• No results found

hoven is een rustige, on-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "hoven is een rustige, on-"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DODENHERDENKING:

Terugkeer naar Indonesië

Nog geen twaalf jaar oud werd Theo Rottier met z'n familie geïnterneerd in Nederlands- Indië onder de Japanse bezetting. Drieëneen- half martelende jaren volgden. Zijn moeder en één van zijn broers stierven aan de ontberin- gen. Theo overleefde. Bitterheid, kampsyndro - men of wraakgevoelens heeft hij er niet aan overgehouden. Hij ging zelfs terug naar de plaatsen van de tragedie: de kampen en het graf van z' n moeder. Het betekende voor hem de voltooiing van een rouwproces.

Een tijdje later haalde de Kenpeitai (de japanse SS) zijn vader plotseling uit het kamp. Er volgde een verhoor van drie dagen; hij werd er- van verdach t als bankman geld aan het Ambonnese ver- zet te hebben doorgesluisd.

Hij bleef ontkennen, ook na beestachtige mishandelin- gen.

Theo: 'Als een wrak kwam hij terug. Ze hadden deuken in zijn hoofd geslagen, hij huilde als een kind. Een grote schok voor ons, dat verwacht je niet van vaders. Vanaf dat moment zat de schrik er bij iedereen goed in. '

T

heo Rottier (58) uit Eind-

hoven is een rustige, on-

opvallende man. Getrou wd, twee kinderen (zoon van 31, dochter van 26), bijna aan het eind van een succesvolle loopbaan als personeelsfunc- tionaris bij Philips. Toch is Theo voor zijn leven ge- brandmerkt door ervaringen uit zijn vroegste jeugd. Erva- ringen die hij deelt met de overlevenden van de bijna 100.000 Nederlanders die de oorlog in Japanse interne- ringskampen doorbrachten.

Zijn vader Louis Rottier was tijdens de jaren '20 en '30 agent van een handelsbank op verschillende plaatsen in Nederlands-Indië. Op java in Yogyakarta, waar Theo in 1931 geboren werd, op Cele- bes in Menado en op Sumatra in Palembang. Toen de oor- log met japan uitbrak, kreeg Louis Ronier van zijn hoofd- kantoor de opdracht om op zijn post te blijven. Met zijn vrouwen zijn vijf zoons wachtte hij de gebeurtenissen af.

Vrij snel nadat de japanners eind februari 1942 Palem- bang hadden ingenomen, moesten de Nederlanders zich melden voor een 'trans- port van twee dagen voor re- gistratie'. Ze werden overge- bracht naar een voetbalveld, waar de vrouwen en kinderen van de mannen werden ge-

scheiden. N aar later bleek

werden de mannen afgevoerd naar de plaatselijke gevange- nis, terwijl de vrouwen en kinderen in propvolle huizen werden geïnterneerd. Theo was zijn vader kwijt, maar verder was het leven in het kamp heL eerste jaar wel dra- gelijk. Er werd nog proviso- risch lesgegeven, de rantsoe- nen waren net voldoende en de jongens speelden onder- ling fanatiek soldaatje.

'Als het niet slechter was ge- worden dan dat eerste jaar, hadden velen het kunnen overleven,' zegt hij achteraf.

Mannelijkheid

De japanners bleven hun geïnterneerden verplaatsen.

In september 1943 werd het mannenkamp via de Musi- rivier verscheept naar Mun- tok op het eiland Banka, voor de kust van Zuid-Sumatra.

De mannen werden onderge- bracht in een oude gevange- nis. Er volgde een hele slech- te tijd. Het eten was zeer ka- rig en eenzijdig, ziektes ais dysenterie en beriberi braken uit, steeds meer mensen stier- ven.

Theo: 'Ik leerde daar snel dat Begin 1943 - Theo was twaalf je iets moest doen waardoor je jaar -diende hij zich met nog dichtbij het eten was. Zo zat een paar jongens bij de kamp- ik in de begrafenisploeg, commandant melden. 'We want dan kon je het kamp uit liepen het gebouw binnen. In en langs de weg iets meepik- de gang stond een soldaat die ken. In het hospitaal hielp ik met z'n bajonet een harakiri- met eten uitdelen. 's Och- gebaar naar ons maakte. Nou tends namen we de srand op hebben we het gehad, dacht en rekenden de doden en de ik. Maar op de binnenplaats hopeloze gevallen mee. Die moesten we ons alleen maar porties waren in ieder geval uitkleden. Ze wilden kijken voor ons.'

hoe het met onze mannelijk- Begin 1945 kwamen de man- heid was gesteld. We werden nen erachter dat het vrou- met z'n achten uit de rij ge- wenkamp eveneens ver- haald en moesten ons gereed- plaatst was, tot op een paar maken voor transport.' kilometer afstand. Een truck Samen met z'n oudere broer met voedsel reed tussen de Sjefwerd Theo overgebracht beide kampen op en neer.

naar het mannenkamp, dat Wekenlang zeurde Theo sa- vlak in de buurt lag. N a het men met andere jongens of emotionele afscheid van z'n hij mee kon met zo'n rit.

moeder was he t n p t 'On ~, regen we ineens z'n vader een 0 luchting. toestemming De vrouwen

K.J.T_LV LEIDEN

Theo (links) op

S-ja- rige leeftijd mei zijn

moeder en twee van zijn broers. De 1010

we

rd genomen

in 1936, vijl jaar voordal de Jopon-

ners Nederlands-

Indië zouden bezel-

ten.

wisten niet wat hen over- kwam. We stonden daarop zo'n meter of tien van het prikkeldraad en zwaaiden wat naar elkaar, een minuut of vijf. Aan de andere kant schreeuwden allerlei vrou- wen ons toe of hun man nog leefde. Ja, ja, riepen we maar terug. Ik ontdekte mijn moe- der. Ze had een grote lap om- geslagen zodat we niet kon- den zien hoe uitgeteerd ze al was. Het was de laatste keer dat ik haar heb gezien.'

Breuk in het leven

Een paar weken later werden de gevangenen teruggebracht naar Sumatra, naar een verla- ten rubberonderneming in het binnenland. 'Overleven was toen nog het enige dat telde. We aten honden en rat- ten als we die konden vangen.

Ik herinner me nog dat ik he- le dagen aan een ei liep te denken. Je wist niets over de oorlog, je zag alleen dat er steeds meer mensen doodgin- gen. Je kon bijna uitrekenen wanneer je zelf aan de beurt zou komen.'

Op 24 augustus vertelde de kampcommandant dat de oorlog was afgelopen. De vrouwen zaten inmiddels weer enkele kilometers ver- derop en de kinderen uit het vrouwenkamp mochten naar het mannenkamp.

'Toen hoorden we wat er met mijn moeder was gebeurd. In

(2)

KIND IN JAPANS KAMP

voltooide rouwproces

mei 1945 is ze overleden, uit- geteerd, beri beri,

ct

ysen (erie. Mijn jongere broer Louis, die toen 13 was, heeft haar moe- ten begraven. Die heeft dat

later nooit kunnen verwerken

- hij is twee jaar geleden over- leden·, dat is zijn trauma ge- weest. Toen ik het hoorde

was ik cr ook kapot van, ze-

ker toen ik zag dat andere ge- zinnen weer herenigd wer- den. Je voelt onmiddellijk, hoe jong je ook bent: dit is een breuk in het leven. Ze is

later drie keer herbegraven,

uiteindelijk op een ereveld in Semarang op Java. Mijn jon- gere broer Anton is

in sep-

tem ber 1945 gestorven, ach t jaar oud. Zijn graf hebben we nooit terug kunnen vinden.)

Met zijn vader en drie overge-

bleven broers reisde Theo in 1946 naar Nederland. Zijn vader keerde na een half jaar

terug naar Indonesië, de

zoons werden ondergebracht bij familie en pleeggezinnen.

Theo ging naar de HBS, de Zeevaartschool en de marine, maar werd in 1955 afgekeurd voor de grote vaart vanwege zijn ogen. Bij Philips maakte

hij vervolgens carièrc in het

personeelswerk. In 1971 werd hij adviseur Arbeidsbe- leid voor de vestigingen in Azië. Zijn eerste zakenreis ging naar Indonesië. 'Ik ben toen heel bewust naar Sema- rang gegaan. Het was een vol- tooiing van een rouwproces,

ik had er duidelijk behoefte aan. Ik werd veel emorioneler dan ik had verwacht. Je loopt langs al die kruizen met 1944, 1945 erop. Elk kruis betekent een hoop ellende uit die ja- ren. Dat golft dan over je heen zonder dat je het tegen kunt houden. Je kunt dan be- ter'een keer goed huilen, dan ben je het misschien voor een deel kwijt. Ook de plekken in Palembang heb ik terugge- zien. Ik denk dat het voor mij heilzaam heeft gewerkt. Vóór 1972 droomde ik minstens één keer per maand over de kampen, daarna is dat veel minder geworden.'

Blij mei niks

Theo Rottier gaat bijna met pensioen. Zijn rampzalige jeugd heeft hij gecompen- seerd door vlijtig te studeren en hard te werken. Hoe kijkt hij terug op zijn leven?

'Wat ik natuurlijk gemist heb is een normaal gezin waar je echt bijhoort, met een vader, een moeder en broers. Mijn vader, die twee jaar terug op

Het Indisch Monu- ment in Den Haag,

de herdenkings- piaats voor wie de oorlog doormaakte in de Verre Oost.

91-jarige leeftijd is overleden, was er heilig van overtuigd dat hij mijn moeder in het hiernamaals zou terug zien.

Dat was zijn troost, maar ik geloof daar niet in. Toch zijn er ook positieve effecten.

Voor de oorlog was ik een uiterst kieskeurig kind, ik lustte niks. Sinds het kamp eet ik alles. Als ik iemand zie knoeien met eten word ik vals. Ik ben dankbaar dat er water uit de kraan komt, blij met niks. Ik kan me overal aanpassen.

In Japan kom ik het minst graag. Op momenten dat ze luidruchtig worden, bij beto- gingen of zo, stoort me dat mateloos. Als ik dan die fana- tieke koppen zie, heb ik ont- zettend de pest in. Ik zeg ook ronduit dat ik niet sentimen-

teel kan worden over Hi

ro- shima. Het is mijn redding geweest.

Op 4 mei herdenk ik het eind van de oorlog en ik vind dat altijd weer ontroerend. De herdenking van 15 augustus in Den Haag heb ik nog niet meegemaakt, omdat ik steeds in het buitenland was. De vraag is of ik er naartoe zou gaan. Een paar jaar geleden

nog wel

, maar nu heb ik zoiets van: laten we de boe- ken maar sluiten. Ik ben naar Semarang en Palenibang ge- weest, ik zou niet weer gaan.

Ik zoek die aangrijpendheid

niet meer, daar wil ik juist

een beetje van weg blijven. Je weet maar nooit wanneer de stoppen doorslaan.'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontstaan van de moderne jeugdcultuur, in de late jaren vijftig en vroege jaren zestig, wordt vaak verbonden met een aantal andere ontwikkelingen: de groeiende

ConsuWijzer, in dezen onverdacht, heeft scluiftelijk op 28 januari 2008, Contactnummer 2727332, aangegeven dat noch NMa noch de toenmalige DTe (Dienst Toezicht energie) hiervan op de

Stad Oostende.. Tegen deze beslissing kan beroep worden ingediend bij de Vlaamse Executieve vertegenwoordigd door de Gemeenschapsminister van Leefmilieu of bij AMINAL

Al deze overwegingen hebben ertoe geleid dat de over- heid de gewone commanditaire vennootschap niet in aanmerking neemt voor het verkrijgen van expansie- steun

‘Vier ouders, twee echt, twee stief’ willen het allerbeste voor het kind dat op de drempel van volwassenheid staat en de koestering van ‘Slapen gaan met

Een nieuw lied: Die met den armen heeft, compassie of medelyden, en in den nood hem geeft, die nooit gebrek zal lyden... Een

Of minneklagt, van een jonge dochter welke van haar minnaar bevrugt was, en toen haar heeft verlaaten.1. Een

We zullen maar niet vertellen, wie het zijn, maar ze zijn erg ondeugend geweest en de koning wil ze goede manieren leeren, dan kunnen ze een volgenden keer misschien gevraagd