• No results found

De stichting Commissie Watersport Opleidingen is een samenwerkingsverband van:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De stichting Commissie Watersport Opleidingen is een samenwerkingsverband van:"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C C o o m m p p e e t t e e n n t t i i e e g g e e r r i i c c h h t t o o p p l l e e i i d d e e n n

“ “ Z Z e e i i l l i i n n s s t t r r u u c c t t e e u u r r ” ”

2009

De stichting Commissie Watersport Opleidingen is een samenwerkingsverband van:

(2)

Inhoudsopgave pagina 2 2009

Inhoudsopgave

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 2 ... 3

1. ALGEMENE INFORMATIE... 3

2. BEROEPSBESCHRIJVING... 3

3. KERNOPGAVEN... 3

4. KERNTAKEN... 4

5. BEROEPSCOMPETENTIES... 7

TOETSMATRIX ... 8

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1 Geven van Lessen ... 9

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.2 Assisteren bij activiteiten...11

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.3 Vaststellen Vaardigheidsniveau’s ...13

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 3 ... 15

1. ALGEMENE INFORMATIE...15

2. BEROEPSBESCHRIJVING...15

3. KERNOPGAVEN...15

4. KERNTAKEN...16

5. BEROEPSCOMPETENTIES...19

TOETSMATRIX ...21

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.1 Geven van Lessen ...22

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.3 Organiseren van Activiteiten ...24

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.4 Aansturen van Sportkader ...26

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.5 Afnemen van Vaardigheidsproeven ...28

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 4 ... 30

1. ALGEMENE INFORMATIE...30

2. BEROEPSBESCHRIJVING...30

3. KERNOPGAVEN...30

4. KERNTAKEN...31

5. BEROEPSCOMPETENTIES...37

TOETSMATRIX ...39

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.1 Geven van Lessen/Trainingen ...40

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.2 Afnemen van Proeve van Bekwaamheid ...42

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.3 Ontwikkelen en uitvoeren sporttechnisch beleid ...44

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.4 Bevorderen competentieontwikkeling sporttechnisch kader ...46

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.5 Samenwerking begeleidingsteam,...48

onderhouden contacten...48

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.6 Scouten van nieuwe instructeurs ...50

(3)

Beroepscompetentieprofiel Zeilinstructeur 2 pagina 3 2009

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 2

1. ALGEMENE INFORMATIE

Datum: 1 februari 2008 Versie: definitief

Regie NOC*NSF

Ontwikkeling CWO/Watersportverbond werkgroep

Brondocumenten Beroepscompetentieprofiel Sportleider 2 (NOC*NSF)

CWO Opleidings- en examenprogramma Instructeur C (CWO Handboek Opleidingen 2007)

Legitimering Format vereisten: NOC*NSF

Inhoud: nog geen legitimering

Functienamen Kielbootinstructeur 2

Jeugdzeilinstructeur 2 Zwaardbootinstructeur 2 Catamaraninstructeur 2 Windsurfinstructeur 2 Kitesurfinstructeur 2 Motorbootinstructeur 2 Kajuitbootinstructeur 2 Zeezeilinstructeur 2

2. BEROEPSBESCHRIJVING

Beroepscontext/

werkzaamheden

De Zeilinstructeur 2 werkt doorgaans in de breedtesport binnen vaar- school en verenigingsverband. In de meeste gevallen gaat het om vrijwil- ligerswerk. Daarnaast vervult de Zeilinstructeur 2 een meer assisterende rol binnen de vaarschool en vereniging.

Rol en verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 2 werkt of nagenoeg zelfstandig op basis van door an- deren opgestelde lesschema’s of onder supervisie door een daartoe ge- kwalificeerde zeilinstructeur of een andere persoon die door of vanwege de directie van de vaarschool of het bestuur van de vereniging daartoe is aangewezen.

De Zeilinstructeur 2 heeft een rol bij het bewaken van waarden en nor- men (fair play), de veiligheid en hygiëne. De Zeilinstructeur 2 houdt re- kening met de beleving en verwachtingen van de zeilers.

Complexiteit Ingeval de Zeilinstructeur 2 nagenoeg zelfstandig werkt, dan maakt hij gebruik van door anderen opgestelde lesplanningen.

Typerende beroepshouding De Zeilinstructeur 2 enthousiasmeert de zeilers in hun sportieve en zeil- technische ontwikkeling.

Trends/innovaties

Marktontwikkelingen Binnen vaarscholen, verenigingen en sportbonden bestaat meer aandacht voor de kwaliteit van het kader en dus de deskundigheidsbevordering, met name voor de vrijwilligers.

Bedrijfsorganisatorische ontwikke- lingen

Binnen de vaarschool, vereniging of de bond is een ontwikkeling te zien naar steeds meer (betaald) professioneel kader.

De verwachting is dat hoger kader steeds meer bij de verzorging van zeilactiviteiten zal worden ingezet.

Loopbaanmogelijkheden Zeilinstructeurs 2 die dit ambiëren kunnen zich verder ontwikkelen tot Zeilinstructeur 3 of instructeur in een andere discipline. Een verdere ont- wikkeling in de richting van een organisatorische of coördinerende (vrij- willigers)functie behoort tot de mogelijkheden.

3. KERNOPGAVEN

De Zeilinstructeur 2 staat voor de uitdaging te organiseren dat de les 'loopt'. De organisatie van de les moet garantie bieden dat de zeiler het zeilen beleeft en leert. Wanneer de organisatie niet loopt betekent dit dat zei- lers kunnen afhaken en dat de les onveilig kan worden

(4)

Beroepscompetentieprofiel Zeilinstructeur 2 pagina 4 2009

4. KERNTAKEN

Kerntaak 1. Geeft (een deel van) lessen/instructie

Het geven van leen deel van de lessen/instructie bestaat uit de volgende 4 activiteiten:

• voorbereiden van (een deel van) een les op grond van een lesplan;

• inrichten van de lessituatie;

• geven van aanwijzingen aan groepen of individuele zeilers;

• samenwerken met andere instructeurs, begeleiders en vrijwilligers.

Kerntaak 2: Vaststellen vaardigheidsniveau.

Het vaststellen van het vaardigheidsniveau bestaat uit de volgende activiteiten:

• vaststellen van de vorderingen van de zeilers tijdens de les;

• koppelen van deze vorderingen aan het juiste CWO-niveau;

• aftekenen van vorderingenstaten na afloop van de les.

Kerntaak 4: Assisteert bij activiteiten in de vaarschool of vereniging.

Het assisteren bij activiteiten bestaat uit de volgende 5 activiteiten:

• zorgdragen voor materialen;

• helpen voorbereiden en uitvoeren van activiteiten;

• contacten onderhouden met betrokkenen

• behartigen van belangen van de vaarschool of vereniging;

• rapporteren aan verantwoordelijke/ leidinggevende.

(5)

Beroepscompetentieprofiel Zeilinstructeur 2 pagina 5 2009

Kerntaak 1. Verzorgt (een deel van) lessen

Proces De Zeilinstructeur niveau 2:

- verzorgt (delen van) lessen;

- houdt rekening met de beleving en verwachtingen van de zeilers;

- richten de sportactiviteiten zo in dat hij aan de zeilers recht doet.;

- overlegt, indien nodig. met een hoger gekwalificeerde zeilinstructeur.

Rol/verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 2 is verantwoordelijk voor de realisatie van door ande- ren opgestelde lesschema of de onder supervisie verstrekte instructies.

Complexiteit De sporttechnische werkzaamheden van de Zeilinstructeur 2 bestaat uit het toepassen van standaard zeilactiviteiten.

Voor deze kerntaak kunnen de volgende complicerende factoren aan de orde zijn:

- de langere termijn doelen (jaarplan), en/of het technisch beleid zijn on- duidelijk;

- standaard instructies voldoen niet in specifieke situaties;

- diversiteit in ontwikkeling en belevingswereld zeilers.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 2 heeft in de uitvoering van deze taak te maken met de verantwoordelijke zeilinstructeur, de zeilers, de ouders (familie) van de zeiler.

Hulpmiddelen Naast de voor de sport geëigende hulpmiddelen wordt gebruik gemaakt van standaard lessenplanning.

Kwaliteit van proces en resultaat De kwaliteit van het proces en resultaat wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

- de omgang is zeilergericht;

- de omgang met zeilers geschiedt op correcte wijze;

- de regels met betrekking tot hygiëne en veiligheid worden nageleefd;

- de vaar- en gedragsregels zijn bij iedereen bekend;

- de Zeilinstructeur niveau 2 houdt rekening met wensen en behoeften van de zeilers.

Keuzes en dilemma’s Het dilemma bij deze kerntaak is wel/niet afwijken van standaardinstruc- ties naar aanleiding van onverwachte situaties.

Kerntaak 2. Stelt vaardigheidsniveau vast

Proces De Zeilinstructeur 2:

- is in staat zeilers te beoordelen of zij gezien hun kennis en vaardigheid voldoen aan bepaalde onderdelen op de CWO-vorderingenstaat;

- observeert de verrichtingen van de zeilers en bepaalt het vaardigheids- niveau;

- geeft feedback, informatie en advies aan de zeiler.

Rol/verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 2 adviseert aan een hogere gekwalificeerde zeilinstruc- teur. Als Zeilinstructeur 2 is hij bevoegd tot een bepaald niveau CWO- vorderingenstaten af te tekenen.

Complexiteit Bij de aftekenen van vorderingen van de zeilers heeft de Zeilinstructeur 2 te maken met de opgestelde CWO diploma-eisen. De Zeilinstructeur 2 beoordeelt veelal de zeilers die hij zelf les heeft gegeven en in het ver- volg verder les zal geven.

Voor deze kerntaak kunnen de volgende complicerende factoren aan de orde zijn: onenigheid omtrent de interpretatie van de criteria tussen be- oordelaars.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 2 heeft in de uitvoering van zijn taak te maken met de verantwoordelijke zeilinstructeur, de zeilers, de ouders (familie) van de zeiler en andere beoordelaars.

Hulp middelen Naast de voor de sport geëigende hulpmiddelen maakt de Zeilinstructeur 2 gebruik van de opgestelde criteria voor de beoordeling en de daarbij behorende CWO-diplomalijn.

Kwaliteit van proces en resultaat De kwaliteit van het proces en resultaat wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

- de beoordeling is conform regels van de CWO;

- de beoordeling vindt plaats in een veilig en sportief klimaat;

- er wordt op de juiste wijze gecommuniceerd met de zeiler;

- de zeilers worden respectvol bejegend;

- (sport)waarden en –normen worden gerespecteerd;

- CWO-vorderingestaten worden terecht afgetekend.

Keuzes en dilemma’s De keuzes en dilemma’s bij deze kerntaak zijn:

- keuze van activiteit: wel/ niet disciplineoverstijgend.

(6)

Beroepscompetentieprofiel Zeilinstructeur 2 pagina 6 2009

Kerntaak 3. Assisteert bij activiteiten in de vaarschool of vereniging

Proces De Zeilinstructeur 2:

- richt binnen de eigen invloedsfeer de lessituatie zodanig in dat ze garan- tie biedt voor een goede sportbeoefening;

- helpt bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten van de vaar- school of vereniging. Een onderdeel hiervan is de zorg voor het materi- aal;

- onderhoudt bij zeilers contact met de betrokkenen;

- overlegt en rapporteert aan een hoger gekwalificeerde zeilinstructeur en werkt samen met andere zeilinstructeurs.

Rol/verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 2 is verantwoording verschuldigd aan een hoger ge- kwalificeerde zeilinstructeur.

De rol van de Zeilinstructeur 2 richt zich binnen de eigen invloedsfeer, zodanig op de lessituatie dat ze garantie biedt voor een goede sportbeoe- fening.

Complexiteit De werkzaamheden van Zeilinstructeur 2 in de vaarschool of vereniging hebben een uitvoerend karakter op grond van aanwijzingen door ande- ren.

Voor deze kerntaak kunnen de volgende complicerende factoren aan de orde zijn:

- geen hoger gekwalificeerde zeilinstructeur beschikbaar;

- accommodatie en materialen voldoen niet;

- onvoldoende overleg en afspraken tussen zeilinstructeurs.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 2 heeft in de uitvoering van deze taak te maken met medewerkerkers van de vaarschool of leden van de vereniging en even- tuele gasten.

Hulpmiddelen Naast de voor de sport geëigende hulpmiddelen zijn geen specifieke hulpmiddelen nodig.

Kwaliteit van proces en resultaat De kwaliteit van het proces en resultaat wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

- de hoger gekwalificeerde zeilinstructeur wordt bij eventuele vragen/

knelpunten tijdig geraadpleegd;

- de juiste materialen zijn op het gewenste moment beschikbaar;

- de inrichting van de lessituatie garandeert een goede zeilervaring.

Keuzes en dilemma’s Het dilemma bij deze kerntaak is wel/ niet afwijken van (stan- daard)instructies naar aanleiding van onverwachte situaties.

(7)

Beroepscompetentieprofiel Zeilinstructeur 2 pagina 7 2009

5. BEROEPSCOMPETENTIES

Beroepscompetentie 1 Verzorgen van (delen van) lessen

De Zeilinstructeur 2 is in staat op adequate wijze, op basis van een beschikbaar lesplan of onder begeleiding van een hoger gekwalificeerde zeilinstructeur, (een deel van) een les te verzorgen.

Dimensie Vakmatig methodisch

Succescriteria

Voert (delen van) lessen conform lesplan uit.

Stelt vragen bij onduidelijkheden in lesplan.

Raadpleegt kennisbronnen.

Proces

Gaat uit van de belevingswereld van de zeilers.

Conform lesplan uitgevoerde lessen.

Resultaat

Zeilers houden zich aan gedrags- en veiligheidsregels.

Beroepscompetentie 2 Vaststellen van vaardigheidsniveaus

De Zeilinstructeur 2 is in staat op adequate wijze de vorderingen van zeilers vast te stellen.

Dimensie Vakmatig methodisch

Succescriteria

Proces Zeiler toont zijn vaardigheid in lessituatie.

Resultaat Vaardigheid zeiler sluit aan bij criterea.

Beroepscompetentie 3 Assisteren in de vaarschool of vereniging

De Zeilinstructeur 2 is in staat op adequate wijze, onder verantwoordelijkheid van een hoger gekwalificeerde zeilinstructeur, de randvoorwaarden voor de activiteit te creëren en te assisteren bij de uitvoering.

Dimensie Bestuurlijk, organisatorisch en strategisch.

Successcriteria

Overlegt met een hoger gekwalificeerde zeilinstructeur.

Proces

Voert opdrachten uit.

Resultaat Een voor de activiteit ingerichte omgeving.

(8)

Toetsmatrix Zeilinstructeur 2-5 pagina 8 2009

TOETSMATRIX

Praktijkbeoordeling

Kwalificatieniveau KSS-nummer

Titel PVB/ Competenties* Portfoliobeoordeling Planninginterview Praktijk Reflectie-interview

2.1 Geven van lessen X1 X2

2.2 Assisteren bij activiteiten X

2

2.3 Vaststellen vaardigheidsniveau’s X

3.1 Geven van de lessen X X X X

3.2 Coachen van wedstrijden (binnen zeilschool nvt) X1 X2 X2

3.3 Organiseren van activiteiten X

3.4 Aansturen van sportkader

X1 X2 X2

3

3.5 Vaststellen vaardigheidsniveau (facultatief)

X1 X2 X2

4.1 Geven van lessen/trainingen

X X X X

4.2 Afnemen Proeven van Bekwaamheid

X X X X

4.3 Ontwikkelen en uitvoeren sporttechnisch beleid

X X

4.4 Bevorderen competentieontwikkeling sportkader

X1 X2 X2

4.5 Samenwerken begeleidingsteam, onderhouden contacten

X 4

4.6 Scouten van nieuwe instructeurs

X

5.1 Begeleiden sporttechnische ontwikkeling zeilers en kader

X X

5.2 Geven van trainingen aan vergevorderden

X X X X

5.3 Afnemen van Proeven van Bekwaamheid

X X X X

5.4 Ontwikkelen en vormgeven van opleidingsprogramma

X X

5.5 Aansturen begeleidingsteam

X X

5.6 Vergaren, ontwikkelen en delen van kennis

X X

5

5.7 Bevorderen competentieontwikkeling vaarschoolkader

X X X X

* In alle PVB’s worden de competenties begeleiden sporters, leer- en burgerschapscompetentie getoetst

1, 2

Keuze maken tussen X

1

of X

2

(9)

Proeve van bekwaamheid 2.1 pagina 9 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1 Geven van Lessen

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het beginniveau van een groep beginnende zeilers binnen een CWO opleidingslocatie en het naar aanleiding daarvan naar aanleiding van een (vooraf) uitgewerkt lesplan geven van één zeilles.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Geven van zeillessen.

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 2)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit het ‘geven van zeilles’ .

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van de het geven van de geplande les volgens de lesvoorbereiding. De tijdsduur van de praktijk is 45 minuten waarvan er tenminste 15 mi- nuten daadwerkelijk op het water wordt lesgegeven.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO-gekwalificeerde leercoach is onder- tekend.

5. Afnamecondities

U geeft een les aan groep beginnende zeilers conform de ratio’s zoals aangegeven door de CWO. U bent ervoor verantwoordelijk dat de groep zeilers voldoet aan de bovenstaande criteria. De weers-

omstandigheden zijn geschikt om effectief en veilig les te kunnen geven (dit mede ter beoordeling aan de PVB beoordelaar).

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen bij een CWO opleidingslocatie (dit kan de eigen vaarschool of vereniging- of een door het Watersportverbond of de CWO gekozen centrale locatie zijn).

7. Hulpmiddelen kandidaat

U maakt gebruik van de hulpmidden zoals gemeld in uw lesvoorbereiding.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Beoordeelt het portfolio (=lessenreeks).

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Observeert en beoordeelt de les.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van de CWO (via rol-menu: opleidingen) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de akkoordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan bij een PVB beoordelaar die uw beoordeling zal aanmelden bij het CWO secretariaat.

Indien er geen PVB beoordelaar beschikbaar is moet u ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling

(10)

Proeve van bekwaamheid 2.1 pagina 10 2009 een aanvraag-formulier verzenden naar het CWO secretariaat. In het laatste geval bevestigt de Toet- singcommissie binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevestiging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoordeling.

10.3 Voorbereiding kandidaat

Geen specifieke voorbereiding noodzakelijk.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de protocollen (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de praktijkbeoordeling voldoende zijn.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

Wanneer de praktijkbeoordeling niet voldoende is, wordt u afgewezen voor de PVB.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(11)

Proeve van bekwaamheid 2.2 pagina 11 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.2 Assisteren bij activiteiten

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het aanleveren van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent om te assiste- ren bij een activiteit en daarbij de sportieve ontwikkeling van de zeilers kunt stimuleren.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

Assisteren bij activiteiten.

Leercompetentie.

Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op de door u aangeleverde bewijzen waarmee u aantoont com- petent te zijn ten aanzien van assisteren bij activiteiten.

(Voor criteria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

Er zijn geen specifieke deelnamecondities voor deze PVB.

5. Afnamecondities

U assisteert bij een activiteit die aantoonbaar gericht is op het werven en behouden van cursisten of le- den.

6. Locatie Niet van toepassing.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Beoordeelt het portfolio.

Controleert deelname- en afnamecondities.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen 10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden.

10.2 Inschrijvingsprocedure

U schrijft zich in door het inzenden van het portfolio naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daar- mee de inschrijving voor de PVB.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

(12)

Proeve van bekwaamheid 2.2 pagina 12 2009 10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de portfoliobeoordeling voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van bevestiging.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(13)

Proeve van bekwaamheid 2.3 pagina 13 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.3 Vaststellen Vaardigheidsniveau’s

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het vaardigheidsniveau van CWO cursisten (theorie en prak- tijk).

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Inschatten vaardigheidsniveau’s

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 2)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op de door u aangeleverde bewijzen waarmee u aantoont com- petent te zijn in het vaststellen van de CWO vaardigheidsniveau’s van beginnende cursisten. (Voor crite- ria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

Er zijn geen specifieke deelnamecondities voor deze PVB.

5. Afnamecondities

U stelt het vaardigheidsniveau van een groep beginnende cursisten vast op basis van de CWO dipoma eisen.

6. Locatie Niet van toepassing.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Beoordeelt het portfolio.

Controleert deelname- en afnamecondities.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen 10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden.

10.2 Inschrijvingsprocedure

U schrijft zich in door het inzenden van het portfolio naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daar- mee de inschrijving voor de PVB.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

(14)

Proeve van bekwaamheid 2.3 pagina 14 2009 10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de portfoliobeoordeling voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van bevestiging.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(15)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 15 2009

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 3

1. ALGEMENE INFORMATIE

Datum: 1 februari 2008 Versie: definitief

Regie NOC*NSF

Ontwikkeling CWO/Watersportverbond werkgroep

Brondocumenten Beroepscompetentieprofiel Sportleider 3 (NOC*NSF)

CWO Opleidings- en examenprogramma Instructeur A (CWO Handboek Opleidingen 2007)

Legitimering Format vereisten: NOC*NSF

Inhoud: nog geen legitimering

Functienamen Kielbootinstructeur 3

Jeugdzeilinstructeur 3 Zwaardbootinstructeur 3 Catamaraninstructeur 3 Windsurfinstructeur 3 Kitesurfinstructeur 3 Motorbootinstructeur 3 Kajuitbootinstructeur 3 Zeezeilinstructeur 3

2. BEROEPSBESCHRIJVING

Beroepscontext/

Werkzaamheden

De Zeilinstructeur 3 is werkzaam in de breedtesport. De belangrijkste taak van de Zeilinstructeur 3 is het geven van zeillessen. Uitgangspunten daarbij zijn de wensen en (on)mogelijkheden van de zeilers in relatie tot de doelen van vaarschool of vereniging. De zeilers kunnen zowel jeugdi- gen als volwassenen zijn. Het werkterrein van de zeilinstructeur 3 is de vaarschool of watersportvereniging.

Rol en verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 is aan de directie van de vaarschool of het bestuur van de watersportvereniging verantwoording verschuldigd. De Zeilin- structeur 3 geeft zelfstandig les en begeleidt de zeilers bij toetsmomen- ten. Indien aanwezig, geeft de Zeilinstructeur 3 supervisie aan Zeilin- structeurs 2. De Zeilinstructeur 3 is verantwoordelijk voor de afname van vaardigheidstoetsen. In een vaarschool of vereniging kan de Zeilinstruc- teur 3 de hoogst gekwalificeerde instructeur zijn.

Complexiteit De Zeilinstructeur 3 stelt zelfstandig een lessenschema op. De Zeilin- structeur 3 kan met qua vaardigheid en interesseniveau heterogeen sa- mengestelde groepen zeilers te maken krijgen. De Zeilinstructeur 3 heeft te maken met het ambitieniveau van de vaarschool of vereniging en dat van de individuele zeiler en de mogelijkheden die de vaarschool of vere- niging biedt. De Zeilinstructeur 3 kan te maken krijgen met tegenstrijdige belangen en conflicten. De Zeilinstructeur 3 moet rekening houden met vaargebied en weersomstandigheden.

Typerende beroepshouding De Zeilinstructeur 3 analyseert de mogelijkheden van de zeiler en stimu- leert en adviseert omtrent de verdere ontwikkeling.

De wensen en (on)mogelijkheden van de zeilers zijn belangrijke uit- gangspunten voor de Zeilinstructeur 3.

Trends/ innovaties

Marktontwikkelingen Binnen vaarscholen, verenigingen, de CWO en het Watersportverbond bestaat groeiende aandacht voor de kwaliteit van het kader en dus de deskundigheidsbevordering, met name voor het (vrijwillig) kader.

Bedrijfsorganisatorische ontwikke- lingen

Binnen de zeilsport is een ontwikkeling gaande in de richting van (be- taald) professionalisering van kader.

Loopbaanmogelijkheden Zeilinstructeurs 3 kunnen zich verder ontwikkelen tot Zeilinstructeur 4, Zeiltrainer 3, 4 of 5 begeleider van vrijwilligers, staflid binnen de vaar- school of (bestuurs)lid van een (technische) commissie binnen de vereni- ging.

3. KERNOPGAVEN

De Zeilinstructeur 3 staat voor de opgave om doelen op korte en middellange termijn te realiseren. Door ana- lyse, planning, uitvoering en evaluatie (van de lessen) streeft de Zeilinstructeur 3 op planmatige wijze doelstel- lingen na. Wanneer de analyse en planning niet kloppen, kan dit leiden tot een minder optimale ontwikkeling van de zeilers.

(16)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 16 2009

4. KERNTAKEN

Kerntaak 1. Stimuleert sportieve ontwikkeling van zeilers

Het stimuleren van de sportontwikkeling bestaat uit de volgende 11 activiteiten:

• introduceren zeilers in de vaarschool of vereniging;

• begeleiden zeilers bij sport(loopbaan)ontwikkeling;

• ondersteunen van zeilers in mentaal opzicht;

• signaleren en aanpakken van knelpunten in de ontwikkeling van zeilers;

• informeren, adviseren en ondersteunen van zeilers;

• stellen van normen en bewaken van waarden (fair play);

• stimuleren/begeleiden/bewaken van groepsprocessen;

• vervullen van voorbeeldfunctie;

• stimuleren tot vergroting van de zelfstandigheid;

• zorgdragen voor veiligheid/hygiëne;

• onderhouden van contacten met ouders.

Kerntaak 2. Geeft lessen/instructie

Het geven van lessen/instructie bestaat uit de volgende 11 activiteiten:

• observeren en analyseren van bewegingen en technieken van individuen en groepen;

• vaststellen van de vraag/beginsituatie;

• formuleren concrete doelen;

• opstellen lesplan;

• inrichten van lessituatie;

• lesgeven aan groepen en/of individuele sporters;

• instrueren van diverse doelgroepen;

• observeren, analyseren en inspelen op groepsprocessen;

• geven van leerhulp (methodisch, didactisch en fysiek handelen);

• evalueren/ bijstellen van het lesplan;

• opstellen van (langere termijn) planning.

Kerntaak 3. Neemt vaardigheidsproeven af

Het afnemen van vaardigheidstoetsen bestaat uit 7 activiteiten:

• leiding geven aan het toetsingsproces;

• inrichten van toetsomgeving;

• samenwerken en overleg plegen met andere beoordelaars;

• analyseren en beoordelen van de vaardigheid van de zeilers voor toelating toets/test;

• beoordelen of de vaardigheid conform de gestelde eisen is tijdens de test/toets;

• registreren van de toetsresultaten (of opstellen van rapport (of protocol) van de toetsafname);

• formuleren van een advies over het vervolg.

Kerntaak 4. Organiseert activiteiten bij de vaarschool of vereniging Het organiseren van activiteiten bestaat uit de volgende 7 onderdelen:

• opzetten van nieuwe (incidentele) activiteiten;

• voorbereiden, uitvoeren en evalueren van (neven)activiteiten;

• zorgdragen voor materialen;

• regelen van de organisatie;

• zorgdragen randvoorwaarden;

• samenwerken met andere instructeurs/begeleiders/vrijwilligers;

• rapporteren aan verantwoordelijke/leidinggevende.

Kerntaak 5. Stuurt sporttechnisch kader aan

Het aansturen van sporttechnisch kader bestaat uit de volgende 4 activiteiten:

• uitdragen van sporttechnisch beleid;

• leidinggeven aan (assistent)instructeurs;

• samenwerken met begeleiders;

• zeiler, bemanning of organisatie vertegenwoordigen.

