• No results found

Inspectierapport De Börkedies (PSZ) Homaat MK Westerbork

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Börkedies (PSZ) Homaat MK Westerbork"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Börkedies (PSZ) Homaat 2

9431MK Westerbork

Toezichthouder: GGD Drenthe

In opdracht van gemeente: Midden-Drenthe

Datum inspectie: 06-10-2015

Type onderzoek : Onderzoek na registratie

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 09-11-2015

(2)

2 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4

Pedagogisch klimaat ... 5

Personeel en groepen ... 7

Veiligheid en gezondheid ... 9

Ruimte en inrichting ... 11

Ouderrecht ... 12

Inspectie-items ... 13

Gegevens voorziening ... 18

Gegevens toezicht ... 18

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 19

(3)

3 van 19

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd onderzoek na registratie.

Dit inspectiebezoek betreft een onderzoek na aanvang exploitatie en heeft binnen drie maanden na aanvang exploitatie plaatsgevonden. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze peuterspeelzaal van toepassing zijn onderzocht. Er is vooral aandacht besteed aan de praktijk, gezien deze voorwaarden tijdens het onderzoek voor registratie nog niet getoetst konden worden.

Beschouwing

Algemene informatie

Peuterspeelzaal De Börkerdies is onderdeel van de Stichting Peuterspeelzalen Midden Drenthe.

Deze locatie is verhuisd naar de multifunctionele accommodatie Groene Borg in Westerbork. Naast de peuterspeelzaal zijn er in deze accommodatie ook twee scholen, een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang gevestigd. De peuterspeelzaal vangt in totaal wekelijks vier groepen peuters op. Alle peuters komen twee dagdelen per week. Er is op de nieuwe locatie ruimte voor maximaal 15 kinderen per keer. De peuters worden begeleidt door een beroepskracht en een (vrijwillige) groepshulp.

Inspectiegeschiedenis

Omdat deze locatie is verhuisd betreft het een nieuwe aanvraag en kent deze locatie nog geen inspectiegeschiedenis.

Bevindingen huidige inspectie

De inspectie is prettig verlopen. Beroepskrachten, groepshulp en stagiaire vertelden enthousiast over hun werk.

Er heeft overleg en overreding plaatsgevonden t.a.v. de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet niet aan de eisen van de Wet kinderopvang en

kwaliteitseisen peuterspeelzalen i.v.m. het niet aansluiten van de risico-inventarisatie veiligheid op de actuele situatie.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Advies om te handhaven i.v.m. niet aansluiten risico-inventarisatie veiligheid op de actuele situatie.

(4)

4 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Observaties en bevindingen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet

Peuterspeelzaal De Börkerdies is onderdeel van de Stichting Peuterspeelzalen Midden Drenthe (vanaf nu ook wel afgekort als SPMD). Deze locatie is verhuisd naar de

multifunctionele accommodatie Groene Borg in Westerbork.

Peuterspeelzaal de Börkerdies voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Website

(5)

5 van 19

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 emotionele veiligheid;

 persoonlijke competentie;

 sociale competentie;

 overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Pedagogisch beleid

De SPMD heeft een pedagogisch beleidsplan. Deze voldoet aan bovenstaande voorwaarden. Het plan is herijkt in 2015.

Peuterspeelzaal de Börkerdies voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

Pedagogische praktijk

Peuterspeelzal De Börkerdies is verhuisd naar de multifunctionele accommodatie De Groene Borg in Westerbork. Naast de peuterspeelzaal zijn er in deze accommodatie ook twee scholen, een

kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang gevestigd. De peuterspeelzaal vangt in totaal wekelijks vier groepen peuters op. Alle peuters komen twee dagdelen per week. Er is op de nieuwe locatie ruimte voor maximaal 15 kinderen per keer. De peuters worden begeleidt door een

beroepskracht en een (vrijwillige) groepshulp.

Tijdens de inspectie zijn er 14 kinderen aanwezig, een beroepskracht, een groepshulp en een stagiaire.

Een meisje komt bij de juf en wijst naar het raam. De beroepskracht vraagt wie er op het raam staat. Daar moet ze even over nadenken en vertelt dan dat Bob de Bouwer op het raam staat.

Beroepskracht vertelt tegen een jongen dat zijn moeder de Bob de Bouwer heeft geschilderd.

Er zit ook een meisje aan tafel. Ze mompelt en de beroepskracht zegt tegen haar dat ze haar niet kan verstaan. Het meisje geeft aan dat ze een puzzel wil maken en wijst een puzzel aan.

Beroepskracht vraagt of ze denkt dat het lukt want het is wel een moeilijke puzzel die ze kiest. Het meisje wil het wel proberen.

