... ---~
~a tltotiek Staa tkunáig CJ11aaná"chri it
REDACTIE: MAG .. OR S. STOKMAN O.F.M., DRS J. M. AARDEN. OR L. A. H. ALBERING DRS A. W. H. J. QUAEDVLI EG. MR J. W. VAN DE POEL, REDACTIESECRETARIS
JAARGANG 6 SEPTEMBER NUMMER7
/---.---~
Aflossing van de wacht
Een terugblik op het werk van vijf katholieke ministers
,---)
'V ijf katholieke ministers zijn bij de kabinetswisseling afgelost. Voor de oudste van hen, de zestigjarige mr Frans Teulings, houdt dit nog geen afscheid van het Binnenhof in. Hij zal er straks terugkeren als Senator, een rustiger taak, die mr Teulings reeds in '48 ambieerde, niet omdat hij zuiniger wilde worden op eigen krachten, maar omdat de gezondheidstoestand van zij n echtgenote hem hiertoe noopte. Toen werd echter van hem gevraagd, dat hij, als mi- nister van Binnenlandse Zaken, de plaats van Van Maarseveen zaliger zou gaan bezetten en na de kabinetscrisis van het vorig jaar werd hij vice-premier in het tweede kabinet-Drees.
Zo moest mr Frans Teulings in de afgelopen jaren nogmaals zijn persoonlijke omstandigheden ondergeschikt maken aan het Landsbelang en aan de verantwoordelijkheid, die ook het katholieke volksdeel hiervoor heeft te dragen. Hij deed zulks met de dienende bereidheid, die tekenend is voor zijn hele politieke leven; als secretaris van de R.K. Staatspartij, een taak die hij als jonge man van 32 op zich nam, werd en bleef hij vele jaren de van binnen uit werkende motor van ons partij-apparaat en in de tweede Kamerfractie was hij meer dan twintig jaar de financiele deskundige, ook weer een functie, die meestal niet spectaculair-, maar altij d wel hoogst belangrijk is.
Als minister mocht zijn dienende en bekwame werkzaam- heid alsnog ongezocht op de kandelaar worden geplaatst, mr Frans Teulings bleef ook in deze kwaliteit de bescheiden en eenvoudige figuur. Hoewel vertrouwd met de Kamer, 185
(I
1
\:
I
.. --- ... ...
benaderde hij haar van achter de regeringstafel toch weer met een zekere schroom, waardoor hij in de parlementaire arena nog al eens kwetsbaar scheen. Maar die schroom veranderde in een bewogen beslistheid als mr Frans Teulings, tijdens een hoogtepunt van het debat, zijn beleid verdedigde en waarbij dan tevens zijn rondborstige en ontwapenende eerlijkheid aan het licht trad.
Naast het vice-premierschap belast met de zorg voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst en de Burgerlijke Verdediging, waren het ook nu weer hoogst gewichtige maar naar buiten weinig spectaculaire zaken, die mr Teulings te behartigen had. Desondanks heeft hij zich er ten volle aan gegeven. De Binnenlandse Veiligheidsdienst was bij zijn op- treden een mikpunt van een deel der Volksvertegenwoordiging in eerste aanleg wellicht niet geheel ten onrechte, maar de betrokken minister kon met deze aangelegenheid nu eenmaal niet naar buiten treden; hij moest van binnenuit werken en desondanks toch het vertrouwen van de Kamer trachten te versterken. Bij zijn heengaan achter de regeringstafel mag geconstateerd worden, dat minister Teulings zulks gelukt is.
Twijfel en zelfs spot hebben plaats gemaakt voor vertrouwen in en erkenning van het belang van een dienst als deze in de strijd tegen ondermijnende activiteiten.
De organisatie van de Burgerlijke Verdediging was een nog moeilijker opgave. Er moest een geheel nieuwe organisatie worden opgebouwd, waarbij kapitale problemen zowel van technische als van financiele aard aan de orde kwamen. Ook voor deze organisatie is nu echter een stevige grondslag gelegd en mede aan dit werk zal minister Teulings' naam verbonden blijven.
In tegenstelling tot mr Teulings was ir L. A. Peters een nieuweling in de politieke arena toen hij vorig jaar als mi- nister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen ging optreden.
