• No results found

Vraag nr. 77 van 22 februari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentelijke archeologen – Financiële ondersteu- ning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 77 van 22 februari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentelijke archeologen – Financiële ondersteu- ning"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 77

van 22 februari 2000

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentelijke archeologen – Financiële ondersteu-ning

De minister hecht veel belang aan ons archeologisch e r f g o e d . Alle partijen steunen hem hierin. Dit bleek tijdens de begrotingsbesprekingen 2000.

Vlaanderen heeft hiertoe een belangrijke dienst uit-g e b o u w d , met name het Instituut voor het A r c h e o-logisch Patrimonium IAP). Deze dienst kan echter alleen het vele werk niet aan. Een aantal gemeenten namen daarom een eigen archeoloog in dienst.

Tijdens de begrotingsbesprekingen 2000 stelde ik de minister voor om de gemeenten met eigen ar-cheologen financieel te ondersteunen : zij doen im-mers niet of minder een beroep op het IAP.

De minister verklaarde dit te overwegen, en sprak zelfs van een subsidiëring van 30 %.

1. Hoeveel statutaire personeelsleden (niveau, m/v) heeft het IAP in dienst in elke provincie ? Hoeveel op contractuele basis ? Betreft het hier contracten van onbepaalde duur, of zijn deze gebonden aan een specifiek project ? We l k e projecten ?

2. Welke gemeenten hadden in 1999 eigen archeo-logen in dienst ? Maakten zij werkafspraken met het IAP ?

3. Werden er reeds stappen gedaan om archeolo-gen in gemeentelijke diensten daadwerkelijk fi-nancieel te ondersteunen ? Welke ?

Antwoord

1. Globaal had het IAP op 1 september 1999 de volgende personeelsleden met contracten van onbepaalde duur in dienst, onder drie verschil-lende statuten : statutair (stat), c o n t r a c t u e e l (gesco) en Derde Arbeidscircuit (DAC).

Stat Gesco DAC Tot

Wetenschappelijk personeel 21

– Algemeen directeur (A3) 1 1

– Wet. attaché (werkleider) (A1) 2 2

– Wet. attaché of adj.v.d. directeur 4 12 2 18

Administratief personeel 9 – Hoofdmedewerker (C2) 1 1 – Medewerker (C1) 1 6 1 8 Technisch personeel 23 – Deskundige (B1) 3 3 – Technicus (C1) 5 1 6

– Technisch beambte (E1-arbeiders) 10 4 14

Beheerspersoneel (D1) 1,5 1,5

Totaal 13,5 33 8 54,5

Op de diverse opgravingswerven worden tevens arbeiders tewerkgesteld met arbeidscontracten van bepaalde duur, via een gesco-conventie met 42 arbeidsplaatsen voor drie, v i e r, vijf of negen maanden.

Aanvullend zijn thans een tiental archeologen actief met contracten van bepaalde duur (varië-rend van enkele maanden tot 2 jaar), h e t z i j rechtstreeks door het IAP via externe kredie-t e n , hekredie-tzij onrechkredie-tskredie-treeks via een gemeenkredie-tebe- gemeentebe-s t u u r, een V Z W, een bouwpromotor of een aan-n e m e r. Het betreft hier tewerkstelliaan-ng die recht-streeks gebonden is aan een bepaald project van noodonderzoek of inventarisatie op grond van bouw- of infrastructuurwerken : b v. i n v e n t a r i s a-tie Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Ti e n e n (noodonderzoek industrieterrein De Grijpen), project Ename (samenwerking met provincie en s t a d ) , Zeebrugge (onderzoek achterhaven), r e s-tauratie Kasteel van Gaasbeek, Tongeren (res-tauratie basiliek), Oostende (project Wa l r a v e r-sijde en noodonderzoek), e n z o v o o r t . Bij meer-dere van deze projecten worden ook arbeiders ter beschikking van het IAP gesteld.

