• No results found

Inspectierapport Peuterspeelzaal AZC (PSZ) Noorderend AL Drachten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Peuterspeelzaal AZC (PSZ) Noorderend AL Drachten"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Peuterspeelzaal AZC (PSZ) Noorderend 2

9207 AL Drachten

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4

Pedagogisch klimaat ... 5

Veiligheid en gezondheid ... 6

Ruimte en inrichting ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie.

Beschouwing

Op verzoek van de Gemeente Smallingerland heeft GGD Fryslân op 11 mei 2015 een onderzoek voor registratie uitgevoerd bij Peuterspeelzaal AZC in Drachten.

Peuterspeelzaal AZC is een kleinschalig kindercentrum, gelegen in het asielzoekerscentrum in Drachten.

De peuterspeelzaal vangt maximaal 15 kinderen op in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.

De Peuterspeelzaal heeft de beschikking over twee groepsruimten.

Er is een eigen aangrenzende buitenspeelruimte.

Tijdens de inspectie heeft er een gesprek plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van de houder en een vertegenwoordiger van het asielzoekerscentrum.

Er zijn afspraken gemaakt m.b.t. het opknappen van de buitenruimte en het aanvullen van passend speelgoed.

Tevens is er een rondgang gemaakt door het kindercentrum en zijn een aantal documenten bekeken.

Het advies naar de gemeente is om de peuterspeelzaal te laten starten met de exploitatie. Er zal binnen 3 maanden na start exploitatie een volledige inspectie plaatsvinden waarin ook de pedagogische praktijk en de RI&E getoetst zal worden.

Advies aan College van B&W

Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.

(4)

Observaties en bevindingen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet

Kinderopvang is het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen.

Er zal sprake zijn van betaalde opvang en de opvang zal bedrijfsmatig georganiseerd zijn, er is personeel. Op de opvang zal verzorging en opvoeding worden geboden en een bijdrage worden geleverd aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

• Website.

(5)

Pedagogisch klimaat

Peuterspeelzaal AZC in Drachten is onderdeel van Maatschappelijke Onderneming Smallingerland (MOS).

MOS werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan voor al hun vestigingen.

In het pedagogisch beleidsplan staat de visie van MOS beschreven en in de pedagogische werkplannen worden de locatie specifieke aandachtspunten beschreven.

Pedagogisch beleid

De houder van een peuterspeelzaal draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid kan bij een onderzoek voor registratie nog niet aan de pedagogische praktijk getoetst worden.

Peuterspeelzaal AZC gaat werken met een pedagogisch beleidsplan en een pedagogisch werkplan.

Het pedagogisch beleid geeft aan welke uitgangspunten en werkwijzen binnen de

peuterspeelzaal worden gehanteerd. Het plan beschrijft welke visie het de houder heeft op de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en hoe deze visie binnen de peuterspeelzaal in praktijk wordt gebracht. Ook wordt er in het pedagogisch beleid informatie gegeven over procedures en werkwijzen van organisatorische aard die binnen de peuterspeelzaal worden gehanteerd.

Pedagogische praktijk

Het pedagogisch werkplan wordt aan de hand van de dagelijkse praktijk ontwikkeld door de beroepskrachten die werkzaam zullen zijn op de locatie.

Met de houder is afgesproken dat bij het onderzoek na registratie dit plan aan de praktijk getoetst zal worden.

Het te gebruiken format is hetzelfde als nu door de houder wordt gebruikt bij andere locaties.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

• Website

• Pedagogisch beleidsplan.

(6)

Veiligheid en gezondheid

De houder van een peuterspeelzaal voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd peuterspeelzaal zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van de peuterspeelzaal legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risico- inventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft op 23 april 2015 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd.

De inventarisatie betreft de actuele situatie en is volledig.

Tijdens dit onderzoek is de RI&E door de inspecteur in de ruimtes getoetst.

De toetsing in de praktijk zal deel uit maken van het onderzoek na registratie dat binnen 3 maanden na ingebruikname van de peuterspeelzaal zal worden uitgevoerd.

Tijdens dit vervolg onderzoek zal ook het plan van aanpak worden getoetst.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

• Risico-inventarisatie veiligheid (in bezit GGD.)

• Risico-inventarisatie gezondheid (in bezit GGD.)

• Actieplan veiligheid (in bezit van GGD.)

• Actieplan gezondheid (In bezit GGD.).

(7)

Ruimte en inrichting

Binnenruimte

Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is.

De peuterspeelzaal heeft de beschikking over twee ruimtes op de begane grond in een van de gebouwen van het asielzoeker centrum in Drachten.

De beide ruimtes beschikken over ruim voldoende m2 voor het opvangen en verzorgen van de aangevraagde aantal van 15 kindplaatsen.

De groepsruimten hebben een bruto oppervlak van 103 m2.

Dit is voldoende ruimte voor het gelijktijdig opvangen van 15 kinderen en conform de aanvraag registratie landelijk register.

Ten tijde van de inspectie waren de ruimtes nog niet voldoende ingericht.

Hierover zijn afspraken gemaakt tussen de beheerder van het AZC en de houder.

Dit item wordt in het vervolg onderzoek nader getoetst.

Buitenspeelruimte

Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is.

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal en heeft voldoende oppervlakte.

De buitenspeelruimte heeft voldoende ruimte voor het gelijktijdig opvangen van de 15 kinderen van de peuterspeelzaal, e.e.a. conform de aanvraag registratie landelijk register.

De omheinde buitenspeelruimte is nog niet volledig ingericht.

De houder heeft hierover afspraken gemaakt met de beheerder van het AZC.

Dit item wordt ook in het vervolg onderzoek verder beoordeeld.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n):

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Gebruikte bronnen:

• Plattegrond

• Rondgang door de binnen- en buiten ruimtes.

(8)

Inspectie-items

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet

Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

Ruimte en inrichting

Binnenruimte

Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.

De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

Buitenspeelruimte

Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal.

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Peuterspeelzaal AZC

Website : http://www.mosweb.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Maatschappelijke Onderneming

Smallingerland

Adres houder : Postbus 315

Postcode en plaats : 9200 AH DRACHTEN

KvK nummer : 41000125

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Fryslân

Adres : Postbus 612

Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN

Telefoonnummer : 088-2299222

Onderzoek uitgevoerd door : De heer F. Schoutsen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Smallingerland

Adres : Postbus 10000

Postcode en plaats : 9200 HA DRACHTEN

Planning

Datum inspectie : 11-05-2015

Opstellen concept inspectierapport : 19-05-2015 Vaststelling inspectierapport : 20-05-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-05-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 26-05-2015 Openbaar maken inspectierapport : 16-06-2015

(12)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 20 sub a Regeling

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling