• No results found

Kaderbrief 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kaderbrief 2017"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kaderbrief 2017

Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

(2)

Inhoudsopgave

1 Introductie ... 3

1.1 Ontwikkelingen in de samenleving ... 3

1.2 Proces kaderbrief en begroting 2017 ... 4

1.3 Leeswijzer ... 4

2 Uitdagingen ... 5

2.1 Visie 2020 ... 5

2.2 Beleidsplan 2016-2019 ... 5

2.3 Bezuinigingen ... 6

2.4 Continuïteit en borging repressieve organisatie ... 6

3 Financiële uitgangspunten ... 7

3.1 Bestuurlijk oefenen ... 7

3.2 Bezuiniging binnen Bevolkingszorg ... 7

3.3 Oefencentrum Crailo ... 7

3.4 Herverdeling van de BDUR ... 7

3.5 Herindeling van gemeenten ... 8

3.6 Programmabegroting 2017 beter inzicht C&R ... 8

3.7 Overige ontwikkelingen ... 8

3.8 Bijdrage gemeenten ... 9

(3)

Kaderbrief 2017 Pagina 3 van 9

1 Introductie

Hierbij ontvangt u de jaarlijkse kaderbrief met de kaders en uitgangspunten voor het opstellen van de (ontwerp) programmabegroting 2017. Formeel voldoet een financieel georiënteerde brief als vooraan- kondiging voor de begroting 2017. In dit jaar is echter gekozen voor een meer strategische insteek, waarin inhoud leidend is en wordt gekoppeld aan financiën. Immers, juist het koppelen van de finan- ciën aan de gekozen beleidslijn en bijbehorende thema’s is essentieel voor een juiste uitvoering van de gekozen koers.

In deze kaderbrief nemen wij u mee in andere ontwikkelingen die hierbij een rol spelen, met in dit hoofdstuk enkele algemene ontwikkelingen. Wij zijn ervan overtuigd dat de veiligheidsregio hiermee haar sturingscyclus versterkt en doelgerichter acteert in een dynamische omgeving. Samen met u wil- len we hier de komende jaren in verder groeien.

1.1 Ontwikkelingen in de samenleving

1.1.1 Transparantie

Het presteren van de publieke organisaties komt steeds meer onder een vergrootglas te liggen. Vanuit de maatschappij is de verwachting dat overheidsorganisaties op transparante wijze verantwoording afleggen over de besteding van publieke middelen. Dit vraagt ook van de veiligheidsregio een transpa- rante begroting en dito sturingscyclus. Vanuit de gemeenten wordt steeds vaker gevraagd om presta- tiecijfers. Dat geldt niet alleen voor Gooi en Vechtstreek, maar is een landelijke tendens.

Zo blijkt ook uit de wijziging van de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Adviezen voor aanpassing richten zich onder andere op de uitvoeringsinforma- tie, het verplicht opnemen van beleidsindicatoren en financiële kengetallen en een kostentoerekening van de overhead. Bij besluit van 15 mei 2015 is vastgesteld dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte set van financiële kengetallen moet worden opgenomen. Nu de vernieuwing van het BBV nog niet definitief is, stellen wij voor om de begroting van 2017 op te stellen op basis van de huidige BBV-regels, inclusief het opnemen van financiële gegevens.

1.1.2 Verbinding

Tegelijkertijd is er de roep om verbinding tussen de verschillende organisaties in het publieke domein.

Door samen te werken en zoveel als mogelijk de verbinding te zoeken, is het mogelijk om effectiever op te treden. In de achterliggende jaren is steeds meer de verbinding gezocht binnen de veiligheidsre- gio. Een omslag naar integrale sturing begint nu echt zichtbaar te worden. Concreet uit zich dit in de multidisciplinaire insteek van het beleidsplan, maar ook in de opzet van de begroting en van deze ka- derbrief. Op het niveau van de veiligheidsdirectie, maar ook binnen de ambtelijke organisatie, wordt steeds meer de samenwerking gezocht en vanuit integraal oogpunt besloten over de gewenste rich- ting. Wij zien dit als een belangrijke stap naar een effectievere veiligheidsregio, die recht doet aan alle belangen.

1.1.3 Samenwerking

Geografisch gezien is de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek gelegen binnen de gelijknamige Regio, dat hetzelfde bestuur heeft. Bij de totstandkoming van deze kaderbrief is daarom nadrukkelijk aanslui- ting gezocht bij de Regio en zijn dezelfde financiële uitgangspunten aangehouden.

(4)

1.2 Proces kaderbrief en begroting 2017

1.2.1 Bestuurlijk traject voorafgaand aan de kaderbrief 2017

In de achterliggende maanden is het algemeen bestuur nadrukkelijk meegenomen in de nieuwe be- leidscontext van de veiligheidsregio. Dit heeft met name in 2015 een impuls gekregen door vaststelling van de Visie 2020 (februari) en voorlopige vaststelling van het beleidsplan (september).

Behoefte aan transparantie en verbinding uit zich ook in de relatie met de bestuurders, zowel regionaal als lokaal. De raadsleden vanuit alle deelnemende gemeenten zijn actief betrokken bij ontwikkelingen in de veiligheidsregio. Hen is gevraagd mee te denken en aanbevelingen te doen voor de verdere door- ontwikkeling van de veiligheidsregio. In mei 2015 heeft dit geresulteerd in een rapportage met een fors aantal aanbevelingen voor het versterken van de bestuurlijke verbinding. De veiligheidsdirectie heeft de regie genomen in het tot uitvoer brengen hiervan.

1.2.2 Voorgestelde planning voor begroting 2017

Om vanuit de kaderbrief te komen tot de daadwerkelijke programmabegroting voor de veiligheidsre- gio, is het volgende procesvoorstel opgesteld.

1. Uw financiële contactpersonen en ambtenaren rampenbestrijding worden begin 2016 uitge- nodigd voor overleg over de begroting van 2017.

2. Vervolgens zien wij de reacties van de colleges uiterlijk 13 februari 2016 per mail tegemoet.

3. De reacties zullen worden besproken in het algemeen bestuur van 27 januari 2016.

4. Het algemeen bestuur zal op 16 maart 2016 de ontwerpbegroting 2017 voorlopig vaststellen.

5. De gemeenteraden kunnen binnen 2 maanden na verzending van de programmabegroting hun bevindingen inbrengen.

6. Op 29 juni 2016 stelt het algemeen bestuur de programmabegroting definitief vast.

1.3 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk zijn de inhoudelijke opgaven waarvoor de veiligheidsregio staat uitgewerkt.

Hoofdstuk 3 beschrijft de financiële uitgangspunten, waarna in hoofdstuk 4 de vertaling wordt ge- maakt naar een meerjarig financieel perspectief.

(5)

Kaderbrief 2017 Pagina 5 van 9

2 Uitdagingen

De veiligheidsregio opereert in een dynamische omgeving. Na een doorontwikkeling van de brand- weerorganisatie is het nu het streven om een impuls te geven aan een versterkte integrale veiligheids- regio. Diverse ontwikkelingen leiden tot uitdagingen voor de veiligheidsregio. In dit hoofdstuk zijn deze uitdagingen eerst kort geschetst en is vervolgens een algemene conclusie hieraan verbonden.

2.1 Visie 2020

De ervaringen van de afgelopen jaren en diverse externe ontwikkelingen zoals verbreding van het ta- kenpakket van de veiligheidsregio’s, verhoogde opleidingseisen aan het personeel, de opkomst de Lan- delijke Meldkamerorganisatie en de reorganisatie van de politie waren in 2014 aanleiding voor een herijking van de visie op de toekomst. Hierbij kwamen schaalgrootte, bestuurlijke focus, doorzettings- macht, rationalisering en de verhouding tussen mono- en multidisciplinair aan de orde.

Het algemeen bestuur heeft er begin 2015 voor gekozen om de veiligheidsregio in de komende jaren verder te ontwikkelen tot een organisatie die de samenwerking met de omgeving intensiveert. Belang- rijk doel hiervan is om op organische wijze toe te groeien naar een fusie met de veiligheidsregio Flevo- land en Utrecht.

2.2 Beleidsplan 2016-2019

Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio heeft in september 2015 het Beleidsplan 2016-2019 in concept vastgesteld. Dit beleidsplan is anders dan het voorgaande beleidsplan van de veiligheidsregio, omdat het volledig multidisciplinair is ingestoken. Geschetst zijn de lange termijn ontwikkelingen en de vertaling naar acht opgaven. Deze opgaven zijn mede gebaseerd op de Visie 2020 en geven richting aan de veiligheidsregio. Het zijn specifieke uitdagingen in de komende beleidsperiode, die ook in het jaar 2017 hun beslag zullen hebben op de taakuitvoering en beleidskeuzes van de veiligheidsregio.

Nadere uitwerking van de in het beleidsplan opgenomen centrale opgaven worden in de programma- begroting opgenomen.

Hieronder is per opgave aangegeven welke concrete ontwikkeling dit betekent in 2017.

1. Aansluiten op maatschappelijke veranderingen. Wij zien een terugtrekkende overheid, met daarbij een omslag naar een participatiemaatschappij. Dit heeft gevolgen voor bijvoorbeeld het takenpakket van Bevolkingszorg.

2. Consistent sturen op basis van visie en tonen van leiderschap. Er zal worden ingezet op een integrale sturing. Investeringen in de sturingscyclus en een nieuwe opzet van de bestuursrap- portages zijn hiervoor noodzakelijk.

3. Verbeteren van verbinding met externe partijen. De veiligheidsregio wil een positie innemen naar de buitenwereld als fysiek veiligheidsplatform. Dit betekent dat we meer samen met ke- tenpartners werken aan bijvoorbeeld beleidsvorming.

4. Verbeteren van verbinding intern (tussen kolommen). Steeds meer zal de samenwerking met andere kolommen gezocht worden.

5. Met Utrecht en Flevoland toewerken naar opschaling niveau Midden-Nederland. Dit is conform het benoemde in paragraaf 2.1.

6. Verbreden gebruik crisisorganisatie door gemeenten. Positionering van de crisisorganisatie aan de voorkant is waaraan gewerkt gaat worden.

7. Verbeteren integrale advisering op risicobeheersing. Ook voor risicobeheersing streeft de vei- ligheidsregio naar een nadrukkelijker rol aan de voorkant.

8. Borgen goede aansluiting op de opgeschaalde meldkamer. In 2017 is de laatste fase vooraf- gaand aan de definitieve overgang naar een Landelijke Meldkamerorganisatie. Wanneer exact uitname van mensen en middelen en overdracht naar de LMO plaatsvindt, is nog onzeker. Te zijner tijd zal een apart besluit aan het algemeen bestuur worden aangeboden.

(6)

Het beleidsplan dient als gezamenlijk kader voor alle kolommen voor de toekomst. In het plan zijn drie algemene beleidsthema’s opgenomen die invulling moeten geven aan de opgaven. Het betreft:

 Verbeterde en integrale sturing

 Evenwichtige organisatieontwikkeling

 Informatiemanagement

2.3 Bezuinigingen

Bij een aantal wethouders Financiën leeft de wens verder te bezuinigen op de kosten van de vei- ligheidsregio, specifiek op die van de brandweer. Efficiency is in de achter ons liggende jaren een constant aandachtspunt van algemeen bestuur en directie geweest. Zoals in het beleidsplan 2016- 2019 is aangegeven zal dat in de komende jaren uiteraard niet anders zijn, maar aangetekend wordt dat de doorgevoerde bezuinigingen en kostenreducties de grens hebben bereikt van wat de organisatie aan kan. Verdere substantiële bezuinigingen zijn op dit moment niet verantwoord omdat zij de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar brengen. Een discussie over kostenbe- perking kan derhalve niet meer worden gevoerd over de band van het niet toekennen van loon- en prijscompensatie, zoals in de afgelopen jaren veelal gedaan is. Het debat over kostenreductie kan alleen maar worden gevoerd over de sporen van ofwel taakafstoting ofwel aanpassing van het niveau van zorg, met name brandweerzorg (omdat dit de grootste kostendrager is). Dan gaat het om terugschroeven van dienstverlening aan de samenleving. Dit kan alleen op basis van een poli- tiek-bestuurlijk debat waarbij algemeen bestuur, colleges en raden een verminderd niveau van dienstverlening in ruil voor lagere kosten vanuit maatschappelijk oogpunt acceptabel verklaren en de verantwoordelijkheid daarvoor willen accepteren.

De Notitie Taakstellingsanalyse, die in 2015 door het algemeen bestuur is vastgesteld, beschrijft dat in de achterliggende jaren de begroting van de veiligheidsregio, onderdeel brandweer met ruim 17% is gekrompen. Daarnaast zijn er ingrijpende maatregelen getroffen, die voor beroepspersoneel en vrij- willigers aanzienlijke consequenties hebben gehad. Door de bezuinigingen is de uitvoering van de Wet Veiligheidsregio’s onder druk komen staan, evenals de financiële buffers. Ook is de slagkracht van be- drijfsvoering sterk verminderd.

2.4 Continuïteit en borging repressieve organisatie

Na afronding van de implementatie van VARTAS is op basis van opgedane ervaring gebleken dat de aannames aan de voorkant van het project moeten worden bijgesteld. Door de afnemende inzetbaar- heid van vrijwilligers als gevolg van kazerneringsdiensten ontstaat er druk op paraatheid binnen de TS flex posten. Daarnaast moet er op de dag een toenemend beroep worden gedaan op de repressieve beroepsmedewerkers (dagdienst en 24-uursmedewerkers) om de regionale paraatheid te kunnen ga- randeren. Dit heeft als gevolg dat er op de taakvelden van de repressieve beroepsorganisatie knelpun- ten ontstaan in de reguliere taakuitvoering. Deze situatie noopt tot maatregelen, waarbij er aandacht is voor versterking van de repressieve organisatie. Maatregelen die genomen worden zullen in het teken van de ketenmaatregelen staan die genomen worden op het gebied van Brandveilig Leven en Brandweer Over Morgen. De omvang van deze maatregelen is nog onduidelijk. Getracht zal worden deze op te vangen in de huidige begroting. Mocht de omvang van de maatregelen zo groot zijn dat deze niet meer binnen de huidige begroting opgevangen kunnen worden zal er om extra middelen bij de deelnemende gemeenten worden gevraagd.

(7)

Kaderbrief 2017 Pagina 7 van 9

3 Financiële uitgangspunten

3.1 Bestuurlijk oefenen

Het budget voor bestuurlijk oefenen van € 10.000 is (nadat hierop eerder € 5.000 is bezuinigd), niet voldoende om dit op kwalitatief voldoende niveau in alle gemeenten te organiseren; het belang er- van wordt aan de andere kant breed onderkend, en wordt eerder meer dan minder. Recent is bij drie bureaus offerte gevraagd. Bij alle bureaus bedroegen de kosten net onder of net boven de € 20.000.

Vanwege het thema water’ draagt het Waterschap voor 2016 eenmalig € 5.000 bij. Voor 2017 be- draagt het benodigde budget derhalve € 20.000, ook voor zeven in plaats van negen gemeenten, aangezien de voorbereiding een wezenlijk onderdeel van de kosten beslaat.

3.2 Bezuiniging binnen Bevolkingszorg

Voor de begroting 2017 is een bezuinigingsopdracht aan bevolkingszorg gegeven. Om aan die bezuini- gingsopdracht te voldoen is een reële werkbegroting opgesteld voor de gezamenlijke (interregionale) organisatie bevolkingszorg. Verder is op een aantal punten aangegeven waar nog besparingen mogelijk zijn. Voor de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek leidt dit tot een financieel voordeel van

€ 35.500. In het algemeen gesteld kunnen maatschappelijke ontwikkelingen plaatsvinden waarbij extra middelen nodig zijn. Een huidig voorbeeld zijn de financiële gevolgen die ontstaan in het kader van de vluchtelingenhulp. In het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek is de wens om de voorgestelde bezuiniging toe te voegen aan een bestemmingsreserve om bijvoorbeeld de te verwachten hoge toekomstige kosten van de grote vluchtelingenstroom te kunnen dekken.

In de notitie aan de beide besturen is aangegeven wat het gevolg kan zijn als met name vanuit de regio Flevoland niet wordt besloten tot het beschikbaar stellen van extra middelen. Dat kan tot consequen- tie hebben dat de berekende besparingen dan niet of maar ten dele kunnen worden gerealiseerd. Be- volkingszorg is inmiddels volwaardig onderdeel van de veiligheidsregio maar wordt nog apart gefinan- cierd. Voor een deel vanuit een vaste bijdrage BDUR / brandweer (€ 115.000), en voor een deel vanuit de gemeenten. Voorgesteld wordt om, indien de besparingen kunnen worden gerealiseerd, in eerste instantie een reserve op te bouwen binnen het weerstandsvermogen van de veiligheidsregio. Mocht Flevoland anders besluiten, dan zal een separaat voorstel volgen voor de daadwerkelijke effecten voor onze regio.

3.3 Oefencentrum Crailo

De huidige verwachting is dat in de loop van 2016 het oefencentrum Crailo verzelfstandigd zal gaan worden. Wanneer deze verwachting niet uitkomt en de BGV haar oefeningen extern zal moeten gaan beleggen zal er naar schatting € 532.000 extra ten laste van de exploitatie komen. Dit bedrag kan niet binnen de begroting worden opgevangen. Uitgangspunt is dat de vluchtelingopvang een duur heeft van 6 maanden. Wordt de duur van de opvang verlengd zal dit een vertragend effect hebben op de start van de ontwikkeling van het oefencentrum. De extra kosten die dit mogelijk met zich meebrengt zijn op dit moment niet in te schatten.

3.4 Herverdeling van de BDUR

In 2015 is de veiligheidsregio geconfronteerd met een herijking van de Brede Doeluitkering Rampen- bestrijding (BDUR). Hierbij is het totaalbedrag van de BDUR niet verhoogd, maar is wel een nieuwe verdeelsystematiek toegepast. Conclusie voor de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek is dat deze her- verdeling een negatief effect heeft. Voor gemeenten is er echter juist een voordelig effect.

(8)

Vanuit BDUR wordt voor 2017 uitgegaan van een bijdrage van € 3,4 miljoen conform de laatste circu- laire van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Op basis van alle onderzoeken wordt de Veiligheids- regio in 2017 gekort met een bedrag van € 90.000, waarvan 29% ten laste voor de GHOR (€ 26.100) en 71% voor de brandweer (€ 63.900). Voorgesteld wordt om de verlaging te compenseren door een ho- gere bijdrage van de gemeente te vragen.

3.5 Herindeling van gemeenten

Per 1 januari 2016 ontstaat uit een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden de gemeente Gooise Meren. Hierdoor daalt het aantal deelnemende gemeenten formeel van negen naar zeven. Dit zal leiden tot een gewijzigde verdeelsleutel voor de gemeenten en heeft effect op de verde- ling van kosten Bevolkingszorg over de gemeenten. De daadwerkelijke herverdeling zal voor het eerst opgenomen worden in de begroting 2017.

3.6 Programmabegroting 2017 beter inzicht C&R

Het programma Crisisbeheersing en Rampenbestrijding (C&R) wordt tot op heden gefinancierd vanuit een (jaarlijkse) bijdrage van de brandweer, GHOR, politie en Bevolkingszorg. De gemeenten dragen impliciet, via een bijdrage aan één van de kolommen, bij aan de financiering van dit programma en haar doelstellingen. Aan het eind van het jaar wordt een eventueel overschot teruggestort naar de kolommen (en in vervolg daarop: naar de gemeenten) en staat het saldo van C&R automatisch weer op nul. Voor de deelnemende gemeenten is hierdoor niet inzichtelijk (genoeg) wat het programma C&R heeft gekost. Tegelijkertijd is er hierdoor voor C&R nauwelijks urgentie tot financiële bewustwor- ding.

In afstemming met de Veiligheidsdirectie wordt vanaf 2017 een andere koers gevaren. Het programma C&R wordt budgettair als een volwaardig programma opgenomen in de programmabegroting 2017. En naast een beleidsmatige verantwoording, zal C&R vanaf 2017 ook financiële verantwoording gaan afleggen.

Voor de gemeenten betekent dit slechts een financiële verschuiving: zij betalen een lagere bijdrage voor het programma brandweer en bevolkingszorg; daarvoor in de plaats komt een bijdrage voor het programma C&R. Het leidt in 2017 niet tot een hogere bijdrage per gemeente als bijdrage aan de Vei- ligheidsregio Gooi en Vechtstreek.

3.7 Overige ontwikkelingen

Naast genoemde inhoudelijke ontwikkelingen, zijn er ook enkele puur financiële ontwikkelingen te be- noemen die van invloed zijn op de begroting van 2017.

(9)

Kaderbrief 2017 Pagina 9 van 9

3.7.1 Indexeringen

In onderstaande tabel worden de voorgestelde indexeringspercentages samengevat. In de paragrafen erna wordt een nadere toelichting gegeven.

Nr. Omschrijving Percentage 2017

1. Loonkostenontwikkeling 1,0%

2. Prijsontwikkeling 1,2%

Loonkostenontwikkeling

De cao 2013-2015 loopt per 1 januari 2016 af. Het college voor arbeidszaken heeft met de bonden afgesproken dat in oktober 2015 en juli 2016 een eenmalige uitkering uitbetaald wordt van 0,74% over het jaarsalaris. De eenmalige uitkering wordt omgezet in een structurele salarisverhoging als er voor 1 januari 2016 een nieuwe cao gemeenten is afgesloten. Deze salarisverhoging wordt gefinancierd uit de lagere werkgevers afdracht aan het ABP. De onderhandelingen starten in het najaar van 2015. In de begroting 2017 gaan wij voorlopig uit van een loonsverhoging van 1%. Mochten er in de nieuwe cao hogere indexatiepercentages worden afgesproken dan zal het niet mogelijk zijn dat de toename van de loonkosten worden opgevangen binnen de begroting van het jaar 2017.

Prijsontwikkeling

Op dit moment is de gemiddelde consumentenprijsindex tot en met augustus 2015 uitgekomen op 0,8%. Wij verwachten dat de CPI de komende tijd licht zal oplopen tot 1%. De Europese Centrale Bank streeft op termijn naar een inflatie van ongeveer 2%. Dit doel hoopt de ECB te bereiken door waarde- papieren op te kopen en hiermee de geldhoeveelheid te verruimen. Over het algemeen neemt de vraag en de inflatie toe wanneer in een economie op grote schaal extra geld wordt gepompt. Voorlopig gaan wij bij het opstellen van de begroting 2017 uit van een inflatiepercentage van 1,2%. We gaan dit percentage meenemen als definitieve prijscompensatie voor de budgetten 2017.

3.8 Bijdrage gemeenten

De bijdrage van de gemeente is gebaseerd op het fictief brandweerbudget vanuit het gemeente- fonds. De septembercirculaire gemeentefonds 2015 zal als bron worden gebruikt om de bijdrage per gemeente 2017 te berekenen. Zodra het fictief budget bekend wordt gemaakt door het ministerie van Veiligheid en Justitie zal dit worden gedeeld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderstaand geven wij u inzicht in een aantal (toekomstige) wijzigingen in het Rijksbeleid welke gevolgen hebben voor onze gemeente. De afspraak is dat de GR BAR door de

In dat voorstel wordt een toelichting gegeven en nemen wij u mee met de financiële gevolgen van de Omgevingswet voor de gemeente en een dekkingsvoorstel. Besluit Begroting

De kaderbrief is op 10 december 2020 door het Algemeen Bestuur van VRG vastgesteld en vormt het uitgangspunt voor de nog op te stellen concept beleidsbegroting 2022.. Deze

Veiligheidsregio Groningen zelf geconcludeerd dat het oprichten van een eigen werkgeversvereniging voor de veiligheidsregio’s de beste oplossing is voor de hierboven

Omdat de extra middelen jeugdzorg met ingang van 2022 niet meer opgenomen zijn in de algemene uitkering, is het niet meer reëel om deze extra middelen jeugdzorg te ramen bij

De Raad overweegt dat de gemeenteraad bevoegd is om op grond van de Wmo 2015 in een verordening te bepalen onder welke voorwaarden uit het pgb diensten

Voor zover bij ons bekend zijn er geen specifieke vereisten opgenomen, met consequenties indien niet wordt voldaan, in de bijdrage van de deelnemende gemeenten ten behoeve van

Het Dagelijks Bestuur van de MARN stelt het Algemeen Bestuur voor in te stemmen met de jaarrekening 2013 en het nog te bestemmen rekeningresultaat, groot € 292.161, te bestemmen