(2)

de cel Natuurwetenschappen ten behoeve van alle vijf provincies werkzaam zijn. De volgende tabel geeft een overzicht van het personeel dat grotendeels of uitsluitend in één provincie actief is , hetzij vanuit de in uitbouw zijnde buiten-diensten in To n g e r e n , Oudenaarde-Ename en D i k s m u i d e - Wo u m e n , hetzij vanuit de centrale z e t e l . Occasioneel worden deze ondersteund door leden van de centrale ploeg, of door con-tractuelen met arbeidsovereenkomst van korte duur. WP AP TP Arbei- To ders taal Antwerpen 1,5 1,5 Limburg 3 1 1,5 6 11,5 Oost-Vlaan-deren 3 0,5 1 2 6,5 Vlaams-Bra-bant 1,5 – 0,5 2 4,0 West-Vlaan-deren 2 1 1 4 8,0

(WP : wetenschappelijk personeel ; AP : administratief personeel ; TP : technisch personeel – red.)

Op één wetenschappelijk personeelslid in Lim-burg en één in Oost-Vlaanderen na, zijn dit allemaal personeelsleden in gesco en, in We s t -Vlaanderen, DAC-statuut.

In verhouding tot het takenpakket van het Insti-tuut is dit personeelsbestand in de provincies zeker nog verre van toereikend en het is boven-dien zeer ongelijkmatig over de provincies ver-d e e l ver-d . Dankzij ver-de verhoging van ver-de ver-dotatie aan het Instituut kunnen deze in de provincies wer-kende ploegen thans reeds worden versterkt, met voorrang voor de provincie Antwerpen.

2. In 1999 beschikten de volgende steden en ge-meenten over een eigen archeologische dienst : Antwerpen, Brugge, Gent, Maaseik.

In het Land van Waas financieren de gemeenten B e v e r e n , K r u i b e k e, L o k e r e n , S i n t - G i l l i s - Wa a s, S i n t - N i k l a a s, S t e k e n e, Temse en Wa a s m u n s t e r gezamenlijk een eigen archeologische dienst, i n de vorm van een intergemeentelijke VZW A r-cheologische Dienst Waasland.

In navolging van dit initiatief overwegen een aantal gemeenten in het Meetjesland tot de op-richting van een gelijkaardige archeologische dienst over te gaan : D e i n z e, Z u l t e, A a l t e r, N

e-vele en Knesselare zouden daartoe de eerste stappen gedaan hebben.

Daarnaast hebben slechts een zeer beperkt aatal steden en gemeenten, zoals Leuven en To n-g e r e n , een ein-gen stadsarcheoloon-g in dienst, d i e deze opdracht combineert met andere taken : museum of monumentenzorg.

Het IAP heeft met deze gemeentelijke archeo-logische diensten werkafspraken, waarbij hun autonomie volledig wordt erkend en gerespec-t e e r d . Gelegerespec-t op de overbelasgerespec-ting van hegerespec-t gerespec-te be-perkte eigen personeelsbestand, gaat het IAP ervan uit dat de archeologische monumenten-zorg in gemeenten waar een archeologische dienst bestaat, in eerste instantie door deze dienst moet worden verzekerd. G e m e e n t e l i j k e archeologische diensten moeten evenwel maxi-maal vanuit het IAP worden ondersteund.

Het IAP zelf spitst zijn activiteiten voorname-lijk toe op die gemeenten waar nog geen ge-meentelijke archeologische dienst actief is, e n dit blijft toch nog altijd een grote meerderheid, en veruit het grootste deel van het grondgebied van V l a a n d e r e n . Het betracht daarbij zeker zo-veel mogelijk de gemeenten bij de archeologi-sche monumentenzorg te betrekken.

Dit kan enerzijds door hen nauwer bij het heer van het archeologisch patrimonium te be-trekken : het convenant dat daarvoor met de ge-meente Riemst is afgesloten, verdient ongetwij-feld ruime navolging. Anderzijds is het noodza-kelijk de gemeenten ook nauwer bij het uit te voeren onderzoek te betrekken, zeker wanneer zij zelf bouwheer zijn van bouw- en infrastruc-tuurwerken die tot vernieling van archeologisch erfgoed zullen leiden. Meer en meer wordt daarbij gestreefd naar het opzetten van een sa-menwerkingsverband waarbij het IAP het noodonderzoek begeleidt of zelf uitvoert, m e t een substantiële logistieke en financiële partici-patie van de gemeente zelf. Voorbeelden daar-van kunnen worden vermeld in A a l s t , Ti e n e n , I e p e r, O u d e n a a r d e, N i n o v e, Ve u r n e, D i k s m u i d e, Opwijk, Wellen, Genk, enzovoort.

