• No results found

Programma van Toetsing en Afsluiting & Examenreglement Havo 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Programma van Toetsing en Afsluiting & Examenreglement Havo 5"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Programma van Toetsing en Afsluiting

&

Examenreglement 2020-2021

Havo 5

Gewijzigd op 09-02-2021

(2)

2

Voorwoord

Beste leerlingen,

Hierbij de digitale versie van het examenreglement (deel 1) en het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) (deel 2) voor de cursus 2020-2021.

In het PTA staat het volgende vermeld:

a. Welke toetsen/praktische opdrachten of handelingsdelen onderdeel zijn van het examendossier;

b. Op welke wijze een toets gegeven wordt;

c. Het gewicht waarmee de toets meetelt voor het schoolexamen en/of overgang;

d. Of een toets herkanst mag worden;

e. Een korte beschrijving van de handelingsdelen en de inleverdatum of een verwijzing naar de studiewijzer.

Het examenreglement omvat alle regels waar jij, maar ook de school zich aan moet houden. Het is belangrijk het PTA en het reglement goed door te nemen, dan kunnen er geen misverstanden

ontstaan. Omdat we er zeker van willen zijn dat jij en je ouders hiervan kennis hebben genomen moet je een verklaring ondertekenen dat je het reglement gelezen hebt en deze inleveren.

Namens alle medewerkers van de school wil ik je dit schooljaar heel veel succes wensen.

Met vriendelijke groet,

Mevr. A. Ottingh MEd.

Teamleider havo

Dhr. Drs. C.A. van Horssen Examensecretaris

(3)

3 Toelichting op format PTA en lijst met afkortingen

Moment: Pww (proefwerkweek) 1 t/m 4: Deze toets wordt in de proefwerkweek afgenomen.

Periode 1 t/m 4: Toets; PO of Handelingsdeel wordt afgenomen of afgerond in genoemde periode.

Periode jaar: Voor toetsen/handelingsdelen die niet aan een periode gebonden zijn.

Tijdsduur: Lengte van de toets in de proefwerkweek òf deadline voor het inleveren van handelingsdelen en praktische opdracht. Als deze deadline overschreden wordt of het handelingsdeel is op deze datum onvoldoende, dan moet het handelingsdeel alsnog worden ingeleverd of voldoende worden afgerond ten koste van een herkansing.

Wijze van toetsing: Kijk/luister Mondeling Praktisch Schriftelijk

Type toets: Toets (schoolexamentoets) Praktische opdracht (PO) Handelingsdeel

Herkansing: Toets mag één keer herkanst worden.

Eindtermen: Beknopte omschrijving(en) van het onderwerp. Hier kan ook het domein van het examenprogramma vermeld staan.

Weegfactor: Gewicht van de toets. Bij handelingsdelen is dit altijd 0. Voor handelingsdelen wordt geen cijfer gegeven en tellen niet mee bij de berekening van het voortschrijdende gemiddelde.

Handelingsdelen moeten voldoende worden afgesloten.

Uitgebreide info: Omschrijving van de inhoud van de (toets)stof. Ook hier kan, net als bij de tijdsduur, vermeld staan wanneer de deadline voor het inleveren van een handelingsdelen en/of praktische opdracht valt. Als deze deadline

overschreden wordt of het handelingsdeel is op deze datum onvoldoende, dan moet het handelingsdeel alsnog worden ingeleverd of voldoende worden afgerond ten koste van een herkansing.

Hulpmiddelen: Gebruik van de genoemde hulpmiddelen is toegestaan tijdens de toets.

(4)

4

Examenreglement schooljaar 2020-2021 Havo-4 en Havo-5

Het Heerenlanden

(5)

5

Examenreglement index

0 ALFABETISCHE BEGRIPSLIJST ... 7

1 ALGEMEEN ... 8

1.1 Examenreglement ... 8

1.2 Begripsomschrijvingen ... 8

1.3 Algemene bepalingen ... 9

1.3.2 Afnemen eindexamen ... 9

1.3.3 Indeling eindexamen ... 9

1.3.4 Geheimhouding... 9

1.3.5 De examencommissie ... 9

1.4 Onregelmatigheden ... 10

2 INHOUD VAN HET EINDEXAMEN... 12

2.1 Keuze van eindexamenvakken ... 12

3 REGELING VAN HET EINDEXAMEN ... 12

3.1 Programma van toetsing en afsluiting ... 12

3.2 Het eindexamen ... 12

3.3 Schoolexamen (SE) ... 13

3.4 Herkansing ... 14

3.5 Absentie en te laat komen ... 14

4 HET CENTRAAL EXAMEN ... 15

4.3 Opgave kandidaten centraal examen ... 15

4.4 Regels omtrent het centraal examen... 15

4.5 Correctie centraal examen ... 15

4.6 Vaststelling cijfer centraal examen ... 16

4.7 Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen ... 16

4.8 Onvoorziene omstandigheden centraal examen ... 16

4.9 Verhindering centraal examen (absentie en te laat komen) ... 16

5 UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING ... 17

5.1 Eindcijfer eindexamen ... 17

5.2 Vaststelling uitslag ... 17

5.3 Uitslag ... 17

5.4 Herkansing ... 18

(6)

6

5.5 Diploma en cijferlijst ... 18

6 OVERIGE BEPALINGEN... 18

6.1 Afwijking wijze van examineren ... 18

6.2 Gegevensverstrekking aan de Minister ... 19

6.3 Bewaren examenwerk ... 19

6.4 Afwijkende inrichting examen ... 19

6.5 Spreiding examen dagschool ... 19

6.6 Regeling gang van zaken centraal examen ... 20

6.7 Gedragsregels bij het Centraal Examen. ... 20

6.8 Slot ... 21

(7)

7

0 ALFABETISCHE BEGRIPSLIJST

Absentie 3.5 + 4.9

Afnemen eindexamen 1.3.2

Afronding cijfers 3.3.15

Afwijking van wijze van examineren 6.1 + 6.4

Algemene bepalingen 1.3

Algemeen Examenreglement 1.1

Beroep tegen beslissing 1.4.4

Bewaren examenwerk 6.3

Bezwaar tegen beoordeling 3.3.10

Centraal Examen 4

Cijferlijst 5.5

Combinatiecijfer 3.3.8 + 3.3.15 + 5.3.1

Commissie van Beroep 1.4.4 +1.4.5

Correctie Centraal Examen 4.5

Cum Laude geslaagd 5.3.5

Diploma 5.5

Eindexamen 3.2

Eindcijfer Eindexamen 5.1

Examencommissie 1.3.5+ 1.4.1 + 3.3.10

Gedragsregels bij het Centraal Examen 6.7

Geheimhouding 1.3.4

Handelingsdelen 3.2.2 + 3.3.1 + 3.3.4 + 3.3.5 + 3.3.6

Herkansing 3.4 + 5.4

Hulpmiddelen 3.1.1 + 3.3.19

Indeling eindexamen 1.3.3

Keuze van eindexamenvakken 2.1

Mondeling 3.3.14

Onregelmatigheden 1.4.1 + 4.7

Onvoorziene omstandigheden 4.8

Praktische opdrachten 3.2.2 + 3.3.1 + 3.3.4 + 3.3.5 + 3.3.6

Profielwerkstuk 3.2.8 + 3.3.8

Programma van toetsing en afsluiting 3.1

Rekentoets 2.1.1+3.2.6+

5.1.4+5.3.1+5.5.2 Regeling gang van zaken Centraal Examen 6.6

Regels Centraal Examen 4.4

Schoolexamen 1.3.3.1 + 3.2 + 3.3

Slot 6.8

Te laat komen 3.5 + 4.4.6 + 4.9

Uitslag 5.3

Vaststelling cijfer Centraal Examen 4.6

Vaststelling uitslag 5.2

Verlengde tijd 6.1.2

Ziekte langdurig 6.5.1

(8)

8

EXAMENREGLEMENT HAVO

Het Heerenlanden LEERDAM

Examenreglement van Het Heerenlanden, vastgesteld op grond van art. 31 Eindexamenbesluit vwo- havo van 10 juli 1989.

1 ALGEMEEN

1.1 Examenreglement

1.1.1 Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van het schoolexamen en het centraal eindexamen alsmede enige inhoudelijke bepalingen.

1.1.2 Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag.

1.1.3 Het examenreglement is in werking getreden op 1 augustus 2001.

1.1.4 Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van 5 jaren, welke telkens stilzwijgend wordt verlengd met wederom een periode van 5 jaren.

1.1.5 Indien daarvoor aanleiding is kan het bevoegd gezag , in overleg met betrokkenen, het reglement tussentijds wijzigen.

1.2 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder:

"de wet": de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1986,552);

"Onze Minister": de Minister van Onderwijs en Wetenschappen;

"DUO": Dienst Uitvoering Onderwijs;

“CEVO”: Centrale Commissie Vaststelling Opgaven;

“examencommissie” de examencommissie stelt binnen de school richtlijnen op voor de schoolexamens en borgt de kwaliteit van de schoolexaminering;

"inspectie": de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de wet;

"het bevoegd gezag": het college van bestuur van de stichting;

"school": Het Heerenlanden;

"directeur": directeur van de locatie;

“teamleider”: de teamleider van de afdeling;

“secretaris van het examen” De secretaris van het examen is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met de operationele aansturing en organisatie van de examens van de locatie;

"kandidaat": een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten;

"gecommitteerde": een gecommitteerde in de zin van artikel 29, derde lid van de wet, belast met het toezicht op het eindexamen of een deel daarvan;

"examinator": degene die is belast met het afnemen van het examen;

"eindexamen": een examen in de in de artikelen 11 t/m 29a van het Examenbesluit voorgeschreven vakken, dan wel een aantal deeleindexamens dat tezamen een eindexamen vormt;

“eindcijfer”: het afgerond gemiddelde van het schoolexamen en/of het centraal examen;

"deeleindexamen": een examen in een van de in de artikelen 11 t/m 29a voorgeschreven vakken;

"staatsexamencommissie": een commissie als bedoeld in artikel 60 van de wet;

"examenstof": de aan de kandidaat te stellen eisen;

"herkansing": het opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan het centraal examen, als bedoeld in artikel 51, eerste lid; of het opnieuw deelnemen aan een schoolexamentoets;

(9)

9

“herexamen”: opnieuw afleggen van een schoolexamen als bedoeld in 3.4.2;

“centraal examen”: het landelijk schriftelijk eindexamen;

“schoolexamen”: het door de school verzorgde deel van het eindexamen;

“periode”: een studieperiode van ca. acht weken, afgesloten met een toetsweek 1.3 Algemene bepalingen

1.3.1 Toelating tot het eindexamen.

1.3.1.1 Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen.

1.3.2 Afnemen eindexamen

1.3.2.1 De examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van de directeur het eindexamen af.

1.3.2.2 De secretaris van het examen is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met de operationele aansturing en organisatie van de examens van de locatie;

1.3.3 Indeling eindexamen 1.3.3.1 Het eindexamen bestaat uit:

a. het schoolexamen (SE), b. het centraal examen (CE),

1.3.4 Geheimhouding

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

1.3.5 De examencommissie

1.3.5.1 Taken en bevoegdheden van de examencommissie

1.3.5.1.1 De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden

a. het borgen van de kwaliteit van de schoolexaminering (procesmatig, inhoudelijk, passend bij de visie van de school en passend bij het afsluitend karakter van het schoolexamen.

b. het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen om schoolexamens vast te stellen en te beoordelen.

1.3.5.1.2 De commissie stelt regels vast over de uitvoering van de taken en bevoegdheden bedoeld in het eerste lid, en de maatregelen die zij in dat verband kan nemen.

1.3.5.1.3 Indien een kandidaat bij de examencommissie een verzoek of klacht indient waarbij een lid van de examencommissie is betrokken, neemt het betrokken lid geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht.

1.3.5.1.4 De examencommissie beslist over vrijstellingen en ontheffingen.

1.3.5.1.5 De examencommissie kan een kandidaat een individueel PTA toekennen indien de kandidaat op andere, dan de gebruikelijke wijze instroomt of doorstroomt.

1.3.5.2 Benoeming en samenstelling van de examencommissie

1.3.5.2.1 Het bevoegd gezag stelt een examencommissie in voor alle door de school verzorgde groepen van schoolsoorten.

1.3.5.2.2 Het bevoegd gezag draagt er mede door de samenstelling van de examencommissie zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd.

1.3.5.2.3 Ten minste één lid van de examencommissie is als docent verbonden aan de groepen van schoolsoorten waarvoor de commissie is ingesteld.

1.3.5.2.4 Leden van het bevoegd gezag worden niet benoemd tot lid van de examencommissie.

(10)

10

1.3.5.2.5 Het Eindexamenbesluit geeft de directeur een groot deel van de verantwoordelijkheid voor het proces van de examinering. De directeur wordt daarom niet benoemd in de examencommissie.

1.4 Onregelmatigheden

1.4.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige

onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt wordt dit door de examinator of surveillant gemeld bij de examencommissie. De directeur kan dan maatregelen nemen.

1.4.2 De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn:

a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen;

b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen;

c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen;

d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen.

Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de

staatsexamencommissie.

1.4.3 Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de

mogelijkheid voor de kandidaat om tegen de beslissing in beroep te gaan.De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is.

1.4.4 De kandidaat kan, binnen 3 dagen na de uitspraak, tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep.

1.4.5 De uitvoering van de in dit artikel genoemde maatregelen geschiedt door de directeur. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de voorzitter van het College van Bestuur en aan de inspectie.

De samenstelling van de commissie van beroep is:

Voorzitter: de heer drs. E. van Scherpenzeel Lyceum Oudehoven

Langstraat 27 Gorinchem

3981 ET Bunnik

Secretaris: de heer mr. C. Bel Het Heerenlanden

Koningin Emmalaan 116 Leerdam

4141 EE Leerdam

Algemeen adjunct: mevrouw N.D. van der Bom MR-lid Altena College

Rijksstraatweg 102 Sleeuwijk

4254 XH Sleeuwijk

(11)

11

Plaatsvervangend lid: de heer G. Hoogerbrug CSG Altena College

Sasdijk 68 Sleeuwijk

4251 AD Werkendam

Plaatsvervangend lid: de heer drs. C.H. van Breugel MCC Stichting CVO-AV Postbus 667

4200 AR Gorinchem

Ambtelijk secretaresse: mevrouw W.F. Versteeg Postbus 667

4200 AR Gorinchem telefoon: 0183-646631

Het reglement van de commissie van beroep ligt bij de ambtelijk secretaris van de commissie van beroep: mevrouw W.F. Versteeg ter inzage. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de ambtelijk secretaris van de commissie van beroep ingesteld. Het adres van de commissie is: Postbus 667, 4200 AR Gorinchem.

De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed, heeft verlengd met ten hoogste twee weken.

De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegen- heid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van lid b. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de directeur en aan de inspectie.

(12)

12

2 INHOUD VAN HET EINDEXAMEN

2.1 Keuze van eindexamenvakken

2.1.1 De kandidaten hebben vanaf het vierde leerjaar havo / vwo te maken met de verschillende vakken ondergebracht in de volgende delen:

a. het gemeenschappelijk deel; voor alle kandidaten verplicht;

b. een profieldeel; de kandidaat kiest één profiel uit de vier aangeboden profielen;

c. het vrije deel; de kandidaat moet een keus maken uit een aantal vakken en activiteiten om de studielast compleet te maken;

d. Leerlingen zonder wiskunde in hun pakket, een rekentoets.

2.1.2 De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hen dat toestaat in meer dan het voorgeschreven aantal vakken dat het eindexamen omvat examen afleggen.

3 REGELING VAN HET EINDEXAMEN 3.1 Programma van toetsing en afsluiting

3.1.1 Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast. In het programma wordt in elk geval aangegeven:

a. het aantal toetsen;

b. de examenstof voor elke toets;

c. in welke periode de verschillende toetsen vallen;

d. de wijze van examineren: schriftelijk, mondeling, luisteren, praktische opdrachten, werkstuk of handeling;

e. de hulpmiddelen die een kandidaat mag gebruiken;

f. het gewicht dat elke toets heeft bij de berekening van het eindcijfer schoolexamen.

3.1.2 Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en ter inzage gelegd voor de kandidaten.

3.1.3 Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting wordt voor 1 oktober aan de kandidaten verstrekt.

3.2 Het eindexamen

3.2.1 Het eindexamen bestaat uit:

a. het schoolexamen (SE);

b. het centraal examen (CE);

3.2.2 Het schoolexamen bestaat uit:

a. toetsen met open en gesloten vragen;

b. praktische opdrachten;

c. handelingsdeel.

3.2.3 De toetsen die meetellen voor het schoolexamen worden afgenomen in de leerjaren havo 4 en havo 5.

3.2.4 De schoolexamen toetsen dienen afgenomen te worden voor het centraal examen.

3.2.5 De cijfers voor het schoolexamen, behaald voor een vak, staan vast op het moment dat de cijfers opgestuurd worden aan de inspectie.

3.2.6 Leerlingen zonder wiskunde in hun pakket maken een rekentoets. Dit jaar geldt dit zowel voor havo 4 als havo 5.

3.2.7 Het profielwerkstuk wordt gestart in het voorlaatste leerjaar en afgerond in het examenjaar.

Bij de start van het profielwerkstuk krijgen de leerlingen een boekje met daarin de omschrijving van de eisen waaraan het profielwerkstuk moet voldoen. In dit boekje is een overzicht opgenomen van belangrijke data waarop de verschillende fases van het werk afgerond moeten zijn. Tevens is een beoordelingsmodel met het aantal te behalen punten per fase opgenomen.

(13)

13

3.3 Schoolexamen (SE)

3.3.1 Het schoolexamen in een vak bestaat uit het afnemen van schriftelijke toetsen met open en / of gesloten vragen, mondelinge toetsen, luistertoetsen, praktische opdrachten en evt.

handelingsdelen.

De toetsen in een vak beslaan tezamen de stof waarover het schoolexamen zich ingevolge het eindexamenprogramma uitstrekt.

3.3.2 Het schoolexamen wordt tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten.

3.3.3 De schriftelijke schoolexamens worden tijdens een les of aan het einde van een periode in de daarvoor vastgestelde toetsweek afgenomen.

3.3.4 Praktische opdrachten en af te sluiten handelingsdelen worden niet in de toetsweek afgerond.

Alle handelingsdelen en praktische opdrachten krijgen een inleverdatum (deadline) mee.

3.3.5 Praktische opdrachten worden beoordeeld met een cijfer. Handelingsdelen worden beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed.

3.3.6 In het geval dat het handelingsdeel of praktische opdracht op de datum van de deadline niet aanwezig is of onvoldoende, dan moet de herkansing van de betrokken periode ingezet worden om het handelingsdeel alsnog voldoende te kunnen afronden. In overleg met de docent wordt er een nieuwe inleverdatum vastgesteld.

Hierover worden de ouders/verzorgers van de kandidaat geïnformeerd. Indien de kandidaat, na alle maatregelen zoals in de procedure rondom handelingsdelen gemeld, in gebreke blijft, treedt art.1.4.2 in werking.

3.3.7 Het vak lichamelijke opvoeding wordt beoordeeld met voldoende of goed. Dit geldt ook voor de modules in het geheel vrije deel.

3.3.8 Het combicijfer is het rekenkundig gemiddelde van de cijfers voor het profielwerkstuk;

godsdienst, CKV en maatschappijleer.

3.3.9 Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over het werk van een

kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis en geeft de kandidaat het gecorrigeerde schriftelijke werk ter inzage.

3.3.10 Is een kandidaat het niet eens met het hem toegekende cijfer, dan tekent hij binnen drie werkdagen nadat de beoordeling aan hem is meegedeeld en hij het werk ter inzage heeft gehad bezwaar aan bij de betrokken examinator. Bij blijvend verschil van mening richt de kandidaat zich tot zijn teamleider (als lid van de examencommissie). Komt men hierna nog niet tot overeenstemming, dan wendt de kandidaat zich tot de directeur.

3.3.11 De examinator bepaalt aan de hand van de beoordelingen bedoeld onder 3.3.9. het cijfer van het schoolexamen;

3.3.12 De examinator levert de cijfers voor het schoolexamen tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen in bij de teamleider.

3.3.13. Indien en voor zover het schoolexamen in een vak op schriftelijke wijze plaatsvindt, worden de opgaven, het werk van de kandidaten, de beoordelingsnormen en de voor elk werk toegekende cijfers bewaard gedurende tenminste zes maanden na afloop van het centraal examen.

3.3.14 Indien en voor zover het schoolexamen in een vak op mondelinge wijze plaatsvindt, kan dit geschieden in aanwezigheid van andere kandidaten die in hetzelfde vak centraal examen afleggen. Er wordt van de toets een geluidsopname gemaakt en een beoordelingsformulier ingevuld. Dit wordt door de examinator bewaard. In incidentele gevallen kan het

mondelinge schoolonderzoek bijgewoond worden door een gecommitteerde na overleg met de directeur.

3.3.15 De examinator drukt zijn oordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van een kandidaat voor elk vak uit in een cijfer voor het schoolexamen. Voor vakken met een centraal examen gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal.

Voor vakken zonder centraal examen is het cijfer voor het schoolexamen het gewogen gemiddelde van de beoordelingen, die voor toetsen van schoolexamens aan de kandidaat zijn gegeven. Deze beoordeling wordt uitgedrukt in een geheel cijfer. De afronding wordt bepaald door twee decimalen nauwkeurig. (6,46 wordt 6,5; afgerond naar 7)

Voor de berekening van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer

(14)

14

afgerond op het nabij liggende gehele getal, zoals dat ook gebruikelijk is bij de bepaling van het centraal examen (5,5 wordt 6 en 5,45 wordt 5).

3.3.16 Indien een kandidaat in een vak door twee of meer leraren is geëxamineerd, bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Kunnen zij niet tot

overeenstemming komen, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. Indien een gemiddelde als bedoeld in dit lid, een cijfer met twee decimalen of meer is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is.

3.3.17 De resultaten van de toetsen die meetellen voor het schoolexamen van een kandidaat worden verzameld in het examendossier van de kandidaat.

3.3.18 De teamleider is verantwoordelijk voor een goede administratie van de behaalde

resultaten in het examendossier. De betreffende examenkandidaten vergewissen zich ervan dat deze cijfers juist zijn geregistreerd.

3.3.19 In het PTA is vermeld welke hulpmiddelen per vak zijn toegestaan. Daar waar niets vermeld staat, wordt uitgegaan van het standaardpakket dat toegestaan is bij het Centraal Examen.

3.4 Herkansing

3.4.1 Na een proefwerkweek heeft een kandidaat het recht op één herkansing van een SE toets uit deze proefwerkweek naar eigen keuze. De leerling mag in de loop van het schooljaar nog één extra SE toets uit een proefwerkweek naar keuze herkansen, mits deze SE toets niet eerder herkanst is.

Bij een herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. Voor data herkansingen: zie belangrijke data in PTA. De herkansingen na periode vier vinden enkele dagen na de toetsweek plaats.

Mondelinge examens en alle toetsen die buiten de proefwerkweek zijn afgenomen, zijn niet herkansbaar, behalve als in het PTA is opgenomen dat ze wel herkansbaar zijn.

3.4.2

Bij afwezigheid door officieel op tijd gemelde ziekte of andere legale reden mag de toets alsnog gemaakt worden, maar deze zelfde toets mag niet meer herkanst worden voor die periode. De extra herkansing aan het einde van het jaar mag wel ingezet worden om deze toets te herkansen.

Indien sprake is van een dringende reden, kan een verzoek tot herkansing als vervolg op het ingehaalde examenonderdeel worden ingediend bij de directeur. Dit verzoek is gemotiveerd en wordt ondersteund door een verklaring (bij ziekte bijv. een verklaring van een arts). Een dergelijk verzoek wordt binnen een week na het verzuimde examenonderdeel ingediend.

NB: Als gevolg van de coronacrisis krijgen de leerlingen uit 5H in 2020-2021 één extra jaarherkansing over een schoolexamentoets uit 2019-2020. Deze toets mag niet eerder herkanst zijn. De herkansing vindt plaats aan het begin van periode 2 in 2020-2021.

3.4.3

Als gevolg van onvoorziene extra overheidsmaatregelen ter bestrijding van covid-19 krijgen leerlingen het recht op een extra herkansing over een schoolexamentoets uit periode 2 van het schooljaar 2020-2021. Dit betekent dat de leerlingen twee schoolexamentoetsen uit periode 2 van het schooljaar 2020-2021 mogen herkansen. Beide herkansingen vinden plaats op 05-03-2021.

3.5 Absentie en te laat komen

3.5.1 Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de teamleider, is verhinderd aan het schoolexamen of een gedeelte daarvan deel te nemen, wordt hem de gelegenheid gegeven deze toets alsnog af te leggen.

De kandidaat legt de reden van verhindering ruim voor het moment van toetsing ter beoordeling voor aan de teamleider. De afmelding vindt uiterlijk op de dag van het schoolexamen tussen 08.00-08.30 uur plaats bij de teamleider. Een schriftelijke verklaring van de ouders/verzorgers bevestigt de verhindering.

3.5.2 In geval van ongeoorloofde absentie wordt artikel 1.4 gehanteerd.

3.5.3 Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na de aanvang van de zitting tot het examenlokaal toegelaten worden. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat is

aangegeven voor het einde van de zitting. Bij luistertoetsen wordt een kandidaat die te laat is niet meer toegelaten. In dat geval valt de toets onder de herkansingsregeling.

(15)

15

4 HET CENTRAAL EXAMEN

4.1 De Minister van onderwijs wijst voor de school een of meer gecommitteerden aan. De aanwijzing geldt tot de afloop van de herkansing.

4.2 Het centraal examen kent drie tijdvakken: het eerste, het tweede en het derde tijdvak.

4.3 Opgave kandidaten centraal examen

4.3.1 De directeur deelt jaarlijks voor 1 november aan de Dienst Uitvoering Onderwijs mede hoeveel kandidaten in elk vak aan het centraal examen in het eerste tijdvak zullen deelnemen.

4.3.2 De directeur zendt jaarlijks tenminste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste en tweede tijdvak aan de inspectie een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld staat in welke vakken hij centraal examen zal afleggen en waarop is aangegeven welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen heeft behaald.

4.3.3 Onmiddellijk na afloop van het eerste onderscheidenlijk het tweede tijdvak zendt de directeur aan de Dienst Uitvoering Onderwijs een lijst waarop voor ieder vak is aangegeven welke kandidaten aan het centraal examen in dat vak zullen deelnemen aan het tweede resp. derde tijdvak.

4.4 Regels omtrent het centraal examen

4.4.1 De Dienst Uitvoering Onderwijs zorgt ervoor dat de opgaven, de beoordelingsnormen en de door de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven, gegeven regels tijdig worden verzonden aan de directeur van de school.

4.4.2 De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd.

4.4.3 Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan.

4.4.4 De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend.

4.4.5 Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de directeur samen met het gemaakte examenwerk.

4.4.6 Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten.

4.4.7 De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets.

4.4.8 Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de door hem aangewezen persoon of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten.

4.5 Correctie centraal examen

4.5.1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, een correctiemodel en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak.

Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen toe alsmede de regels voor het bepalen van de cijfers die zijn voorgeschreven door de commissie, bedoeld in punt 4.4.1.

4.5.2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers, bedoeld in het eerste lid, onverwijld aan de betrokken gecommitteerde toekomen.

4.5.3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de regels voor het bepalen van de cijfers, bedoeld in het eerste lid, toe.

4.5.4 De Minister van onderwijs kan nadere voorschriften geven voor de uitvoering van de

(16)

16

voorgaande leden.

4.5.5 De Minister van onderwijs kan bepalen, dat in verband met de aard van de opgaven, ter vermijding van overbelasting van de gecommitteerden dan wel ter versnelling van de examenprocedure wordt afgeweken van de overige leden van dit artikel en van punt 4.6.

4.6 Vaststelling cijfer centraal examen

4.6.1 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast.

4.6.2 Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde

gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.

4.7 Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen

4.7.1 Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaats gehad kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor een of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen.

4.7.2 De inspectie bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen.

4.8 Onvoorziene omstandigheden centraal examen

Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist de Minister van onderwijs hoe alsdan moet worden gehandeld.

4.9 Verhindering centraal examen (absentie en te laat komen)

4.9.1 Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na de aanvang van de zitting tot het examenlokaal toegelaten worden. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat is aangegeven voor het einde van de zitting.

4.9.2 Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen per dag te voltooien.

4.9.3 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.

4.9.4 De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de directeur aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet:

a. dat ten behoeve van de kandidaat op grond van punt 6.1.2/6.1.3, toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig ander vak, waarbij het gebruik van de

Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit;

b. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van punt 6.1.1, toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden.

4.9.5 Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de directeur.

(17)

17

5 UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING 5.1 Eindcijfer eindexamen

5.1.1 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.

5.1.2 De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.

5.1.3 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer.

5.1.4 Het cijfer van de rekentoets, gemaakt door leerlingen zonder wiskunde in hun pakket, weegt niet mee in de zak- slaagregeling. De toets moet echter wel gemaakt zijn.

5.2 Vaststelling uitslag

5.2.1 De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in punt 5.3.

5.2.2 De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen.

5.2.3 Indien de kandidaat slechts kan slagen bij een bepaalde keuze uit eindcijfers volgens twee programma's in een of meer vakken, betrekken de directeur en de secretaris van het

eindexamen die eindcijfers bij de bepaling van de uitslag, die de kandidaat nodig heeft om te kunnen slagen. Indien er meerdere keuzen mogelijk zijn stellen de directeur en de secretaris van het eindexamen de kandidaat een keuze uit eindcijfers voor. De keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen vier dagen heeft medegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden.

5.3 Uitslag

5.3.1 Een kandidaat is geslaagd indien:

a. het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is;b. LO is beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’;

c. er maximaal één eindcijfer 5 voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde is behaald;

d.- alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of;

- er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of;

- er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6.0 is;

- geen eindcijfer is 3 of lager.

e: combinatiecijfer: cijfers voor maatschappijleer, CKV, het profielwerkstuk en godsdienst maken deel uit van het combinatiecijfer.

Een eindcijfer van een drie of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is.

Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer.

5.3.2 De kandidaat die deeleindexamen heeft afgelegd, is geslaagd voor dat deelexamen, indien hij voor het desbetreffende vak een eindcijfer 6 of meer heeft behaald.

5.3.3 De kandidaat, die eindexamen dan wel deeleindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in punt 5.4.

5.3.4 Zodra de uitslag ingevolge het eerste, tweede dan wel derde lid is vastgesteld, maakt de directeur deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het bepaalde in 5.4. De in de eerste volzin bedoelde uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 5.4, eerste lid, geen toepassing vindt.

(18)

18

5.3.5 De kandidaat is geslaagd voor het eindexamen havo met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften:

a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 berekend op basis van de eindcijfers voor:

- de vakken in het gemeenschappelijk deel van het profiel, het eindcijfer van het combicijfer en de vakken van het profieldeel, en - het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste cijfer is vastgesteld, en b. de kwalificatie voldoende voor LO.

5.4 Herkansing

5.4.1 De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de uitslag volgens artikel 5.3 is vastgesteld het recht in het tweede tijdvak, of indien artikel 4.9, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centraal examen.

5.4.2 De kandidaat stelt de directeur voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht.

5.4.3 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5.2 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt.

5.4.4 Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd.

5.5 Diploma en cijferlijst

5.5.1 De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop de resultaten van de kandidaat vermeld zijn volgens de

voorgeschreven voorschriften van de overheid. Afgewezen kandidaten ontvangen een lijst waarop de eindexamenvakken zijn vermeld, de cijfers van het schoolexamen en de cijfers van het centraal examen en de eindcijfers.

5.5.2 Van de examenkandidaat die geen examen wiskunde heeft gedaan wordt het cijfer voor het schoolexamen rekenen vermeld op een bijlage bij de cijferlijst. Indien de examenkandidaat wel examen heeft gedaan in het vak wiskunde maar het eindcijfer niet betrokken is in de uitslagbepaling, dan wordt het resultaat op de bijlage bij de cijferlijst vermeld.

5.5.3 De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor een deeleindexamen afgewezen kandidaat een lijst uit waarop ten aanzien van de eindexamenvakken zijn vermeld de cijfers van het schoolexamen, de cijfers van het centraal examen en de eindcijfers.

5.5.4 De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt.

5.5.5 Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.

5.5.6 De directeur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten.

6 OVERIGE BEPALINGEN

6.1 Afwijking wijze van examineren

6.1.1 De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.

6.1.2 Tenzij er sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:

a. er een deskundigenverklaring is door een terzake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld.

(19)

19

b. De aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten.

c. Een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de

begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.

6.1.3 Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is.

De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op:

a. het vak Nederlandse taal en literatuur;

b. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.

6.1.4 De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.

6.1.5 Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.

6.2 Gegevensverstrekking aan de Minister

6.2.1 Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de uitslag stuurt het bevoegd gezag aan de Dienst Uitvoering Onderwijs en aan de inspectie een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld:

a. de vakken waarin examen is afgelegd;

b. de cijfers van het schoolexamens;

c. de cijfers van het centraal examen;

d. de eindcijfers;

e. de uitslag van het eindexamen of het deeleindexamen.

6.3 Bewaren examenwerk

6.3.1 Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijsten bedoeld in punt 6.2.1, worden gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de

secretaris, ter inzage voor belanghebbenden.

6.3.2 Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in punt 6.2.1. wordt gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard.

6.3.3 De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school.

6.4 Afwijkende inrichting examen

6.4.1 Ten behoeve van experimenten met een andere inrichting van het eindexamen kan de Minister van onderwijs toestaan dat van dit reglement wordt afgeweken.

6.5 Spreiding examen dagschool

6.5.1 Het bevoegd gezag van een dagschool kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van bijzondere, van de wil van de kandidaat

onafhankelijke, omstandigheden niet in staat is geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.

6.5.2 Het bevoegd gezag geeft zijn in 6.5.1 bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van de centrale examens. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag

(20)

20

afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in al zijn eindexamenvakken examen heeft afgelegd.

6.5.3 De examencommissie kan een kandidaat toestemming verlenen vervroegd examen af te leggen in één of meerdere vakken.

6.6 Regeling gang van zaken centraal examen

6.6.1 Na het openen van de enveloppe met opgaven is het verboden enige mededeling of inlichting over het werk aan de kandidaat te verstrekken, behoudens een mededeling inzake een fout in de opgave die door de Cevo schriftelijk aan de scholen is doorgegeven.

6.6.2 Zonder toestemming van de toezichthouders mag een kandidaat zich niet verwijderen uit het examenlokaal.

6.6.3 Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van de zitting tot het examenlokaal toegelaten worden. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat is aangegeven voor het einde van de zitting. De directeur kan hiervan afwijken uitsluitend na overleg met de inspecteur.

6.6.4 Kandidaten die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting binnenkomen, kunnen niet deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de directeur kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar het tweede tijdvak. Op de overige zittingen dienen zij wel te verschijnen.

6.6.5 Kandidaten mogen binnen het eerste klokuur na aanvang van het examen de examenzaal niet verlaten.

6.6.6 Tijdens de zitting van het centraal examen is het een toezichthouder niet geoorloofd nog andere werkzaamheden te verrichten.

6.6.7 Elke toezichthouder dient het proces-verbaal te tekenen.

6.6.8 De kandidaten maken het werk op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school; de school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier. Kandidaten mogen derhalve geen papier meenemen naar het examenlokaal.

6.6.9 Ter voorkoming van onregelmatigheid brengen de surveillanten tijdens het examen

eindexamenpapier, potlood en andere benodigdheden bij de kandidaten die daarom vragen.

6.6.10 De kandidaat levert zijn werk in bij een toezichthouder. Deze controleert de naam van het nummer van de kandidaat en staat hem toe het examenlokaal te verlaten nadat hij zich ervan vergewist heeft of het werk compleet is.

6.6.11 De aan de kandidaat voorgelegde opgaven en het kladpapier voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van de toets.

6.6.12 Indien tijdens een zitting een fout in de opgave ontdekt wordt, worden daar geen mededelingen over gedaan.

6.6.13 Tijdens het laatste kwartier van de zitting mogen geen kandidaten meer vertrekken.

6.6.14 Aan het einde van de zitting halen de surveillanten het werk op. Daarna wordt gecontroleerd of van iedere kandidaat al het werk is ingeleverd.

6.6.15 Aan het einde van de zitting blijven de kandidaten zitten, totdat een der surveillanten het sein geeft om op te staan en het examenlokaal te verlaten.

6.6.16 Het is niet toegestaan dat meer dan één leerling tegelijk naar het toilet laten gaan. In het geval dat er al kandidaten hun werk hebben ingeleverd en de zaal verlaten hebben, moet één van de surveillanten er op toezien dat contact met de vertrokken kandidaten onmogelijk is.

6.7 Gedragsregels bij het Centraal Examen.

6.7.1 Kandidaten dienen een kwartier voor aanvang van het examen aanwezig te zijn.

6.7.2 Het is niet toegestaan jassen, tassen, en etuis de examenzaal mee in te nemen.

6.7.3 Het schrijven met potlood is niet toegestaan tijdens het examen. Voor het tekenen van grafieken mag wel van een potlood gebruik gemaakt worden.

6.7.4 Het meenemen of gebruiken van typex is niet toegestaan.

6.7.5 Het is niet toegestaan mobiele telefoons, smart horloges en horloges die geluid maken mee te nemen in de examenzaal.

(21)

21

6.8 Slot

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de directeur.

Aldus vastgesteld door het bevoegd gezag van Het Heerenlanden.

Leerdam, 1 augustus 2020 Gewijzigd op 09-02-2021

(22)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Aardrijkskunde

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar4

2 A 1 + B 1 + B 2 Wereld Schriftelijk TT S421 Wereld H 1 en 3 Toegestane

hulpmiddelen: standaardpakket, inclusief Grote Bosatlas 54e drukToets wordt afgenomen in de toetsweek

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

4 A 1 + C 2 Aarde Schriftelijk TT S441 Aarde H 5 en 6 Toegestane

hulpmiddelen: standaardpakket, inclusief Grote Bosatlas 54e drukToets wordt afgenomen in de toetsweek

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

A 1 + B 2 + B 3 Wereld Schriftelijk TT S451 Wereld H 2 en 4 Toegestane hulpmiddelen: standaardpakket, inclusief Grote Bosatlas 54e drukToets wordt afgenomen tijdens periode 4.

Geen 10 Klassikaal 50

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar5

1 A1, C1 en C3 A: Vaardigheden C: Aarde

Schriftelijk TT S511 Onderwerp: Natuur en landschap.

Toegestane hulpmiddelen:

Standaardpakket + Grote Bosatlas 55e druk. De toets wordt

afgenomen in de toetsweek.

Hoogste, 1 herkansing

15 Klassikaal 100

2 A1, D1 en D2 A: Vaardigheden D: Ontwikkelingsland

Schriftelijk TT S521 Onderwerp: Brazilië en actuele vraagstukken in Brazilië.

Toegestane hulpmiddelen:

Standaardpakket + Grote Bosatlas 55e druk. De toets wordt

afgenomen in de toetsweek.

Hoogste, 1 herkansing

15 Klassikaal 100

3 A1, E1 en E2 A: Vaardigheden E: Leefomgeving

Schriftelijk TT S531 Onderwerp: Vraagstukken in Nederland. Toegestane

hulpmiddelen: Standaardpakket + Grote Bosatlas 55e druk. De toets wordt afgenomen in de toetsweek.

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

Pagina 1 van 29

(23)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Bedrijfseconomie

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar4

2 Domein B Van persoon naar

rechtspersoon

Schriftelijk TT S421 H5 Verzekeren, H7 Beleggen, H8 Woning, H9 Familie en H10 Schenken en erven. Toets wordt in de toetsweek afgenomen.

Hulpmiddel: gewone rekenmachine (geen grafische).

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

4 Domein B +

Domein D

Van persoon naar rechtspersoon +

Investeren en financieren.

Schriftelijk TT S441 H6 Enkelvoudige interest en samengestelde interest.H12 Keuze rechtsvorm.H17 Eigen

vermogen.H18 Vreemd

vermogen.H19 Vermogensmarkt.

Toets wordt in de toetsweek afgenomen. Hulpmiddel: gewone rekenmachine (geen grafische).

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar5

1 E Marketing Schriftelijk PO P511 Praktische Opdracht m.b.t.

marketing. In deze po worden de volgende hoofdstukken getoetst:

H21 Marketing, H22 Product en Prijs, H23 Plaats en Promotie en H24 E-business. Onderdeel van het cijfer is een mondelinge

presentatie.

16-10-19 Geen 20 Groep

2 F Financieel Beleid Schriftelijk TT S521 H25 Kostensoorten, H26 Begrote

en werkelijke winst, H27 Break- even analyse, H28 Accrual- accounting en matchingsprincipe, H29 Interne verslaggeving en H30 Financiële planning. Toets wordt in de toetsweek afgenomen.

Hulpmiddel: standaardpakket.

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

3 G Verslaggeving Schriftelijk TT S531 H31 Externe verslaggeving, H32

Regels voor de activa en de passiva, H33 Regels winst- en verliesrekening, H34

Liquiditeitsgetallen, cashflow en solvabiliteitsgetallen en H35 Overige kengetallen. Toets wordt in de toetsweek afgenomen.

Hulpmiddel: standaardpakket.

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

Pagina 2 van 29

(24)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Bewegen, sport en maatschappij

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar4

1 B Bewegen PO P411 Bewegen bestaande

uit;terugslagspel 1 (tennis), atletiek (springen), turnen 1 (zwaaien) turnen 2 (springen), doelspel, atletiek (lopen)

Geen 24 Individueel

B1 spelen PO P411a terugslagspel 1 (tennis)

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

B4 atletiek PO P411b Atletiek (springen)

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

8,9,10 www.examenblad.nl

examenstof-bsm-havo

PO P412 Bewegen en regelen Geen 15 Individueel

C2 regelen in de rol van

begeleider

PO P412a Lesgeven

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

2 B2 Turnen PO P411d Turnen 1 (zwaaien)

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

C2 Regelen in de rol van

begeleider

PO P412b Lesgeven

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

C en D Bewegen en Regelen en Bewegen en gezondheid

Schriftelijk TT S421 SE-toets;hoofdstuk 1.5, 2.2 en 2.3Afname tijdens

toetsweekToegestane

hulpmiddelen: standaard pakket.

Hoogste, 1 herkansing

8 Klassikaal 100

4 B1 spelen PO P411c doelspel (hockey)

afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

C3 regelen in de rol van

organisator

PO P412d Organiseren bewegingsactiviteit afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

Domein D Bewegen en gezondheid Schriftelijk TT S441 SE-toets, bestande uit:Hoofstuk 1.7 Stof behandeld tijdens

praktijklesAfname tijdens de toetsweekToegestane

hulpmiddelen: standaard pakket

Hoogste, 1 herkansing

8 Klassikaal 100

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar5

1 B Bewegen PO P511 Domein Bewegen;bestaande uit

Atletiek(werpen) Softbal, Atletiek (lopen) Turnen (acrobatiek) Dans, Zelfverdediging

Geen 10 Individueel

B4 Atletiek PO P511a Atletiek (werpen)

Afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

B1 Slag- en Loopspel PO P511b Softbal

Afname tijdens les

Geen 0 Individueel

Pagina 3 van 29

(25)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Bewegen, sport en maatschappij

C2 Regelen in de rol van

begeleider

PO P512 Bewegen en Regelen:lesgeven;

afname tijdens de les

Geen 5 Individueel

2 B6 Bewegen HD H521 keuze-activiteit afname tijdens de

les

05-03-21 Geen 0 Individueel

B5 Zelfverdedigingsspelen PO P511c Zelfverdediging

Afname tijdens de les

Geen 0 Individueel

B2 Turnen 2 PO P511d Turnen 2

afname tijdens les

Geen 0 Individueel

Domein D Bewegen en Gezondheid PO P521 EHBO Examen

afname tijdens PWW2

Geen 10 Individueel 50

Domein C C3 PO P522 Spelontwerp

afname tijdens les

Geen 5 Individueel

3 B4 Atletiek PO P511e Atletiek (lopen)

afname tijdens les

Geen 0 Individueel

B3 Bewegen op muziek PO P511f Bewegen op muziek

Afname tijdens les

Geen 0 Individueel

Domein E E1 Schriftelijk PO P531 Toekomstorientatie

schriftelijk inleveren

Geen 4 Individueel

Domein E E3 Mondeling PO P532 Presentatie Vereniging

afname tijdens les

Geen 5 Individueel

Domein E Bewegen en Samenleving Schriftelijk TT S531 Hoofdstuk 3.3+3.4+3.5 + behandelde stof in de les

Hoogste, 1 herkansing

6 Klassikaal 100

Pagina 4 van 29

(26)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Biologie

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar4

2 A1, A2 zie examenprogramma

biologie '20

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk PO P421 Opzetten, uitvoering en verslaglegging van opdrachten omtrent diergedrag.

02-12-19 Geen 10 Groep

A, B1, B2, C3, E3

zie examenprogramma biologie '20

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk TT S421 Nectar 4e editie boek 1 (4 havo):

H1 Gedrag, H2 Cellen en H3 Onderzoek doen.Toets vindt plaats in de toetsweek. Toegestane hulpmiddelen: BINAS, rekenmachine (geen GR) en Nederlands woordenboek

Hoogste, 1 herkansing

15 Klassikaal 100

4 B1, C2, D1, D2, D3, E1

zie examenprogramma biologie '20

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk TT S441 Nectar 4e editie boek 1 (4 havo):

H4 Voortplanting en seksualiteit, H5 Voeding & Energie, H6 Voeding, Vertering en Gezondheid, H7 Soorten en relaties en H8 Ecosysteem en evenwicht.Toets vindt plaats in de

toetsweek.Toegestane hulpmiddelen: BINAS, rekenmachine (geen GR) en Nederlands woordenboek

Hoogste, 1 herkansing

15 Klassikaal 100

Leerjaar van lichting

Periode Domein- code

Domein- omschrijving

Afname-- vorm

Toetssoort Toetscode Toetsomschrijving Datum- toets

Her- kansing

Weging Toetsvorm Toetsduur

Leerjaar5

1 A, B8, C3, D4, E4, F

zie examenprogramma biologie

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk TT S511 Nectar 4e editie 4 havo: H7 Soorten en relaties en H8 Ecosysteem en evenwicht. Nectar 4e editie 5 havo:

H9 Erfelijkheid en H10 Evolutie.

Toets vindt plaats in de toetsweek.Toegestane hulpmiddelen: BINAS, rekenmachine (geen GR) en Nederlands woordenboek

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

2 A, B2 t/m B5, C1, C2, D1, deels E

zie examenprogramma biologie

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk TT S521 Nectar 4e editie 4 havo: H5 Voeding & energie en H6 Voeding, vertering en gezondheid. Nectar 4e editie 5 havo: H11 Transport en H12 Gezondheid. Toets vindt plaats in de toetsweek. Toegestane hulpmiddelen: BINAS, rekenmachine (geen GR) en Nederlands woordenboek

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

Pagina 5 van 29

(27)

Inrichting examendossier PTA

Het Heerenlanden Aantal pagina's: 29

25-09-20 / 09:56:35

HAVO 2019-2021 / Biologie

3 A, B1 t/m B4, B6, B7, C1, C2, D1, E1, E2

zie examenprogramma biologie

(www.examenblad.nl)

Schriftelijk TT S531 Nectar 4e editie 4 havo: H2 Cellen en H3 Onderzoek doen. Nectar 4e editie 5 havo: H13 Gaswisseling en uitscheiding en H14 Reageren.

Toets vindt plaats in de toetsweek.

Toegestane hulpmiddelen: BINAS, rekenmachine (geen GR) en Nederlands woordenboek.

Hoogste, 1 herkansing

20 Klassikaal 100

Pagina 6 van 29

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KUBVH4PW2 Periode 2 A Vaktheorie: Onderzoek breed naar inhoudelijke en beeldende aspecten en begrippen van het thema in het werk van kunstenaars.. B Werkstuk: onderzoek diep

13.1 Indien je niet bent geslaagd en je doet het examenjaar opnieuw, moet je alle schriftelijke en mondelinge toetsen én alle praktische opdrachten uit het examenjaar die

12.1 Indien je niet bent geslaagd en je doet het examenjaar opnieuw, moet je alle schriftelijke en mondelinge toetsen én alle praktische opdrachten uit het examenjaar die

22.7 Voor de havo en vwo geldt dat het eindcijfer van het examen in gelijke mate wordt bepaald door het eindcijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen..

De directeur zendt jaarlijks ten minste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste tijdvak, aan de inspectie een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld

Daarnaast kunnen er aanvullende hulpmiddelen per vak genoemd worden, of kan het gebruik van een bepaald hulpmiddel bij een specifiek toets juist niet toegestaan zijn.. Dit

Verslag, afhankelijk van de activiteit, schriftelijk, in de vorm van een presentatie, of als praktische opdracht. Mondeling -

Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen (SE) en voor de meeste vakken ook uit een centraal examen (CE).. Het eindexamen bestaat uit een aantal verplichte vakken