• No results found

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

5 Een hartvormige kromme

10. De y-co¨ordinaat is maximaal als y0(t) = 0. Eerst reken je dus y0uit. Denk hierbij aan de kettingregel:

y0(t) = 2 cos t − cos(2t) · 2.

Nu wil je weten voor welke t deze afgeleide nul is:

2 cos t − 2 cos(2t) = 0, cos t = cos(2t), t = 2t + 2kπ_

−t = 2kπ_

t = −2t + 2kπ, 3t = 2kπ, t = −2kπ_

t = 2k 3 π.

Hier is k geheel. De oplossingen met t in het interval [0, 2π] zijn t = 0, t = 32π, t = 43π en t = 2π. Als je nu de kromme plot met de GR zie je dat het punt t = 23π overeenkomt met het maximum van y. De maximale waarde voor y krijg je nu door t = 23π in te vullen:

ymax= 2 sin 2 3π



− sin

 2 ·2



= 2 ·1 2

√ 3 + 1

2

√ 3 = 3

2

√ 3.

11. Je moet eerst de vergelijking x(t) = 1 oplossen. Hiervoor gebruik je de regel cos(2t) = 2 cos2t − 1.

2 cos t − cos(2t) = 1, 2 cos t − 2 cos2t + 1 = 1, 2 cos t(1 − cos t) = 0,

2 cos t = 0_

1 − cos t = 0, cos t = 0_

cos t = 1, t = 1

2π + kπ_

t = 2kπ.

2 2

Hier is k geheel. Binnen het interval [0, 2π] zijn de oplossingen t = 0, t = 1π, t = 3π en t = 2π. De oplossingen t = 0 en t = 2π komen overeen

2

met het beginpunt op (1, 0), dus de andere punten moeten overeenkomen met de punten (1, a) en (1, −a). Invullen van t = 1π geeft

y 1 π



= 2 sin 1 2π



− sin (π) = 2 · 1 − 0 = 2.

2 Je hebt dus a = 2.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de rechte lijn die getekend is kun je zien dat een speelduur van 18 mi- nuten overeenkomt met een cumulatief percentage van 50%.. Dit betekent dat het gemiddelde gelijk is

Bij 12 metingen is de standaardafwijking van het gemiddelde gelijk aan.

De oppervlakte van het linkerdeel is dus inderdaad twee maal zo groot als die van

Bij vermenigvuldigen ten opzichte van de x-as met e moet je de formule met e vermenigvuldigen.. Daarna moet je met 1 e vermenigvuldigen ten opzichte van

De stelling van de hoek tussen koorde en raaklijn zegt dat ∠ADB

[r]

Je wilt nu uitrekenen voor welke a deze lengte gelijk is

Eerst schrijf je de functie in de vorm