• No results found

CERTIFICATIE WAT DE PREVENTIEADVISEUR DIENT TE WETEN OVER DE NIEUWE. Luc Thiessen, Certification EMS, Vinçotte NORM ISO 19011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CERTIFICATIE WAT DE PREVENTIEADVISEUR DIENT TE WETEN OVER DE NIEUWE. Luc Thiessen, Certification EMS, Vinçotte NORM ISO 19011"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

 

 

     

W

AT DE PREVENTIEADVISEUR DIENT TE WETEN OVER DE NIEUWE  NORM 

ISO

 

19011  

   

Luc Thiessen, 

Certification EMS, Vinçotte   

                     

Prenne 

(2)

Wat de preventieadviseur ervan moet weten

(NBN EN) ISO 19011:2011

Inhoud:

1. Audit?

2. Nieuw t.o.v. ISO 19011:2002

3. Focus op de belangrijkste items van ISO 19011:2011

(3)

Audit?

 Definitie: ISO 14050:2009

 “systematisch, onafhankelijk en gedocumenteerd proces voor het verkrijgen van

auditbewijsmateriaal en het objectief beoordelen daarvan om vast te stellen in welke mate aan de

dit it i i ld ” auditcriteria is voldaan”

3

Types van audits

Interne audits

 soms eerste-partij-audits genoemd, worden door of namens de organisatie zelf uitgevoerd voor

directiebeoordeling en andere interne doeleinden en kunnen de basis vormen voor een

conformiteitverklaring door de organisatie zelf.

 In veel gevallen, in het bijzonder in kleinere g j organisaties, kan onafhankelijkheid worden

aangetoond doordat geen verantwoordelijkheid wordt gedragen voor de activiteit waarop de audit wordt uitgevoerd.

4

(4)

Types van audit (2)

 Externe audits omvatten tweede-partij- of derde-partij- audits.

 Tweede-partij-audits worden uitgevoerd door partijen die belang hebben bij de organisatie, zoals klanten, of door andere personen namens hen.

 Derde-partij-audits worden uitgevoerd door

 Derde-partij-audits worden uitgevoerd door onafhankelijke auditorganisaties, zoals

toezichthouders of organisaties die voorzien in certificatie (ISO 9001 of ISO 14001).

5

Types van audit (3)

 Wanneer een audit wordt uitgevoerd van twee of meer managementsystemen van verschillende werkgebieden samen (bijvoorbeeld kwaliteit, milieu, veiligheid, …) dan wordt dit een gecombineerde audit genoemd.

 Wanneer twee of meer organisaties gezamenlijk g g j een audit uitvoeren op een enkele auditee dan wordt dit een gemeenschappelijke audit

genoemd.

(5)

Auditdefinities

 Auditcriteria: geheel van beleidslijnen, procedures of eisen dat wordt gebruikt als

referentie waaraan auditbewijsmateriaal wordt getoetst.

 Auditbewijsmateriaal: registraties, beweringen

b i f it f d i f ti lk

op basis van feiten of andere informatie welke relevant zijn voor de auditcriteria en verifieerbaar.

7

Auditdefinities (2)

 Auditbevindingen: resultaten van de beoordeling van het verzamelde auditbewijsmateriaal aan de hand van auditcriteria.

 Auditconclusie: resultaat van een audit, na overweging van de auditdoelstellingen en alle auditbevindingen.

auditbevindingen.

 Auditprogramma (AP): voorzieningen voor een geheel van een of meer audits gepland voor een specifiek tijdsbestek en gericht op een specifiek doel.

8

(6)

Voornaamste verschillen met ISO 19011:2002

 Voornaamste focus: interne audit

 Verbreding van het toepassingsgebied: Q&EMS  managementsystemen in het algemeen

 Invoering van audits op afstand & gebruik van informatietechnologie

 Invoering van het begrip ‘risico’

 Nieuw principe: vertrouwelijkheid

 Nieuw principe: vertrouwelijkheid

 Meer nadruk op het vaststellen en beoordelen van de competentie

 Website: www.ISO.org/19011auditing.

9

Principes v/h uitvoeren v/e audit (clause 4)

 Integriteit = de basis van professionaliteit

 Eerlijke verslaglegging = de plicht waarheidsgetrouw en nauwkeurig te rapporteren

 Gepaste beroepsmatige zorgvuldigheid

 Vertrouwelijkheid = beveiliging van informatie

 Onafhankelijkheid = basis voor onpartijdigheid &

objectiviteit objectiviteit

 Aanpak op grond van bewijs = de rationele methode om betrouwbare en reproduceerbare auditconclusies te bereiken

(7)

Managen v/e auditprogramma (clause 5)

 PLAN

- doelstellingen AP vaststellen - AP (auditprogramma) vaststellen

 DO: AP implementeren

 CHECK: AP monitoren

- competentie en beoordeling van auditoren - audit uitvoeren

 ACT: AP beoordelen en verbeteren

11

Op risicoanalyse gebaseerde audit

1) Auditrisico: risico dat auditproces zijn doelstellingen niet bereikt

2) Risico voor de auditee als een resultaat v/d audit:

contaminatie v/h productieproces; onthulling confidentiële businessinfo

3) Op risicoanalyse gebaseerde audit = auditinspanning focussen op significante onderdelen van MS

12

(8)

Managen v/e auditprogramma (clause 5)

Op risicoanalyse gebaseerde audit:

 Omvang AP gebaseerd op grootte en aard v/d geauditeerde organisatie

 Ook op: aard, functionaliteit, complexiteit & niveau van maturiteit v/h MS

 Prioriteit: toewijzing van AP-middelen om significante onderdelen v/h MS te auditen

13

Managen v/e auditprogramma (clause 5)

risico’s voor het AP identificeren en beoordelen:

 Voorbereiding: geen relevante auditdoelstellingen, scope AP NOK

 Middelen: onvoldoende tijd

 Kiezen auditteam: collectieve bekwaamheid NOK

 Implementatie: ondoeltreffende communicatieImplementatie: ondoeltreffende communicatie

 Registraties & hun beheersing: bescherming auditregistraties?

 Monitoring, beoordeling & verbetering AP

(9)

Een audit uitvoeren (clause 6)

1. Initiëren v/d audit

2. Voorbereidingen treffen voor de auditactiviteiten 3. Auditactiviteiten uitvoeren

4. Auditrapport opstellen en verspreiden 5 Audit afronden

5. Audit afronden

6. Follow-up v/d audit uitvoeren (indien gespecificeerd)

15

16

(10)

Proces van informatie verzamelen & verifiëren

 Informatiebron

 Verzamelen d.m.v. geschikte steekproeven

 Auditbewijsmateriaal

 Beoordelen aan de hand van auditcriteria

 AuditbevindingenAuditbevindingen

 Beoordelen

 Auditconclusies

17

auditbewijs auditcriteria

auditvaststelling

auditbesluit

(11)

Persoonlijk gedrag van auditors

 Ethisch verantwoord

 Ruimdenkend

 Diplomatisch

 Over een goed

waarnemingsvermogen beschikken

 Vasthoudend

 Besluitvaardig

 Zelfstandig opererend

 Standvastig handelend

 Openstaand voor b t i

19

beschikken

 Opmerkzaam

 Flexibel

verbetering

 Cultuurgevoelig

 Meewerkend

Auditoren: algemene kennis en vaardigheden

a) Auditprincipes, -procedures en –methoden b) Documenten v/t managementsysteem en

referentiedocumenten c) Organisatorische context

d) Van toepassing zijnde wettelijke, contractuele en ) p g j j , andere eisen die gelden voor de auditee

20

(12)

Selectie van auditmethodes

 On-site, interactief: “klassiek” (voorkeur)

 On-site, niet-interactief: document review

 Op afstand, interactief: telefoon- of videoconferentie

 Op afstand, niet-interactief: via video, inspectie p , , p van records via websites

21

Audits op afstand

 Moeilijkheden:

- verhouding tot auditee

- verlies van begrip & nuances

- terugvinden van documenten & records - video die niet alle details opneemt

geen flexibiliteit voor het auditplan (bvb audittrail) - geen flexibiliteit voor het auditplan (bvb. audittrail)

 Voordelen: geen/minder reistijd & CO2-emissie

(13)

Besluit

 ISO 19001:2011 = allesomvattend bron voor gestructureerde richtlijnen

 Waardevol document om interne audits te organiseren

 Helpt organisaties auditprogramma’s op te zetten die beter focussen op risico

Ri k b d h

 Risk-based approach:

 Invoering van nieuwe auditmethodes bvb. audit op afstand

23

IN GOD WE TRUST ALL THE OTHERS …

WE AUDIT!

24

(14)

YOUR REPUTATION IS MINE.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Schuldhulpverleners in Almere maken sinds januari 2013 gebruik van het screenings- instrument Mesis, een vragenlijst die door de cliënt zelf ingevuld wordt en in no time

By using the amount of abnormal working capital accruals as a proxy for audit quality, as proposed by Defond & Park (2001), a regression analysis which examines the relationship

haar gedrag zelfstandig zo te reguleren dat gestelde doe- len zelfstandig worden gerealiseerd en dat die mens dit ook eerst zelf wil beoordelen voordat een superieur dat

Hoe vaak heb ik jullie niet moeten uitleggen dat het nog niet klaar was… en dat het de volgende keer waarschijnlijk wel zover zou zijn… Maar ook dan was het weer niet af. Mede

The social functions of voluntariness in the fire brigade in a modern welfare state are the delivery of an active contribution to public safety, increasing the engagement of citizens

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/3733.

6WHOOLQJHQWHQEHKRHYHYDQGHSURPRWLHYDQ*HUULW+DYHUNDPSRSRNWREHU 

Ruim 68% werkt vijf dagen per week (veel meer mannen, personen zonder partner of kinderen, ho- gere functies), 8% werkt vier dagen, 7% minder dan drie dagen, 2% meer dan vijf dagen