Vraag nr. 76
van 20 februari 1997
van de heer ANDRE DENYS
Lokale radio's – Interferentie-enquête
In een brief van de afdeling Media en Film van 28 mei 1996 werd er bij alle erkende lokale radio's een rondvraag gedaan over storingen die zij onder-vinden van andere lokale radio's, met als doel hier-van een actuele inventaris op te stellen.
1. Wat zijn de resultaten van deze rondvraag ? 2. Welke initiatieven werden er reeds genomen
voor gevallen waar lokale radiozenders elkaar storen ?
Antwoord
1. De administratie Media heeft met haar brief van 28 mei 1996 inderdaad een rondvraag gedaan bij de erkende lokale radio's over de storingen die zij ondervonden. Dit gebeurde op vraag van de Raad voor Lokale Radio's tijdens de vergadering van 21 mei 1996. Om de bron van de storingen eenvoudig te kunnen catalogi-s e r e n , werd de lokale radio'catalogi-s gevraagd de catalogi- sto-ringen te groeperen volgens de herkomst, m e t andere woorden storingen veroorzaakt door : – erkende lokale radio's van de Vlaamse
Ge-meenschap zelf,
– radio's van de Franse Gemeenschap, – radio's van het buitenland.
181 van de 332 toen erkende lokale radio's heb-ben op deze rondvraag geantwoord.
2. De administratie stelde een overzicht van deze klachten op. Dit werd door de administratie bezorgd aan de Raad voor Lokale Radio's en aan het Belgisch Instituut voor Post en Te l e-communicatie (BIPT), verantwoordelijk voor de ethercontroles in België. Er werden 278 klachten ingediend tegen Vlaamse lokale radio's, 83 klachten tegen radio's van de Franse Gemeenschap en 73 klachten tegen buitenland-se radio's.
3. De ingediende klachten van storingen kunnen op twee manieren worden verklaard. O f w e l werkt de storende radio niet volgens zijn zend-vergunning en stoort daardoor de klager. Ofwel is de storende radio te dicht bij de klager
gele-gen, waardoor ze elkaar onderling zullen storen in hun respectieve dienstzones.
In het eerste geval kan een controle van het BIPT een oplossing bieden. Na de controle wer-ken beide stations weer volgens hun zendver-gunning en zouden de problemen ten opzichte van elkaar opgelost moeten zijn. Voor een over-zicht van de controles verwijs ik naar mijn uit-voerig antwoord op de parlementaire vraag nr. 9 van 2 oktober 1996 van de heer Carl Deca-luwé (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 3 van 31 oktober 1996, blz. 209 – red.).
In het tweede geval kunnen de storingen n i e t worden opgelost via een controle van de zen-d e r s. Een oplossing kan erin bestaan voor één van de twee stations een alternatieve frequentie te zoeken. Dit is in de praktijk evenwel zo goed als uitgesloten, omdat er geen vrije frequenties zijn.
Met betrekking tot de Franse Gemeenschap is er een patsituatie. Omtrent de betwistingen lopen een aantal procedures bij de Raad van State. De Vlaamse Gemeenschap is immers van oordeel dat de Franse Gemeenschap de regelge-ving niet gerespecteerd heeft. De zonder coördi-natie afgeleverde zendvergunningen aan Frans-talige radio's zijn in contradictie met het koninklijk besluit van 10 januari 1992.
4. Gelet op wat vooraf gaat, kan enkel een alge-mene herziening van het Vlaamse frequentie-plan (lees een vermindering in het aantal toe te kennen frequenties) op termijn oplossingen bie-den.