• No results found

Vraag nr. 178 van 30 mei 1996 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 178 van 30 mei 1996 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 178 van 30 mei 1996

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Rusthuizen – OCMW-bijdrage

De opeenvolgende ministers bevoegd voor Welzijn hebben herhaaldelijk gesteld het probleem van de uni-forme richtlijnen in verband met de financiële borgstel-ling van OCMW's (Openbare Centra voor Maatschap-pelijk Welzijn) bij opname van ouderen in rusthuizen te zullen onderzoeken. Bedoeling daarvan is de vrije keuze van instelling te waarborgen en rusthuis-shop-ping te vermijden (OCMW's die royaal tussenkomen trekken cliënten aan).

1. Wat is de stand van zaken in dit dossier op ministe-rieel vlak ?

2. Is er reeds een definitief standpunt ? Antwoord

Uit de vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger meen ik te mogen besluiten dat ze betrekking heeft op de financiële bijdrage van de OCMW’s bij opname in een rusthuis.

Ik herinner aan wat mijn ambtsvoorgangster hem reeds antwoordde, namelijk dat de OCMW’s autonome besturen zijn die in grote mate zelfstandig hun bevoegdheid - het verzekeren van de maatschappelijke dienstverlening - uitoefenen. Ten aanzien van de rust-huisbewoners volgt hieruit dat in principe de woon-plaats bepalend is voor de voorwaarden waaronder een bejaarde kan worden opgenomen.

Ik heb mijn administratie opdracht gegeven om, in het kader van behoorlijk bestuur in de dienstverlening, een omzendbrief voor te bereiden waarin de OCMW’s onder meer gewezen worden op artikel 98, §1, tweede lid van de organieke OCMW-wet houdende het recht op zakgeld, en waarin ze worden herinnerd aan hun verplichting op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 9 mei 1984 tot het opstellen van vastgestel-de schalen ter bepaling van vastgestel-de bijdrage van onvastgestel-der- onder-houdsplichtigen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vermits vanaf volgend schooljaar de vakantierege- ling van de s cholen in de Vlaamse en Franse Gemeenschap opnieuw zal gelijklopen, zal er geen reden meer zijn om

Nochtans bepaalt artikel 5 van de organieke wet van het Rekenhof van 29 oktober 1896, alsmede de artikelen 31, 1bis en 31, 1ter van de over- eenkomst Vlaams Gewest – NV

Wanneer de duur van een in tijd beperkt project vooraf niet precies kan worden ingeschat, kan het aangewezen zijn om het contractueel personeel dat voor deze

Artikel XIII 13 van het Vlaams personeelsstatuut (1) – dat ingevolge artikel XIV 46 eveneens van toepassing is op het contractueel personeel – bepaalt dat de vanaf 1 januari

De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Bra- bant drukte op 20 september 1995 in haar Versterkt Actieprogramma Rand haar vrees uit dat de concentra- tie van

Op de verwezenlijking van deze brug werd enerzijds aangedrongen door het gemeentebestuur van Meise, opdat voor de inwoners van Meise-centrum het sportcentrum De Nekker

Daarom heeft het Rekenhof zijn visum gehecht aan de rekeningtabel van de gecumuleerde werkingsvoor- schotten per 31 december 1991, waarvoor de rekenin- gen definitief

Op 15 maart 1995 werd een voor akkoord verklaard en ondertekend exemplaar door de voorzitter van de raad van bestuur verzonden naar het Rekenhof, met afschrift aan de minister