Een jongetje trekt, met speelgoed, aan het haar van een meisje. De beroepskracht ziet dit en gaat er naartoe. Ze vraagt hem of hij ziet wat er gebeurt en of hij sorry wil zeggen tegen haar. Dit doet hij.

De kinderen moeten opruimen. De radio is stuk zo vertelt juf dus ze zingt het lied zelf. Tijdens het opruimen gaan enkele meisjes aan tafel zitten. De beroepskracht gaat naar ze toe en vraagt of ze al klaar zijn. Ze knikken. Ze vertelt dat ze heel veel in de poppenhoek hebben gespeeld maar dat het daar nog niet opgeruimd is. Ze gaan naar de poppenhoek maar even later zit opnieuw één van de kinderen alweer aan tafel. Beroepskracht gaat naar haar toe en vraagt opnieuw of ze even mee wil helpen. Dit doet ze.

Er is een jongetje dat regelmatig huilt tijdens de observatie. Beroepskracht legt uit dat ze heel zorgvuldig kijken hoe ze hiermee om moeten gaan. Omdat hij vaak huilde bij de afsluiting van een dagdeel, hebben ze met ouders besloten dat zij hem eerder ophalen. Zo sluit hij af op een positief moment. Ook laten ze hem af en toe bewust even zijn gang gaan. Als ze met de groep aan tafel gaan zitten, vragen ze hem of hij ook aan tafel wil zitten of dat hij op schoot wil. Hij gaat op de stoel zitten en krijgt een compliment van de beroepskracht. Even later gaat hij van de stoel af en loopt even rond. Als de tassen met fruit worden uitgedeeld dan roept de beroepskracht hem en vertelt dat hij zijn tas krijgt. Opnieuw vraagt ze hem of hij op de stoel wil of op schoot. Hij gaat nu

(6)

6 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

even op schoot zitten maar kruipt later weer op zijn stoel. Beroepskracht benoemt na een tijdje in de groep dat ze hem een topper vindt dat hij zo lang aan tafel is gebleven.

De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Observaties

 Website

 Pedagogisch beleidsplan (SPMD 2015)

(7)

7 van 19

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG).

De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

Verklaring omtrent het gedrag

Op 21 april jl. zijn, op het hoofdkantoor van de SPMD, de verklaringen omtrent het gedrag van medewerkers, stagiaires en vrijwilligers steekproefsgewijs gecontroleerd.

De onderzochte documenten zijn allen geldig.

Deze locatie voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

Passende beroepskwalificatie

Op 21 april jl. zijn, op het hoofdkantoor van de SPMD, de diploma's van de medewerkers, steekproefsgewijs gecontroleerd.

De onderzochte diploma's zijn allen geldig.

Deze locatie voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Vrijwilligersbeleid

De SPMD heeft een vrijwilligersbeleid. Deze is o.a. te vinden op de website.

Binnen overleg en overreding is afgesproken dat bij de volgende herijking van het pedagogisch beleidsplan, er binnen dit document wordt gerefereerd aan het vrijwilligersbeleid.

Peuterspeelzaal de Börkerdies voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Opvang in groepen

Deze peuterspeelzaal wordt bezocht door vier groepen peuters. Zij komen twee dagdelen per week. De groepen bestaan uit maximaal 15 kinderen. Er is altijd 1 beroepskracht en 1 groepshulp aanwezig op de groep.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

(8)

8 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Deze peuterspeelzaal wordt bezocht door vier groepen peuters. Zij komen twee dagdelen per week. De groepen bestaan uit maximaal 15 kinderen. Er is altijd 1 beroepskracht en 1 groepshulp aanwezig op de groep. De peuterspeelzaal bevindt zich in een accommodatie waar o.a. twee scholen en een kinderdagverblijf zijn gevestigd. Dit betekent dat er altijd mensen in de buurt zijn.

Deze locatie voldoet hiermee aan bovenstaande voorwaarden.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang wordt er nederlands gesproken.

Peuterspeelzaal de Börkerdies voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

(9)

9 van 19

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit domein is gekeken naar

- de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIE) - meldcode Kindermishandeling

- vierogenprincipe

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De SPMD heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd in augustus van dit jaar. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat, aan de zandbak die geplaatst is in de

buitenspeelruimte, grote haken zijn bevestigd om het net over de zandbak aan vast te maken. De grootte van deze haken en de hoeveelheid haken, zorgen ervoor dat peuters zich gemakkelijk kunnen stoten aan de haken als ze in de zandbak willen klimmen.

In de risico-inventarisatie is dit risico niet vastgelegd. Binnen overleg en overreding is de SPMD om toelichting gevraagd. Uit deze toelichting is niet gebleken dat de Risico-inventarisatie inmiddels is aangepast of dat de haken inmiddels zijn vervangen.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee niet aan de wettelijke eisen.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Meldcode kindermishandeling

De SPMD heeft een meldcode kindermishandeling. Medewerkers zijn op de hoogte van de meldcode.

Peuterspeelzaal de Börkerdies voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Vierogenprincipe

De peuterspeelzaal is verhuisd naar een ruimte in de multifunctionele accomodatie de Groene Borg in Westerbork. Naast de groepsruimte bevinden zich de toiletten en de verschoonruimte, deze deelt de peuterspeelzaal met het naastgelegen kinderdagverblijf. In de deuren van de ruimte zit glas.

Ook wordt er op de peuterspeelzaal altijd met gewerkt met meerdere personen.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Observaties

 Risico-inventarisatie veiligheid (Augustus 2015)

 Risico-inventarisatie gezondheid (Augustus 2015)

 Actieplan veiligheid

 Actieplan gezondheid

(10)

10 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

 Veiligheidsverslag

 Gezondheidsverslag

 Meldcode kindermishandeling

(11)

11 van 19

Ruimte en inrichting

Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.

Binnenruimte

Peuterspeelzaal De Börkerdies is verhuisd naar de multifunctionele accommodatie de Groene Borg.

In deze accommodatie bevinden zich o.a. tevens twee scholen, een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. De peuterspeelzaal heeft een groepsruimte, deze is voldoende ruim en passend ingericht. Ook hebben de peuters de mogelijkheid om te spelen op de gang.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

Buitenspeelruimte

Voor de peuterspeelzaal en het naastgelegen kinderdagverblijf is een gezamenlijke buitenspeelruimte ingericht. Onderling zijn afspraken gemaakt over het buitenspelen.

Er is voldoende buitenspeelruimte beschikbaar.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Observaties

(12)

12 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Ouderrecht

Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid.

Informatie

De SPMD heeft een website met daarop uitgebreide informatie voor ouders en links naar diverse stukken waaronder het pedagogisch beleid.

Peuterspeelzaal De Börkerdies voldoet hiermee naar de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Observaties

 Informatiemateriaal voor ouders

 Website

 Pedagogisch beleidsplan (SPMD 2015)

(13)

13 van 19

Inspectie-items

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet

Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan de peuterspeelzaalgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slecths één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(14)

14 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het

pedagogisch beleidsplan.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a en 20 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(15)

15 van 19 Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Vrijwilligersbeleid

De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke

vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.11 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de

beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(16)

16 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een peuterspeelzaal, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 2.9a lid 1, 2, 3, en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 2.9a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(17)

17 van 19 De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 2.9b en 2.9c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe

De houder van een peuterspeelzaal organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de

beroepskracht, de beroepskracht in opleiding of de werkzame vrijwilliger, de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ruimte en inrichting

Binnenruimte

Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.

De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Buitenspeelruimte

Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal.

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Ouderrecht

Informatie

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(18)

18 van 19 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 06-10-2015

De Börkedies te Westerbork

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Börkedies

Website : http://www.spmd.nl

Aantal kindplaatsen : 60

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Peuterspeelzalen Midden-Drenthe

Adres houder : Burgemeester Gualtherie van Weezelplein 10

Postcode en plaats : 9431AG WESTERBORK

Website : www.spmd.nl

KvK nummer : 01133136

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Drenthe

Adres : Postbus 144

Postcode en plaats : 9400AC ASSEN

Telefoonnummer : 0592-306300

Onderzoek uitgevoerd door : Gerdy Engelsman Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Midden-Drenthe

Adres : Postbus 24

Postcode en plaats : 9410AA BEILEN

Planning

Datum inspectie : 06-10-2015

Opstellen concept inspectierapport : 02-11-2015

Zienswijze houder : 02-11-2015

Vaststelling inspectierapport : 09-11-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-11-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 10-11-2015 Openbaar maken inspectierapport : 10-11-2015

(19)

19 van 19

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De zandbak staat op het plein, dit is een gedeeld plein met de buren KDV. De zandbak is gezet door de mensen van de Aska, de uitvoering van de aanpassing van de haken voor het

zandbaknet ligt eveneens bij Aska.

Een aanpassing van de haken voor het zandbaknet is besproken met beide organisaties en staat als klus al te boek. Dit stond ten tijde van de inspectie niet benoemd in de RIE en staat

ondertussen wel benoemd in de RIE.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 20 sub a Regeling

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling