• No results found

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

4 Gelijke hoeken

8. De stelling van de hoek tussen koorde en raaklijn zegt dat ∠ADB =

∠ACD. Ook weet je dat 4ABD en 4ADC hoek ∠A gemeenschappelijk hebben. Je hebt nu twee hoeken, dus 4ABD en 4ADC zijn gelijkvormig.

9.

2

Uit de hoekensom van driehoek 4ADQ weet je dat ∠P QD = 180

∠ADC − 1∠A. Uit de vorige opgave weet je vervolgens dat ∠ADC =

∠ABD. De hoekensom van driehoek 4ABP leer je dat ∠ABD = 180

∠AP B−12∠A. Als laatste geldt vanwege overstaande hoeken dat ∠AP B =

∠QP D. Samenvattend heb je nu

∠P QD = 180− ∠ADC −1 2∠A,

= 180− ∠ABD −1 2∠A,

= 180



180− ∠AP B −1 2∠A



−1 2∠A,

= 180− 180+ ∠AP B +1

2∠A −1 2∠A,

= ∠AP B,

= ∠QP D.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij 12 metingen is de standaardafwijking van het gemiddelde gelijk aan.

[r]

De oppervlakte van het linkerdeel is dus inderdaad twee maal zo groot als die van

Bij vermenigvuldigen ten opzichte van de x-as met e moet je de formule met e vermenigvuldigen.. Daarna moet je met 1 e vermenigvuldigen ten opzichte van

[r]

[r]

Je wilt nu uitrekenen voor welke a deze lengte gelijk is

Eerst schrijf je de functie in de vorm