• No results found

Instemmingsrecht bij arbeidsomstandigheden, Ktg. Rotterdam 15 december 1992

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Instemmingsrecht bij arbeidsomstandigheden, Ktg. Rotterdam 15 december 1992"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

r!JI]

jurisprudentie

Instemmingsrecht bij

arbeidsomstandigheden

Deze rubriek signal-eertenbehandelt de belangrijkste jurispru-dentie op or-gebied. De rubriek wordt beurtelings.geschre-ven door mr Adriaan Dorresteijn (onderne-mingsrecht)enmr Guus Heerma van Voss (sociaal recht).

Guus Heerma van Voss

48

De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht bij onderwerpen waarover de arbeidsinspectie een eis kan stellen. Dit geldt ook wanneer het beleid van de arbeidsinspectie meebrengt dat geen eisen op dit gebied worden gesteld.

(Kantongerecht Rotterdam 15december 1992, artike/27, derde lid WOR)

Noordzee Veerdiensten BV wilde besluiten dat het aan varend personeel niet zou worden toege-staan tijdens aanwezigheid aan boord alcohol te gebruiken of in bezit te hebben, behalve als het bezit van alcohol is vereist voor de uitoefening van de functie. Dit besluit werd ter instemming voorgelegd aan de ondernemingsraad, maar deze weigerde de instemming. De or wilde helemaal geen regeling van deze materie. Hierna vroeg de ondernemer de kantonrechter om vervangende goedkeuring.

Tijdens deze procedure kwam de vraag aan de or-de of or-de onor-dernemer in dit geval wel verplicht was om de ondernemingsraad om instemming te vragen. Weliswaar betreft dit een besluit op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbp;rl hetgeen voor-komt op de lijst van onderv 'lrover vol-gens artikel 27 WOR in "licht is. Maar het vierde lid van ook dat deze instemming niet ve Ter ter-zake een aanwijzing ka of een eis kan worden gesteld; beids-omstandighedenwet.

Op grond van de Arb trege-ling Vervoermiddelen is lighe-denwet sinds 1 januari j 19aan

boord van de schepen v. erdien-sten. Er is een aparte aml rie daar toezicht op uitoefent, verg, .t de Ar-beidsinspectie. Deze dienst ka . stellen en aanwijzingen tot naleving van de wet geven als het gaat om veiligheid, gezondheid en welzijn. In dit geval gebeurt dit echter (nog) niet. De onder-nemer wenst niettemin de regeling toch al in te voeren. De ondernemingsraad stelde dat de wet-gever met de uitzondering op het instemmings-recht slechts had beoogd om dubbele procedures te voorkomen en niet om de medezeggenschap te beperken.

Volgens de kantonrechter was de wettekst duide-lijk. Ook de bedoeling van de wetgever is helder: er is geen reden voor een instemmingsrecht, ook indien de inspectie geen beleid nodig achtte tot het stellen van eisen en geven van aanwijzingen. De ondernemer werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om vervangende goedkeuring, omdat die goedkeuring niet vereist was.

Hij kan zijn voorgenomen besluit uitvoeren, als dat past in de Arbeidsomstandighedenwet.

Commentaar

De uitspraak in deze vreemde zaak is gelet op de wettekst begrijpelijk. Zij maakt echter duidelijk dat de wetswijziging, die bedoeld was om het sa-menvallen van procedures op grond van WOR en op grond van de Arbo-wet te voorkomen, tegelijk ernstig afbreuk heeft gedaan aan het instem-mingsrecht van de or. Eerder is al eens door een rechter uitgesproken dat men bij het instem-mingsrecht ten aanzien van de arbeidsomstandig-heden met name moet denken aan de onderwer-pen die zijn geregeld in de Arbeidsomstandighe-denwet en die door de arbeidsinspectie kunnen worden gecontroleerd. Uit deze uitspraak kan men afleiden dat juist op deze gebieden het derde lid een uitzondering betekent op de toepassing. Als we deze twee uitspraken combineren, rijst de vraag waarover de or dan nog instemmingsrecht heeft op het gebied van de Arbo-wet.

Wat kan de or nu nog doen op de gebieden van veiligheid, gezondheid en welzijn, waarover de Arbeidsinspectie zeggenschap heeft? De or kan de inspectie vragen om wetstoepassing. Weigert die dan kan de or tegen deze beslissing beroep aantekenen bij de minister en tegen de beslissing van de minister bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Dat is om twee redenen onvoldoende. Op de eer-ste plaats wordt de beslissing van de arbeidsin-spectie door de minister waarschijnlijk gedekt en door de rechter alleen getoetst op strijd met de wet en beginselen van behoorlijk bestuur. Ten tweede heeft de or er niets aan in een geval als dit, waarin hij juist een besluit wilde tegenhouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook ten aanzien van het contact met hun moeder zijn Nederlandse jongeren zeer positief: Nederlandse jongeren rapporteren op alle metingen hoger dan het internationale gemiddelde

Wat kunnen we als gemeente Woerden doen om zo goed mogelijke zorg voor de regio en zo veel mogelijk werkgelegenheid voor de gemeente te

In de parlementaire behandeling van het betrokken artikellid stelde het kamerlid Leijnse voor dat de ondernemingsraad het instemmings- recht slechts verliest als de

De regeling voor part-time werken is een algemene regeling die deels op een lijn is te stellen dan wel raakvlakken heeft of kan hebben met regelingen, genoemd in artikel 27 lid 1 van

De ondernemer voerde aan dat de or in deze pro- cedure geen voorlopige voorziening kon vragen, nu niet de bij art.. 36 WOR voorgeschreven be- middeling was gevraagd van

De kantonrechter oordeelde dat het niet formeel afronden van de bemiddeling door de bedrijfscom- missie niet kan meebrengen dat de vakbond niet in haar verzoek kan worden

De or kan uit deze uitspraak leren dat het nuttig kan zijn om in situaties waarin hij bezwaren heeft tegen een bepaalde toepassing van de cao door de werkgever, deze bezwaren naar

Gladpootjes achtte het ontbindingsver- zoek ook in strijd met zijn rechtsbescherming als or-lid, omdat onvoldoende aannemelijk was ge- worden dat de beëindiging geen relatie had