• No results found

Vraag nr. 140 van 4 april 2002 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 140 van 4 april 2002 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 140 van 4 april 2002

van mevrouw SONJA BECQ

Delinquente jongeren – Psychiatrische opvang Naar aanleiding van diverse vragen en interpella-ties met betrekking tot jeugddelinquentie werd onder meer gesproken over de minderjarigen die ten onrechte begeleid worden – niet echt "thuis-horen" – in de gemeenschapsinstelling in Mol. Ik citeer uit het verslag van de bespreking van de vragen om uitleg over minderjarige delinquentie in de Commissie voor We l z i j n , Volksgezondheid en Gelijke Kansen van 31 januari jongstleden (Han-delingen Commissievergadering – Nr. 107 van 31 januari 2002, blz. 1 e.v.) :

" We zijn daarnaast ook druk bezig met de aanpas-sing van de zorgprogramma's van het V l a a m s Fo n d s. Het gaat met name over categorie 14. E e n aantal jongeren met een karakterstoornis die ei-genlijk in een MPI thuishoren, zitten momenteel in M o l . Via de middelen van het Vlaams Fonds zullen plaatsen worden bij gecreëerd voor die jongeren." 1. Om hoeveel jongeren met een karakterstoornis

die eigenlijk in een medisch-pedagogisch insti-tuut (MPI) thuishoren, gaat het gemiddeld ? Is er – in vergelijking met voorgaande jaren – terzake een evolutie vast te stellen ?

2. Op welke wijze worden via de middelen van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap plaatsen voor jonge-ren gecreëerd, rekening houdende met het feit dat de bijkomende middelen (19,33 miljoen euro) integraal bestemd zijn voor het wegwer-ken van de wachtlijsten ?

3. Stonden voormelde jongeren reeds op de cen-trale wachtlijsten ? Zo neen, werd er dan in bij-komende middelen voorzien ?

Antwoord

1. In het verslag van de bespreking van de vragen om uitleg over minderjarige delinquentie, in de commissievergadering van 31 januari 2002, h e b

ik inderdaad melding gemaakt van minderjari-gen in de gemeensschapsinstelling in Mol. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen de open en de gesloten afdeling. De be-trokken instelling bevestigt mij dat op 17 april 2 0 0 2 , van de 102 plaatsen in Mol, vijftien plaat-sen worden ingenomen door minderjarigen waarvan de stafleden aangeven dat ze een meer adequate opvang en behandeling nodig hebben in een medisch-pedagogisch instituut dat erkend en gesubsidieerd wordt door het Vlaams Fo n d s. Dertien van deze minderjarigen worden opge-vangen in de open afdeling "De Markt", twee in de gesloten afdeling "De Hutten".

2. De bijkomende middelen voor nieuwe initiatie-ven in de begroting 2002 van het Vlaams Fo n d s worden inderdaad integraal toegewezen aan personen met een handicap, volwassenen en m i n d e r j a r i g e n , die als hoogst urgent geregis-treerd staan in het meest recente rapport van de centrale wachtlijstwerking.

Naast de creatie van extra capaciteit is er uiter-aard ook een doorstroming en een natuurlijk verloop naar, van en tussen voorzieningen. Deze dynamiek wordt inmiddels versterkt door het effect van de maatregelen die door mijn voorganger werden genomen met betrekking tot de flexibilisering van de opvang en de bege-leide uitgroei. Door het intramurale werk van deze voorzieningen te verbreden naar ambulan-te begeleidingen in de conambulan-text van het thuismi-l i e u , kan ook een snethuismi-lthuismi-lere doorstroming en rota-tie binnen de gegeven capaciteit worden ver-wacht.

(2)

Geboortejaar 1998 1999 2000 1977 7 0 0 1978 8 4 0 1979 22 12 7 1980 47 19 13 1981 74 47 24 1982 92 74 59 1983 64 69 64 1984 80 96 98 1985 63 76 82 1986 55 62 74 1987 54 59 71 1988 38 53 64 1989 32 43 56 1990 27 31 47 1991 17 31 51 1992 11 18 32 1993 7 15 20 1994 1 8 12 1995 0 2 3 1996 1 3 4 700 722 781

3. In het antwoord op de eerste vraag geef ik aan dat het Vlaams Fonds dit jaar 19,33 miljoen euro extra zal toekennen voor oplossingen voor personen met de zwaarste en de hoogst urgente zorgvraag.

Om te bepalen welke personen tot die groep b e h o r e n , zijn in de daarvoor opgerichte task force prioriteitencriteria voorgesteld. Deze wer-den vervolgens toegepast op de meest recente zorgvraagregistratie gepresenteerd in het rap-port centrale wachtlijsten van 30 juni 2001. O p de prioritaire nominatieve lijst blijken drie min-derjarigen voor te komen waarbij is aangegeven dat ze worden opgevangen in een niet door het Fonds erkende instelling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan de bepalingen zoals ze vandaag omschre- ven zijn in hoofdstuk IV van het thuiszorgde- creet werd inderdaad vooralsnog geen uitvoe- ring gegeven.. Na de evaluaties van

Na de beslissing van de Vlaamse regering om het Bloso-centrum in Dilbeek af te stoten, b e- vestigde de gemeente bij brief van 2 februari 1998 ook haar principiële interesse voor

Vlaams minister van Financiën en Begroting, I n n o- vatie, Media en Ruimtelijke Ordening.

Als bijlage 2 vindt de Vlaamse volksvertegen- woordiger de lijst van alle Vlaamse gemeenten met de verhouding van het aantal sociale huur- woningen ten opzichte van het

In 2001 werd bij de begrotingscontrole door het Vlaams Parlement beslist om de dotatie 2000 te besteden aan de drie reeds hierboven vermelde projecten voor 99.157 euro en het saldo

Binnen de nieuwe middelen 2002 voor gehandicap- tenzorg is 495.787 euro (20 miljoen frank) gereser- veerd voor een referentienetwerk-kenniscentrum ten behoeve van de verzameling en

Deze werkwijze bestond erin dat naast de erkenning voor de doelgroep gehandicapten, e r ook een erkenning en subsidie voor de doel- groep bijzondere jeugdbijstand werd

3. Alle mini-crèches die vorig jaar de financiële ondersteuning kregen, hebben hun aanvraag tot verlenging vóór 1 april 2002 ingediend.. Redenen voor het niet vragen van de