(17)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 17 2009

Kerntaak 1. Stimuleert sportieve ontwikkeling van zeilers

Proces Deze kerntaak heeft betrekking op het werkproces: begeleiden van zei- lers. De Zeilinstructeur 3:

- onderhoudt een functionele relatie met de zeilers en, in geval het jeug- digen betreft, ook met hun ouders;

- observeert de zeilers met betrekking tot hun ontwikkeling;

- geeft informatie, feedback en advies;

- werkt mee aan het vinden van goede oplossingen in geval zich knelpun- ten voordoen in de zeiltechnische ontwikkeling;

- zorgt ervoor dat de verschillende zeilers zo goed mogelijk aan hun trekken komen en dat de zeiler leert na te denken over de vaarsituatie en de deelname van zichzelf en de anderen daaraan;

- werkt mee aan het oplossen van conflicten.

Rol/ verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 is verantwoordelijk voor een sfeer die zeilers ruimte biedt voor een zeiltechnische ontwikkeling.

Complexiteit Bij de begeleiding van de zeilers heeft de Zeilinstructeur 3 te maken met:

- de maatschappelijke omgeving van de zeiler;

- het op peil houden van de motivatie van de zeiler;

- de ontwikkelingsmogelijkheden binnen de vaarschool of vereniging;

- individuele versus groepsbelangen;

- conflicten binnen groepen.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 3 heeft bij deze kerntaak te maken met de zeilers, de directie van de vaarschool, het verenigingsbestuur, in geval het jeugd be- treft ook met hun ouders.

(Hulp)middelen Beroepscode

Kwaliteit proces en resultaat De kwaliteitscriteria van deze kerntaak zijn:

- de begeleiding is gebaseerd op vertrouwen in de zeilers;

- de zeilers worden correct en respectvol bejegend;

- begeleiding is conform regels vaarschool, vereniging, CWO, of Water- sportverbond;

- zeilers zijn aangezet tot nadenken over de vaarsituatie en deelname daaraan.

Keuzes en dilemma's De keuzes en dilemma's die zich bij deze kerntaak voordoen, zijn:

- individueel belang sporter versus vaarschool- of verenigingsbelang;

- sociale verplichtingen versus lestijden en intensiteit van de lessen.

Kerntaak 2. Geeft lessen/instructie

Proces Deze kerntaak heeft betrekking op het werkproces: zeiltechnisch hande- len. De Zeilinstructeur 3:

- streeft vaarschool- of verenigingsdoelen na en stelt een jaarplan op;

- analyseert de beginsituatie en formuleert doelen met betrekking tot materiele, technische, tactische, mentale en fysieke elementen;

- plant, verzorgt en evalueert lessen.

Rol/ verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 geeft zelfstandig lessen.

Complexiteit Complicerende factoren kunnen zijn:

- spanning tussen verlangde prestaties op korte en lange termijn;

- heterogene sportbeleving binnen de lesgroep;

- heterogeen vaardigheidsniveau van de lesgroep.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 3 heeft bij deze kerntaak te maken met de zeilers en eventuele assistenten.

(Hulp)middelen De Zeilinstructeur 3 gebruikt zelf opgestelde lesplanningen.

Kwaliteit proces en resultaat De kwaliteitscriteria van deze kerntaak zijn:

- de lesplanning past binnen het jaarplan;

- de lesplanning is gebaseerd op de analyse van beginsituatie en concre- te doelen;

- de lesplanning voorziet in evaluatiemomenten en –methoden;

- de les is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de zeilers;

- de les is in mentaal en fysiek opzicht verantwoord.

Keuzes en dilemma's Het dilemma dat zich bij deze kerntaak voordoet, is het ambitieniveau versus de zeiltechnische mogelijkheden van de zeilers.

(18)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 18 2009

Kerntaak 3. Neemt vaardigheidsproeven af

Proces De Zeilinstructeur 3:

- is in staat zeilers te beoordelen of zij gezien hun kennis en vaardigheid in aanmerking komen voor een bepaald CWO-diploma;

- observeert de verrichtingen van de zeilers en bepaalt het vaardigheids- niveau;

- geeft na afname feedback, informatie en advies aan de zeiler.

Rol/verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 is aan de directie van de vaarschool of het bestuur van de watersportvereniging is verantwoording verschuldigd. Voor de be- oordeling is de Zeilinstructeur 3 naar de inhoud verantwoording verschul- digd aan een hogere zeilinstructeur. Als Zeilinstructeur 3 is hij bevoegd tot niveau III vaardigheidstoetsen af te nemen.

Complexiteit Bij de afname van vaardigheidstoetsen van de zeilers heeft de zeilinstruc- teur 3 te maken met de opgestelde CWO diploma-eisen. De Zeilinstruc- teur 3 beoordeelt veelal de zeilers die hij zelf les heeft gegeven en in het vervolg verder les zal geven.

Voor deze kerntaak kunnen de volgende complicerende factoren aan de orde zijn:

- examenangst bij zeilers;

- onenigheid omtrent de interpretatie van de criteria tussen beoorde- laars.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 3 heeft in de uitvoering van zijn taak te maken met de verantwoordelijke zeilinstructeur, de zeilers, de ouders (familie) van de zeiler en andere beoordelaars.

Hulp middelen Naast de voor de sport geëigende hulpmiddelen maakt de Zeilinstructeur 3 gebruik van de opgestelde criteria voor de beoordeling en de daarbij behorende CWO-diplomalijn.

Kwaliteit van proces en resultaat De kwaliteit van het proces en resultaat wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

- de beoordeling is conform regels van de CWO;

- de beoordeling vindt plaats in een veilig en sportief klimaat;

- er wordt op de juiste wijze gecommuniceerd met de zeiler;

- de zeilers worden respectvol bejegend;

- (sport)waarden en –normen worden gerespecteerd;

- CWO-diploma’s worden terecht verstrekt.

Keuzes en dilemma’s De keuzes en dilemma’s bij deze kerntaak zijn:

- kosten versus baten van de activiteit;

- keuze van activiteit: wel/ niet disciplineoverstijgend.

Kerntaak 4. Organiseert activiteiten bij de vaarschool of vereniging

Proces Deze kerntaak heeft betrekking op het werkproces: arrangeren sportom- geving. De Zeilinstructeur 3:

- levert een bijdrage aan het versterken van het vaarschool- of vereni- gingsaanbod door het organiseren van nieuwe (watersport)activiteiten;

- brengt de benodigde randvoorwaarden in kaart.

Rol/ verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 werkt bij het organiseren samen met andere kader- leden en rapporteert aan de eindverantwoordelijke.

Complexiteit De Zeilinstructeur 3 zal inventief moeten zijn om nieuwe activiteiten te ontwikkelen voor de vaarschool of vereniging. Complicerende factoren kunnen zijn:

- het hart van de Zeilinstructeur 3 ligt meer bij de andere kerntaken;

- conflicterende vaarschool- of verenigingsbelangen;

- gebrek aan financiële middelen;

- knelpunten in de randvoorwaarden;

- organisatorische context vraagt onevenredig veel aandacht;

- beperkte accommodatie (zowel in kwaliteit als kwantiteit) en/of tekort aan materialen.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 3 heeft bij deze kerntaak te maken met zeilers, Zeilin- structeurs 2, directie of bestuur en soms andere vrijwilligers.

(Hulp)middelen Geen specifieke hulpmiddelen nodig.

Kwaliteit proces en resultaat De kwaliteitscriteria van deze kerntaak zijn:

- de randvoorwaarden zijn in kaart gebracht;

- de nieuwe en nevenactiviteiten leiden tot het beoogde resultaat.

(19)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 19 2009 Keuzes en dilemma's De keuzes en dilemma's die zich bij deze kerntaak voordoen, zijn:

- wel/niet ingrijpen op handelen sporttechnisch kader;

- eigen belang versus vaarschool- of verenigingsbelang;

- wel/niet aansluiten op opleiding;

- afweging kosten en baten van nieuwe of nevenactiviteit;

- wel/ niet introductie van 'nieuwe' activiteiten.

Kerntaak 5. Stuurt sporttechnisch kader aan

Proces Deze kerntaak heeft betrekking op het werkproces: arrangeren sportom- geving. De Zeilinstructeur 3:

- geeft Zeilinstructeur 2 supervisie;

- draagt bij aan ontwikkeling van het kader.

Rol/ verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 3 geeft supervisie aan Zeilinstructeurs 2.

Complexiteit Complicerende factoren bij deze kerntaak kunnen zijn:

- het hart van zeilinstructeur 3 ligt meer bij de andere kerntaken;

- matige organisatorische context, weinig daadkracht directie of bestuur;

- conflicterende (vaarschool- of verenigings) belangen;

- onvoldoende (professionele) ondersteuning.

Betrokkenen De Zeilinstructeur 3 heeft bij deze kerntaak te maken met Zeilinstruc- teurs 2, andere (vrijwillige) kaderleden en directie of bestuur.

(Hulp)middelen Geen specifieke hulpmiddelen nodig.

Kwaliteit proces en resultaat Het kwaliteitscriterium van deze kerntaak is:

- het juiste in- en externe netwerk is beschikbaar;

- aanwijzingen aan Zeilinstructeurs 2 zijn adequaat;

- opdrachten en aanwijzingen worden uitgevoerd.

Keuzes en dilemma's De keuze die zich bij deze kerntaak voordoet, is:

- wel/ niet investeren in weinig talentvol kader;

- wel/niet ingrijpen op handelen sporttechnisch kader;

- eigen belang versus vaarschool- of verenigingsbelang;

- wel/niet aansluiten op opleiding.

5. BEROEPSCOMPETENTIES

Beroepscompetentie 1 Stimuleren sportieve ontwikkeling

De Zeilinstructeur 3 is in staat op adequate wijze een optimale begelei- ding te bieden die bijdraagt aan de ontwikkeling van de zeilers.

Dimensie Sociaal-communicatief

Succescriteria

Ondersteunt ontwikkeling waarden- en normenpatroon zeilers.

Stimuleert zeilers te reflecteren op hun sport(situatie).

Proces

Houdt zich aan beroepscode.

Begeleiding doet recht aan de sportieve mogelijkheden en ambities van de zeilers.

Resultaat

Waarden en normen worden gerespecteerd.

Beroepscompetentie 2 Geven van instructie/lessen

De Zeilinstructeur 3 is in staat op adequate wijze lessen te geven zodanig dat ze leiden tot het realiseren van doelen op termijn.

Dimensie Vakmatig methodisch

Succescriteria

Stelt jaarplan op.

Stelt lesplanning op die past binnen jaarplan.

Leert en verbetert techniek van zeilers.

Proces

Evalueert les en stelt planning zonodig bij.

Opgesteld-, uitgevoerd- en geëvalueerd lesplan.

Les sluit aan bij de wensen en mogelijkheden van de zeiler.

Resultaat

Les draagt bij aan het realiseren van doelen op langere termijn.

(20)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 3 pagina 20 2009 Beroepscompetentie 3 Afnemen van vaardigheidsproeven

De Zeilinstructeur 3 is in staat op adequate wijze een afnamesituatie te bieden die recht doet aan een objectieve beoordeling van de vaardigheid van de zeiler.

Dimensie Vakmatig methodisch

Succescriteria

Respecteert criteria en normen.

De zeiler toont zijn vaardigheid in de toetssituatie.

Proces

Beoordeelt de vaardigheid van de zeiler aan de hand van de (CWO) crite- ria en de regels voor beoordeling.

Vaardigheid zeiler sluit aan bij de criteria.

Sportieve respectvolle sfeer.

Resultaat

Beoordeling verloopt objectief.

Beroepscompetentie 4 Organiseren van activiteiten

De Zeilinstructeur 3 is in staat op adequate wijze nieuwe (watersport) ac- tiviteiten te organiseren gericht op het versterken van het vaarschool- en verenigingsaanbod.

Dimensie Bestuurlijk, organisatorisch en strategisch.

Succescriteria

Proces Werkt samen met directie of bestuur en andere kaderleden van vaar- school of vereniging.

Activiteit sluit aan bij interesses van (potentiële) leden.

Activiteit past binnen de doelstellingen van de vereniging.

Activiteit is afgestemd op de randvoorwaarden.

Resultaat

Activiteit versterkt het verenigingsaanbod.

Beroepscompetentie 5 Aansturen sporttechnisch kader

De Zeilinstructeur 3 is in staat op adequate wijze Zeiltrainers 2 aan te sturen.

Dimensie Bestuurlijk, organisatorisch en strategisch.

Succescriteria

Geeft feedback op gedrag Zeilinstructeur 2.

Proces

Ontwikkelt deskundig kader.

Resultaat Enthousiaste en op hun taak berekende Zeilinstructeurs 2.

(21)

Toetsmatrix Zeilinstructeur 2-5 pagina 21 2008

TOETSMATRIX

Praktijkbeoordeling

Kwalificatieniveau KSS-nummer

Titel PVB/ Competenties* Portfoliobeoordeling Planninginterview Praktijk Reflectie-interview

2.1 Geven van lessen X2 X2

2.2 Assisteren bij activiteiten X

2

2.3 Inschatten vaardigheidsniveau X

3.1 Geven van de lessen X X X X

3.2 Coachen van wedstrijden (binnen zeilschool nvt) X1 X2 X2

3.3 Organiseren van activiteiten X

3.4 Aansturen van sportkader

X1 X2 X2

3

3.5 Vaststellen vaardigheidsniveau (facultatief)

X1 X2 X2

4.1 Geven van lessen/trainingen

X X X X

4.2 Afnemen Proeven van Bekwaamheid

X X X X

4.3 Ontwikkelen en uitvoeren sporttechnisch beleid

X X

4.4 Bevorderen competentieontwikkeling sportkader

X1 X2 X2

4.5 Samenwerken begeleidingsteam, onderhouden contacten

X 4

4.6 Scouten van nieuwe instructeurs

X

5.1 Begeleiden sporttechnische ontwikkeling zeilers en kader

X X

5.2 Geven van trainingen aan vergevorderden

X X X X

5.3 Afnemen van Proeven van Bekwaamheid

X X X X

5.4 Ontwikkelen en vormgeven van opleidingsprogramma

X X

5.5 Aansturen begeleidingsteam

X X

5.6 Vergaren, ontwikkelen en delen van kennis

X X

5

5.7 Bevorderen competentieontwikkeling vaarschoolkader

X X X X

* In alle PVB’s worden de competenties begeleiden sporters, leer- en burgerschapscompetentie getoetst

2, 2

Keuze maken tussen X

1

of X

2

(22)

Proeve van bekwaamheid 3.1 pagina 22 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.1 Geven van Lessen

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het beginniveau van een groep beginnende- of semi- gevorderde zeilers binnen een CWO opleidingslocatie en het naar aanleiding daarvan uitwerken, voorbe- reiden en geven van één zeilles. Naar aanleiding van deze zeilles wordt door u een lessenreeks opge- steld.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Geven van zeillessen.

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit twee onderdelen:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op een door u opgestelde lessenreeks die naar aanleiding van de ge-geven les in de praktijkbeoordeling is aangeleverd.

(Voor criteria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage)

3.2 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk ‘geven van zeilles’ en een reflectie- interview.

Het planningsinterview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen over uw aanpak t.a.v. het inschatten van het beginniveau en de daaruit voortvloeiende lesvoorbereiding. Het planningsinterview duurt 10 mi- nuten.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van de het geven van de geplande les vol-gens de lesvoorbereiding. De tijdsduur van de praktijk is 120 minuten waarvan er tenminste 90 minuten daad-werkelijk op het water wordt lesgegeven.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO-gekwalificeerde leercoach is onder- te-kend.

5. Afnamecondities

U geeft een les aan groep beginnende- of semi gevorderde zeilers conform de ratio’s zoals aangegeven door de CWO. U bent ervoor verantwoordelijk dat de groep zeilers voldoet aan de bovenstaande criteria.

De weers-omstandigheden zijn geschikt om effectief en veilig les te kunnen geven (dit mede ter beoor- deling aan de PVB beoordelaar).

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen bij een CWO opleidingslocatie (dit kan de eigen vaarschool of vereniging- of een door het Watersportverbond of de CWO gekozen centrale locatie zijn).

De interviews vinden plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat

U maakt gebruik van de hulpmidden zoals gemeld in uw lesvoorbereiding.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Beoordeelt het portfolio (=lessenreeks).

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Houdt een planningsinterview over de lesvoorbereiding en de relatie met de lessenreeks.

(23)

Proeve van bekwaamheid 3.1 pagina 23 2009 Observeert en beoordeelt de les.

Houdt een reflectie-interview.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen en de CWO (via rol-menu: opleidingen) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de ak-koordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan bij een PVB beoordelaar die uw beoordeling zal aanmelden bij het CWO secretariaat.

Indien er geen PVB beoordelaar beschikbaar is moet u ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling een aanvraag-formulier verzenden naar het CWO secretariaat. In het laatste geval bevestigt de Toet- singcommissie binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevesti-ging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-

beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoor- deling.

10.3 Voorbereiding kandidaat

Geen specifieke voorbereiding noodzakelijk.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de protocollen (zie bijlage).

Indien de portfoliobeoordeling – ook na éénmalige gelegenheid tot bijstelling – onvoldoende is, wordt u afge-wezen. U wordt hiervan uiterlijk twee weken na de praktijkbeoordeling in kennis gesteld door de Toetsings-commissie. Voor de éénmalig gelegenheid tot bijstelling van het portfolio neemt de PVB- beoordelaar recht-streeks contact met u op.

10.5 Normering

Om te slagen moet zowel de portfoliobeoordeling als de praktijkbeoordeling (combinatie van planningsin- ter-view, praktijk lesgeven en reflectie-interview) voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

Wanneer de portfoliobeoordeling ook na éénmalige bijstelling niet voldoende is, wordt u afgewezen voor de PVB. Het zelfde is het geval wanneer de praktijkbeoordeling (combinatie van planningsinterview, praktijk lesge-ven en reflectie-interview) niet voldoende is, wordt u afgewezen voor de PVB.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(24)

Proeve van bekwaamheid 3.3 pagina 24 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.3 Organiseren van Activiteiten

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het aanleveren van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent om een activi- teit te organiseren en daarbij de sportieve ontwikkeling van de zeilers te stimuleren.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

Organiseren van activiteiten.

Leercompetentie.

Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op de door u aangeleverde bewijzen waarmee u aantoont com- petent te zijn ten aanzien van organiseren van activiteiten.

(Voor criteria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

Er zijn geen specifieke deelnamecondities voor deze PVB.

5. Afnamecondities

U organiseert een activiteit die aantoonbaar gericht is op het werven en behouden van cursisten of leden.

6. Locatie Niet van toepassing.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Beoordeelt het portfolio.

Controleert deelname- en afnamecondities.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen 10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen > trainersop- leidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden.

10.2 Inschrijvingsprocedure

U schrijft zich in door het inzenden van het portfolio naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daar- mee de inschrijving voor de PVB.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

(25)

Proeve van bekwaamheid 3.3 pagina 25 2009 10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de portfoliobeoordeling voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van bevestiging.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(26)

Proeve van bekwaamheid 3.4 pagina 26 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.4 Aansturen van Sportkader

Deze PVB wordt afgenomen in combinatie met PVB 3.1

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het aansturen van een Zeilinstructeur 2 die lesgeeft gericht is op het verbeteren van een zeiltechniek.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

Aansteuren van kader.

Leercompetentie.

Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit praktijk ‘aansturen van kader’ en een reflectie-interview.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van aansturen van kader. De tijds- duur is maximaal 120 minuten.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO- of Watersportverbond gekwalifi- ceerde leercoach is ondertekend.

5. Afnamecondities

U stuurt minimaal één Zeilinstructeur 2 aan.

U stelt zelf een lesprogramma op voor de Zeilinstructeur 2.

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen op de leslocatie.

De interviews vinden plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Observeert en beoordeelt de praktijk.

Houdt een reflectie-interview.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen 10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen > trainersop- leidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de akkoordverklaring door de leercoach).

(27)

Proeve van bekwaamheid 3.4 pagina 27 2009 10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan door het inzenden van het inschrijfformulier (ten minste vier weken voor praktijkbeoor- deling) naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daar- mee de inschrijving voor de PVB. In de bevestiging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de prak- tijkbeoordeling.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de combinatie van praktijk en reflectie-interview voldoende zijn.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(28)

Proeve van bekwaamheid 3.5 pagina 28 2009

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.5 Afnemen van Vaardigheidsproeven

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het vaardigheidsniveau van CWO cursisten (theorie en prak- tijk).

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Afnemen van toetsen.

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit een praktijk ‘afnemen van toetsen ’ en een reflectie-interview.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van het afnemen van toetsen. De tijdsduur van de praktijk is afhankelijk van het aantal te toetsen vaardigheden, het vaarwater en de (weers)omstandigheden. Indien deze PVB in combinatie plaatsvindt met PVB 3.1, zal de totale tijdsduur bij el-kaar opgeteld moeten worden.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO-gekwalificeerde leercoach is onder- te-kend.

5. Afnamecondities

U neemt een toets af bij beginnende- of semi gevorderde zeilers. U bent ervoor verantwoordelijk dat de zeilers voldoen aan de bovenstaande criteria. De weersomstandigheden zijn geschikt om effectief en vei- lig te kunnen toetsen (dit mede ter beoordeling aan de PVB beoordelaar).

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen bij een CWO opleidingslocatie (dit kan de eigen vaarschool of vereniging- of een door het Watersportverbond of de CWO gekozen centrale locatie zijn).

Het interview vindt plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat

U maakt gebruik van de hulpmidden zoals vermeld in uw (toets)voorbereiding.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Observeert en beoordeelt de praktijk.

Houdt een reflectie-interview.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen > trainersop- leidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: opleidingen) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de akkoordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

(29)

Proeve van bekwaamheid 3.5 pagina 29 2009 U meldt zich aan bij een PVB beoordelaar die uw beoordeling zal aanmelden bij het CWO secretariaat.

Indien er geen PVB beoordelaar beschikbaar is moet u ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling een aanvraag-formulier verzenden naar het CWO secretariaat. In het laatste geval bevestigt de Toet- singcommissie binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevesti-ging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-

beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoor- deling.

10.3 Voorbereiding kandidaat

Geen specifieke voorbereiding noodzakelijk.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de protocollen (zie bijla-ge).

10.5 Normering

Om te slagen moet de praktijkbeoordeling (combinatie van praktijk ‘afnemen toets’ en reflectie- interview) vol-doende zijn.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(30)

Beroepscompetentieprofiel zeilinstructeur 4 pagina 30 2009

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ZEILINSTRUCTEUR 4

1. ALGEMENE INFORMATIE

Datum: 1 februari 2008 Versie: definitief

Regie NOC*NSF

Ontwikkeling CWO/Watersportverbond werkgroep

Brondocumenten Beroepscompetentieprofiel Sportleider 4 (NOC*NSF)

CWO Opleidings- en examenprogramma Instructeur B (CWO Handboek Opleidingen 2007)

Legitimering Format vereisten: NOC*NSF

Inhoud: nog geen legitimering

Functienamen Kielbootinstructeur 4

Jeugdzeilinstructeur 4 Zwaardbootinstructeur 4 Catamaraninstructeur 4 Windsurfinstructeur 4 Kitesurfinstructeur 4 Motorbootinstructeur 4 Kajuitbootinstructeur 4 Zeezeilinstructeur 4

2. BEROEPSBESCHRIJVING

Beroepscontext/

Werkzaamheden

De Zeilinstructeur 4 is werkzaam in (de top van de) breedtesport. De be- langrijkste taak van de Zeilinstructeur 4 is stimuleren van de bevorderen van de competentieontwikkeling van sporttechnisch kader. Uitgangspun- ten daarbij zijn de wensen en (on)mogelijkheden van de cursisten in rela- tie tot de doelen van vaarschool of vereniging. De cursisten zijn ten min- ste 17 jaar. Het werkterrein van de zeilinstructeur 4 is de vaarschool of watersportvereniging.

Rol en verantwoordelijkheden De Zeilinstructeur 4 is aan de directie van de vaarschool of het bestuur van de watersportvereniging verantwoording verschuldigd. De Zeilin- structeur 4 is meestal verantwoordelijk voor training van gevorderde zei- lers. De zeilinstructeur 4 in binnen de opleidingslocatie vaak de hoogst gekwalificeerde instructeur. Op basis van zijn verantwoordelijkheden ad- viseert hij de directie van de zeilschool of het bestuur van de vereniging over het technische beleid en waaronder de doorstroming van kader. De zeilinstructeur 4 kan ook aangesteld worden voor de ontwikkeling en uit- voering van het sporttechnische beleid. De zeilinstructeur 4 is in staat la- ger gekwalificeerd kader te (bege)leiden en te adviseren. De Zeilinstruc- teur 4 is verantwoordelijk voor de afname van vaardigheidstoetsen t/m niveau IV. De zeilinstructeur 4 zal vaak optreden als praktijkbegeleider van zeilinstructeurs in opleiding.

Complexiteit De Zeilinstructeur 4 werkt doorgaans met zeiltechnisch kader, maar kan ook werkzaam zijn op basis van andere selectiecriteria.

Typerende beroepshouding De Zeilinstructeur 4 is op sporttechnisch terrein vooral gericht op de ont- wikkeling en uitvoering van sporttechnisch beleid voor langere termijn.

De Zeilinstructeur 4 analyseert de mogelijkheden van zeilers en stimu- leert en adviseert betreffende een verdere loopbaan als zeilinstructeur.

De wensen en (on)mogelijkheden van de zeilers zijn belangrijke uit- gangspunten voor de Zeilinstructeur 4.

Trends/ innovaties

Marktontwikkelingen Binnen vaarscholen, verenigingen, de CWO en het Watersportverbond bestaat groeiende aandacht voor de kwaliteit van het kader en dus de deskundigheidsbevordering, met name voor het (vrijwillig) kader.

Bedrijfsorganisatorische ontwikke- lingen

Binnen de zeilsport is een ontwikkeling gaande in de richting van (be- taald) professionalisering van kader.

Loopbaanmogelijkheden Zeilinstructeurs 4 kunnen zich verder ontwikkelen tot Zeilinstructeur 5 (opleider), Zeiltrainer 4 of 5 begeleider van vrijwilligers, staflid binnen de vaarschool of (bestuurs)lid van een (technische) commissie binnen de vereniging.

3. KERNOPGAVEN

De Zeilinstructeur 4 staat voor de uitdaging om maatwerk te leveren. De begeleiding en het programma moet afgestemd zijn op de sportieve ontwikkelingsmogelijkheden van de sporter. Het doel is om op korte en lange termijn te komen tot maximale leerresultaten. Wanneer het programma onvoldoende op maat is, heeft dit ne- gatieve gevolgen voor de resultaten van de cursisten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– het verschil tussen percelen met lage en hoge opbrengsten is groot (5 ton ds/ha per jaar); – in 2003 levert het perceel met intensieve beweiding en 1 keer maaien de

Oudere vrouwen die één tot twee glazen al- cohol per dag drinken, ontdekte Beulens, hebben der- tig procent minder kans op diabetes-2 dan vrouwen die geen alcohol

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

De jaarrekening van een vereniging doorgelicht.book Page i Tuesday, October 9, 2012 4:01 PM... DE JAARREKENING VAN EEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan