Vraag nr. 158 van 25 januari 1999
van de heer LIEVEN DEHANDSCHUTTER Beschermde monumenten – Restauratie en bouw-vergunning
1. Aan hoeveel beschermde monumenten in Vlaanderen waarvoor een restauratiepremie werd toegestaan door Monumentenzorg tot ver-plicht onderhoud, werd de bouwvergunning ge-weigerd door Ruimtelijke Ordening omdat de bestaande gebouwen in groene, natuur- of agra-rische gebieden en bufferzones als zonevreemd werden beschreven ?
2. Welke voorlopige maatregel heeft de minister getroffen om te vermijden dat deze waardevolle beschermde gebouwen langzaam zouden ver-vallen of leeg komen te staan ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cul-tuur, Gezin en Welzijn.
Gecoördineerd antwoord
1. Er zijn geen gevallen bekend van beschermde monumenten in Vlaanderen waarvoor een res-tauratiepremie werd toegestaan door Monu-mentenzorg, waarbij de bouwvergunning door Ruimtelijke Ordening achteraf werd geweigerd omdat de bestaande gebouwen in groene, na-tuur- of agrarische gebieden en bufferzones als zonevreemd werden beschreven.
2. Allereerst kan er worden gewezen op het stelsel van de onderhoudspremie. Eigenaars kunnen sinds de wet van 27 december 1984 op fiscale bepalingen, aangepast door het koninklijk be-sluit van 10 april 1992 en onlangs gewijzigd op 16 mei 1997, de uitgaven voor werken die zij aan hun beschermde eigendom uitvoeren, af-trekken van hun gezamenlijk belastbaar netto-inkomen. Door het feit dat deze premie elk jaar opnieuw kan worden aangevraagd, onderstreept de overheid expliciet dat onderhoud een regel-matig karakter moet hebben.