• No results found

Vraag nr. 29 van 13 januari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 29 van 13 januari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 29

van 13 januari 2000

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Nepstatuten welzijnssector – Regularisering

In de welzijnssector werken heel wat mensen in n e p s t a t u t e n . Zo zijn er IBF-ers (Interdepartemen-taal Begrotingsfonds), DAC-ers (Derde A r b e i d s c i r-c u i t ) , gesr-co's (gesubsidieerde r-contrar-ctuelen), . . .B e-paalde van deze projecten zijn reeds jaren geleden gestart.

Bij de vervanging ondervindt men nu geregeld moeilijkheden om die specifieke personen te vin-den met eenzelfde profiel : de scholing is nu hoger, de toenmalige vereisten op gebied van werkloos-heid beantwoorden niet meer aan de realiteit, m e n is niet uitkeringsgerechtigd maar wel werkzoeken-de.

Het gevolg is dat werkgevers geregeld aan werkmers weigeren om loopbaanonderbreking te ne-m e n , one-mdat ze geen vervanging vinden. Op andere plaatsen komt bijvoorbeeld een DAC-er niet in aanmerking voor een vast contract, omdat men geen vervanging vindt om zijn functie in te vullen. Voor de functie met vast contract neemt men dan een nieuwkomer.

Vooral de welzijns- en de culturele sector in de ge-meenschappen worden hierdoor getroffen. Ti j d e n s vorige legislatuur werden alle Vlaamse tewerkstel-lingsprogramma's opengesteld voor "werkzoeken-d e n " , zo"werkzoeken-dat het al "werkzoeken-dan niet uitkeringsgerechtig"werkzoeken-d zijn voor de Vlaamse initiatieven wegviel. In de fe-derale wetgeving werd deze optie nog niet geno-men en werden evenmin andere aanpassingen aan de profielen doorgevoerd. Dit heeft dus negatieve gevolgen voor het Vlaams beleid.

1. Heeft de minister reeds contact gelegd met de federale ministers bevoegd voor deze materie, om uit de impasse te geraken voor de vervan-gingsproblemen waarmee sommige diensten in Vlaanderen worden geconfronteerd ?

2. Wat heeft de minister reeds gedaan met de in 1998 gedane inventarisatie voor de DAC-p r o-jecten in de sectoren poetshulp-o p b o u w w e r k-migranten-rusthuizen ? Welke budgettaire csequenties heeft een regularisatie voor deze on-derzochte projecten ?

3. Hoever staat het met de overheveling van deze tewerkstellingsprogramma's naar de administra-ties bevoegd voor Welzijn en Cultuur, zodat de bevoegde minister er zelf invulling aan kan geven volgens de noden van de sector ?

Antwoord

1. Het bepalen van de voorwaarde voor toeleiding naar een Vlaams tewerkstellingsprogramma be-treft een zuiver Vlaamse bevoegdheid.

Zo werden de programma’s vorig jaar openge-steld voor niet-werkende werkzoekenden. I n het kader van het doelgroepenbeleid betekent dit voor het DAC, PBW (deels) en bepaalde gesco-stelsels dat de vereiste van langdurige werkloosheid werd geherformuleerd naar één jaar uitkeringsgerechtigde volledige werkloos-heid (UVW), of één jaar niet-werkende werk-zoekende.

Enkel bij een vervanging omwille van een loop-baanonderbreking (federale bevoegdheid) blijft de voorwaarde dat de vervanger uitkeringsge-rechtigd volledig werkloos dient te zijn. De pe-riode van uitkeringsgerechtigdheid bedraagt slechts één dag.

2. Met betrekking tot haar vraag naar wat er ge-beurde met de in 1998 gedane inventarisatie van de DAC-projecten in de sectoren poetshulp, o p-b o u w w e r k , migranten en rusthuizen, deel ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger mee dat op basis van een bevraging eind vorig jaar de gege-vens werden geactualiseerd op basis van een vragenlijst die aan alle promotoren werd ge-s t u u r d . In deze vragenlijge-st werd aan de promo-toren gevraagd in welke sector de DAC - t e w e r k-stelling kon worden gesitueerd.

(2)

3. Op 26 november 1999 besliste de Vlaamse rege-ring de regulariserege-ring fase- en sectorgewijze te laten gebeuren. Er wordt gestart met het PBW-en DAC-programma.

In het kader van deze sectorgewijze aanpak werd een interkabinettenwerkgroep opgericht, onder voorzitterschap van de minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en samengesteld uit vertegenwoordigers van alle leden van de Vlaamse regering en de betrokken administra-t i e s, die de regularisering zal begeleiden en op-volgen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoeveel personen voeren er welke func- tie uit (opgesplitst per geslacht). Doen zij dit voltijds of deeltijds (per

De overheid moet hier duidelijk haar verantwoor- delijkheid nemen om initiatieven die deze dualise- ring tegengaan te ondersteunen, en dit zowel naar specifieke doelgroepen, als in

De hierboven beschreven historiek verklaart waar- om de opmaak van het door de Vlaamse volksver- tegenwoordiger bedoelde Beleidsactieplan Gelijke Kansen 2000 niet kon worden

Het aantal niet-univer- sitaire opleidingsplaatsen voor de kinder- en jeugdpsychiatrie is erg beperkt, omdat weinig perifere diensten deze kosten kunnen dragen.. De loonkosten

H e t aantal effectieve kinderpsychiaters kan dus hoger liggen, want niet elke kinderpsychiater is lid van de Vlaamse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.. Op basis van

Ik heb de desbetreffende informatie opge- vraagd en stel vast dat de mantelzorgtoelagen zeer divers worden toegekend door de betrok- ken OCMW's en gemeenten.. Als b i j l a g

De provincie Limburg telt al sinds tien jaar het kleinste aantal particuliere opvanginstellingen onder toezicht.. Wanneer we kijken naar het aantal enkel gemel - de

Zij voert beleid en beheer ten aanzien van orga- n e n , i n s t e l l i n g e n , stichtingen en fondsen die aan haar zijn toevertrouwd of waarover het beheer of medebeheer aan