• No results found

Inspectierapport De Ballon (PSZ) Gevers van Endegeeststraat ZD KAMPEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Ballon (PSZ) Gevers van Endegeeststraat ZD KAMPEN"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Ballon (PSZ)

Gevers van Endegeeststraat 2 8265ZD KAMPEN

Toezichthouder: GGD IJsselland

In opdracht van gemeente: Kampen

Datum inspectie: 10-11-2016

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 23-11-2016

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ...10

Gegevens toezicht ...10

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal...11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende:

 de eisen aan het personeel;

 de opvang in groepen;

 de beroepskracht-kind-ratio;

 de pedagogische kwaliteit.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over

Peuterspeelzaal De Verrekijker en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen.

Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt.

Feiten over peuterspeelzaal De Ballon

Peuterspeelzaal De Ballon valt onder Stichting Prokino. Stichting Prokino is een landelijke organisatie voor kinderopvang in de breedste zin van het woord. In de gemeente Kampen heeft Prokino meerdere peuterspeelzalen.

Peuterspeelzaal De Ballon is gevestigd binnen de muren van openbare basisschool Het Meerrijk aan de Gevers van Endegeeststraat 2 in Kampen.

De peuterspeelzaal staat in het landelijk register kinderopvang geregistreerd met 16 kindplaatsen.

Inspectiegeschiedenis

24-09-2013 jaarlijks onderzoek: er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

10-06-2014 jaarlijks onderzoek: er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

03-09-2015 jaarlijks onderzoek: er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

Bevindingen op hoofdlijnen

Tijdens dit jaarlijks onderzoek wordt er aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang voldaan. Na overleg en overreding wordt er ook voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de VOG van de vrijwilligster.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk.

Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het

Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd.

Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk.

Pedagogische praktijk

Uitvoering pedagogisch beleidsplan

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor psz De Ballon kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Uit een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij goed op de hoogte zijn van het beleid en daarnaar handelen.

Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.

Emotionele veiligheid Indicator:

De beroepskrachten communiceren met de kinderen.

Observatie 1:

De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact.

-De beroepskracht heeft met alle kinderen die aan het kleien zijn een gesprek over ijsjes. De beroepskracht bespreekt onder andere dat het nu misschien wel te koud is om ijsjes te eten.

Observatie 2:

De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op.

-Wanneer een jongen verbaal aangeeft dat hij zich heeft bezeerd tijdens het kleien gaat de beroepskracht naar hem toe. De beroepskracht is op gelijke hoogte met het kind en vraagt hem waar hij zich pijn heeft gedaan. De beroepskracht geeft de jongen een knuffel. De jongen gaat vervolgens weer verder met kleien.

Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator:

De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen.

Observatie 1:

De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces.

-Een aantal kinderen is aan het kleien. Een beroepskracht zit bij de kinderen aan tafel.

De andere beroepskracht zit aan een andere tafel en begeleidt een aantal andere kinderen in het maken van een puzzel.

De beroepskrachten begeleiden de kinderen in het spel. De beroepskrachten geven sturing. Het ene kind krijgt meer sturing dan het andere kind. De beroepskracht stimuleert bijvoorbeeld twee kinderen om het speelgoed bestek te sorteren. De beroepskracht legt het eerst uit en doet het voor. Wanneer de kinderen het niet goed doen legt de beroepskracht het nogmaals uit. De beroepskracht geeft de kinderen complimenten wanneer het sorteren vervolgens goed gaat.

(5)

-Tijdens het kleien daagt de beroepskracht de kinderen uit om de klei vormpjes te benoemen. 'Wat is dat?' vraagt de beroepskracht aan de kinderen.

Observatie 2:

De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten.

-De dagindeling is duidelijk voor de kinderen. De beroepskrachten geven duidelijk aan dat het tijd is om op te ruimen. Tijdens en na het opruimen gaan de kinderen uit zichzelf al op een stoeltje zitten rondom de tafel. Op deze plek vindt de kring plaats na het opruimen.

Het kringmoment wordt ingeluidt met een liedje. Ook wanneer het tijd is om te drinken wordt er eerst een liedje gezongen.

Op de muur hangen pictogrammen waarop de dagindeling vermeld staat.

Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator:

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie.

Observatie:

De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten

samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden.

De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie).

