• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

lezingen & Commentaar

14

2 november 2016

Lezingen door de week | Maandag 7 november: Titus 1, 1-9 en Lucas 17, 1-6 • Dinsdag 8 november: Titus 2, 1-8.11-14 en Lucas 17, 7-10 • Woensdag 9 november: Ezechiël 47 1-2.8-9.12 of Eerste Brief aan de Korintiërs 3, 9b-11.16-17 en Johannes 2, 13-22 • Don- derdag 10 november: Brief aan Filemon 7-20 en Lucas 17, 20-25

• Vrijdag 11 november: Tweede Brief van Johannes 4-9 en Lucas

17, 26-37 • Zaterdag 12 november: Derde Brief van Johannes 5-8 en Lucas 18, 1-8 • Zondag 13 november (Drieëndertigste zondag door het jaar) Maleachi 3, 19-20a – Tweede Brief aan de Tessa- lonicenzen 3, 7-12 – Lucas 21, 5-19.

eucharistie op radio | 6 november, 10 uur, VRT Radio 1:

vanuit de parochie Sint-Vincentius Martelaar in Eeklo.

eucharistie op tv | 6 november, 10 uur, VRT één: vanuit de Sint-Servaasparochie in Grimbergen. Het gregoriaans abdijkoor staat onder leiding van pater Gereon van Boesschoten. Op groot orgel speelt Kamiel D’Hooghe.

commentaar bij de zondagslezingen c-jaar

— Luc Devisscher —

Hemelkwestie

Evangelie • De Sadduceeën behoren tot de hogere kringen van de joodse samenleving.

Zij aanvaarden enkel de geschreven Wet van Mozes en daar houdt voor hen de traditie op.

Zij geloven niet, zoals Lucas schrijft, in de verrijzenis. Met het boek Deuteronomium (zie 25, 5-10) onder de arm komen ze naar Jezus. Hun schijnvraag: „Iemand die zeven mannen gehad heeft, met wie moet die dan getrouwd zijn in de hemel?”

In zijn weerwoord maakt Jezus het onderscheid tussen „deze wereld” en „de andere wereld”. In deze wereld wordt gehuwd en uitgehuwelijkt (en gaan mensen dood), in de we- reld na deze wordt niet gehuwd en niet uitgehuwelijkt (en gaan mensen niet dood). Daar zijn de kinderen van deze wereld kinderen van God geworden omdat ze deel hebben gekre- gen aan de verrijzenis. Nakomelingen zijn overbodig geworden. Het vraagstuk van de Sadduceeën is dan ook niet relevant. De vrouw zal met niemand getrouwd zijn in de an- dere wereld. Trouwens, niet iedereen lijkt deel te krijgen aan de andere wereld. Het is en- kel weggelegd voor hen die ervoor waardig bevonden worden. En de anderen? Over hen wordt niets meegedeeld. Blijven zij gewoon dood?

Willen de Sadduceeën een Schriftuurlijk bewijs? Dat kan. Jezus verwijst naar het ver- haal van de braamstruik uit het boek Exodus (zie 3, 1-16) en geeft het een verrijzenistoets.

Als de Heer zich bekend heeft gemaakt aan Mozes als „de God van Abraham, Isaak en Ja- kob”, dan houdt dat in dat God blijvend denkt aan die aartsvaders. Dan is de Heer „toch geen God van doden, maar van levenden, want voor Hem zijn allen levend”. Ook al zijn de aartsvaders in deze wereld al lang gestorven, ze behoren nog steeds tot de levenden.

De God van de vaderen en de God van Jezus zijn dezelfde. Het is een God die doden ten leven wekt. Het is onze God en Vader. Aan de herinnering van God danken Abraham, Isaak en Jakob hun leven. Met andere woorden, wie – zoals de vaderen – niet door God vergeten wordt, verwerft het eeuwige leven en zal verrijzen.

Eerste lezing • Dit is de enige zondag waarop gelezen wordt uit de boeken van de Mak- kabeeën. Het vertelt het ‘macabere’ verhaal van zeven broers die voor het oog van hun moeder de marteldood sterven. De lezing werd een beetje opgekuist. In de volledige ver- sie worden de folteringen gedetailleerd beschreven. De broers worden letterlijk in de pan gehakt en op het vuur gebraden. De lezing stopt hier bij de dood van de vierde broer.

Waarover gaat dit familiedrama? De Makkabeeën sterven een wrede marteldood om- dat zij weigeren varkensvlees te eten. Als jood wordt hen dat door de wet verboden. De hele familie is er rotsvast van overtuigd dat God hen niet in de steek zal laten. Of zoals het klinkt in de laatste woorden van de tweede broer tot de koning: „de Koning der wereld zal ons, die voor zijn wetten sterven, laten opstaan tot een eeuwig leven”.

De boodschap is helder. Zij die hun leven geven voor de wet zullen verrijzen. Met de dood voor ogen schreeuwt ook de vierde broer dezelfde overtuiging uit. Die uitspraken van de gebroeders Makkabeeën zijn niet zonder belang. Hier wordt namelijk voor de eer- ste keer in de Bijbel het geloof in de verrijzenis uitgesproken. We zijn in de tweede eeuw vóór Christus. De joden leefden onder de heerschappij van de Syrische koning Antiochus IV. Die koning wilde de joden dwingen hun Tora of Wet los te laten en de Griekse goden te vereren.

De boeken Makkabeeën staan niet in de joodse Bijbel. Dat komt omdat ze in het Grieks werden overgeleverd. Voor de joodse Schriftgeleerden kwamen alleen Hebreeuwse boe- ken in aanmerking om Schrift te worden. De joodse Bijbel en ons Oude Testament lopen dus niet volledig gelijk. Het Tweede Boek Makkabeeën is een van de jongste geschriften uit de joodse traditie (het dateert waarschijnlijk uit 124 vóór Christus). Het zal niet verba- zen dat ‘geloven in de verrijzenis’ een fel discussiepunt was onder Jezus’ tijdgenoten. Is het vandaag anders?

Lezing uit Tessalonicenzen • Naast standvastigheid in de pastoraal (zie vorige zondag) in afwachting van de komst van Jezus Christus wordt Tessalonica ook aangespoord tot gebed voor anderen. Het woord van de Heer wil ook elders gedijen en verheerlijkt wor- den. Kwade geesten en zwartkijkers kunnen in het veld evangelisatie gemist worden als kiespijn. Mogen ook wij bidden voor alle ‘Tessalonicenzen’: dat hun harten gericht blij- ven op God en Christus.

• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc

• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be

EERSTE LEZING

tweede boek makkabeeen 7, 1-2.9-14

In die dagen werden zeven broers met hun moeder gevan- gen genomen. De koning wilde ze dwingen van het verbo- den varkensvlees te eten door ze met roeden en zwepen te laten geselen.

De eerste van hen, die optrad als hun woordvoerder, sprak als volgt: „Waarom wilt gij ons ondervragen en wat wilt gij van ons te weten komen? Wij zijn bereid te sterven, liever dan de wetten van onze voorvaderen te overtreden.”

Nadat de eerste gestorven was, riep de tweede broer, kort voordat hij de geest gaf: „Booswicht, gij kunt ons wel het te- genwoordige leven ontnemen, maar de Koning der wereld zal ons, die voor zijn wetten sterven, laten opstaan tot een eeuwig leven.”

Na hem werd de derde gemarteld. Zonder enige vrees sprak hij: „Ik heb deze ledematen van God gekregen; uit eerbied voor zijn wetten doe ik er afstand van, maar ik hoop ze eens weer terug te krijgen.” De koning en zijn omgeving stonden verbaasd over zoveel moed bij de jongeman, die zijn folterin- gen zonder één moment van zwakte doorstond.

Toen hij dood was, werd de vierde broer op dezelfde wijze gefolterd en gepijnigd. Op het punt te sterven, riep hij nog uit: „Het is niet zo erg door mensen omgebracht te worden, wanneer wij mogen vertrouwen op Gods belofte dat Hij ons weer zal laten verrijzen. Voor u echter zal er geen verrijzenis tot een nieuw leven zijn!”

TWEEDE LEZING

tweede brief aan de tessalonicenzen 2, 16 – 3, 5

Broeders en zusters,

Moge de Heer Jezus Christus zelf, moge God onze Vader, die ons zijn liefde heeft betoond, en die ons in zijn genade eeu- wige troost en blijde hoop heeft geschonken, uw harten be- moedigen en sterken met alle goeds, in woord en daad.

Voorts, broeders en zusters, bidt voor ons, opdat het woord van de Heer overal zoals bij u zijn luisterrijke loop mag vol- brengen en opdat wij verlost worden van die kwaadaardi- ge en boze lieden; want het geloof is niet aller deel. Maar de Heer is getrouw: Hij zal u sterken en behoeden voor de boze.

In de Heer vertrouwen wij op u dat gij doet wat wij bevelen en dit ook zult blijven doen. Moge de Heer uw harten nei- gen tot de liefde Gods en tot de standvastigheid van Christus.

EVANGELIE

lucas 20, 27-38

In die tijd kwamen enigen van de Sadduceeën, die de verrij- zenis loochenen, bij Jezus met de vraag: „Meester, wij zien bij Mozes geschreven staan: ‘Als iemand een getrouwde broer heeft die kinderloos sterft, dan moet hij diens vrouw nemen en aan zijn broer een nageslacht geven.’ Nu waren er eens zeven broers. De eerste trouwde en stierf kinderloos. De tweede en de derde namen de vrouw en de een na de ander stierven ze alle zeven zonder kinderen na te laten. Het laatste stierf ook de vrouw. Van wie van hen is zij nu bij de verrijze- nis de vrouw? Alle zeven toch hebben haar tot vrouw gehad.”

En Jezus sprak tot hen: „De kinderen van deze wereld hu- wen en worden ten huwelijk gegeven, maar zij die waardig gekeurd zijn deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten hu- welijk gegeven. Zij kunnen immers niet meer sterven, omdat zij als engelen zijn; en als kinderen van de verrijzenis zijn zij kinderen van God. Dat de doden verrijzen, heeft ook Mozes aangeduid waar het gaat over de braamstruik, doordat hij de Heer noemt: de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob. De Heer toch is geen God van doden, maar van levenden, want voor Hem zijn allen leven.”

Schriftlezingen

© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net

6 n ov e m b e r 2016 – tw e e e n d e rt i gst e zo n dag doo r h et jaa r

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kelingen in de jeugdhulp steeds hetzelfde proces terug: “wanneer ergens iets nieuws wordt bedacht dat (op korte termijn) de vraag naar specialistische zorg voor jeugdigen zou

Het omgaan met dilemma’s vraagt van de leerkracht dat hij weet waar hij voor staat en dat hij eigen wijze keuzes kan maken, die gebaseerd zijn op kennis, vaardigheden en een

Alle zeven toch hebben haar tot vrouw gehad.” Jezus sprak tot hen: “De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar zij die waardig gekeurd zijn deel

Booths woorden echoën na bij het Leger des Heils: “Wij zijn mensen die zich bezighouden met redding - dat is onze specialiteit - gered worden, gered blijven

Inderdaad, door het geloof weten wij dat de wereld die wij voor ogen hebben, uiteindelijk niet is ontstaan uit materiële oorzaken en dat de schepping die wij zien niet door

In de haiku komt de spanning over de afloop goed tot uitdrukking, en de tekening toont de beweging van de “gooier” (die overigens niet letterlijk gooit maar schuift) in

En Jezus sprak tot hen: „De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar zij die waardig gekeurd zijn deel te krijgen aan de andere wereld en aan de

De theologische commissie van de Congregatie voor de Heilig- verklaring erkende een wonder dat wordt toegeschreven aan paus Paulus VI.. Het betreft de