Thema: Jezus Overwinnaar
PAAS
SING-IN
3 APRIL 2021
19:30
(onder voorbehoud i.v.m. avondklok)Online vanuit de Dorpskerk
Oud-Beijerland
Programma:
Ontvangstmuziek 1. Zingen: Agnus Deï Lam van God,
Lam van God,
Dat de zonde der wereld draagt.
Heer’, ontferm U,
Heer’, ontferm U over ons, Heer’, ontferm U over ons.
Lam van God, Lam van God,
Dat de zonde der wereld draagt.
Heer’, ontferm U,
Heer’, ontferm U over ons, Heer’, ontferm U over ons.
Lam van God, Lam van God,
Dat de zonde der wereld draagt.
Heer’, geef vrede, Heer’, geef vrede overal, Heer’, geef vrede overal.
2. Welkomstwoord en gebed
3. Zingen: Wonderlijke Raad Gods (a) God die naar Zijn wezen schiep.
Adem die tot leven riep.
Mensen vormde uit het stof, in een wondermooie hof.
Boom van kennis, goed en kwaad;
God die ons een keuze laat.
Diep gevallen in de hof, eigenmachtig, zonder God.
Wonderlijke raad van God;
hartverscheurend is ons lot!
Waar komt al het kwaad vandaan?
Kan dat in Uw wil bestaan?
Schepper, keer ons lot.
4. Spreken:
Op deze stille zaterdag nemen we u mee in het grote plan van God, wat we lezen in Zijn Woord:
Het begint met de goede schepping, daarna de ongehoorzaamheid van de mens, waarmee wij door eigen schuld van God verwijderden.
Maar God schenkt ons uit genade de verlossing door Jezus Christus. Hij werd geboren op aarde.
We belichten vanavond vooral het lijden en sterven van Jezus.
Het lijkt daarbij heen te gaan naar een totale ondergang, maar het tegendeel is waar:
Hij overwint dood en duisternis.
Hij betaalt de schuld.
Hij leeft en regeert tot in eeuwigheid.
Jezus Overwinnaar!
5. Zingen: Wonderlijke Raad Gods (b) God strekt wijd Zijn armen uit;
draagt de wereld aan een kruis.
Blijk van liefde, wondergroot;
boom van leven, bron van hoop.
Kruis dat in de wereld staat;
God Die ons een keuze vraagt.
Onweerstaanbaar en verguisd, trekt dat wonderlijke kruis.
Heerlijk is Gods wilsbesluit!
Draagt het kwaad de wereld uit.
Gaat Uw liefde dan zo diep, dat U ons geen wezen liet?
Vader, breng ons thuis!
6. Spreken: Genesis 1:1 en 31
“In het begin schiep God de hemel en de aarde. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie: Het was zeer goed”.
In de tuin van Eden mogen Adam en Eva dichtbij God leven. God had gezegd dat ze van alle bomen uit de hof mochten eten behalve van 1 boom. Maar Adam en Eva gehoorzaamden God niet. Ze wilden zo machtig zijn als God. En overtraden Zijn gebod.
Wat hebben wij, mensen, God hiermee op Zijn liefdeshart getrapt!
Maar ondanks dat belooft God een Verlosser.
Wat een liefde van God voor zondige mensen.
7. Zingen: Wonderlijke Raad Gods (c) In beproeving, klein en bang,
duurt het wachten ons zo lang.
Heel de schepping zucht en lijdt, tot zij door God wordt bevrijd.
Juichend wordt de oogst gemaaid, die in tranen is gezaaid.
Vruchten van gerechtigheid, sieren God in eeuwigheid.
Glorie voor God overal!
Die Zijn rijk voltooien zal!
Waar Uw luister ons herschept, glans en glorie ons bedekt;
U regeren zal.
Van U is het koninkrijk, alle macht en majesteit tot in eeuwigheid.
8. Pasen in de gemeente
9. Leer mij, o Heer’
Leer mij, o Heer’, Uw lijden recht betrachten,
In deze zee verzinken mijn gedachten:
O liefde die, om zondaars te bevrijden, Zo zwaar moest lijden.
'k Zie U, God Zelf, in eeuwigheid geprezen, Tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
In onze plaats gemarteld en geslagen, De zonde dragen.
Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen?
Ik lig in 't stof, maar God komt mij verhogen,
Nu ik van vijand Gods en tegenstander In vriend verander.
Daar G’U voor mij hebt in de dood gegeven,
Hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden Mijn hart niet wijden.
10. Spreken: Mattheüs 1:21
“En zij (Maria) zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.”
Jezus kwam op aarde …..niet om te leven, maar om te sterven,
opdat de wereld door Hem behouden zou worden.
Niet alleen om het licht te brengen,
……..maar om Het Licht te zijn.
Niet alleen om de weg te wijzen,
………maar Hij ís De Weg.
Jezus leven was vol vernedering, pijn en verachting.
Een lijdensweg.
Men zag Hem niet als Koning, ze wilden Hem niet. En wij?...
Jezus Overwinnaar? Maar hoe dan?
Ze hangen Hem aan het kruis!
Dit wordt Zijn dood!
11. Zingen: Zie hoe Jezus daar loopt
Zie hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem Met een kruis op Zijn rug en een doornen kroon
Hoor de menigte schreeuwt en roept 'Kruisig hem!'
Zo gaf God Zijn eigen Zoon
Zie Het Lam aan het kruis daar op Golgotha
Als de Koning der Joden wordt Hij veracht Zie de liefde voor ons in Zijn ogen staan als Hij roept 'Het is volbracht!'
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer’
Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer
Uw genade is ons genoeg
In het rijk van de dood is Hij neergedaald Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan maar de steen van het graf is nu
weggehaald
Jezus leeft! Hij is opgestaan!
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer’
Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer
Uw genade is ons genoeg
En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid Met ontzag en respect kniel ik voor U neer U bent Koning en God tot in eeuwigheid U bent Jezus de hoogste Heer’
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer’
Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer
Uw genade is ons genoeg.
12. Pasen in de gemeente
13. Spreken:
Hoe zwaar en duister de lijdensweg van Jezus is geweest, kunnen wij ons niet voorstellen.
Hij zwoegde en streed, werd fel geslagen, door iedereen verlaten.
En God antwoordt niet…
14. Zingen: ’t Is middernacht
’t Is middernacht en in de hof,
buigt, tot de dood bedroefd, in ’t stof, de Levensvorst; in Zijn gebeên,
doorworstelt Hij Zijn strijd alleen.
’t Is middernacht, maar hoe Hij lijdt, Zijn jong’ren slapen bij die strijd;
en derven, afgemat in rouw, de aanblik op des Meesters trouw.
’t Is middernacht, maar Jezus waakt, en ’t zielelijden dat Hij smaakt, bant uit Zijn hart de bede niet:
‘Mijn Vader, dat Uw wil geschied’.
’t Is middernacht en ’t Vaderhart sterkt en verstaat de Man van smart, Die ’t enig lijden, dat Hij torst,
ten eind doorstrijdt als Levensvorst.
15. Spreken: Markus 15:22-25
“En zij brachten Jezus naar de plaats Golgotha, dat is vertaald: Schedelplaats.
En zij gaven Hem met mirre gemengde wijn te drinken, maar Hij nam die niet.
En toen zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren: door het lot te werpen bepaalden zij wat ieder ervan
nemen zou. En het was het derde uur en zij kruisigden Hem”.
16. Zingen: Zie hoe Jezus lijdt Zie hoe Jezus lijdt voor mij, aan het kruis de dood nabij.
Die voor mij het oordeel draagt;
Hij die tot zonde wordt gemaakt.
Wat een offer - Hij voor mij!
Wie wil worden zoals Hij?
Zoveel pijn, ongerechtigheid, is op Hem die voor mij strijdt.
Zie hoe Jezus biddend strijdt met de pijn, verlatenheid.
Zo alleen, verwond roept Hij:
Mijn God, waarom verlaat U mij?
Zie wat Jezus heeft gedaan;
in Zijn lijden heeft doorstaan.
Zoveel liefde verwondert mij;
niemand heeft zo lief als Hij.
Als de Heer’ Zijn leven geeft vlucht de dag, de aarde beeft.
Zelfs de dood verliest haar macht als Jezus roept: het is volbracht!
Waarlijk Hij is Zoon van God, die voor ons gekruisigd wordt.
Door Zijn wonden genezen wij;
in Zijn dood maakt Hij ons vrij.
Heel de schepping slaakt een zucht;
zij ontwaakt, het duister vlucht.
Jezus leeft, is opgestaan;
Hij roept ons uit de dood vandaan.
Juich, want Hij, mijn Heere leeft!
Hij die overwonnen heeft.
Nooit meer tranen en nooit meer pijn;
nooit van God verlaten zijn.
Juich want Hij, mijn Heere leeft!
Hij die ons de toekomst geeft.
Nooit meer tranen en nooit meer pijn;
nooit van God verlaten zijn.
17. Pasen in de gemeente
18. Spreken:
Aan het kruis spreekt Jezus: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?, Hij werd verlaten opdat wij nimmermeer van God verlaten zouden zijn. Na uren lijden gaf Jezus de geest, roepende: ‘Het is volbracht’.
19. Zingen: Psalm 22:1 en 6
Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij,
En redt Mij niet, terwijl Ik zwoeg en strij’, En brullend klaag in d’ angsten die Ik lij’?
Dus fel geslagen?
‘t Zij Ik, Mijn God, bij dag moog’ bitter klagen.
Gij antwoordt niet; ‘t Zij ik des nachts moog’ kermen.
Ik heb geen rust, ook vind Ik geen ontfermen,
In Mijn verdriet.
Wees dan Mijn hulp; houd U niet ver van Mij;
Mij prangt de nood, benauwdheid is nabij;
‘k Heb buiten U, daar ik zo bitter lij’, Geen hulp te wachten.
Een stierenheir uit Bazan, sterk van krachten,
En fel verwoed, omringt M’ aan alle zijden.
Mijn God, hoe zwaar, hoe smart’lijk valt dit lijden
Voor Mijn gemoed!
20. Spreken:
Als we kijken naar onszelf, naar de
omstandigheden, wat wordt het dan vaak donker in ons hart. Maar God is groter dan onze omstandigheden.
Hij overwint zelfs de dood!
21. Zingen: Liefde was het (a) Liefde was het, onuitputt'lijk, liefd' en goedheid, eind'loos groot.
Toen de Levensvorst op aarde tot ons heil Zijn bloed vergoot.
Komt, laat ons Zijn liefde prijzen!
God geeft vreugd' en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig in de hemel Zijnen lof.
22. Spreken: Mattheüs 28:1-6
“Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken. En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten.
Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. De bewakers beefden van angst voor hem en werden als doden. Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft”.
23. Zingen: Liefde was het (b) Rijd als Heerser door de velden, Jezus in Uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden, zelfs de hel niet met haar macht.
Voor Uw naam, zo groot en heerlijk zinkt de vijand weg in ’t niet.
Heel de schepping, Heer’, zal beven, als zij U, haar Koning, ziet.
24. Spreken:
PASEN Het lege graf Een nieuwe dag Een nieuw begin Jezus overwint.
Triomfator Overwinnaar over leven over dood
Hij die Zelf het graf ontsloot.
Om eeuwig leven Daarvoor heeft Hij aan ’t kruis geleden.
Dus juich en jubel geef Hem d’ eer JEZUS CHRISTUS onze Heer’
aan ons gegeven
25. Zingen: U zij de glorie!
U zij de glorie, opgestane Heer’!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen, daald’ een engel af, heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer’!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer’!
Hij brengt al de Zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heeren, blijd’ en welgezind,
en zegt telkenkere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer’!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft?
In Zijn Godd’lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en dood.
U zij de glorie, opgestane Heer’!
U zij de victorie, nu en immermeer.
26. Spreken:
Toen de Heere Jezus opstond uit de dood, overwon Hij dood en graf.
Hij leeft!
Jezus is Overwinnaar!
Hij is opgevaren naar de hemel.
Daar zit Hij aan de rechterhand van de Vader.
Hij bereidt een plaats in het Vaderhuis, voor allen die in Zijn Naam geloven en door het bloed van het Paaslam gereinigd zijn van hun zonden.
27. Zingen: Psalm 24: 4 en 5 Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog;
Opdat de Koning in moog' rijden.
Wie is die Vorst, zo groot in eer?
't Is God, d' almachtig' Opperheer;
't Is God, geweldig in het strijden.
Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog;
Opdat g' uw Koning moogt ontvangen.
Wie is die Vorst, zo groot in kracht?
’t Is 't Hoofd van 's hemels legermacht;
Hem eren wij met lofgezangen.
28. Zingen: Glorie aan God Glorie aan God,
glorie aan God.
Glorie aan God, glorie aan God.
Lof zij de Heer’, Hem komt toe alle eer, Hij is het Lam dat regeert tot in
eeuwigheid.
Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht,
wij aanbidden, wij knielen voor Jezus.
Groot is Zijn trouw, eeuwig Zijn kroon, Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis, weet Wie Jezus Christus is.
Hij is de hoogste Heer’.
Glorie aan God,
glorie aan God.
Glorie aan God, glorie aan God.
Kondigt het aan door de kracht van Zijn Naam,
heel de aard’ wordt vervuld van Zijn glorie.
satan, hij beeft, want hij weet: Jezus leeft, hij is verslagen, het Lam troont voor eeuwig.
Jezus is Heer’, Redder en Heer’.
Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn,
heel het rijk der duisternis, weet Wie Jezus Christus is.
Hij is de hoogste Heer’.
Glorie aan God, glorie aan God.
Glorie aan God, glorie aan God.
Halleluja.
Heersen met Hem op de troon en Zijn stem,
spreekt van liefde, vervuld ons met glorie.
Heilig en vrij, alle tranen voorbij,
eeuwig vreugde van God, lof, aanbidding.
Waardig het Lam, waardig het Lam.
Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn,
heel het rijk der duisternis, weet Wie Jezus Christus is.
Hij is de hoogste Heer’.
Glorie aan God, glorie aan God.
Glorie aan God, glorie aan God.
29. Spreken:
Hij zal spoedig als Overwinnaar terugkomen. Voor allen die in Hem geloven, zal het de dag zijn waarop zij Hem mogen zien van aangezicht tot aangezicht.
Dat zal tot in alle eeuwigheid voortduren!
Een heerlijk perspectief!
Paulus schrijft in een brief aan de
Romeinen: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.”
Heeft u de Heere Jezus al lief? Kent u deze Overwinnaar? Wilt u voor Hem buigen?
Hem als Koning dienen? Al je zonden Hem belijden?
Zeg dan tegen Hem:
‘Heere, ik vertrouw op U en Uw Naam is Jezus,
want U verlost mij van mijn zonden!’
Niemand anders dan Jezus kan ù, kan jòu redden.
Geef u over aan Deze Koning!
30. Zingen: Daar juicht een toon
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem die galmt door gans' Jeruzalem.
Een heerlijk morgenlicht breekt aan de Zoon van God is opgestaan.
Nu jaagt de dood geen angst meer aan want alles, alles is voldaan.
Wie in geloof op Jezus ziet
die vreest voor dood en duivel niet.
Want nu de Heer’ is opgestaan nu vangt het nieuwe leven aan.
Een leven door Zijn dood bereid.
Een leven in Zijn heerlijkheid.
31. Slotwoord en gebed
32. Zingen: Jezus Overwinnaar Waar U verschijnt wordt alles nieuw Want U bevrijdt en geeft leven
Elke storm verstild door de kracht van Uw stem
Alles buigt voor Koning Jezus
U bent de Held die voor ons strijdt U baant de weg van overwinning
Elke vijand vlucht, ieder bolwerk valt neer Naam boven alle namen, Hoogste Heer’
Voor eeuwig is Uw heerschappij Uw troon staat onwankelbaar
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam
Jezus, Overwinnaar
De duisternis licht op door U De duivel is door U verslagen
Dood waar is je macht, waar is je prikkel gebleven?
Jezus leeft en ik zal leven!
De schepping knielt in diep ontzag De hemel juicht voor onze Koning En de machten van de hel weten Wie er regeert
Naam boven alle namen, Hoogste Heer’
Voor eeuwig is Uw heerschappij Uw troon staat onwankelbaar
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam
Jezus, Overwinnaar
Voor eeuwig is Uw heerschappij Uw troon staat onwankelbaar
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam
Jezus, Overwinnaar
Voor eeuwig is Uw heerschappij Uw troon staat onwankelbaar Ongeëvenaarde kracht
Ligt in Uw grote Naam Jezus, Overwinnaar
Ongeëvenaarde kracht Ligt in Uw grote Naam Jezus, Overwinnaar
(U bent) Jezus, Overwinnaar (U bent) Jezus, Overwinnaar Slotmuziek
Met dank aan:
Orgel:
Piano:
Trompet:
Contrabas/mondharmonica/accordeon:
Gitaar:
Cachon:
Saxofoon:
Euphonium:
Viool:
Harp:
Dwarsfluit:
Zang:
Sprekers opening en slot:
Sprekers teksten:
Techniek:
Video fragmenten:
Sing-in organisatie:
Joël Terdu, Edwin Goedhart Marieke den Boer
Marit van Driel, Larissa Goedhart Jan Hardlooper
Jan Hendrik Hardlooper Corstiaan van Dolderen Elien Witteveen
Jenny Witteveen Jojanneke Louwen Myrthe Boudesteyn Julia Vermaas
Nella Schipper, Willemijn Nieuwenhuis, Wim ’t Hart, Marieke Rottier, Pim Moree, Marianne Moree, Albert-Jan Heupers, Jan- Willem ’t Hart, Leon Hokke, Peter Hage, Jan Tramper
Marien Pronk, Cees Brussaard
Rosalie Munneke, Sanne Bakker, Arne de Jong, Gijs Hardlooper, Henk van Driel, Ada Roos
Arno Wouterse, Cor Reedijk, Peter de Jong Claartje Brussaard, Efraïm Hardlooper Jojanneke Romeijn, Els Schrijvershof, Albertine Wander, Willian Goedhart