• No results found

Vraag nr. 68 van 7 mei 1999 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 68 van 7 mei 1999 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 68 van 7 mei 1999

van mevrouw MARIJKE DILLEN Drugspreventie – Leerlingenbevraging

In december 1998 heeft de Vlaamse regering op voorstel van de minister ingestemd met de organi-satie van een bevraging van leerlingen in het kader van het Vlaams drugspreventiebeleid.

1. De scholen kregen de mogelijkheid op vrijwilli-ge basis deel te nemen en een aanvraag voor de organisatie van deze bevraging diende te wor-den gericht tot de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD).

Hoeveel scholen hebben een aanvraag inge-diend bij de VAD ? Hoeveel leerlingen waren hierbij betrokken ? Kan de minister telkenmale een overzicht geven per provincie ?

2. De bedoeling bestond erin een aanzet te geven om het drugbeleid van een school te evalueren, dit met de actieve inbreng van de leerlingen. Kan de minister mij de resultaten van deze eva-luatie meedelen ? Hoe is de actieve inbreng van de leerlingen verlopen ? Hoe kan de medewer-king van de scholen worden omschreven ? 3. De vragenlijst die aan de leerlingen werd

gege-ven, omvatte een vijfentwintigtal vragen.

Kan de minister per vraag een globaal resultaat geven ?

4. In het rapport met de resultaten was het de be-doeling aan de school tips en suggesties te geven rond hoe en waarom ze met de leerlingen kan praten.

Kan de minister een overzicht van deze tips en resultaten geven ?

Antwoord

1. Stand van zaken (aantal scholen, aantal leerlin-gen, verdeling per provincie)

De bevraging van de leerlingen is gestart in het voorjaar 1998 met een proefproject waarin eerst de vragenlijst werd uitgetest in 2 scholen, en waarin nadien de bevraging met participatieve risicoanalyse werd uitgetest in 7 scholen. Deze gegevens werden verwerkt in een rapport voor de 9 participerende scholen en in een globaal syntheserapport.

Het eigenlijke project is gestart in oktober 1998 met een bekendmaking van de bevraging en de technische voorbereidingen van de verwerking. De eerste vragenlijsten werden afgenomen in januari 1999. Tot op heden hebben 249 scholen een aanvraag ingediend, waarvan 124 de bevra-ging nog dit schooljaar organiseren en de rest ervoor koos om dit vanaf september te doen. Het gaat in totaal over 124.715 leerlingen. Ook volgend schooljaar kunnen scholen zich in dit project inschrijven. Dit cijfer betekent dat nu al 1/4 van alle secundaire scholen de bevraging heeft aangevraagd.

Overzicht van de spreiding per provincie

Provincie Aantal scholen

Antwerpen 86 Limburg 40 Oost-Vlaanderen 46 Vlaams-Brabant 42 West-Vlaanderen 35 Totaal 249 2. Resultaten

De verwerking van de gegevens resulteert in een rapport per school waarin de resultaten worden weergegeven en besproken en waar mogelijk vergeleken met cijfergegevens uit be-staand Vlaams wetenschappelijk onderzoek. De bespreking van de resultaten gebeurt in ver-schillende rubrieken.

– Risicogedrag : over gebruik van tabak, alco-hol, medicatie, illegale drugs en over gokken. Deze gegevens geven een globaal zicht op niet-gebruik, experimenteel gebruik en re-gelmatig gebruik bij leerlingen.

– Externe en interne risicofactoren : over het schoolreglement, de opvang en begeleiding van leerlingen en het schoolklimaat. Deze gegevens geven feedback van de leerlingen over het gevoerde drugbeleid door de school.

(2)

de scholen concrete aanzetten en tips om met deze resultaten verder te werken (participatieve risicoanalyse). Deze aanzetten worden geformu-leerd op drie niveaus : de leerlingen, de ouders en het ganse schoolteam (of de werkgroep Drugbeleid op school).

Voor de verwerking van de gegevens is mini-maal drie maanden nodig. De eerste rapporten werden eind april aan de scholen bezorgd. Zij konden vanaf mei 1999 met de follow up begin-nen. Alle scholen die aan de bevraging partici-peren, engageren zich om nadien met de resul-taten verder te werken. Zij worden aangemoe-digd om dit te doen samen met de medewerkers van het psycho-medisch-sociaal centrum (PMS) en het medisch schooltoezicht (MST) en kun-nen een beroep doen op een preventiewerker. Na zes maanden bezorgen zowel de scholen als de PMS en MST-centra een evaluatieformulier terug aan VAD. Op die manier zal een zich ge-kregen worden op de manier waarop de evalu-atie in de scholen concreet is verlopen.

Op dit ogenblik is de medewerking van de scho-len aan deze bevraging zeer positief. De schoscho-len engageren zich tot afname van de bevraging bij al hun leerlingen en binnen een kort tijdsbestek. Vrijwel alle scholen houden zich stipt aan deze afspraken. Verwacht wordt dat dit evenzeer zal gebeuren voor de opvolging, verwerking en eva-luatie van de resultaten.

3. Globaal resultaat

In de overeenkomst met VAD werd vastgesteld dat tweemaal per jaar een globaal rapport werd gemaakt met de resultaten van de scholen die in de voorbije zes maanden aan de bevraging par-ticipeerden. Een eerste rapport wordt gepland voor oktober, waarin de resultaten zullen wor-den verwerkt van 124 scholen (62.661 leerlin-gen) die van januari tot juni aan de bevraging deelnamen.

Op dit ogenblik is de aflevering van kwalitatie-ve en geïndividualiseerde rapporten per school prioritair.

4. Tips en resultaten

In elk rapport per school worden tips en sugges-ties gegeven om op basis van de resultaten ver-der te werken, niet alleen met de leerlingen, maar ook met de ouders en met het ganse schoolteam. Deze tips zijn afhankelijk van de resultaten van elke school en kunnen – omdat ze concreet zijn – moeilijk worden

veralge-meend.

We geven hieronder toch enkele algemene aan-wijzingen.

– De leerlingen krijgen suggesties hoe men de resultaten van de bevraging naar de leerlin-gen kan terugspelen, hoe men de bespreking van die resultaten kan organiseren, waar men moet op letten, enzovoort. Aangezien alcohol-, medicatie- en tabaksgebruik zeer hoog scoren bij de leerlingen, wordt in elke school gepleit voor een globale aanpak van middelengebruik, waarbij de aandacht niet eenzijdig wordt gefocust op illegale drugs. – Ten aanzien van de ouders blijkt dat de

jon-geren hun ouders en broers en zussen als be-langrijke referentiepersonen inschatten om over druggebruik en problemen te praten. Om ouders verder te ondersteunen om met jongeren te praten wordt de suggestie gege-ven om ouderavonden te organiseren (onder andere "Lindestraat 14"). In september wordt een training opgezet voor leerkrach-ten, medewerkers van PMS en MST om dit programma zelf in de school te organiseren. – Aan de school en het leerkrachtenteam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– schrappingen komen voor doordat de sane- ringsplichtige verdere onderzoeksinspannin- gen heeft geleverd of saneringswerken heeft uitgevoerd waaruit blijkt dat op deze gron- den

Naar aanleiding van de internationale boekenbeurs in London in maart jongstleden heeft de Vlaamse regering een subsidie van 7 miljoen frank toege- kend aan de Stichting

Onder personeelskosten wordt hier verstaan : de kosten voor de mandagen die personeelsleden van de cel Taaladvies, afdeling Kanselarij, en van de afdeling Communicatie en Ontvangst

Om de OCMW's bij het stellen van de huurwaar- borg te steunen, verleent de Vlaamse overheid aan elk OCMW dat aan dit systeem meewerkt een ver- goeding voor de gemaakte

Bij beslissing van de Vlaamse regering van 9 maart 1999 worden de baggerwerken in de Schelde voor een periode van zeven jaar toegewezen aan de TV Zeeschelde, waarbij

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Van den Brande, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenhe-

Na vergelijking van de kandidatuur van de ambte- naar die het annulatieberoep heeft ingesteld met die van de ambtenaar wiens benoeming verbroken werd, heeft de Vlaamse regering

De Vlaamse regering heeft bij beslissing van 23 maart jongstleden aan de Vlaamse openbare instel- lingen gevraagd om zich in hun huisstijl duidelijker als Vlaamse overheid