Op die manier is het mogelijk om door bunde-ling van krachten en middelen een archeologi-sche monumentenzorg te verzekeren die elke partner afzonderlijk niet zou aankunnen.

(3)

patrimo-nium een substantiële inspanning te doen, n o g steeds veel te klein is.

3. De ondersteuning die het IAP aan de bestaande gemeentelijke archeologische diensten verleent, kan verschillende vormen aannemen en is ook in grote mate afhankelijk van de vraag vanwege deze diensten zelf.

Algemeen is de decretale ondersteuning in uit-voering van het decreet houdende bescherming van het archeologisch patrimonium van 30 juni 1 9 9 3 , inzonderheid artikel 5. Het IAP betrekt de gemeentelijke diensten nauw bij de behande-ling van de bouwdossiers die voor advies wor-den voorgelegd, en formuleert zijn adviezen zo dat deze maximaal het werk door de gemeente-lijke diensten mogelijk maken. Daarbij streeft het IAP ernaar om voor het uit te voeren pre-ventief onderzoek ook ten behoeve van de ge-meentelijke diensten zowel logistieke als finan-ciële ondersteuning vanwege de bouwheer te bedingen.

Rechtstreekse ondersteuning vanwege het IAP zelf gebeurt in de volgende mogelijke vormen : – wetenschappelijke begeleiding (bv. b e g

e-leidingscommissie van projectonderzoek Dienst Stadsarcheologie Gent) ;

– dienstverlening inzake natuurwetenschappe-lijk onderzoek, door eigen wetenschappers of door partners van het IAP ;

– het opzetten van een samenwerkingsver-b a n d , zoals samenwerkingsver-bij het grootschalig noodonder-zoek nabij de Refuge in Brugge ;

– het ter beschikking stellen van werkkrachten ( b v. A n t w e r p e n , onderzoek Sint-Pauluskerk ; onderzoek in grintgroeve Heerenlaak door de stadsarcheoloog van Maaseik) ;

– rechtstreeks financiering van mechanisch graafwerk door het IAP.

Gelet op de zeer beperkte middelen en man-kracht van het Instituut voor het A r c h e o l o g i s c h P a t r i m o n i u m , bleef deze ondersteuning totnog-toe zeer beperkt en nam zij zeker nog niet de vorm van "subsidiëring" aan. Een uitbreiding van de middelen van het IAP kan ook op korte termijn reeds leiden tot een betere ondersteu-ning.

Het is evident dat het totnogtoe stiefmoederlijk behandeld archeologisch erfgoed in V l a a n d e r e n een bijzondere inspanning vereist, waarvoor wij gedurende deze legislatuur een belangrijke stap wensen te doen. Gelet op de noodzaak om de zorg voor dit archeologisch erfgoed op een brede basis te steunen, is het evenwel evident dat deze inspanning niet alleen van het V l a a m s Gewest mag worden verwacht. Ook de andere bestuursniveaus hebben terzake hun verant-woordelijkheid op te nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast wordt ook beklem- toond dat er tijdens dergelijke nascholing aan- dacht moet zijn voor het scheppen van een aan- vaardend klimaat op school tegenover leerlin- gen

In het decreet wordt dan ook uitdrukkelijk gesteld dat een centrum voor geestelijke gezondheidszorg moet worden geleid door een persoon die over vol- doende ervaring en

Het nieuwe artikel 125 van de voornoemde organieke wet be- paalt dat, wanneer de openbare rechtspersonen niet beschikken over de meerderheid van de stem- men in de

De Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren bepa- len dat in het kader van de mainstreaming een sys- teem moet worden uitgewerkt voor permanente opvolging van het

Het opleggen van de regels van een boekhoudstel- sel aan de gemeenten en OCMW's heeft geen zin, omdat deze lokale of ondergeschikte besturen reeds een eigen

Naast dit basisaanbod van preventieve zorg zijn er binnen Kind en Gezin een aantal initiatieven die in een bijkomende ondersteuning voorzien voor de kansarme doelgroep, waaronder

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN VIPA-subsidiëring rusthuizen – Kameroppervlakte In de huidige V I PA-reglementering (Vlaams In- frastructuurfonds voor Persoonsgebonden A a n g

Afhouding van dit bedrag : het Vlaams Fo n d s betaalt onderhoudstoelagen aan al de erkende extramurale centra, en bij al deze voorzieningen wordt dit bedrag door het Riziv