• No results found

Inspectierapport Christelijk dagverblijf 'de uitvinder' (BSO) Molenstraat CA Oss Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Christelijk dagverblijf 'de uitvinder' (BSO) Molenstraat CA Oss Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Christelijk dagverblijf 'de uitvinder' (BSO) Molenstraat 153

5342CA Oss

Registratienummer 129697151

Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant

In opdracht van gemeente: Oss

Datum inspectie: 20-05-2015

Type onderzoek : Incidenteel onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 27-05-2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ... 4

Pedagogisch klimaat ... 5

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Accommodatie en inrichting ... 8

Inspectie-items ... 9

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd incidenteel onderzoek.

Beschouwing

Naar aanleiding van de melding voor opname in het register kinderopvang is er op 20 mei 2015 bij Christelijk dagverblijf De Uitvinder (BSO) te Oss een incidenteel onderzoek uitgevoerd.

De BSO verhuist van de Floraliastraat naar de Molenstraat in Oss.

Tijdens de inspectie heeft er een gesprek plaats gevonden met de houder. Tevens is er een rondgang gemaakt door het kindercentrum en zijn een aantal documenten bekeken.

De houder heeft aangegeven dat BSO per 26 mei 2015 wil gaan starten met exploiteren.

Op het moment van de inspectie zijn de ruimtes nog niet ingericht.

De houder gaf echter aan dat de ruimtes in de week voor de opening ingericht worden.

Na overleg en overreding zijn het beleidsplan en de afmetingen van de buitenruimte beoordeeld.

De risico inventarisatie veiligheid is voor zover mogelijk uitgevoerd. Na de in gebruik name van de BSO zullen de inventarisatie veiligheid én gezondheid opnieuw uitgevoerd en uitgewerkt dienen te worden.

Verder dient in het beleidsplan een klein aantal zaken aangepast of toegevoegd te worden.

Tijdens deze inspectie zijn de voorwaarden die op dit kindercentrum van toepassing zijn en voor aanvang van de exploitatie getoetst kunnen worden, onderzocht.

Het advies aan de gemeente is om Christelijk dagverblijf 'de uitvinder'(BSO) op 26 mei 2015 te laten starten met de exploitatie. Er zal in de loop van 2015 een volledige inspectie uitgevoerd worden.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) toe te wijzen.

(4)

Observaties en bevindingen

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Er is een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is.

Het werkplan is op 21 mei 2015 aangepast.

Kinderopvang in de zin van de wet

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. Cauwels)

(5)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

In het pedagogisch beleidsplan van het BSO 'de uitvinder'worden de volgende onderdelen beschreven:

 de voor 'de uitvinder' kenmerkende visie op de omgang met kinderen.

 de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

 de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroepen.

Aandachtspunt en aan te passen in het beleidsplan

In het beleidsplan wordt gesproken over de opvang van 10 tot 15 kinderen. Er zijn echter 20 kindplaatsen geregistreerd in het LRKP en dit aantal mag dan ook opgevangen worden. Hier moet het beleid dan ook op geschreven worden.

Wanneer dit aantal niet opgevangen zal gaan worden en dit het beleid van het kindercentrum is, dient het aantal kindplaatsen in het LRKP aangepast te worden.

 bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.

 hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

 Hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is en hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio (bkr).

Aandachtspunt en aan te passen in het beleidsplan

Er wordt in het beleidsplan wel omschreven dat er een achterwacht regeling is maar niet hoe deze eruit ziet en vorm gegeven is; wie is er achterwacht:

1. Wanneer er één beroepskracht aanwezig is, én de beroepskracht kindratio voldoet aan de daarvoor geldende afspraken.

2. Hoe ondersteuning vormgegevens is (door wie) wanneer er, in afwijking van de beroepskracht kindratio één beroepskracht op de groep staat.

 de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

Aandachtspunt en aan te passen in het beleidsplan

Het beleidsplan geeft aan dat kinderen die doorstromen van het kinderdagverblijf naar de buitenschoolse opvang 'zo nu en dan' mee draaien. Daarnaast komen kinderen van buitenaf ook wennen.

Wat ontbreekt zijn de afspraken met betrekking tot de bkr in deze wensituaties.

 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. Cauwels)

 Pedagogisch beleidsplan (mei 2015)

(6)

Personeel en groepen

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen.

Binnen dit onderdeel zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Verklaring omtrent het gedrag

Alle bij het kindercentrum werkzame beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag en zijn opgenomen in de continue screening.

Opvang in groepen

Er is één basisgroep.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. Cauwels)

 Verklaringen omtrent het gedrag (eerder beoordeeld)

 Diploma's beroepskrachten (eerder beoordeeld)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot veiligheid en gezondheid.

Binnen dit onderdeel zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid.

Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft in aanloop naar de in gebruik name van het nieuwe pand een risico inventarisatie veiligheid ingevuld.

In deze inventarisatie zijn de op dat moment te bepalen risico's aangemerkt.

Uit deze beschrijving is een actielijst voortgekomen.

De huidige inventarisatie is niet compleet omdat het pand nog niet opgeleverd is en de inrichting nog in zijn geheel plaats moet gaan vinden.

Met de houder is de afspraak gemaakt dat direct na de start van de opvang zowel de:

 risico inventarisatie veiligheid als de

 risico inventarisatie gezondheid, opnieuw uitgevoerd zullen worden.

Hierbij zullen ook de hieruit voortvloeiende:

 actiepunten

 (aangepaste) huisregels

 (aangepaste )gedragsafspraken

 (aangepaste) werkafspraken

 (aangepaste) protocollen en wat verder van toepassing is, beschreven zijn.

Tijdens de inspectie is er een rondgang door het pand gemaakt.

Het pand is op het moment van inspectie nog vol in verbouwing.

Een aantal in het oog springende zaken op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn opgemerkt en worden opgepakt door de houder.

Deze zaken dienen vóór opening opgelost te zijn:

 afschermen radiatoren (valbeveiliging)

 voor zover van toepassing op de bso; vingersafe beveiliging aanbrengen

 valbeveiging voor de ramen aanbrengen of ramen afsluiten

De houder zal verder navraag doen over de spijlafstand van het hekwerk op de 'overloop' van de bso om te kunnen bepalen of dit voldoende veilig is.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. Cauwels)

 Risico-inventarisatie veiligheid (20 mei 2015)

(8)

Accommodatie en inrichting

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot accommodatie.

Binnen dit onderdeel zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld.

Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind.

Binnenruimte

De leefruimte van de buitenschoolse opvang bevindt zich op de eerste etage van het pand.

De trap naar boven bevindt zich in de hal van het pand. De kinderen van de bso lopen rechtstreeks naar boven en komen niet door de groepsruimte van het kinderdagverblijf.

Op het moment van inspectie wordt er nog volop verbouwd in het te betrekken pand.

Niet alle onderdelen kunnen daardoor beoordeeld worden.

Het oppervlak van de ruimtes is:

(leef) keuken 20.1 m² bso leefruimte (voorzijde pand) 35.7 m² bso leefruimte (rechter zijde pand 27.8 m² --- +

Totaal 83.6 m² / 20 kinderen = 4.2 m² per kind

Dit voldoet aan de voorwaarde die hieraan gesteld wordt.

De binnenruimte is niet ingericht op het moment van inspectie.

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte grenst aan de buitenspeelruimte van de kinderen van het kinderdagverblijf en is te bereiken door dit speelterrein over te steken.

De speelruimte van de bso wordt afgeschermd met een hek.

Deze speelruimte is vast beschikbaar voor de kinderen van de bso.

Het oppervlak van de ruimte is: 166 m²

Met de opvang van 20 kinderen is er per kind 8.3 m² beschikbaar.

Hiermee wordt voldaan aan de hieraan gestelde eisen.

De buitenspeelruimte is nog niet ingericht.

De niet aangrenzende buitenspeelruimte (de speeltuin aan de Asterstraat) is voor de kinderen goed en veilig bereikbaar.

Gebruikte bronnen:

 Observaties (op locatie)

(9)

Inspectie-items

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Kinderopvang in de zin van de wet

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee

(10)

Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 onder f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Christelijk dagverblijf 'de uitvinder'

Website : http://www.de-uitvinder.nl

Aantal kindplaatsen : 20

Gegevens houder

Naam houder : Catharina Suzanna Cauwels

KvK nummer : 17149234

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : P. Streppel Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Oss

Adres : Postbus 5

Postcode en plaats : 5340BA OSS

Planning

Datum inspectie : 20-05-2015

Opstellen concept inspectierapport : 26-05-2015

Zienswijze houder : 27-05-2015

Vaststelling inspectierapport : 27-05-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 27-05-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 27-05-2015

Openbaar maken inspectierapport : 17-06-2015

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling