• No results found

Vraag nr. 202 van 7 mei 1999 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 202 van 7 mei 1999 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 202 van 7 mei 1999

van mevrouw MARIJKE DILLEN

Historisch verontreinigde gronden – Stand van zaken

De lijst van de historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden, wordt ge-regeld aangepast.

1. Hoeveel keer werd deze lijst reeds aangepast en om welke redenen ?

2. Welke dossiers zijn vandaag vermeld op deze lijst ?

Wat zijn de verwachtingen op het vlak van de sanering, en tegen wanneer dient deze sanering te worden gerealiseerd ?

Welk budget werd hiervoor op de begroting van het Vlaams Gewest ingeschreven ?

3. In hoeveel en welke dossiers zijn de sanerings-werken ondertussen uitgevoerd ?

Wat is de totale kostprijs hiervan voor het Vlaams Gewest ?

Antwoord

1. In uitvoering van de bepalingen van artikel 30 van het decreet van 22 februari 1995 wees de Vlaamse regering op 4 maart 1997 de eerste lijst van historisch verontreinigde gronden aan waar bodemsanering moet plaatsvinden. Deze lijst werd aangepast (schrappingen en aanvullingen) door de besluiten van de Vlaamse regering van de volgende data : 21 mei 1997 ; 20 januari 1998 ; 7 juli 1998 ; 23 maart 1999.

De lijst werd om de volgende redenen aange-past :

– schrappingen komen voor doordat de sane-ringsplichtige verdere onderzoeksinspannin-gen heeft geleverd of saneringswerken heeft uitgevoerd waaruit blijkt dat op deze gron-den geen (verdere) bodemsanering moet plaatsvinden (bv. het beschrijvend bodemon-derzoek heeft aangetoond dat de historische verontreiniging geen ernstige bedreiging vormt) ;

– de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) ontvangt voortdurend nieuwe oriënterende

bodemon-derzoeken (in het kader van een decretale verplichting zoals bij de overdracht van gronden of zoals de periodieke verplichting tot onderzoek van gronden met risicoactivi-teiten) waaruit blijkt dat gronden aangetast zijn door een historische verontreiniging die aanleiding geeft tot bodemsanering.

2. Op deze lijst van historisch verontreinigde gron-den waar bodemsanering moet plaatsvingron-den, zijn de kadastrale percelen opgenomen waarvan een oriënterend bodemonderzoek heeft uitge-wezen dat er aanwijzingen zijn dat de histori-sche bodemverontreiniging een ernstige bedrei-ging vormt.

Momenteel zijn 3.277 kadastrale percelen (uit 1.104 dossiers) opgenomen op deze lijst.

In het Milieubeleidsplan 1997-2001 (Hoofdstuk 6 : Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen) werden doelstellingen geformuleerd voor de sa-nering van de historisch verontreinigde gronden : – de sanering van de meest urgente historische bodemverontreinigingen moet zijn aangevat vóór 2006 (de OVAM-prioriteit 1) ;

– de sanering van de urgente historische bo-demverontreinigingen moet zijn aangevat vóór 2021 (de OVAM-prioriteit 2) ;

– alle historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden, moeten worden gesaneerd vóór 2036 (de OVAM-pri-oriteiten 3 en 4).

Momenteel zijn 644 dossiers opgenomen in pri-oriteit 1, 122 in pripri-oriteit 2, 120 in pripri-oriteit 3 en ten slotte 218 in prioriteit 4.

De verplichtingen tot bodemsanering worden opgelegd aan de saneringsplichtige, na aanma-ning.

Enkel indien de op deze wijze aangewezen per-soon :

– niet of in onvoldoende mate optreedt en na een hernieuwde aanmaning geen gevolg geeft aan de hem opgelegde verplichtingen, – niet gehouden is tot bodemsanering over te

gaan krachtens de artikelen 10 of 31 van het bodemsaneringsdecreet,

(2)

Vlaamse regering een lijst vastgesteld van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambts-halve door de OVAM in de loop van het vol-gende jaar zal worden begonnen of voortgezet. Ze vermeldt de raming van de kosten die defini-tief ten laste van het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur (MINA-fonds) komen.

Daarnaast kan de OVAM veiligheidsmaatrege-len treffen indien de verontreiniging een onmid-dellijk gevaar vormt.

3. Zoals ook werd opgenomen in het verslag aan het Vlaams Parlement met betrekking tot de uitvoering van het bodemsaneringsdecreet, wer-den reeds in 16 dossiers eindverklaringen uitge-reikt waarin de resultaten van de bodemsane-ringswerken worden vastgesteld. In ruim 50 dos-siers werd in het beschrijvend bodemonderzoek aangetoond dat de historische bodemverontrei-niging geen ernstige bedreiging vormde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gunstig advies gegeven voor de verlenging met één jaar van het raamcontract OVAM-VITO, onder voorbehoud dat de afgelopen beheers- overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en de VITO

Naar aanleiding van de internationale boekenbeurs in London in maart jongstleden heeft de Vlaamse regering een subsidie van 7 miljoen frank toege- kend aan de Stichting

Onder personeelskosten wordt hier verstaan : de kosten voor de mandagen die personeelsleden van de cel Taaladvies, afdeling Kanselarij, en van de afdeling Communicatie en Ontvangst

Om de OCMW's bij het stellen van de huurwaar- borg te steunen, verleent de Vlaamse overheid aan elk OCMW dat aan dit systeem meewerkt een ver- goeding voor de gemaakte

Bij beslissing van de Vlaamse regering van 9 maart 1999 worden de baggerwerken in de Schelde voor een periode van zeven jaar toegewezen aan de TV Zeeschelde, waarbij

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Van den Brande, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenhe-

Na vergelijking van de kandidatuur van de ambte- naar die het annulatieberoep heeft ingesteld met die van de ambtenaar wiens benoeming verbroken werd, heeft de Vlaamse regering

De Vlaamse regering heeft bij beslissing van 23 maart jongstleden aan de Vlaamse openbare instel- lingen gevraagd om zich in hun huisstijl duidelijker als Vlaamse overheid