Voordien verbleef hij tien jaar in het buitenland als land- bouwattaché aan onze legaties in Washington en Brussel en in '48 was hij dr Piet Kasteel opgevolgd als gouverneur van de Ned. Antillen; vooral de in deze functie verkregen ervaring maakte hem tot candidaat voor een overigens zeer moeilijk departement.
Ir Peters heeft zulks ondervonden èn tijdens de bespre- kingen met de Indonesische delegatie over de Unie en de kwes- tie Nieuw-Guinea èn tijdens de onderhandelingen met de de- legaties van de West over de vorm van het Koninkrijk nieuwe stijl. Beide conferenties werden tenslotte afgebroken, waardoor het kortstondig beleid van minister Peters ook niet met het resultaat ervan, ten goede of ten kwade, kan worden belast.
Mede als gevolg hiervan waren er weinig parlementaire debatten, waarin de persoon van minister Peters naar voren kon komen.
186
Pi Ie
v, k b M ti d
rr n d zi e: e
S4
e k t: P v k b tJ o h v g z
v F n
k P k li d d d
" f.
e
d
Prof. dr A. H. M. Albregts heeft als minister zond portefeuille belast met de zorg voor middenstandsaange- legenheden, de opvoering van de productie en de doorvoering van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, meer gelegenheid kunnen bieden voor een beoordeling van zijn beleid. In het bijzonder op middenstandsterrein heeft hij goed werk gedaan.
Met de Kamers behandelde hij o.m. de nieuwe winkelslui- tingswet en de verruiming van de credietmogelijkheden voor de middenstand werd in brede kring gewaardeerd.
Wat de opvoering van de productie betreft kreeg hij meer- malen critiek van de P.v.d.A. Aan die zijde poogde men de mi- nister er toe te brengen om zijn bemoeiïngen ook tot de be- drijfsvoering zelf uit te strekken, maar prof. Albregts bleef zich op het standpunt stellen, dat de Overheid de productie en de productiviteit slechts op indirecte wijze moet bevorderen en ook deze methode heeft goede resultaten afgeworpen.
Met de terugkeer van prof. F. J. Th. Rutten naar de weten- schap verloor het departement van "Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen" een zeer bekwaam bewindsman. In '48 kwam ook hij in de politieke arena als een nieuweling. Noch- tans niet als een onzekere nieuweling. Hij behield wel een eigen professorale stijl, maar de Kamers raakten hiermede al spoedig vertrouwd. Zij gingen in minister Rutten steeds meer de brede en kundige persoonlijkheid waarderen, die ook op lange termijn belangrijk werk zou kunnen doen. Want dat was het hoofd- thema bij de Onderwijs-debattenvan de afgelopenj aren: Aandrang om tot hervorming en vernieuwing te komen. Minister Rutten heeft deze verwachting niet beschaamd. Hij heeft de plannen voor een dergelijke herziening in uitgewerkte vorm achter- gelaten. Over deze plannen is reeds veel gediscussieerd en zal ongetwijfeld nog veel gediscussieerd worden. Eenmaal vaste vorm gekregen hebbende, zal de naam van minister RuUen er in elk geval mee verbonden blijven, evenals met de nieuwe opleiding voor onderwijzers(essen).
Prof. dr J. R. M. v. d. Brink, de benjamin uit het vorige kabinet, heeft eveneens afscheid genomen van het politieke leven. Wij hopen niet voor goed, want zeker het katholieke volksdeel heeft deze jonge brillante jonge persoon- lijkheid node zien heengaan. Maar niet alleen dit volksdeel.
De Volksvertegenwoordiging in haar politieke geledingen heeft de jeugdige minister van "Economische Zaken" met bewon- dering zien uitgroeien tot een eminent bewindsman en gaf daar ook gaarue uiting aan. Zijn glasheldere uiteenzettingen waren in de Kamers beroemd en versterkten nog de uit de feiten verkregen overtuiging dat er op "Economische Zaken"
een man aan het roer stond, die met rustige en kundige hand de juiste koers bepaalde. Die koers was de P.v.d.A. dikwijls 187
1
1
I , I
I .
I
! I
1