• No results found

B O U W - M IL IE U - R U IM T E

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "B O U W - M IL IE U - R U IM T E"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Klinkenbergerweg 30a | 6711 MK EDE | 0318 614 383 info@SPAWNP.nl | SPAWNP.nl Oostelijk Bolwerk 9 | 4531 GP TERNEUZEN | 0115 649 680 Lid NLINGENIEURS | kvk 0909.2661

Hoenderkamp 20 | 7812 VZ EMMEN | 0591 238 110 ISO 9001:2015 | btw NL8053.02.530

DENKKRACHTIN

B O U W - M IL IE U - R U IM T E

4031 LA INGEN

info@burovanblijderveen.nl

Ede, 23 januari 2018

Onze referentie : 21720559.B01

Betreft : Spuitzone onderzoek Rijnstraat 6 in Maurik Behandeld door : De heer ing. D.J. Hobert

Geachte heer Van Blijderveen,

Hierbij zenden wij u onze bevindingen van het spuitzone onderzoek voor de locatie gelegen aan de Rijnstraat 6 in Maurik. Aanleiding van het onderzoek is het realiseren van een gebouw ten behoeve van de forellenvisserij. Op de eerste verdieping van het gebouw wordt tevens een deel in gebruik genomen als woonverblijf.

In de directe omgeving van het plangebied liggen agrarische percelen op een afstand min- der dan 50 meter, waar al dan niet een fruitboomgaard aanwezig is. Om die reden is onder- zoek naar drift van gewasbeschermingsmiddelen nodig om te bepalen of binnen het plan- gebied sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wat betreft gezondheidsri- sico’s.

Situatie

In afbeelding 1 is de ligging van het plangebied en de direct omgeving weergeven. Te zien is dat zich ten zuiden en ten oosten van het plangebied boomgaarden bevinden. Het hui- dige gebouw in het plangebied is gelegen op meer dan 50 meter afstand van de genoemde boomgaarden. Het plangebied is ten opzichte van de omliggende agrarische percelen om- geven door bomen. Verder bevindt zich aan de oostkant van het plangebied een water- gang.

(2)

Afbeelding 1: Huidige situatie

In de gewenste situatie wordt de locatie van de forellenvisserij uitgebreid in westelijke rich- ting. Op het uitbreidingsterrein komt een nieuwe vijver en een nieuw gebouw. Beide nieuwe elementen blijven op 6 meter afstand van de nabijgelegen agrarische gronden. In de ove- rige windrichtingen zijn deze afstanden groter. Verder is in afbeelding 2 zichtbaar dat op de west- en noordzijde van de plangrens (grens uitbreidingsterrein) een aaneengesloten winter- groene windhaag komt. Deze zijn bedoeld als terrein- en driftafscherming.

Afbeelding 2: Gewenste situatie

(3)

Pagina 3 Op verzoek van de gemeente Buren zijn ook de drie bestaande visvijvers meegenomen in het onderzoek. Deze liggen parallel aan de Rijnstraat, zoals ook uit afbeelding 1 en bijlage 1 opgemaakt kan worden. De afstand tussen de bestaande visvijvers en de dichtst bijgelegen, noordelijk daarvan, agrarische gronden bedraagt ter plaatse van vijver 1 en het oostelijk deel van vijver 2 ten minste 5 meter. Het westelijk deel van visvijver 2 en vijver 3 grenst aan de noordelijk gelegen agrarische gronden. Om die reden is daar dan ook geen sprake van re- levant verblijf.

Planologische situatie

Voor het plangebied is het bestemmingsplan ‘Buitengebied Buren’ van kracht (vastgesteld d.d. 29 september 2009). Het plangebied is bestemd als ‘sport’ en heeft op de verbeelding de aanduiding ‘visvijver’ (vi). Verder is de huidige bomenrij in het bestemmingsplan geborgd door de aanduiding ‘uitsluitend beplanting’ (ub). Er zijn voor de bomenrij geen vereisten op- genomen met betrekking tot de minimale hoogte. Parkeren is binnen het plangebied opge- nomen ter plaatse van de aanduiding ‘uitsluitend parkeren’ (up).

Ten oosten grenst het plangebied aan oppervlaktewater dat als zodanig is bestemd (WA).

Afbeelding 3: Planologische situatie

De agrarische percelen rondom het plangebied zijn eveneens bestemd in het bestemming- plan ‘Buitengebied Buren’. De percelen zijn bestemd als ‘Agrarisch Oeverwalgebied’ (AO) en ‘Agrarisch’ (A).

(4)

Onder de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch Oeverwalgebied’ is grondgebonden agra- rische productie toegestaan. In de begripsbepaling is hiervoor opgenomen:

De agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voort- brengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de openlucht.

Uit de begripsbepaling blijkt dat op omliggende agrarische percelen een fruitboomgaard niet wordt uitgesloten.

Algemene spuitzone

Bij het mogelijk maken van een nieuwe gevoelige bestemming in de nabijheid van bestemmingen voor agrarisch grondgebruik, is aandacht voor spuitzones nodig in verband met het risico’s voor de volksgezondheid vanwege eventuele blootstelling aan gewasbe- schermingsmiddelen via drift. Met de term drift wordt de hoeveelheid gewasbeschermings- middel bedoeld die bij het spuiten buiten het agrarisch perceel op de grond terecht kan komen en/of op hoogte door de lucht passeert. Drift is een belangrijke en directe bron van luchtverontreiniging, waardoor mens en dier in contact kunnen komen met gewasbescher- mingsmiddelen. Vooral bij middelen met een hoge toxiciteit en/of voor kwetsbare groepen, zoals jonge kinderen of ouderen, kan drift risico’s voor de gezondheid inhouden.

Op basis van jurisprudentie wordt in de praktijk een spuitzone voor bebouwing1 aangehou- den van 50 meter, gemeten vanaf de bestemmingsgrens. Deze 50 meter is in diverse uitspra- ken van de Raad van State (bijvoorbeeld de uitspraak van 23 september 2009 in zaak nr.

200900570/1/R2) als “in het algemeen niet onredelijk” bevonden en geldt als een vaste richt- afstand waar gemotiveerd van kan worden afgeweken. Een kleinere afstand is mogelijk mits dat goed onderbouwd wordt.

De vaste richtafstand van 50 meter is in de open teelt met name van belang voor fruitbomen, omdat gewasbeschermingsmiddelen daarbij niet alleen neerwaarts worden gespoten, zoals bij aardbeien, maar ook zij- en opwaarts. Vooral het opwaarts spuiten veroorzaakt meer drift en is om die reden maatgevend voor gezondheidsrisico’s. Om die reden is, zoals hiervoor al vermeld, in dit onderzoek uitgegaan van de drift vanuit een (fictieve) fruitboomgaard die op het westelijk en/of noordelijk aangrenzende perceel mogelijk is. Vanwege de korte afstand is deze (fictieve) fruitboomgaard dan maatgevend voor het gezondheidsrisico. Als gevoelige bestemming wordt zowel het nieuwe gebouw als de nieuwe vijver aangemerkt. Dat laatste omdat het waarschijnlijk is dat rond de vijver mensen gedurende langere tijd kunnen verblij- ven (vissen).

(5)

Pagina 5 Benodigde spuitzone

Het wetenschappelijk rapport 609 van Plant Research International (PRI) in Wageningen,

‘Driftblootstelling van omstanders en omwonenden door boomgaard bespuitingen’, van mei 2015 geeft op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten een inschatting van de mate van driftblootstelling bij bespuiting van een boomgaard.

Het rapport van PRI 2015 is daarmee bruikbaar als basis voor de te beoordelen situatie, waar- bij is uitgegaan van onderstaande kenmerken:

· De hoogte van fruitbomen bedraagt in de praktijk veelal circa 2,5 meter.

· Ten westen- en noorden van het nieuwe gebouw en de nieuwe visvijver komt een aan- eengesloten wintergroene windhaag (zie bijlage 1) die minimaal 1 meter hoger is of wordt gehouden dan eventueel toekomstige fruitbomen.

· Ten noorden van de bestaande visvijvers komt, daar waar mensen op land kunnen ver- blijven, een aaneengesloten wintergroene windhaag (zie bijlage 1) die minimaal 1 meter hoger is of wordt gehouden dan eventueel toekomstige fruitbomen.

· Gebruik van 75% driftreducerende spuittechniek (DRT75) binnen de (fictieve) boomgaard, vanwege wettelijke voorschriften uit het Activiteitenbesluit2 (per 1 januari 2018).

In het PRI rapport zijn de resultaten voor een aantal varianten op vaste afstanden vanaf de rand van het gewas bepaald. Op grond daarvan is de huidblootstelling, de inhalatiebloot- stelling en de secundaire blootstelling voor diverse veelgebruikte werkzame stoffen in de open teelt beoordeeld. Daaruit volgde dat de werkzame stof Captan, die in fruitboomgaar- den veelvuldig wordt gebruikt, de zwaarste beperkingen oplegt en daarmee meest kritisch is. Deze beperking werd veroorzaakt door overschrijding van de criteria voor huidblootstel- ling. Voor inhalatieblootstelling en secundaire blootstelling kon op 5 m van de gewasrand voor geen van de onderzochte gewasbeschermingsmiddelen een overschrijding van de blootstellingsrisico’s vastgesteld worden.

In het rapport worden 12 praktijksituaties geschetst waarvoor een minimaal aan te houden veiligheidsafstand (gemeten vanaf de eerste bomenrij) is berekend, zie ook tabellen 1 en 2 hierna.

Tabel 1: Praktijksituaties met betrekking tot driftreducerende maatregelen (bron: PRI, mei 2015) Nr. Praktijksituatie

1. Geen sloot om boomgaard; eerste bomenrij staat op 3 meter afstand van de perceelgrens en er wordt gebruik gemaakt van een standaard boomspuittechniek.

2. Geen sloot om boomgaard; eerste bomenrij staat op 3 meter afstand van de perceelgrens en er wordt gebruik gemaakt van een standaard boomspuittechniek, er staat een windhaag1 op de perceelgrens.

3. Geen sloot om boomgaard; eerste bomenrij staat op 3 meter afstand van de perceelgrens en er wordt gebruik gemaakt van een standaard boomspuittechniek, er staat een windhaag op de perceelgrens en een tweede haag op 4 meter afstand op bebouwingszone (of een houtwal).

4. Geen sloot om boomgaard; eerste bomenrij staat op 3 meter afstand van de perceelgrens en er wordt gebruik gemaakt van een standaard boomspuittechniek, er staat een wintergroene windhaag2 op de perceelgrens.

5. Geen sloot om boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT75).

6. Geen sloot om boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT75), er staat een windhaag op de perceelgrens.

2 Staatsblad 305 (art. 3.78a) - Besluit van 23 juni 2017 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de vermindering van emissies van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw en open teelten.

(6)

Nr. Praktijksituatie

7. Geen sloot om boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT75), er staat een dubbele windhaag of houtwal op de perceelgrens.

8. Geen sloot om boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT75), er staat een wintergroene windhaag op de perceelgrens.

9. Een sloot om de boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT90).

10. Een sloot om de boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT90), er staat een windhaag op de perceelgrens.

11. Een sloot om de boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT90), er staat een dubbele windhaag of houtwal op de perceelgrens.

12. Een sloot om de boomgaard; er wordt gebruik gemaakt van een driftarme spuittechniek (DRT90), er staat een wintergroene windhaag op de perceelgrens.

1 Een windhaag kenmerkt zich door een vegetatie die in de winter bladverliezend is. Daardoor heeft een normale windhaag minder driftreducerende werking in de kaalblad situatie.

2 Een wintergroene windhaag kenmerkt zich door in de winter bladhoudende vegetatie. Daardoor heeft een wintergroene windhaag zowel in de volblad als in de kaalblad situatie een sterk driftreducerend effect.

Locatiespecifieke situatie

De plaatselijke situatie kenmerkt zich als volgt:

· Het nieuwe gebouw en de nieuwe visvijver zijn op 6 m afstand of meer van de dichtstbij- zijnde bestemmingsvlakgrens ‘Agrarisch’ gesitueerd. Voor de bestaande visvijver 1 en het oostelijk deel van visvijver 2 is deze afstand ten minste 5 m. Het westelijk deel van visvijver 2 en vijver 3 grenzen aan het noordelijk agrarisch perceel. Om die reden is relevant menselijk verblijf daar uitgesloten.

· Er wordt voor bespuitingen gebruik gemaakt van een 75% driftreducerende spuittechniek (DRT75)3.

· Het plangebied c.q. het uitbreidingsterrein wordt ter hoogte van het nieuwe gebouw en de nieuwe vijver aan de west- en noordzijde afgeschermd door een wintergroene wind- haag.

· Deze windhaag kan zo nodig doorgroeien tot ten minste 1 meter boven de gemiddelde hoogte van eventueel in de toekomst aanwezige fruitbomen binnen een afstand van 50 meter van het uitbreidingsterrein.

Op basis van tabel 1 kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het nieuwe gebouw, de nieuwe visvijver en de bestaande visvijvers, de (fictieve) situatie in de dichtstbijzijnde boomgaard overeenkomt met praktijksituatie 8 omdat daar:

· geen sloot aanwezig is (alleen de oostzijde van het terrein grenst aan een sloot);

· een wintergroene windhaag op de perceelsgrens aanwezig is of zal zijn (zie bijlage 1);

· er gewasbeschermingsmiddel gespoten wordt met een driftreductie van minimaal 75%

(DRT75).

De afstanden voor de specifieke spuitzone uit het PRI 2015 rapport zijn weergegeven in tabel 2, waarbij wordt vermeld dat de afstanden naar boven zijn afgerond in stappen van 5 m.

(7)

Pagina 7 Tabel 2: Benodigde afstand vanaf de eerste bomenrij (m) om in de kaalblad en in de volblad situatie voor de stof Captan geen overschrijding van de 100%-norm voor dermale driftblootstelling te krijgen op de hoogten 0-3 m en 3-6 m in de lucht (bron: tabel 20 uit PRI, 2015)

Voor praktijksituatie 8 geldt voor zowel de luchtlaag tussen 0 en 3 meter als de luchtlaag tussen 3 en 6 meter een afstand tot gevoelige objecten van ten minste:

· 5 meter als voor 1 mei (kale boom) met chemische gewasbeschermingsmiddelen wordt gespoten en;

· 5 meter als na 1 mei (volblad) met chemische gewasbeschermingsmiddelen wordt ge- spoten.

Gelet op het feit dat eventuele toekomstige fruitbomen altijd op meer dan 5 meter van het nieuwe gebouw en de nieuwe visvijver zullen blijven, betekent het voorgaande dat bij zowel het gebouw als de nieuwe vijver zoals die nu zijn geprojecteerd (afbeelding 2) er geen sprake is van gezondheidsrisico’s.

De bestaande visvijvers bevinden zich (deels) op een kortere afstand tot eventueel in de toekomst mogelijke fruitbomen, wat betekent dat er dan5 sprake zal zijn van gezondheidsri- sico’s. Om die reden is ook ten noorden van de bestaande visvijvers waar mensen redelijker- wijs kunnen verblijven een vergelijkbare wintergroene windhaag voorzien zoals die is gepland voor de uitbreiding. Het westelijk deel van visvijver 2 en vijver 3 vallen binnen de spuitzone van 5 meter. Doordat menselijk verblijf op of in de visvijver is uitgesloten, is er daar geen sprake van gezondheidsrisico’s.

4De luchtlaag tussen 3 en 6 meter is niet relevant omdat daar planologisch geen verblijf van personen mogelijk is.

5Momenteel is het noordelijk gelegen agrarisch perceel niet als boomgaard in gebruik waardoor er geen sprake is van actuele risico’s.

(8)

Conclusies

Voor de realisatie van een nieuw gebouw en nieuwe vijver aan de Rijnstraat 6 in Maurik is een onderzoek naar spuitdrift van gewasbeschermingsmiddelen uitgevoerd. Er is rekening gehouden met en uitgegaan van:

· maatgevende driftverspreiding, als gevolg van het zij- en opwaarts toepassen van ge- wasbeschermingsmiddelen, met een wettelijke driftreductie van 75% op het aangren- zende agrarische perceel waar planologisch een fruitboomgaard is toegestaan;

· het gebruik van voor de gezondheidsrisico’s maatgevende gewasbeschermingsmiddelen die voor fruitbomen toegelaten zijn;

· bespuitingen met een boomgaardspuit waarvan de spuitdoppen zich op een gebruike- lijke hoogte van 2,25 meter bevinden;

· de aanwezigheid van een aaneengesloten wintergroen haag ter plaatse van de uitbrei- ding op de westelijke en noordelijke plangrens, alsmede op de noordelijke perceelsgrens ter plaatse van de bestaande visvijvers waar mensen kunnen verblijven. Die haag wordt 1 meter hoger gehouden dan het gewas, dan wel de fruitbomen, die op het aangren- zende agrarisch perceel aanwezig kunnen zijn.

Geconcludeerd wordt dat voor het deel van het terrein van de forellenvisserij waar menselijk verblijf in de reguliere situatie praktisch gezien mogelijk is in dit geval:

· een spuitzone van 5 meter aangehouden kan worden om gezondheidsrisico’s voor be- zoekers en/of bewoners tot een aanvaardbaar niveau te beperken;

· voldaan wordt aan de vereiste spuitzone van 5 meter vanwege de voorgenomen situe- ring van het te realiseren gebouw en de visvijver ten opzichte van de bestemmingsvlak- grens;

· voldaan wordt aan de vereiste spuitzone van 5 meter vanwege de bestaande visvijvers ten opzichte van de bestemmingsvlakgrens;

· er bij het te realiseren gebouw en vijver alsmede de bestaande visvijvers sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;

· de bedrijfsvoering en/of de ontwikkelmogelijkheid van de eigenaar dan wel teler op het aangrenzende agrarisch perceel niet belemmerd wordt als gevolg van het voornemen.

Aanbeveling

Teneinde in juridische zin te verzekeren dat de wintergroene windhaag zoals beschreven ge- plant wordt, aanwezig blijft en onderhouden wordt, bevelen wij aan dit in planregels te ver- ankeren.

Verder wordt aanbevolen om de zone van vijf meter binnen het terrein in te richten en te gebruiken als siertuin en/of groenzone, zonder verblijf op momenten dat er binnen 50 meter afstand wordt gespoten met chemische bestrijdingsmiddelen.

Hoogachtend, SPA WNP ingenieurs

(9)

BIJLAGEN

(10)

Buro van blijderveen

BOUWKUNDIG ONTWERPBURO

Onderwerp Opdrachtgever Bouwlocatie

Werk nr Formaat Tek nr

Blad Status Datum

Schaal Getekend Gewijzigd

Nieuwbouw van een algemeen gebouw aan de Rijnstraat 6 te Maurik Bertha Peters en Jan van Kleef Fruithof Gang 9 4031 JH Ingen Rijnstraat 6 te Maurik

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

1 2 3 4 5 6 7 8 9

1 2

3 4

5 6

7 8

9

6.000

7.500 7.500

5.000

bos

4

Rijnstraat

77

toekomstige vijver 22.5 x 50 m

vijver 1 vijver 2

vijver 3

dichte groene haag

dichte groene haag

dichte groene

haag

overkapping visbakken 8 x 13 m

N

Situatie aan de Rijnstraat 6 te Maurik

Gem : Maurik Sectie : B Nr : 3639 Schaal : 1 : 1000

Situatie VOORLOPIG 12-01-2017

1 :1000 JBL 26-06-2017 W 20.1664 A 2 1664-02

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij een tweede visie komen er fundamentele verschillen tussen de aanpak van Dierendonck en Crepain Binst Architecture aan het licht. Dierendonck compenseert de banaliteit van de

[5] Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.. Lied: Gezang 53 : 1

Het jonge en enthousiaste team van Brasserie R-1854 heeft een passie voor eerlijke, verse producten en ambachtelijk bereide gerechten.. Alles wordt geserveerd met een glimlach

Kant – en – klare oplossingen zijn er niet – of toch niet als u op zoek bent naar een oplossing die écht werkt en dit op lange termijn. .. Wat mag u van

• De dienstverleningsovereenkomst uit januari 2015 voor de inkoop- en monitoringsorganisaties wordt ter beschikking van de raad gesteld (Toezegging);.. • Er wordt

Hierbij gaat het (vooralsnog) om 1 Fte voor de realisatie van het programma voor Westervoort en Duiven samen. De gezamenlijke kosten hiervoor zijn dan geraamd op structureel €

meer dingen ben gaan doen waar ik echt blij van word en waarvan ik veel energie krijg.”.. Hoe heb je de

De plannen kunnen door de koper gewijzigd worden in samenspraak met de bouwheer, de aannemer en de architect voor zover dit technisch mogelijk is.. Aanpassingen van welke aard