-Tijdens het kringmoment worden alle kinderen actief welkom geheten. De beroepskracht noemt alle namen van de kinderen op en de kinderen reageren wanneer ze hun naam horen. Tijdens dit moment daagt de beroepskracht de kinderen uit om bijvoorbeeld de kleur van hun trui te noemen of om te benoemen welke print er op hun kleding staat.

Eén van de kinderen is hulpje en mag de beroepskracht helpen om de bekers met drinken uit te delen.

Overdracht waarden en normen Indicator:

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.

Observatie :

Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen.

De beroepskrachten zeggen bijvoorbeeld:

-'Ho, wat hadden we gezegd? We gaan niet rennen door het lokaal. Dat is gevaarlijk.' -'X mag best wat klei pakken Y. Moet je eens kijken hoeveel klei jij nog hebt. Samen delen.' -'X, niet afpakken van Y. Samen spelen.'

-'Niet met de klei in de hand van tafel gaan X. Dan wordt het hier zo'n rommeltje.'

-De beroepskrachten geven duidelijk aan wanneer het tijd is om op te ruimen. De beroepskrachten geven zelf het goede voorbeeld door mee te helpen met opruimen. Kinderen krijgen complimenten tijdens het opruimen.

De beroepskrachten geven sturing aan de kinderen over wat er opgeruimd mag worden.

Conclusie:

Op PSZ De Ballon voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.

Voorschoolse educatie

De locatie is geopend op maandag- t/m vrijdagochtend.

Bij de peuterspeelzaal de Ballon wordt gewerkt met de effectieve ontwikkelingsgerichte vroeg- en voorschoolse educatiemethode (VVE) Piramide. Deze ontwikkelingsgerichte methode richt zich op vier ontwikkelingsgebieden, namelijk taal, sociaal-emotionele ontwikkeling, rekenen en motoriek.

Vanuit de methode Piramide wordt er gewerkt met thema's. Momenteel is het thema: Herfst.

(6)

De beroepskrachten bezitten een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

Momenteel zijn er meerdere kinderen met een VVE indicatie.

De houder heeft een opleidingsplan opgesteld, het zogenaamde 'Scholingsplan VVE-Samenspel Kampen' (periode 2015-2017).

Conclusie:

Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

 Observaties (pedagogische praktijk)

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(7)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De beroepskrachten en de stagiaire die werkzaam zijn bij PSZ De Ballon hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Van een vrijwilligster is de VOG ouder ouder dan twee jaar. De VOG is namelijk afgegeven op 18 juni 2014.

Overleg en overreding

Voordat het concept rapport is opgesteld heeft de locatieverantwoordelijke ervoor gezorgd dat er een geldige VOG aanwezig is van de betreffende vrijwilligster.

Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten die werkzaam zijn bij PSZ De Ballon beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen.

Opvang in groepen

Er wordt gewerkt met één peuterspeelzaalgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

De toezichthouder heeft de presentielijsten bekeken. De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang.

Elke ochtend zijn er twee beroepskrachten aanwezig. De beroepskrachten worden geregeld bijgestaan door een vrijwilligster of stagiaire.

Tijdens de inspectie waren er 10 kinderen en 2 beroepskrachten.

Conclusie:

Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten (november 2016)

 Personeelsrooster (november 2016)

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(9)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Ballon

Website : http://www.prokino.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Prokino

Adres houder : Postbus 10248

Postcode en plaats : 1001EE Amsterdam

Website : www.prokino.nl

KvK nummer : 34162208

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD IJsselland

Adres : Postbus 1453

Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE

Telefoonnummer : 038-4 281 686

Onderzoek uitgevoerd door : P Berghuis Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Kampen

Adres : Postbus 5009

Postcode en plaats : 8260GA KAMPEN

Planning

Datum inspectie : 10-11-2016

Opstellen concept inspectierapport : 23-11-2016

Zienswijze houder : 23-11-2016

Vaststelling inspectierapport : 23-11-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 23-11-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 23-11-2016

Openbaar maken inspectierapport : 07-12-2016

(11)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Stichting Prokino wil graag zorgen voor een goede veiligheid, gezondheid en pedagogisch klimaat op de locaties. Een en ander gebeurt in goede samenwerking met de GGD. Het is goed te

constateren dat deze locatie voldoet aan de gestelde eisen.

Bjorn van der Veen

Locatieverantwoordelijke Prokino

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 20 sub a Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling