© Malmberg, ’s-Hertogenbosch | blz 1 van 6 Lijn 3 | Spellingafspraken | Thema 1-6
Mijn Malmberg
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 6
Lijn 3 | Spellingafspraken | Thema 1 – 6
Overzicht spellingafspraken
Hieronder ziet u de afspraken die in Lijn 3 bij spelling aan bod komen, met de bijbehorende afbeelding.
Deze spellinghulpjes staan ook in de spellingwerkboeken als geheugensteuntje voor de kinderen. De tekst die erbij staat, is afkomstig uit het bijbehorende spellingfilmpje. Deze uitleg geeft u bij de afspraak ook mondeling aan de kinderen.
Staat het woord op de ei-plaat? Dan schrijf je de korte ei. Anders schrijf je de lange ij.
Staat het woord op de au-plaat? Dan schrijf je atje-au. Anders schrijf je otje-ou.
LIJN 3 | SPELLINGAFSPRAKEN | THEMA 1 – 6
Overzicht spellingafsprakens
Hieronder ziet u de afspraken die in Lijn 3 bij spelling aan bod komen, met de bijbehorende afbeelding. Deze spellinghulpjes staan ook in de spellingwerkboeken als geheugensteuntje voor de kinderen. De tekst die erbij staat, is afkomstig uit het bijbehorende spellingfilmpje. Deze uitleg geeft u bij de afspraak ook mondeling aan de kinderen.
Mijn Malmberg Lijn 3 | Spellingafspraken | Thema 1 – 6
Overzicht spellingafspraken
Hieronder ziet u de afspraken die in Lijn 3 bij spelling aan bod komen, met de bijbehorende afbeelding.
Deze spellinghulpjes staan ook in de spellingwerkboeken als geheugensteuntje voor de kinderen. De tekst die erbij staat, is afkomstig uit het bijbehorende spellingfilmpje. Deze uitleg geeft u bij de afspraak ook mondeling aan de kinderen.
Staat het woord op de ei-plaat? Dan schrijf je de korte ei. Anders schrijf je de lange ij.
Staat het woord op de au-plaat? Dan schrijf je atje-au. Anders schrijf je otje-ou.
Staat het woord op de ei-plaat? Dan schrijf je de korte ei. Anders schrijf je de lange ij.
Staat het woord op de au-plaat? Dan schrijf je atje-au. Anders schrijf je otje-ou.
Als je de v zegt, maak je ook geluid in je keel. De f maak je alleen met je mond.
Als je de z zegt, maak je ook geluid in je keel. De s maak je alleen met je mond.
Mijn Malmberg Lijn 3 | Spellingafspraken | Thema 7 – 12
Bij woorden als ‘berg’ en ‘wolk’ hoor je een u, maar die schrijf je niet.
Je hoort ng en je schrijft n-g, dat is samen de ng.
Je hoort een t aan het einde van het woord. Maak het woord langer: hond-honden.
Hoor je een d, dan schrijf je een d, anders een t.
Je hoort ngk, je schrijft n-k.
Mijn Malmberg Lijn 3 | Spellingafspraken | Thema 7 – 12
Deze woorden schrijf je zoals je ze hoort. Luister goed, want er zijn steeds drie medeklinkers achter elkaar.
Je hoort aaj, je schrijft aa-i. Je hoort ooj, je schrijft oo-i. Je hoort oej, je schrijft oe-i.
Je hoort g, je schrijft ch. Je hoort gt, je schrijft cht. Woorden met ch komen niet zo veel voor.
Je leert ze uit je hoofd.
Je hoort u, je schrijft e.
Je hoort ir, je schrijft eer. Je hoort ur, je schrijft eur. Je hoort or, je schrijft oor.