Vraag nr. 149 van 19 april 2002
van mevrouw SONJA BECQ
Particuliere opvanginitiatieven – Financiële steun Er werd beslist aan particuliere opvanginitiatieven (POI) een financiële ondersteuning te geven mits deze initiatieven voldoen aan de vereiste voor-waarden, onder meer inzake tewerkstelling.
Eén van de doelstellingen was een kwaliteitsvol aanbod in de hand te werken.
Vraag is of de betrokken maatregel aan de beoog-de verwachtingen voldoet.
1. Hoeveel van de initiatieven die potentieel in aanmerking komen, vroegen de premie aan (in absolute en relatieve cijfers) en hoeveel ontvin-gen de gevraagde premie ? Graag een overzicht per arrondissement.
2. Waren er weigeringen voor de premie en zo ja, om welke redenen ?
3. Werd het volledig daartoe bestemde bedrag in de begroting 2001 besteed ?
4. Is er zicht op de aanvragen voor 2002 en tekent zich eenzelfde trend af als in 2001 ?
5. Is er zicht op de redenen waarom de premie in voorkomend geval niet wordt aangevraagd (door gebrek aan informatie – belastbaarheid van de premie – andere redenen) ?
6. Houdt deze maatregel een verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening in (door vor-ming, continuïteit van het personeel, ... ) ?
Antwoord
1. Het overzicht van het aantal mini-crèches dat in 2001 in aanmerking kwam voor de financiële ondersteuning wordt gegeven per provincie.
Antwerpen 103 Vlaams-Brabant en Brussel 141 Limburg 24 Oost-Vlaanderen 153 West-Vlaanderen 129 Totaal 550
Het aantal aanvragen dat werd ingediend
Antwerpen 41 Vlaams-Brabant en Brussel 28 Limburg 13 Oost-Vlaanderen 51 West-Vlaanderen 42 Totaal 173 = 31,8 %
Het aantal dossiers dat werd goedgekeurd. % van aantal mini-crèches dat in aanmerking kwam Antwerpen 30 23 % Vlaams-Brabant en Brussel 19 13 % Limburg 10 24 % Oost-Vlaanderen 37 24 % West-Vlaanderen 30 23 % Totaal 126 22,9 %
2. Ongeveer één derde van de mini-crèches die een aanvraag gedaan hebben, voldoet niet aan de voorwaarden. Er waren verscheidene rede-nen.
Soms was er een te lage Kwapoi-score. E e n mini-crèche moet een gemiddelde van minstens 4 behalen op de Kwapoi-schaal (kwaliteitsin-strument voor POI's) en het gebruik van het zelfevaluatie-instrument kunnen aantonen. E e n andere belangrijke reden waarom de aanvraag niet aanvaard werd, is dat de verantwoordelij-ke(n) niet over de vereiste diploma's of getuig-schriften beschikt (beschikken).
3. N e e n , het volledig daartoe bestemde bedrag werd niet besteed. Het begroot bedrag in 2001 voor deze ondersteuning was 2.231.041 euro. Tot op 31 december 2001 werd 586.588,53 euro uitbetaald.
Aantal nieuwe aanvragen in 2002 (april 2002) : Antwerpen 10 Vlaams-Brabant en Brussel 5 Limburg 3 Oost-Vlaanderen 4 West-Vlaanderen 5
5. Redenen voor het niet vragen van de financiële ondersteuning
a) De gevolgen op fiscaal vlak : de subsidie is immers "tot nader bericht" belastbaar. Ik heb dit herhaaldelijk gesignaleerd aan Fi-n a Fi-n c i ë Fi-n . Ik kreeg eveFi-nwel tot op hedeFi-n geeFi-n r e s p o n s. Ik overweeg in die context dan ook een aanpassing van het besluit van de Vlaamse regering waarbij de financiële on-d e r s t e u n i n g, conform on-de realiteit zoals on-die ook in deze antwoordcontext wordt geïllus-t r e e r d , formeel als kwaligeïllus-teigeïllus-tskosgeïllus-ten wordgeïllus-t gedefinieerd.
b) De verantwoordelijke beschikt niet over het juiste diploma en/of voldoet niet aan de voorwaarde bijkomend acht uren vorming te hebben gevolgd.
c) De begeleiders (verantwoordelijke en ander personeel) zijn niet bereid te werken als zelf-standige of in dienstverband.
d) Mini-crèches in Brussel kunnen als gevolg van de toepasselijkheid van de taalwetgeving de vergoeding niet aanvragen.
e) Te lage Kwapoi-score.
6. Door de financiële ondersteuning creëert men een structureel beter werkingskader, w a a r d o o r uiteindelijk de kwaliteit kan verbeteren omdat meer garanties op continuïteit in personeel kun-nen geboden worden. Er dient ook een gemid-delde score van 4 behaald te worden (is meer dan basiskwaliteit) op de Kwapoi-schaal. Vo o r-zieningen worden ook aangezet tot kwaliteits-verbetering via het zelfevaluatie-instrument (ze moeten het gebruik ervan kunnen aantonen aan i n s p e c t i e ) . Eveneens moeten ze jaarlijks acht uren bijscholen.
