• No results found

Deze kinderen doen mee aan de verlengde instructie (stap 3) in de leesles

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Deze kinderen doen mee aan de verlengde instructie (stap 3) in de leesles"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

                             

groep/namen doel (wat wil ik bereiken?) inhoud (waarmee?) aanpak/methodiek (hoe?) organisatie evaluatie risico lezers

     

Voldoende op mondelinge toetsen van thema 1 en 2 en herfstsignalering (na thema 3) voor letters lezen, woorden lezen en tekst lezen.

leerdoelen:

Zie doelen voor lezen periode 1 op pagina 40 en doelen * en

** voor thema 1-3 in bijlage 2 van de pakketwijzer bij Lijn 3.

Deze kinderen gebruiken dezelfde materialen als de kinderen op **-niveau:

werkboek, leesboek, rijtjesboek, woorddoeboek, letterdoos, woordmaker, biebboekjes, leesspellen en oefenprogramma.

In de lessen extra lezen gaan deze kinderen aan de slag met materiaal uit de kopieermap-*.

Deze kinderen doen mee aan de verlengde instructie (stap 3) in de leesles. Daarnaast volgen zij de lessen extra lezen.

Wanneer deze kinderen slecht scoren op woordenschat (lage score op CITO Taal voor kleuters), dan volgen deze kinderen eventueel ook de lessen extra woordenschat (of het oefenprogramma woordenschat op de computer).

De verlengde instructie en de lessen extra lezen geeft u aan een instructietafel. De groep bestaat uit maximaal 10 kinderen.

Eventueel kunt u de hulp van een klassenassistent inschakelen voor het

begeleiden van de rest van de groep tijdens deze

instructietijd.

Heeft het kind een voldoende op de mondelinge toetsen van thema 1 en 2 en de

herfstsignalering (na thema 3) voor letters lezen, woorden lezen en tekst lezen? Dan kan het kind in volgende thema naar de **-aanpak.

gemiddelde lezers

     

Voldoende op schriftelijke toetsen thema van 1, 2 en 3 en de herfstsignalering (na thema 3) voor letters lezen, woorden lezen en tekst lezen.

leerdoelen:

Zie doelen voor lezen periode 1 op pagina 40 en doelen * en

** voor thema 1-3 in bijlage 2 van de pakketwijzer bij Lijn 3.

Deze kinderen gebruiken de materialen op **-niveau:

werkboek, leesboek, rijtjesboek, woorddoeboek, letterdoos, woordmaker, biebboekjes, leesspellen en oefenprogramma.

Deze kinderen doen mee aan alle stappen van de leesles, behalve de verlengde instructie en de instructie op

***-niveau.

Wanneer deze kinderen slecht scoren op woordenschat (lage score op CITO Taal voor kleuters), dan volgen deze kinderen eventueel ook de lessen extra woordenschat (of het oefenprogramma

woordenschat op de computer).

De werkinstructie aan deze kinderen geeft u aan het eind van stap 2 van de leesles.

Heeft het kind een voldoende op de schriftelijke toetsen thema van 1, 2 en 3 en de herfstsignalering (na thema 3) voor letters lezen, woorden lezen en tekst lezen? Dan blijft het kind in de **-aanpak of neemt u de herfstsignalering-

*** af om te kijken of het kind kan doorstromen naar ***- niveau.

Heeft het kind een

onvoldoende op een van de schriftelijke toetsen? Dan neemt u direct daarna de betreffende mondelinge thematoets af en bij een onvoldoende score daarop biedt u de *-aanpak aan voor

- lezen

(2)

groep/namen doel (wat wil ik bereiken?) inhoud (waarmee?) aanpak/methodiek (hoe?) organisatie evaluatie

het komende thema.

Heeft het kind een onvoldoende op de

herfstsignalering? Dan biedt u de *-aanpak aan voor het komende thema.

goede lezers      

CITO AVI M3 tijdesn of vlak na thema 1 en voldoende op herfstignalering *** (na thema 3).

leerdoelen:

Zie doelen voor lezen periode 1 op pagina 40 en extra doelen pagina 41 en doelen

*** voor thema 1-3 in bijlage 2 van de pakketwijzer bij Lijn 3.

Deze kinderen gebruiken de materialen op ***-niveau:

werkboek *** (thema 2 en 3), leesboek (teksten in gekleurde achtergrond), rijtjesboek ***, woorddoeboek, letterdoos, woordmaker, kopieerbladen

*** en oefenprogramma lezen

***. Ze lezen de biebboekjes op ***-niveau of andere boekjes op niveau AVI-M3/E3.

Deze kinderen doen mee aan stap 1, 4 en 5 van de leesles.

Op de even dagen krijgen zij in stap 4 instructie op [***]- niveau

De werkinstructie aan deze kinderen geeft u aan het eind van stap 1 van de leesles.

Gebruik ook de

planbordmagneten bij het aanduiden van de taken voor zelfstandig werken.

De ***-instructie geeft u in stap 4 van de leesles op de even dagen van het thema aan een aparte instructietafel.

Heeft het kind CITO AVI M3 niet gehaald tijdens of vlak na thema 1? Dan volgt het kind de **-aanpak.

Heeft het kind een voldoende op de herfstsignalering *** (na thema 3)? Dan blijft het kind in de ***-aanpak.

Heeft het kind een onvoldoen- de op de herfstignalering ***

(na thema 3)? Dan volgt het kind de **-aanpak.

kinderen met specifieke pedagogische en/of didactische behoeften      

                             

- lezen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stichting Leergeld probeert te voorkomen dat schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar in een sociaal isolement terecht komen, omdat ze niet kunnen deelnemen

Stichting Leergeld probeert te voorkomen dat schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar in een sociaal isolement terecht komen, omdat ze niet kunnen deelnemen aan

Algemene instructie: zie hierboven onder ‘Uit de lessen extra

In de volgende hoofdstukken zal ik laten zien dat de wedstrijden in de jaren dertig tegen Nederland, Oostenrijk en Engeland niet zozeer van belang waren om het nationale bewustzijn

Tussen de andere twee taken van het fonologisch bewustzijn en de Engelse woordenschat werd geen significante relatie gevonden.. Voor geslacht werd zowel voor de

Kauschke en Hofmeister (2002) vinden in hun studie dat normaal ontwikkelende kinderen tegen de tijd dat ze drie jaar oud zijn woorden uit alle categorieën gebruiken, zonder dat

Vervolgens kan met behulp van de formule W h  17 000 1, 27  t worden berekend hoeveel maanden eerder jongeren met een hoge woordenschat deze zelfde woordenschat zullen hebben. 6p

Met behulp van bovenstaande formules kan het verschil in woordenschat op de 18e verjaardag worden berekend tussen jongeren met een hoge woordenschat en jongeren met een