Liturgie Zondag morgen 24 april 2016.
Ds. Karels.
Westerkerk
Schriftlezing 1 Korintiërs 15: 12-34
Tekst: 1 Korintiërs 15: 20 – maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden…
Ps. 100 : 1 en 2 OB
1. Juich aarde, juich alom den HEER',
Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
2. De HEER' is God; erkent, dat Hij
Ons heeft gemaakt (en geenszins wij), Tot schapen, die Hij voedt en weidt;
Een volk, tot Zijnen dienst bereid.
Gez. 380 : 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 1. Allen
Ontwaak, o mens, de dag breekt aan, die u Gods liefde doet verstaan
als nieuw, nu gij door slaap en nacht weer 't leven vindt, verstand en kracht.
2. Dames
Rondom wie bidden dag aan dag zijn wondren, die geen oog ooit zag, een nieuw geloof, een nieuwe hoop,
een nieuwe kracht door 's Geestes doop.
3. Heren
Al wat geliefd is en vertrouwd,
het wordt voor wie Gods licht aanschouwt met glans en heerlijkheid verguld,
want het bestaat in Gods geduld.
4. Allen
Wie van zich afziet naar God toe, loopt in het licht en wordt niet moe.
Het schijnsel van de hemel gaat over de dag van vroeg tot laat.
5. Dames
Houd dan de hemel in het oog, maar hef uw hart niet al te hoog;
op aarde hier, op aarde thans ziet gij een bovenaardse glans.
6. Heren
De kalme gang, de kleine taak,
zijn ruim genoeg voor Godes zaak.
Onszelf verliezen in 't gebod
brengt daag'lijks nader ons tot God.
7. Allen
Maak in uw liefd' ons, Heer, bereid voor licht en vreed' in eeuwigheid!
En dat ons leven ied're dag als ons gebed U loven mag.
Ps. 65 : 2 en 3 NB
2. Zalig wie door U uitverkoren mag wonen in uw hof,
hoezeer hij door zijn schuld verloren terneerlag in het stof.
Wij worden door U begenadigd die heilig zijt en goed.
Gij die ons in uw huis verzadigt met alle overvloed.
3. Gij antwoordt met geduchte daden, Gij treedt voor ons in 't krijt.
God van ons heil, Gij gaat te rade met uw gerechtigheid.
O Gij vertrouwen aller landen die ver gelegen zijn,
Gij houdt het oordeel in uw handen, de aard' is uw domein.
Op Toonhoogte lied 393.
Dank U voor de wond'ren
1 Dank U voor de wond'ren die gebeuren.
Dank U voor de bloemen in het veld.
Dank U dat Uw schepping vol met kleuren van Uw liefde voor een mens vertelt.
Refrein:
Dank, dank, dank o Heer.
U blijft altijd bij ons Heer.
Amen, amen, amen.
2. Dank U voor die duizend mooie dingen;
Dank U voor Uw liefde elke dag.
Dank U dat als zorgen mij omringen ik eenvoudig bij U komen mag.
Refrein.
3. Dank U voor het zonlicht in de straten;
Dank U voor de sterren in de nacht.
Dank U dat als vrienden mij verlaten U vanuit de hemel naar mij lacht.
Refrein.
4. Dank U voor het wonder in mijn leven;
Dank U voor Uw Geest en voor Uw kracht.
Dank U dat U alles hebt gegeven, dat U alles voor mij hebt volbracht.
Refrein.
Ps. 27 : 1 en 7 NB
1. Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here!
Waar is het duister dat mij onheil baart?
Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren, in zijn bescherming ben ik wel bewaard!
Of zich de boosheid tegen mij verbindt en op mij loert opdat zij mij verslindt,
ik ken geen angst voor nood en overval:
het is de Heer die mij behouden zal!
7. O als ik niet met opgeheven hoofde
zijn heil van dag tot dag verwachten mocht!
O als ik van zijn goedheid niet geloofde, dat Hij te vinden is voor die Hem zocht!
Wees dapper, hart, houd altijd goede moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed!
Wacht op den Heer, die u in zwakheid schraagt, wacht op den Heer en houd u onversaagd.
Gez. 477 : 1 en 2
1. Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen van grote dingen, als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!
2. Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad?
Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege voor ons verkregen, Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!
Gez. 221: 2 en 3
2. Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven, treden we uit ons zondengraf.
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren opgestaan, achter U ten hemel gaan!
3. In uw hoede zijn wij wel geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek', open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen, als we onsterf'lijk, uit de dood verrezen, knielen voor uw dankaltaar!
Amen, Jezus, maak het waar!