• No results found

Inspectierapport Loevestein (KDV) Berend Wapstrastrjitte NN Gorredijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Loevestein (KDV) Berend Wapstrastrjitte NN Gorredijk"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Loevestein (KDV) Berend Wapstrastrjitte 3 8401 NN Gorredijk

Toezichthouder: GGD Fryslân

In opdracht van gemeente: Opsterland

Datum inspectie: 11-07-2016

Type onderzoek : Onderzoek voor registratie

Status: Definitief

Datum vaststelling rapport: 26-07-2016

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 5

Veiligheid en gezondheid ... 6

Accommodatie en inrichting ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie.

Beschouwing

Op 11 juli 2016 is er op verzoek van gemeente Opsterland, door GGD Fryslân een onderzoek voor registratie uitgevoerd bij KDV Loevestein i.v.m. een verhuizing.

Locatie informatie:

KDV Loevestein zal zich per 29 augustus 2016 vestigen in brede school Loevestein te Gorredijk en is onderdeel van Kinderwoud BV.

Kinderwoud biedt naast dagopvang, ook buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk en gastouderopvang aan.

KDV Loevestein biedt opvang aan één KDV groep van 0-4 jaar van maximaal 16 kinderen en één POV groep van 2-4 jaar van maximaal 16 kinderen. Locaties KDV De Toverbal en POV De

Speeldoos uit Gorredijk gaan verhuizen naar KDV Loevestein.

Er wordt peuteropvang aangeboden op maandag, donderdag en vrijdag van 08.30 tot 12.00 uur.

Er wordt gewerkt met het VVE programma Uk en Puk.

Naast de groepsruimtes kan er gebruik worden gemaakt van de speelhal van brede school

Loevestein. Er kan buiten gespeeld worden op een geheel omheinde ruimte welke bereikbaar is via de groepsruimte.

Belangrijkste bevindingen

Naar aanleiding van het onderzoek voor registratie verwacht de toezichthouder dat de exploitatie redelijkerwijs kan plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Wet

kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Advies aan College van B&W

Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Pedagogisch klimaat’ belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan op basis van de wettelijke criteria.

Pedagogisch beleid

De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid kan bij een onderzoek voor registratie nog niet aan de pedagogische praktijk getoetst worden.

Kinderwoud werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan, een algemeen pedagogisch werkplan per opvangsoort en ter aanvulling hierop het document "Locatie specifieke bijlage".

In het algemeen pedagogisch beleidsplan staat de geldende pedagogische visie op de omgang met kinderen beschreven en worden de drie kernwaarden van Kinderwoud (geborgenheid, eigenheid en zelfontplooiing) vertaald naar de vier pedagogische basisdoelen; het bieden van emotionele

veiligheid, het ontwikkelen van de persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van normen en waarden. De visie is verder uitgewerkt in concrete thema's zoals de samenwerking met ouders, de speelleeromgeving, het taalbeleid, het volgen van de ontwikkeling van kinderen en deskundigheidsbevordering medewerkers.

In het algemeen pedagogisch werkplan KDV staat beschreven hoe de geldende pedagogische visie naar de praktijk van het kinderdagverblijf wordt vertaald. Het werkplan bevat informatie over de opbouw en samenstelling van de groep, de begeleiding en ondersteuning op de groep, het groepsgebeuren, het volgen van de ontwikkeling van het kind en oudercontacten en de veiligheid en hygiëne.

Iedere vestiging van Kinderwoud werkt daarnaast met het document “Locatie specifieke bijlage”

met specifieke informatie over de groepen, het opvangaanbod, ondersteuning op de groep, een beschrijving van de binnen- en buitenruimte, de dagindeling, de werkwijze, de achterwacht, het wenbeleid en de activiteiten op de vestiging.

Conclusie:

De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de voorwaarden die bij een onderzoek voor registratie n.a.v. een verhuizing op het gebied van het pedagogisch beleid getoetst kunnen worden.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Annelies Folkersma Facilitair manager Kinderwoud)

• Interview anderen (clustermanager)

• Pedagogisch beleidsplan (pedagogisch beleidsplan (versie 4-1-2-1 pedagogisch beleid v7-od))

• Pedagogisch werkplan (versie D135A Pedagogisch werkplan KDV v4-0d, ontvangen op 20-04- 2014)

• Locatie specifieke bijlage KDV Loevestein ontvangen op 1-7-2016

(5)

Personeel en groepen

In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’ belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de verklaring omtrent het gedrag van de houder.

Verklaring omtrent het gedrag

Bij een verhuizing wordt het ingediende wijzigingsformulier door de gemeente beschouwd als een nieuwe aanvraag tot exploitatie van het KDV of de BSO door de nieuwe houder.

Bij een aanvraag tot exploitatie moet er een VOG worden overgelegd die op het moment van de indiening van de wijziging niet ouder is dan twee maanden Indien de nieuwe houder een

rechtspersoon is, dan dient deze houder een VOG Rechtspersoon te overleggen, dit geldt ook voor bijvoorbeeld een VOF. Enige uitzondering op deze regel is de eenmanszaak waarvoor de nieuwe houder een VOG Natuurlijke Personen dient te overleggen (bron: www.rijksoverheid.nl).

De vestiging valt onder de rechtspersoon Kinderwoud Kinderopvang BV. Er is een VOG

rechtspersoon Kinderwoud Kinderopvang BV overlegd. De VOG rechtspersoon is, op het moment dat de aanvraag is ingediend bij de gemeente, niet ouder dan twee maanden.

Conclusie:

De getoetste verklaring omtrent het gedrag rechtspersoon voldoet aan de gestelde eisen.

Gebruikte bronnen:

• Verklaringen omtrent het gedrag (rechtspersoon 21-06-2016 ontvangen op 01-07-2016)

(6)

Veiligheid en gezondheid

De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder van het kindercentrum legt jaarlijks, met behulp van een methode die voldoet aan de eisen, in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. Te nemen maatregelen worden van een verantwoordelijke voorzien en een beoogde realisatiedatum. Houder draagt er zorg voor dat medewerkers kennis kunnen nemen van de bevindingen.

De risico-inventarisatie is uitgevoerd op 6 juni 2016. Er is gebruik gemaakt van de methode van Tulp Managementadvies. Bij deze methode zijn de risico's op het gebied van de veiligheid en de gezondheid in één document opgenomen.

Alle gebruikte ruimtes KDV en POV zijn opgenomen in de risico-inventarisatie. De risico- inventarisatie is een weergave van de actuele situatie. Op het moment van dit onderzoek voor registratie zijn de ruimtes nog niet ingericht.

Er is een actieplan opgesteld met werkzaamheden die de komende weken nog uitgevoerd moeten worden.

Conclusie:

De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van veiligheid en gezondheid.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Annelies Folkersma Facilitair manager Kinderwoud)

• Interview anderen (clustermanager)

• Observaties

• Risico-inventarisatie veiligheid (06-06-2016)

• Risico-inventarisatie gezondheid (06-06-2016)

• Actieplan veiligheid (06-06-2016)

• Actieplan gezondheid (06-06-2016)

(7)

Accommodatie en inrichting

In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Accommodatie en inrichting’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum.

Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.

Binnenruimte

Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is.

Kinderopvang Loevestein werkt met één stamgroep KDV van maximaal 16 kinderen en één stamgroep POV van maximaal 16 kinderen.

De groepsruimte KDV bevat 56 m2 voor de opvang van maximaal 16 kinderen. Er zijn twee slaapkamers, een sanitaire ruimte met kleine toiletten en verschoonmeubel en een afgesloten keukenruimte die gedeeld wordt met de POV.

De groepsruimte POV bevat 71 m2 voor de opvang van maximaal 16 kinderen. Er is een

gedeelde afgesloten keukenruimte met het KDV, een gedeelde sanitaire ruimte met kleine toiletten en een verschoonmeubel. De inrichting van de groepsruimte kan tijdens dit onderzoek niet

beoordeeld worden omdat dit de komende weken nog uitgevoerd wordt. De groepsruimte POV wordt 's middags gebruikt voor de opvang van BSO kinderen.

Het KDV en de POV gaan mogelijk ook gebruik maken van de speelhal in de school.

Aandachtspunt: De speelhal van de school bevat een hoge tribunetrap met hekken bovenaan de trap waar kinderen onderdoor kunnen vallen. Indien gebruik wordt gemaakt van de speelhal zal dit risico benoemd moeten worden in de risico-inventarisatie veiligheid en zullen hiervoor

veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden.

Conclusie:

De binnenspeelruimtes bevatten voldoende oppervlakte voor de opvang van maximaal 16 kinderen in het KDV en maximaal 16 kinderen in de POV.

Buitenspeelruimte

Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is.

De buitenruimte van KDV Loevestein is bereikbaar via groepsruimte. De buitenruimte wordt gebruikt door het KDV en de POV

De buitenruimte omvat 196 m2 om gebruikt te worden door maximaal 32 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.

De inrichting van de buitenruimte kan tijdens dit onderzoek niet beoordeeld worden omdat de werkzaamheden m.b.t. de inrichting de komende weken nog uitgevoerd moeten worden.

De buitenspeelruimte wordt geheel omheind met een hekwerk en zal ingericht worden met o.a. een glijbaan en een schuur met spelmateriaal.

Conclusie:

De buitenspeelruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor de inrichting van de buitenspeelruimte.

Gebruikte bronnen:

• Observaties

• Plattegrond (ontvangen op 12-07-2016)

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang,

buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de

groepsruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Loevestein

Website : http://www.kinderwoud.nl

Aantal kindplaatsen : 32

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Kinderwoud Kinderopvang

Adres houder : Trambaan 1e

Postcode en plaats : 8441 BH HEERENVEEN

Website : www.kinderwoud.nl

KvK nummer : 01106502

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Fryslân

Adres : Postbus 612

Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN

Telefoonnummer : 088-2299222

Onderzoek uitgevoerd door : Nienke Postma Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Opsterland

Adres : Postbus 10000

Postcode en plaats : 9244 ZP BEETSTERZWAAG

Planning

Datum inspectie : 11-07-2016

Opstellen concept inspectierapport : 21-07-2016 Vaststelling inspectierapport : 26-07-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 29-07-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 29-07-2016 Openbaar maken inspectierapport : 16-08-2016

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling