• No results found

lll lll II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "lll lll II"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

G E M E E N T E

5tó«

B E U N I N G E N

Raadsvoorstel

Onderwerp Technische aanpassing toelichting Verordening Wmo 2013

Raadsvergadering 25 februari 2014

Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving

Registratienummer BW14.00008 Datum 3 februari 2014

Registratiecode

lll llll MIN IIIIII lll l II

Commissie 2

Auteur André Goudriaan Datum

Status Openbaar B&W-vergadering 14 januari 2014

Publicatiedatum 15 januari 2014 Portefeuillehouder G.J.M. Hendriks

Samenvatting

De eigenbijdrageregeling Wmo is aangepast, zodat het mogelijk is om bij bepaalde Wmo-voorzieningen langer dan 39 perioden een eigen bijdrage te heffen. Dit voorstel regelt een aanpassing van de toelichting op de Verordening Wmo 2013, zodat verwarring over de eigen bijdrage voorkomen wordt.

Besluit om

1. De maximale termijn van 39 perioden van vier weken voor een eigen bijdrage/eigen aandeel bij in eigendom verstrekte voorzieningen en bij bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager, te verwijderen uit de toelichting op de Verordening Wmo 2013;

2. De aanvulling op het Besluit maatschappelijke ondersteuning wat betreft het heffen van een eigen bijdrage van maximaal 39 perioden bij bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die niet in eigendom is van de aanvrager uit de toelichting op de Verordening Wmo 2013 te verwijderen;

3. De gewijzigde toelichting op de Verordening Wmo 2013 vast te stellen;

4. Op grond van het gewijzigde Besluit maatschappelijke ondersteuning de gewijzigde toelichting op de Verordening Wmo 2013 met terugwerkende kracht in werking te laten treden op 9 november 2013.

Inleiding

Op grond van artikel 15 en 19 van de Wmo kan de gemeenteraad besluiten een eigen bijdrage of eigen aandeel (hierna: eigen bijdrage) op te leggen bij Wmo-voorzieningen. Uw raad heeft op 5 oktober 2010 besloten om van deze mogelijkheid gebruikt te maken. Zodoende wordt vanaf 1 januari 2011 voor alle nieuwe en bestaande Wmo-voorzieningen een eigen bijdrage opgelegd. Het opleggen van een eigen bijdrage betekent dat iemand zelf bij moet dragen in de kosten van de Wmo-voorziening. De hoogte van die bijdrage is onder meer afhankelijk van de financiële positie van iemand en de kostprijs van de voorziening.

Uw Raad heeft op 5 oktober 2010 eveneens besloten om de eigen bijdrage uit te voeren conform de bepalingen van het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning (hierna: het Bmo). Op landelijk niveau zijn i n het Bmo regels vastgelegd over het heffen van een eigen bijdrage. Deze regels zijn van invloed op bijvoorbeeld de maximale hoogte en duur van de opgelegde eigen bijdrage.

Met ingang van 9 november 2013 is het Bmo aangepast en dat heeft gevolgen voor de Beuningse uitvoeringspraktijk.

In januari 2014 heeft uw Raad kennis kunnen nemen van de veranderingen in de eigenbijdrageregeling Wmo (BW13.01416). De verandering van het Bmo heeft gevolgen voor de uitvoering van de

eigenbijdrageregeling in Beuningen. In de toelichting op de Verordening Wmo 2013 staat echter nog informatie die gebaseerd is op het oude Bmo. Daarnaast staat in deze toelichting ook een aanvulling op het Bmo. Deze aanvulling is na het veranderde Bmo niet meer nodig. Om verwarring te voorkomen, volgt in dit voorstel daarom een aanpassing van de toelichting op de Verordening Wmo 2013.

Beoogd effect

De gewijzigde toelichting op de Wmo-verordening regelt dat de toelichting aansluit op het gewijzigde Bmo en verwarring over de juiste interpretatie van de Wmo-verordening op het punt van de

eigenbijdrageregeling voorkomen wordt.

(2)

Argumenten

1.1 Dat voorkomt verwarring

In de oude situatie maximeerde het Bmo de duur van de eigen bijdrage bij de volgende Wmo- voorzieningen:

a. Een in eigendom verstrekte roerende zaak;

b. Een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die i n eigendom aan de aanvrager is verstrekt.

In de toelichting op de Wmo-verordening was deze bepaling overgenomen.

Nu het Bmo voor deze voorzieningen geen maximale termijn van 39 perioden van vier weken meer noemt, kan de verordening en de bijbehorende toelichting verwarring oproepen. De verordening zelf bepaalt namelijk dat de eigenbijdrageregeling conform het Bmo uitgevoerd wordt (en dus geen maximale termijn van 39 perioden), terwijl de toelichting nog wel over deze 39 perioden spreekt.

Daarom is de toelichting aangepast en wordt daar geen maximale termijn van 39 perioden van vier weken meer genoemd.

1.2 Dit past bij de genomen beslissing om de eigen bijdrage te heffen conform de wettelijk toegestane maxima Toen uw Raad op 5 oktober 2010 het beleid rondom de eigen bijdrage heef t vastgesteld, is bepaald dat de eigenbijdrageregeling conform de wettelijk toegestane maxima uitgevoerd wordt. Omdat de

maximale termijn van 39 perioden van vier weken aan eigen bijdrage is weggevallen, betekent dit dus dat 39 perioden niet meer het maximum is. Iemand krijgt dan dus een eigen bijdrage opgelegd zolang:

a. de voorziening i n gebruik is; of

b. nog niet de kostprijs van de voorziening aan eigen bijdrage is betaald.

2.1 Door het veranderde Bmo is de noodzaak van de aanvulling weggevallen

De bedoeling van de aanvulling was het voorkomen van ongelijkheid. De situatie was namelijk als volgt: in het oude Bmo stond dat de eigen bijdrage voor bouwkundige of woontechnische aanpassingen aan een woning die in eigendom is van de aanvrager voor maximaal 39 perioden van vier weken kon worden opgelegd. Voor aanpassingen aan woningen die niet in eigendom zijn van de aanvrager, gold deze bepaling niet. Dit leidde onbedoeld tot een vorm van ongelijkheid. Daarom heeft uw Raad besloten om de maximale termijn ook te laten gelden voor aanpassingen aan woningen die niet in eigendom van de aanvrager zijn.

De noodzaak van deze aanvulling is met de inwerkingtreding van het nieuwe Bmo niet meer noodzakelijk. Daarom wordt voorgesteld om ook i n deze gevallen geen maximale termijn van 39 perioden te hanteren. Zolang de voorziening in gebruik is, betaalt iemand d e eigen bijdrage, mits het totaal van de eigen bijdrage niet meer bedraagt dan de kostprijs van de voorziening.

4.1 Het Besluit maatschappelijke ondersteuning is met ingang van 9 november 20.13 gewijzigd

Dat betekent dan dus ook dat de toelichting op de Verordening Wmo 2013 met terugwerkende kracht vastgesteld moet worden.

Kanttekeningen

1.1 Sommige mensen gaan langer een eigen bijdrage betalen

Een gevolg van het opheffen van de maximale termijn van 39 perioden is dat mensen langer een eigen bijdrage opgelegd krijgen, wanneer het college hen een bouwkundige of woontechnische aanpassing van de woning toekent. Dit vloeit echter voort uit de genomen beslissing om de eigen bijdrage te heffen conform het Bmo en de in 2010 gemaakte keuze om de eigen bijdrage conform de wettelijk toegestane maxima te heffen.

Financiën

De financiële gevolgen van het aanpassen van de eigenbijdrageregeling laten zich vooraf moeilijk inschatten. Bij bouwkundige en woontechnische aanpassingen zullen mensen langer een eigen bijdrage moeten betalen. Het effect daarvan wordt pas merkbaar wanneer mensen 39 perioden aan eigen bijdrage hebben betaald.

De stijging aan inkomsten op basis van de eigenbijdrageregeling wordt echter gedeeltelijk ongedaan

(3)

gemaakt wanneer mensen meerdere Wmo-voorzieningen hebben en al de maximale eigen bijdrage betalen.

De maximale hoogte van de eigen bijdrage is wettelijk vastgesteld, waarbij het niet van invloed is hoeveel voorzieningen iemand ontvangen heeft.

Tijdspad

De wijziging in het Bmo is van kracht geworden met ingang van 9 november 2013. Mensen die een eigen bijdrage hebben opgelegd gekregen op basis van het oude eigenbijdragebeleid blijven vallen onder de oude voorwaarden. Bij nieuwe aanvragen worden mensen geïnformeerd over de nieuwe eigenbijdrageregeling.

Communicatie

De infotheken zijn aangepast op de nieuwe situatie. In (telefonische) gesprekken worden burgers over de eigenbijdrageregeling geïnformeerd.

Evaluatie

Tijdens het uitvoeren van het beleid wordt nauwlettend toegezien op eventuele knelpunten en problemen.

Aangezien naar verwachting op korte termijn gestart wordt met de parlementaire behandeling van de nieuwe Wmo, is de verwachting dat over enkele maanden een nieuwe Wmo-verordening vastgesteld kan gaan worden.

Bijlage

1. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen (AT14000027) 2. Routingformulier AT14000026.

Burgemeester en wethouders,

A.H.W.M. Koeken RA drs. CF. van Eert

secretaris burgemeester Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 25 februari 2014.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de sterkten en zwakten in de taakuitvoering van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie, in relatie tot zichzelf, in relatie

Wij durven echter wel de grenzen van de wet en van het beleid te verkennen en zo nodig voorstellen aan uw raad voor te leggen voor aanpassing van gemeentelijke regelgeving en van

Eén van de uitgangspunten van het arbeidsmarktbeleid was: "We willen Social Return regionaal oppakken en ons aanbestedingsbeleid beter op elkaar afstemmen en gericht inzetten voor

In het Besluit Participatiewet is geregeld dat het college de gemeenteraad moet informeren over zijn globale analyse omtrent de mogelijke oorzaak en omvang van het tekort op

In Beuningen is Waasdaa voor een belangrijk deel gericht op jongeren die anders in het leven staan en voor wie de toekomstkansen niet vanzelfsprekend zijn.. Hoewel

In deze opinienota wordt uw Raad om een zienswijze gevraagd inzake enkele uitgangspunten die van belang zijn voor het beleid rondom de Jeugdwet en de Wmo 2015.. Via deze brief

Bij de evaluatie van het vergadermodel eind 2013 is gebleken dat het benoemen van collegeleden als vertegenwoordiger van de raad in het bestuur van gemeenschappelijke regeling

Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet