verzoek van Yarosa was er blijkens de correspondentie immers op gericht een directe

interconnectie-overeenkomst met T-Mobile aan te gaan, waarbij het SMS-verkeer tussen het netwerk van T-Mobile en Yarosa zou lopen via de SMS-C van Yarosa en niet via de SMS-C van T-Mobile.

48. Het aanbod van T-Mobile voldeed niet aan het verzoek van Yarosa aangezien bij deze dienst het SMS-verkeer tussen Yarosa en T-Mobile blijft lopen via de SMS-C van T-Mobile. Bovendien zag dit aanbod enkel op het verzoek van Yarosa SMS-berichten te kunnen termineren, en niet op haar verzoek om een interconnectie-overeenkomst ten behoeve van de aankiesbaarheid. Ten aanzien van dit laatste verzoek heeft T-Mobile zich op het standpunt gesteld dat het verzoek van Yarosa geen verzoek om interconnectie maar een verzoek om bijzondere toegang in de zin van artikel 6.9 Tw was. Aangezien T-Mobile geen partij is die is aangewezen als een partij met een aanmerkelijke macht in de zin van artikel 6.4 Tw, acht zij zich niet gehouden hierover met Yarosa te

onderhandelen.

7 Brieven en faxen van 23 april 2002, 11 juni 2002, 18 juni 2002, 6 november 2002, 8 november 2002, 13 november 2002 en 15

(9)

49. Op grond van het voorgaande heeft Yarosa redelijkerwijs kunnen oordelen dat tussen haar en T-Mobile gebrek aan overeenstemming bestond over de vraag of Yarosa op grond van artikel 6.1, Tw gerechtigd was tot interconnectie met T-Mobile en dat verdere onderhandelingen niet zouden leiden tot de door Yarosa verzochte interconnectie, zodat tussen partijen terzake de totstandkoming van een interconnectieovereenkomst in beginsel sprake is van een geschil ingevolge artikel 6.3, Tw. 50. Voor de beantwoording van de vraag of het college bevoegd is op grond van artikel 6.3, Tw regels

tussen Yarosa en T-Mobile vast te stellen is evenwel daarnaast vereist dat partijen verplicht zijn om met elkaar een interconnectieovereenkomst af te sluiten. Er moet dus sprake zijn van een

interconnectieverplichting.

Interconnectieverplichting

51. Voor wat betreft de vraag of er in de onderhavige geschillen sprake is van een

interconnectieverplichting, overweegt het college het volgende. Het college wil de nadruk leggen op de volgende onderstreepte passages van artikel 6.1, eerste lid, Tw, waarin de

interconnectieverplichting is vastgelegd: “Aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten in Nederland, die daarbij de toegang tot de

netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, dragen zorg voor de interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten

gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren.”

52. Artikel 6.1 Tw is de implementatie van artikel 2, lid 1, sub a, Interconnectierichtlijn8. Deze bepaling definieert interconnectie als: “het fysiek en logisch verbinden van telecommunicatienetwerken die door dezelfde of een andere organisatie worden gebruikt om het de gebruikers van een organisatie mogelijk te maken te communiceren met die van dezelfde of een andere organisatie of toegang te hebben tot diensten die door een andere organisatie worden verstrekt.”

53. Het college heeft eerder bepaald dat SMS-dienstverlening kan worden aangemerkt als een openbare telecommunicatiedienst in de zin van artikel 1.1, onder sub e en f, Tw9. Yarosa is daarnaast

geregistreerd als aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst als bedoeld in artikel 1.1, onder f, jo. artikel 2.1, eerste lid, Tw.

54. Artikel 6.1 Tw is laatstelijk gewijzigd ingaande 8 november 2001. Waar eerst sprake was van

''aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten […]''

is nu sprake van ''aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of openbare

telecommunicatiediensten […]”. In de nota van wijziging bij de wetswijziging is vermeld dat de wijziging ten doel heeft elke twijfel weg te nemen over het feit dat ook aanbieders van

telecommunicatiediensten die niet tevens netwerkaanbieders zijn verplicht en gerechtigd zijn tot interconnectie10.

55. Het college acht twee situaties mogelijk waarin een aanbieder van een openbare

telecommunicatiedienst aan haar interconnectieverplichting jegens andere aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten kan voldoen.

8 Zie Richtlijn 97/33 EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op

telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, nr. L 199/33, pagina 36.

9 Zie Besluit G.12.02 inzake Yarosa-KPN Mobile van 16 oktober 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/203292.

(10)

56. In de eerste situatie beschikt de betreffende aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst zelf over een openbaar telecommunicatienetwerk, waarmee de interconnectie met andere

aanbieders tot stand dient te komen.

57. In de tweede situatie, waarin de betreffende aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst niet beschikt over een eigen netwerk in bovenvermelde zin, rijst de vraag hoe zij zou kunnen “zorgdragen voor de interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken”, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 6.1, Tw. De tekst van artikel 6.1, Tw noch de toelichting maakt expliciet duidelijk hoe een aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst, die niet tevens aanbieder is van een openbaar telecommunicatienetwerk, aan deze verplichting kan voldoen. Naar het oordeel van het college bestaat deze mogelijkheid wanneer de betreffende aanbieder gebruik maakt van het netwerk van een andere aanbieder, waartoe zij bijzondere toegang heeft. Dat (gast)netwerk

fungeert dan als een van de “betrokken netwerken” in de zin van 6.1, eerste lid Tw.

58. Hieronder schetst het college hoe hij in onderhavig geschil beide situaties interpreteert wat betreft Yarosa.

Interconnectieverplichting op basis van een eigen openbaar telecommunicatienetwerk

59. Deze situatie gaat ervan uit dat Yarosa zelf beschikt over een openbaar telecommunicatienetwerk. Het college heeft vastgesteld dat Yarosa in haar onderhandelingen met T-Mobile zich niet heeft gepresenteerd als een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk11. Verder heeft Yarosa in haar aanvraag expliciet gesteld dat zij geen eigen netwerk heeft. Yarosa heeft tijdens de

hoorzitting op 28 april 2003 de stelling dat zij zelf geen eigen netwerk heeft, niet ontkend: “Er is geen sprake van Carrier Selectie, want [daarbij] wordt een ander netwerk gekozen. […] Het verzoek van Yarosa ziet er niet op om een ander netwerk in te schakelen [maar] dat de eindgebruiker de SMS-C van Yarosa gebruikt voor het verzenden van berichten. […] Terecht zegt T-Mobile ook: ‘Yarosa beschikt niet over een eigen telecommunicatienetwerk’. Dat klopt.” 12

60. In een andere geschilprocedure, tussen Yarosa en Vodafone13, heeft Yarosa haar standpunt echter gewijzigd. Zij haalt daarin artikel 1.1, sub d, Tw aan. Naar de mening van Yarosa voldoet haar SMS-C aan deze definitie, omdat de door haar te exploiteren SMS-C kwalificeert als overdrachtsapparatuur en routeringsapparatuur. Het koppelen van dergelijke apparatuur aan het netwerk van een ander zou volgens Yarosa als interconnectie hebben te gelden.

61. Yarosa heeft (ook in de betreffende andere geschilprocedure) het college geen nadere

onderbouwing gegeven voor haar (gewijzigde) standpunt. Het bevreemdt het college dat Yarosa dit bij interconnectie zo wezenlijke aspect niet in haar onderhandelingen met T-Mobile dan wel in haar geschilaanvragen naar voren heeft gebracht. Het had naar het oordeel van het college op de weg van Yarosa gelegen op dit punt een nadere onderbouwing te verschaffen door aan te geven op welke wijze de fysieke en logische koppeling tussen de centrale van Yarosa en het netwerk van T-Mobile in technische zin tot stand zou moeten komen. Dit klemt temeer nu Yarosa (zij het buiten de

correspondentie inzake onderhavige geschillen G.75.02 en G.78.02) heeft gesteld slechts een deel en niet een volledig netwerk te hebben. Bij gebreke van deze onderbouwing en gelet op het feit dat Yarosa, ondanks herhaald aandringen van het college, op geen enkele wijze aan het college heeft

11 Het college constateert eveneens dat Yarosa niet is geregistreerd als aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk.

12 Zie het verslag van de hoorzitting inzake geschil G.75.02 en G.78.02 Yarosa-T-Mobile van 28 april 2003.

(11)

kunnen duidelijk maken dat zij over een eigen netwerk beschikt en op welke gronden hiervan dan sprake zou zijn, ziet het college in de naar voren gebrachte standpunten van Yarosa geen aanleiding om bij de beoordeling van de onderhavige geschillen van het oorspronkelijk standpunt van Yarosa, dat zij niet beschikt over een eigen openbaar telecommunicatienetwerk, af te wijken. Ten

overvloede wijst het college erop dat het voor hem thans nog niet duidelijk is of Yarosa onder het aanstaande nieuwe wettelijk kader kwalificeert als een aanbieder van een openbaar

telecommunicatienetwerk.

Interconnectieverplichting op basis van het gebruik van een ander (gast) netwerk

62. Deze situatie gaat ervan uit dat Yarosa bij haar interconnectie met het netwerk van T-Mobile gebruik maakt van het netwerk van KPN Mobile. Yarosa heeft immers bijzondere toegang ingevolge artikel 6.9, Tw gevraagd aan KPN Mobile om haar SMS-C aan te sluiten op het mobiele netwerk van KPN Mobile. Het college heeft KPN Mobile verplicht Yarosa deze toegang te bieden. Het (gast)netwerk van KPN Mobile heeft voor SMS-verkeer interconnectie met het netwerk van T-Mobile. Yarosa is dienstaanbieder op het netwerk van KPN Mobile en zou haar originerend en terminerend verkeer kunnen laten lopen via het netwerk van KPN Mobile naar het netwerk van T-Mobile. Het netwerk van KPN Mobile fungeert dan als een van de “betrokken telecommunicatienetwerken” in de zin van 6.1, eerste lid, Tw.

63. Het college gaat er daarbij van uit dat Yarosa de controle heeft over de toegang van de

netwerkaansluitpunten van eindgebruikers in de zin van artikel 6.1, Tw. Het college vindt voor deze opvatting steun in de nota van wijziging bij de wijziging van artikel 6.1, Tw van 8 november 2001. In deze nota wordt gesteld dat ook dienstenaanbieders controle kunnen hebben over de toegang tot de netwerkaansluitpunten en wel door de “door hun aangeboden dienst te beperken, te beëindigen of door nummers buiten gebruik te stellen of te wijzigen”. Aan Yarosa is een tweetal nummers beschikbaar gesteld, met behulp waarvan zij haar diensten aanbiedt. Over deze nummers heeft Yarosa de controle in bovenvermelde zin.

64. Yarosa kan in deze situatie aanspraak maken op interconnectie met T-Mobile, waarbij zij onder meer afspraken kan maken over de aankiesbaarheid van haar SMS-C voor eindgebruikers van T-Mobile. Deze afspraken zijn nodig omdat de Tw en de daarop gebaseerde regelgeving niet voorzien in een koppeling tussen enerzijds de toekenning van nummers en anderzijds interconnectie en bijzondere toegang. Dit betekent voor aanbieders van diensten waarvoor in het nummerplan niet-geografische nummers zijn opgenomen, zoals Yarosa, dat het toegekend krijgen van de desbetreffende nummers niet zonder meer met zich meebrengt dat zij de dienst waarvoor het nummer is aangevraagd direct kunnen aanbieden. Hiertoe moeten ze eerst toegang tot het netwerk krijgen. Dit kan door middel van bijzondere toegang of interconnectie.

(12)

Conclusies op basis van het verzoek van Yarosa

66. Het college merkt op dat Yarosa in de onderhandelingen met T-Mobile, evenals in de

geschilverzoeken en ter hoorzitting op 28 april 2003, heeft aangegeven dat zij een directe fysieke koppeling tot stand wil brengen tussen haar SMS-C met het netwerk van T-Mobile. Daarbij wordt geen gebruik gemaakt van het netwerk van KPN Mobile of dat van KPN Telecom. Yarosa kiest er derhalve niet voor om haar interconnectie met T-Mobile op basis van de hierboven als tweede genoemde mogelijkheid (via een gastnetwerk) te realiseren. Yarosa verlangt de interconnectie op basis van de hierboven als eerste genoemde mogelijkheid (met een eigen netwerk). Het college heeft reeds toegelicht dat Yarosa niet over een eigen openbaar telecommunicatienetwerk beschikt. 67. Het college is van oordeel dat Yarosa op de door haar verzochte wijze geen “fysieke en logische

verbinding van telecommunicatienetwerken” in de zin van de Interconnectierichtlijn of

“interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken” zoals bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Tw tot stand kan brengen met Mobile. Uit artikel 6.1, zesde lid, Tw vloeit derhalve voor T-Mobile niet de verplichting voort om met Yarosa in onderhandeling te treden over interconnectie en daarvoor een overeenkomst tot stand te brengen op de door Yarosa verzochte wijze.

68. Het college kan derhalve de verzoeken van Yarosa voor zowel het origineren als het termineren van SMS-verkeer in verband met het door Yarosa ingenomen standpunt slechts beschouwen als

verzoeken om bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9, Tw. Aangezien T-Mobile niet door het college is aangewezen als aanbieder met een aanmerkelijke marktmacht als bedoeld in artikel 6.4, Tw, bestaat voor T-Mobile geen wettelijke verplichting om op dit verzoek van Yarosa in te gaan. 69. Het college acht zich gelet op het voorgaande niet bevoegd om op grond van artikel 6.3, Tw in de

(13)

I. HET BESLUIT

Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet inzake de geschilverzoeken G.75.02 en G.78.02 als volgt:

1. Het college is van oordeel dat Yarosa gerechtigd is tot interconnectie met T-Mobile mits zij hetzij beschikt over een eigen openbaar telecommunicatienetwerk zoals bedoeld in artikel 1.1, sub g, Tw, hetzij gebruik maakt van het (gast)netwerk waartoe zij bijzondere toegang heeft. 2. Aangezien Yarosa het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij beschikt over een eigen

openbaar telecommunicatienetwerk en geen gebruik wenst te maken van het (gast)netwerk van KPN Mobile, acht het college zich niet bevoegd om op grond van artikel 6.3, Tw regels vast te stellen tussen Yarosa en T-Mobile.

3. Gelet hierop wijst het college de verzoeken van Yarosa bekend onder G.75.02 en G.78.02 af.

Aldus besloten te ’s-Gravenhage op

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

Mr. L.Y. Gonçalves - Ho Kang You

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

(14)

Besluit inzake geschil G.75.02 en G.78.02 tussen Yarosa en T-Mobile

BIJLAGE 1:

Overzicht van de correspondentie tussen het college en betrokken partijen

Het college geeft hieronder een overzicht van de correspondentie inzake het geschil G.75.02: 11 december 2002: brief van Yarosa aan het college inzake een aanvraag om regels te stellen,

alsmede een aanvraag om een voorlopig besluit, inzake het geschil tussen Yarosa en T-Mobile over interconnectie.

18 december 2002: brief van het college aan Yarosa inzake ontvangstbevestiging van de aanvraag van Yarosa inzake geschil G.75.02.

29 januari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake inbehandelingneming geschil G.75.02. 29 januari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake inbehandelingneming geschil G.75.02

en verzoek om verweerschrift.

31 januari 2003: fax van het college aan T-Mobile inzake herzending inbehandelingneming geschil G.75.02 en verzoek om verweerschrift.

31 januari 2003: fax van het college aan T-Mobile inzake herzending inbehandelingneming geschil G.75.02 en verzoek om verweerschrift.

31 januari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake aanvulling op brief van 29 januari 2003 van het college aan T-Mobile.

6 februari 2003: fax van Houthoff Buruma, namens T-Mobile, aan het college inzake uitstel indientermijn verweerschrift G.75.02 in verband met (nog) niet openbaar zijn van besluit G.12.02.

7 februari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake afwijzing spoedeisendheid G.75.02. 11 februari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afwijzing spoedeisendheid G.75.02. 12 februari 2003: fax van Yarosa aan het college inzake doorsturen geschoonde versie G.12.02

aan T-Mobile.

13 februari 2003: fax van Houthoff Buruma aan het college inzake uitstel indientermijn verweerschrift G.75.02 en G.78.02.

19 februari 2003: email van Houthoff Buruma aan het college inzake uitstel indientermijn verweerschrift G.75.02 en G.78.02.

25 februari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake het verbod van de voorzieningenrechter te Rotterdam voor OPTA om informatie over G.12.02 openbaar te maken. 25 februari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afschrift van brief van 25 februari

2003 aan Yarosa.

(15)

27 februari 2003: brief van Loyens & Loeff, namens Yarosa, aan het college inzake geen bezwaar van Yarosa om geschoonde versie van G.12.02 aan T-Mobile te sturen.

24 maart 2003: brief van het college aan Yarosa inzake voortzetting behandeling G.75.02. 24 maart 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afschrift van brief van 24 maart 2003

aan Yarosa betreffende voortzetting behandeling G.75.02, en verzoek om verweerschrift.

26 maart 2003: fax van Houthoff Buruma aan het college inzake termijn indienen verweerschrift.

28 maart 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake doorzenden openbare versie G.12.02 en termijn indienen verweerschrift.

8 april 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake uitnodiging hoorzitting. 8 april 2003: brief van het college aan Yarosa inzake uitnodiging hoorzitting.

9 april 2003: email van Houthoff Buruma aan het college inzake datum hoorzitting. 11 april 2003: brief van het college aan Loyens & Loeff inzake datum hoorzitting. 11 april 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake datum hoorzitting. 17 april 2003: brief van Houthoff Buruma aan het college inzake verweerschrift.

18 april 2003: brief van het college aan Yarosa inzake doorzenden verweerschrift T-Mobile. 28 april 2003: pleitnotitie van Loyens & Loeff tijdens hoorzitting.

28 april 2003: pleitnotitie van Houthoff Buruma tijdens hoorzitting.

15 mei 2003: brief van het college aan Loyens & Loeff inzake verzoek om aanvullende informatie betreffende correspondentie tussen Yarosa en T-Mobile.

19 mei 2003: brief van Yarosa aan het college inzake antwoord op brief van 15 mei 2003 aan Loyens & Loeff.

Het college geeft hieronder een overzicht van de correspondentie inzake het geschil G.78.02: 23 december 2002: brief van Yarosa aan het college inzake een aanvraag om regels te stellen,

alsmede een aanvraag om een voorlopig besluit, inzake het geschil tussen Yarosa en T-Mobile over aankiesbaarheid en interconnectie.

9 januari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake ontvangstbevestiging van de aanvraag van Yarosa inzake geschil G.78.02.

31 januari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake inbehandelingneming geschil G.78.02 en verzoek om verweerschrift.

31 januari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake afschrift brief van 31 januari 2003 aan T-Mobile.

31 januari 2003: fax van het college aan T-Mobile inzake doorzenden verzoekschrift Yarosa in geschil G.78.02.

7 februari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake afwijzing spoedeisendheid G.78.02. 11 februari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afwijzing spoedeisendheid G.78.02. 12 februari 2003: fax van Yarosa aan het college inzake doorsturen geschoonde versie G.12.02

(16)

13 februari 2003: fax van Houthoff Buruma aan het college inzake uitstel indientermijn verweerschrift G.75.02 en G.78.02.

19 februari 2003: email van Houthoff Buruma aan het college inzake uitstel indientermijn verweerschrift G.75.02 en G.78.02.

25 februari 2003: brief van het college aan Yarosa inzake het verbod van de voorzieningenrechter te Rotterdam voor OPTA om informatie over G.12.02 openbaar te maken. 25 februari 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afschrift van brief van 25 februari

2003 aan Yarosa.

26 februari 2003: fax van Houthoff Buruma aan het college inzake termijn indienen verweerschrift.

27 februari 2003: brief van Loyens & Loeff, namens Yarosa, aan het college inzake geen bezwaar van Yarosa om geschoonde versie van G.12.02 aan T-Mobile te sturen.

24 maart 2003: brief van het college aan Yarosa inzake voortzetting behandeling G.78.02. 24 maart 2003: brief van het college aan T-Mobile inzake afschrift van brief van 24 maart 2003

aan Yarosa betreffende voortzetting behandeling G.78.02, en verzoek om verweerschrift.

26 maart 2003: fax van Houthoff Buruma aan het college inzake termijn indienen verweerschrift.

28 maart 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake doorzenden openbare versie G.12.02 en termijn indienen verweerschrift.

8 april 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake uitnodiging hoorzitting. 8 april 2003: brief van het college aan Yarosa inzake uitnodiging hoorzitting.

9 april 2003: email van Houthoff Buruma aan het college inzake datum hoorzitting. 11 april 2003: brief van het college aan Loyens & Loeff inzake datum hoorzitting. 11 april 2003: brief van het college aan Houthoff Buruma inzake datum hoorzitting. 17 april 2003: brief van Houthoff Buruma aan het college inzake verweerschrift.

18 april 2003: brief van het college aan Yarosa inzake doorzenden verweerschrift T-Mobile. 28 april 2003: pleitnotitie van Loyens & Loeff tijdens hoorzitting.

28 april 2003: pleitnotitie van Houthoff Buruma tijdens hoorzitting.

15 mei 2003: brief van het college aan Loyens & Loeff inzake verzoek om aanvullende informatie betreffende correspondentie tussen Yarosa en T-Mobile.

(17)

B2.4

BIJLAGE 2:

Overzicht van de correspondentie tussen Yarosa en T-Mobile

Voordat Yarosa haar aanvraag inzake geschil G.75.02 indiende, hebben beide partijen onderling als volgt gecorrespondeerd:

− Bij brief van 21 maart 2002 deelt Yarosa aan T-Mobile mede dat zij als leverancier van SMS-diensten bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) is geregistreerd als aanbieder van telecommunicatiediensten, waarbij zij een eigen platform en SMS-C gebruikt. Yarosa meldt dat zij aan haar interconnectieverplichting volgens artikel 6.1 Tw wil voldoen en verzoekt T-Mobile in overleg te treden om tot een bilaterale interconnectie-overeenkomst te komen. Yarosa voegt een bijlage toe met daarin een aantal door haar gewenste basispunten voor een

interconnectie-overeenkomst. Daarin wordt onder andere vermeld dat zij voor het afleveren en ophalen van SMS gebruik maakt van diensten van KPN Telecom, dat de termijn voor het contract een looptijd van 1 jaar zal hebben, dat zij bereid is voor het afleveren van verkeer op het netwerk van T-Mobile € 0,02200 per SMS-bericht te betalen, en voor verkeer dat bij T-T-Mobile origineert € 0,01467 per SMS-bericht, ervan uitgaande dat T-Mobile geen kosten voor het verzenden van een SMS-bericht bij haar eindgebruikers in rekening zal brengen.

− Bij email van 27 maart 2002 geeft Yarosa T-Mobile aan dat beide partijen hebben gesproken over de mogelijkheden die T-Mobile biedt voor een “revenue share” op het standaard SMS mobile originating tarief. Yarosa verzoekt T-Mobile te bevestigen dat dit geen onderdeel is van haar dienstenaanbod. − Bij email van 27 maart 2002 antwoordt T-Mobile dat zij deze vraag in haar afspraak met Yarosa op 15

april 2002 zal beantwoorden.

− Bij fax van 17 april 2002 stuurt Yarosa T-Mobile een verslag van de bespreking die partijen op 15 april 2002 hebben gehad. T-Mobile heeft volgens Yarosa in dat gesprek aangegeven dat zij geen verplichting heeft tot SMS interconnectie, dat zij geen producten heeft voor SMS interconnectie en geen intentie heeft om SMS interconnectie aan Yarosa aan te bieden.

(18)

B2.5

eindgebruikers op haar netwerk, het product “T-Mobile Bulk SMS" en nodigt Yarosa uit om over de afname hiervan in onderhandeling te treden.

− Bij brief van 6 juni 2002 herhaalt Yarosa haar eerdere stelling dat er sprake is van een

interconnectieverplichting en verzoekt T-Mobile gehoor te geven aan de uitnodiging om hierover in onderhandeling te treden. Yarosa geeft aan een geschil bij het college aanhangig te maken indien T-Mobile niet voor 14 juni 2002 ingaat op dit verzoek.

− Bij brief van 11 juni 2002 herhaalt T-Mobile haar standpunt uit de brief van 23 april 2002 en wijst Yarosa erop dat zij geen inhoudelijke argumenten heeft gegeven ter ondersteuning van haar verzoek. Zodoende ziet T-Mobile geen reden haar eerdere standpunt te wijzigen. Verder wijst T-Mobile erop dat Yarosa niet heeft gereageerd op de uitnodiging om te onderhandelen over de afname van het product T-Mobile Bulk SMS, maar dat deze uitnodiging nog steeds geldig is.

− Bij brief van 14 juni 2002 geeft Yarosa aan dat zij in een eerder stadium met T-Mobile contact heeft gehad, waaruit volgens Yarosa beide partijen concludeerden dat T-Mobile geen commercieel aanbod heeft met betrekking tot SMS-diensten dat voldoet aan de eisen van Yarosa of wat een aanvaardbaar alternatief vormt voor de gevraagde SMS-interconnectie.

− Bij brief van 18 juni 2002 geeft T-Mobile aan dat zij geen aanleiding ziet om haar standpunt te wijzigen. T-Mobile benadrukt dat er van haar zijde geen onwil is om met Yarosa in onderhandeling te treden. Wat betreft het origineren van SMS-verkeer wijst T-Mobile er echter op dat er voor haar geen verplichting tot bijzondere toegang bestaat. Met betrekking tot het termineren van SMS-verkeer wijst T-Mobile nogmaals op haar product T-Mobile Bulk SMS, dat vanaf november 2001 in de markt is en door meer dan twintig partijen wordt afgenomen. T-Mobile stelt dat hetgeen Yarosa verzoekt iets anders is dan destijds met de account manager wholesale van T-Mobile besproken is. Daar stond namelijk de vraag centraal of er in het kader van het product T-Mobile Bulk SMS ook mogelijkheden waren voor een revenue share op het standaardtarief voor het origineren van SMS. Daar is over gemeld dat dat binnen het product T-Mobile Bulk SMS niet mogelijk is. Het verzoek van Yarosa in de brief van 21 maart 2002 betreft echter (ook) het termineren van SMS-verkeer, waarover Yarosa destijds niets heeft besproken met de account manager van T-Mobile. T-Mobile herhaalt haar uitnodiging om over afname van het product T-Mobile Bulk SMS te onderhandelen.

− Bij fax van 29 oktober 2002 verwijst Yarosa naar het besluit van het college inzake het geschil G.12.02 tussen Yarosa en KPN Mobile The Netherlands B.V. (hierna: KPN Mobile). Yarosa citeert uit dit besluit overweging 95 van het college en verzoekt T-Mobile nogmaals in onderhandeling te treden over het komen tot een interconnectie-overeenkomst met betrekking tot het origineren en termineren van SMS-verkeer. Yarosa geeft aan dat zij binnen zeven dagen een reactie van T-Mobile verwacht. Yarosa voegt een bijlage toe met daarin een aantal door haar gewenste basispunten voor een interconnectie-overeenkomst. Deze wijken niet af ten opzichte van de basispunten zoals Yarosa die vermeldde in haar brief van 21 maart 2002, behalve dan dat zij een contracttermijn van 3 jaar voorstelt, waarbij jaarlijks de tarieven worden herzien.

(19)

B2.6

− Bij fax van 4 november 2002 geeft Yarosa een verslag van een telefonisch gesprek met T-Mobile van dezelfde dag. In dat gesprek heeft T-Mobile aangegeven niet te reageren op Yarosa’s

interconnectieverzoek zolang het besluit inzake G.12.02 niet openbaar is. Yarosa stelt dat de interconnectieverplichting bestaat, onafhankelijk van de uitspraak van het college inzake G.12.02. indien T-Mobile niet voor 6 november 2002 reageert, vat Yarosa dat op als een weigering om in onderhandeling te treden over een interconnectie-overeenkomst.

− Bij fax van 6 november 2002 geeft T-Mobile aan dat zij het betreurt dat Yarosa haar niet in de gelegenheid wil stellen eerst een analyse te kunnen maken van het geschilbesluit van het college inzake G.12.02. Gezien de korte reactietermijn die Yarosa T-Mobile gunde, herhaalt T-Mobile haar standpunt dat zij voor originerend SMS-verkeer geen verplichting heeft bijzondere toegang te verlenen en dat zij voor terminerend SMS-verkeer het product T-Mobile Bulk SMS aanbiedt, maar dat Yarosa nog steeds geen gebruik heeft gemaakt van de uitnodiging om hierover in onderhandeling te treden.

− Bij fax van 7 november 2002 meldt Yarosa dat zij altijd al van mening was dat zij moet

onderhandelen met T-Mobile over interconnectie, maar dat de uitspraak van het college inzake G.12.02 ter illustratie is genomen hoe het college over het onderwerp oordeelt. Wat betreft het product T-Mobile Bulk SMS herhaalt Yarosa wat zij op 14 juni 2002 mededeelde, namelijk dat het product geen aanvaardbaar alternatief vormt voor (directe) interconnectie. Yarosa verzoekt T-Mobile 8 november te reageren op het verzoek om in onderhandeling te treden.

− Bij fax van 8 november 2002 geeft T-Mobile aan dat de door Yarosa gestelde reactietermijnen te kort zijn en stelt zij een termijn van 1-2 weken voor. T-Mobile stelt dat zij ervan uit was gegaan dat Yarosa na de brief van T-Mobile op 18 juni 2002 afzag van verdere onderhandelingen, omdat zij lange tijd niets meer van Yarosa vernam. T-Mobile vernam pas weer van Yarosa nadat deze bekend werd met het besluit van het college inzake G.12.02. Volgens T-Mobile is het dan redelijk dat zij dan ook dat besluit kan analyseren alvorens in te gaan op het verzoek van Yarosa. Wat betreft haar aanbod in de vorm van het product T-Mobile Bulk SMS geeft T-Mobile aan dat de reactie van Yarosa alleen over het origineren van SMS-verkeer gaat, niet over het termineren. T-Mobile blijft bij haar eerdere

standpunten.

− Bij fax van 11 november 2002 geeft Yarosa aan dat zij niet kan afleiden of T-Mobile bereid is over (directe) interconnectie in onderhandeling te treden. Zij verzoekt T-Mobile uiterlijk 13 november 2002 kenbaar te maken wanneer partijen over de te sluiten interconnectie-overeenkomst kunnen spreken, of indien T-Mobile dat niet wil, uiterlijk 15 november 2002 een inhoudelijke onderbouwing van T-Mobile te ontvangen.

(20)

B2.7

− Bij fax van 13 november 2002 geeft Yarosa wat betreft haar gestelde reactietermijnen aan dat zij reeds twee weken eerder haar verzoek heeft gedaan en dat zij nog steeds geen duidelijkheid heeft of T-Mobile bereid is in onderhandeling te treden over (directe) interconnectie. Aangaande het product T-Mobile Bulk SMS geeft Yarosa aan dat zij niet geïnteresseerd is in het aanbod. Het sluit niet aan bij het toekomstig dienstenaanbod van Yarosa, omdat Yarosa haar eigen SMS-C wil kunnen gebruiken om daarin diverse instellingen zelf te kunnen bepalen; het biedt Yarosa geen mogelijkheid zelf het eindgebruikerstarief voor het origineren van SMS-berichten te bepalen; het biedt Yarosa geen mogelijkheid zelf shortcodes, waarheen eindgebruikers SMS-berichten verzenden, te bepalen. − Bij fax van 15 november 2002 constateert T-Mobile dat, aangezien Yarosa niet langer wil

onderhandelen over het product T-Mobile Bulk SMS, Yarosa geen contractuele relatie met T-Mobile wenst aan te gaan voor het afleveren van SMS-berichten bij eindgebruikers van T-Mobile. Aangaande de overige diensten waar Yarosa om heeft gevraagd, herhaalt T-Mobile haar standpunt dat dit bijzondere toegang betreft waarvoor zij geen verplichting heeft.

− Bij fax van 18 november 2002 ontkent Yarosa dat zij, omdat zij niet wil onderhandelen over het product T-Mobile Bulk SMS, ook niet wil onderhandelen over interconnectie. Yarosa gaat ervan uit dat het Mobile duidelijk is wat Yarosa verlangt en stelt als nieuwe deadline voor een reactie van T-Mobile “woensdag 17 november 2002” voor.

− Bij fax van 20 november 2002 geeft T-Mobile aan dat zij voor het laatst op een dergelijk korte termijn zal reageren en dat zij in het vervolg ongeacht de verlangde reactietermijn binnen twee weken reageren. T-Mobile stelt dat Yarosa haar fax van 15 november 2002 verkeerd interpreteert. Indien Yarosa de dienst terminating access voor SMS van Mobile wenst af te nemen, dan is het product T-Mobile Bulk SMS het enige wat T-T-Mobile kan aanbieden. T-T-Mobile vat Yarosa’s weigering om dit product af te nemen op als dat Yarosa geen contractuele relatie met T-Mobile wenst aan te gaan.

Voordat Yarosa haar aanvraag inzake geschil G.78.02 indiende, hebben beide partijen onderling als volgt gecorrespondeerd:

− De bovengenoemde correspondentie tot en met 20 november 2002 inzake G.75.02 kan als ingelast worden beschouwd.

− Bij fax van 16 december 2002 deelt Yarosa aan T-Mobile mede dat zij als (SMS) platformaanbieder voor haar klanten ook een aantal 0800-nummers zal exploiteren. De SMS-C van Yarosa zal door middel van deze nummers aankiesbaar worden. De nummers zijn voor eindgebruikers gratis en Yarosa stelt T-Mobile een vergoeding voor van € 0,0147 per SMS-bericht, op basis van een te sluiten interconnectie-overeenkomst. Yarosa hoopt dat T-Mobile haar eerdere zienswijze aanpast en reageert voor 23 december 2002.

(21)

B2.8

− Bij fax van 20 december 2002 geeft T-Mobile aan dat zij niet binnen de door Yarosa gestelde termijn te kunnen reageren op het verzoek uit de fax van Yarosa van 16 december 2002. T-Mobile stelt voor om in de tweede week van januari 2003 inhoudelijk te reageren. Eerder lukt T-Mobile niet, omdat het een nieuw verzoek betreft dat (ook) gebaseerd is op het gebruik van 0800-nummers en omdat betrokken medewerkers van T-Mobile in verband met het afsluiten van het jaar en de Kerstperiode geen gelegenheid hebben eerder op het verzoek in te gaan. Verder kan T-Mobile de brief van Yarosa van 17 december 2002 niet goed rijmen met de fax van Yarosa van 16 december 2002.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij zien uw tuinafscheiding en die pergola het liefst perfect aansluiten bij de rest van uw tuin om zo voor u de ideale tuin te creëren. Wilt u graag de gehele tuin vernieuwen,

De Regeering is dus bezig van de zaak werk te maken. Wat hiervan de uitkomst zal wezen is niet na te gaan. Tegen eene afschaffing van de rechtspraak door Priesters, hoe gewenscht

Valkenburg(ZH) bij Leiden, waarbij u goede ervaring krijgt wat voor soort tuinmeubelen er allemaal zijn.. U bent van harte welkom in onze showroom voor deskundig advies & waarbij

Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren,

Als verkoper en koper het eens worden over de belangrijkste zaken bij de koop (dat zijn meestal de prijs, de opleveringsdatum en de ontbindende voorwaarden), dan legt de

Voor zoveel nodig wordt door verkoper ten behoeve van haarzelf en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de hiervoor sub a bedoelde kavels bij deze aan koper opgelegd,

Voor zoveel nodig wordt door verkoper en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de betrokken kavels bij deze aan koper opgelegd, en verbindt koper zich bij

Na het ondertekenen van de Leveringsakte, met overeenkomstige toepassing van artikel 27 lid 3, tweede zin, keert de Notaris aan Koper uit het niet aan Verkoper uitgekeerde