Vraag nr. 31
van 19 november 2004
van de heer STEFAAN SINTOBIN Zwaarlijvigheid bij peuters – Preventie
Wereldwijd zijn meer dan 22 miljoen kinderen jon-ger dan vijf jaar te dik. Daardoor lopen ze een ver-hoogd risico op diabetes of suikerziekte. De We-reldgezondheidsorganisatie (WHO) pleit terecht voor gezondere eetgewoonten en meer beweging. Beide zijn het beste wapen tegen suikerziekte. De andere gevolgen van zwaarlijvigheid zijn een te hoge bloeddruk, kanker, hart- en vaatziekten. Tot dusver blijft het aantal kinderen dat met overge-wicht kampt, echter stijgen, aldus het jongste rap-port van de WHO.
1. Vormt zwaarlijvigheid bij peuters ook in Vlaanderen een groeiend probleem en bestaan daar cijfers over ?
2. Is een gerichte campagne hier niet noodzake-lijk ?
3. Welke initiatieven inzake preventie heeft de mi-nister al genomen om dit probleem aan te pak-ken ?
Antwoord
1. Aan de Vrije Universiteit Brussel werd door de toenmalige minister van Gezondheid in 2000 de opdracht gegeven "nieuwe Vlaamse groei-curven" op te stellen. Er werden curven opge-steld voor gestalte, gewicht en BMI (Body Mass Index – red.) en de metingen hiervoor worden uitgevoerd van 1 december 2000 tot 30 november 2005. Aan de stuurgroep die het pro-ject begeleidt, nemen professoren van de Gent-se en de LeuvenGent-se universiteit deel.
Op een wetenschappelijk symposium, gehou-den op 16 september 2004, wergehou-den de groeicur-ven van de 2- tot 18-jarigen voorgesteld. De metingen voor de 0- tot 2-jarigen worden nog uitgevoerd en zullen in de nazomer van 2005 beschikbaar zijn.
Ik beschik momenteel dus enkel over recente BMI-gegevens van peuters van 2 tot 3 jaar. Hieruit blijkt dat 10,9 % van de meisjes
overge-wicht heeft en 1,5 % zelfs obees is. Bij de jon-gens behorend tot de leeftijdsgroep van 2 tot 3 jaar heeft 8,9 % overgewicht en is 0,9 % obees. Telt men beide samen dan heeft 9,9 % van de Vlaamse 2- tot 3-jarigen overgewicht en is 1,2 % obees.
2. De promotie van een gezonde voeding voor peu-ters wordt op een structurele wijze uitgevoerd door Kind & Gezin en het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG). Eenmalige, ge-richte campagnes hebben meestal een beperkte draagkracht, daarom acht ik deze niet aange-wezen.
3. Door Kind & Gezin, een Vlaamse overheidsin-stelling waarvan ik toezichthoudend minister ben, wordt extra aandacht aan de voeding van de kinderen besteed.
Het belang van voeding begint heel vroeg, van bij de geboorte. Studies tonen aan dat borst-voeding beschermend werkt tegen zwaarlijvig-heid op latere leeftijd. Daarom worden vanuit de Vlaamse Gemeenschap financiële middelen ter beschikking gesteld om borstvoeding te on-dersteunen en te stimuleren.
Daarnaast worden de ouders tijdens de raad-plegingen voor het jonge kind door de ver-pleegkundigen begeleid in het zoeken naar de juiste verzorging en voeding van het kind. Door Kind & Gezin worden handige brochures gemaakt met "Tips & recepten voor een gezon-de voeding". Niet alleen gezon-de ougezon-ders vormen een doelgroep van Kind & Gezin, maar ook de kin-derdagverblijven en de onthaalouders.
Naast de voeding wordt ook het belang van li-chamelijke beweging onderstreept.
kleu-ter- en basisonderwijs als voor het secundair onderwijs worden materialen en acties ontwik-keld.
Naast het ontwikkelen van eigen materiaal werkt het VIG ook samen met andere instan-ties die projecten, materialen en acinstan-ties willen ontwikkelen en implementeren. Intersectorale samenwerking en participatie zijn belangrijke kenmerken van gezondheidspromotie. Af-gelopen jaren werd heel vaak samengewerkt met verschillende instanties rond gezonde voe-ding, zo werd de "Voedingsdriehoek" ontwik-keld op het VIG in samenwerking met verte-genwoordigers van organisaties en scholen werkzaam rond voeding.
Er bestaat geregeld samenwerking met Kind & Gezin. Momenteel wordt samen met Kind & Gezin een fiche omtrent peuter- en kleutervoe-ding uitgewerkt op basis van de voekleutervoe-dingsdrie- voedingsdrie-hoek met vooral veel praktische tips en een voorbeeld van een dagmenu. Deze fiche kan ge-bruikt worden door alle actoren die recht-streeks of onrechtrecht-streeks te maken hebben met de problematiek of de preventie ervan, zoals onder andere diëtisten, verpleegkundigen, LO-GO-medewerkers en (huis)artsen (LOGO: lo-kaal gezondheidsoverleg – red.).
