Vraag nr. 88 van 27 januari 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Welzijnsvoorzieningen – ICT-ondersteuning De informatie- en communicatietechnologie neemt een enorme vlucht. Welzijnsvoorzieningen hebben niet altijd de knowhow en expertise in huis om in-f o r m a t i c a- oin-f telecomprojecten van aanbieders te b e o o r d e l e n . In hun personeelsformatie is met deze kwalificatie ook geen rekening gehouden.
Een goede analyse van de noden, een correcte iterpretatie van de offertes (hardware, s o f t w a r e, o n-derhoudscontracten) met hun implicaties op korte en lange termijn, en eventueel een begeleiding van de implementatie en keuring voor de aanvaarding van elk aanbod, is meer dan ooit een noodzaak. Bovendien is er het probleem van de beveiliging van de informatiegegevens, zoals in het netwerk bestemd voor de sociale zekerheid, maar ook van de administratieve gegevens en de communicatie. Verschillende Vlaamse administraties hebben een aanbod of stimuli om te investeren in deze nieuwe ontwikkelingen voor diensten die vallen onder hun bevoegdheid.
Heeft de Vlaamse administratie bevoegd voor de welzijnssector een aanbod uitgewerkt waarop wel-zijnsvoorzieningen een beroep kunnen doen ? Zo ja, hoe wordt dit in de begroting weergegeven ? Zo neen, is het niet zinvol voor deze sector een on-dersteuning aan te bieden waarop zij dan een be-roep kunnen doen ?
Antwoord
Tot nu toe is er geen systematisch aanbod uitge-werkt door de administratie Gezin en Maatschap-pelijk Welzijn.
Vooreerst moeten we beklemtonen dat de admini-stratie zich in eerste instantie moet richten op het kwalitatief invullen van haar kerntaken (beleids-v o o r b e r e i d i n g, -uit(beleids-voering en -op(beleids-volging). Met de beperkte personeelsbezetting is zelfs de kwalitatie-ve uitvoering van deze kerntaken door de admini-stratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn geen van-z e l f s p r e k e n d h e i d . Bijkomende opdrachten, van-z o a l s door de Vlaamse volksvertegenwoordiger vermeld,
kunnen binnen de huidige personeelsmiddelen dan ook niet worden overwogen.
Daarenboven veronderstelt de voorgestelde onder-steuning van de welzijnssector een technische des-kundigheid en knowhow die thans, rekening hou-dende met de outsourcing, niet meer voldoende aanwezig is in de administratie. De knowhow die wel aanwezig is, wordt in eerste instantie gebruikt ter ondersteuning van de eigen kerntaken.
Uiteraard zou het zinvol zijn dat vanuit de over-heid de voorgestelde ondersteuning aan de wel-zijnssector zou worden geboden. Aangezien in de huidige context deze ondersteuning niet kan gebo-den worgebo-den door de administratie zelf, zou kunnen worden onderzocht of in het kader van de subsidië-ring geen middelen kunnen worden uitgetrokken voor informaticaondersteuning van de welzijnssec-t o r. Er moewelzijnssec-t evenwel worden afgewogen of de be-perkte middelen dit toelaten.
Ter informatie kunnen wel twee beperkte initiatie-ven worden vermeld die in het verleden werden genomen ter ondersteuning van de informatica-uit-rusting in de welzijnssector.
1. Ten gevolge van een overschot op de uitgaven-begroting 1997, programma 41.7, b a s i s a l l o c a t i e 4 3 . 0 6 , werd aan alle integratiecentra een niet-gereglementeerde subsidie van maximaal 50.000 frank toegekend, ter ondersteuning van het pro-ject "computernetwerk en opwaardering infor-maticamateriaal".
Dit bedrag was in de eerste plaats bedoeld om alle integratiecentra in staat te stellen zich op Internet aan te sluiten, met als doel een betere interne communicatie binnen de sector en met de overheid. Centra die reeds over een e-mail-adres beschikten, mochten ander informati-camateriaal aankopen. De aankopen dienden aan bepaalde voorwaarden te voldoen en voor-af ter goedkeuring aan de administratie te wor-den voorgelegd.