KWALITEITSONDERZOEK MBO
ROC Leiden
Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving)
Februari 2015
BRIN: 25 MA
Onderzoeksnummer: 278423
Onderzoek uitgevoerd in: December 2014 Conceptrapport verzonden op: 29 januari 2015 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 16 februari 2015
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 1
2 Conclusie en vervolgtoezicht ... 3
2.1 Conclusie ... 3
2.2 Vervolgtoezicht ... 3
3 Resultaten van het onderzoek opleiding Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving) ... 5
Bijlagen ... 11
Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden ... 11
Bijlage II Overzicht bc-id ... 13
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving), 90411... 15
1 Inleiding
De Inspectie van het Onderwijs voerde in december 2014 een kwaliteitsonderzoek uit bij de opleiding Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving) van ROC Leiden. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs.
De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende.
De resultaten van de onderzoeken in het kader van de Staat van de instelling en de dalende opbrengstcijfers waren voor de inspectie aanleiding om nader onderzoek te doen. Naast de vijf opleidingen, waarbij we een onderzoek naar
kwaliteitsverbetering uitvoerden, hebben we bij drie willekeurige andere
opleidingen een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Het doel hiervan is om te kijken of de verbeteringen breder zijn opgepakt dan alleen door de eerder door ons
onderzochte opleidingen.
De volgende opleiding is onderzocht:
Gebied
Opbrengsten Gebied
Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering
en diplomering Leerweg, niveau, locatie
bc132 90411, Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving)
90411,
Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving)
leerweg bol, niveau 4, locatie Betaplein 18, Leiden
Wij hebben gesprekken gevoerd met studenten, docenten, examencommissie en management. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en
onderwijsactiviteiten geobserveerd.
In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het eventuele vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3.
De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012.
Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.
2 Conclusie en vervolgtoezicht
In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het
kwaliteitsonderzoek van de opleiding en wat het vervolgtoezicht inhoudt.
2.1 Conclusie
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel slecht voor het kwaliteitsgebied onderwijsproces en onvoldoende voor de kwaliteitsgebieden examinering en
diplomering en kwaliteitsborging. Ook de opbrengsten zijn onvoldoende. De wettelijke vereiste wat betreft de schoolkosten voldoet.
Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zeer zwak onderwijs, onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging.
In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
2.2 Vervolgtoezicht
In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen.
Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving) (crebo 90411) Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijs-
proces is onvoldoende en niveau opbrengsten is onvoldoende (zeer zwak onderwijs)*.
Aangepast toezicht vanwege zeer zwak onderwijs*.
De inspectie meldt het oordeel aan de minister.
De instelling ontvangt een waarschuwing.
De instelling stelt voor 1 maart 2015 een plan van aanpak op en stuurt deze naar de inspectie.
De inspectie geeft een reactie op het plan van aanpak.
Circa een jaar na de waarschuwingsbrief een onderzoek naar
kwaliteitsverbetering.
Kwaliteit examinering is
onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
De inspectie meldt het oordeel aan de minister.
De instelling ontvangt een waarschuwing.
Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar
kwaliteitsverbetering.
Kwaliteitsborging is
onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
3 Resultaten van het onderzoek opleiding Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving)
In dit hoofdstuk vermelden we het oordeel over de onderzochte kwaliteitsgebieden.
Daarna geven we hierop een toelichting.
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-
doende Slecht
1. Onderwijsproces •
2. Examinering en diplomering •
3. Opbrengsten •
4. Kwaliteitsborging •
Voldoet Voldoet niet
5.Naleving wettelijke vereisten •
Oordeel per aspect
Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de onderzochte
kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
Kwaliteitsgebied Aspect
Voldoende Onvoldoende
Gebied 1: Onderwijsproces Programma
1.1 Samenhang •
1.2 Maatwerk •
Leren in de onderwijsinstelling
1.3 Didactisch handelen* •
1.4 Leertijd •
1.5 Leeromgeving •
Begeleiding
1.6 Intake & plaatsing •
1.7 Studieloopbaanbegeleiding* •
1.8 Zorg •
Leren in de beroepspraktijk
1.9 Beroepspraktijkvorming* •
Gebied 2: Examinering en diplomering
2.1 Exameninstrumentarium* •
2.2 Afname en beoordeling* •
2.3 Diplomering* •
Gebied 3: Opbrengsten
3.1 Rendement •
Gebied 4: Kwaliteitsborging
4.1 Sturing* •
4.2 Beoordeling* •
4.3 Verbetering en verankering* •
4.4 Dialoog en verantwoording •
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen
Bij dit onderzoek zijn we tot een positief oordeel gekomen ten aanzien van de wettelijke vereiste, de schoolkosten. Het onderwijsproces en de kwaliteitsborging zijn slecht en de examinering en diplomering en de opbrengsten zijn onvoldoende.
De opleiding Mediavormgever maakt onderdeel uit van het domein Applicatie- en Mediaontwikkeling. De opleiding kent zeer ontevreden studenten en medewerkers, lage opbrengsten en een beroepenveld dat uit beeld is, veel langdurige lesuitval en een hoog percentage voortijdig schoolverlaten. In het didactisch model is te weinig balans tussen zelfstandig werken en sturing. De docenten begeleiden de studenten minder dan deze willen en nodig hebben.
Wel waait er sinds een jaar een nieuwe wind door de opleiding met een actieve onderwijsmanager. Hij zet sterk in op verbetering en analyse en wil de
tevredenheid verhogen. De resultaten hiervan zijn duidelijk te zien bij het eerste leerjaar. Zo is het curriculum aangepast, worden de lessen op de leerpleinen afgebouwd en is er een nieuwe examencommissie ingericht. Ook zijn twee nieuwe vakdocenten aangesteld, worden de examens ingekocht en vinden er bijwoningen plaats van de lessen door docenten onderling en door de onderwijsmanager.
Hoewel deze inspanningen zichtbare resultaten opleveren, is er voor de ouderejaars nog weinig veranderd.
Onderwijsproces
De kwaliteit van het onderwijsproces is slecht. Veel aspecten, waaronder alle kernaspecten, schieten tekort.
De samenhang is onvoldoende. De opbouw van het programma voor de
ouderejaars is niet inzichtelijk. Voor de eerstejaars zijn verbeteringen doorgevoerd, maar ook hier voldoet de samenhang niet. Het curriculum bevat veel vakken, maar de samenhang tussen de vakken is niet aangegeven en er is geen relatie gelegd met de werkprocessen. Het programma in de recente STOER (een studiegids en onderwijs/examenregeling) is slechts globaal van opzet. Taal, rekenen en loopbaan en burgerschap zijn wel onderdeel van het curriculum.
Maatwerk is voldoende. De opleiding biedt mogelijkheden om te kunnen versnellen en er is in het aanbod ook gelegenheid om achterstanden in taal en rekenen weg te kunnen werken. Tot dusver heeft slechts een beperkt aantal studenten van de geboden versnellingsmogelijkheid gebruik gemaakt. Het is een aandachtspunt om de mogelijkheden op dit gebied op meer structurele wijze aan te bieden.
Het didactisch handelen is onvoldoende. De studenten zijn bijzonder ontevreden over de wijze waarop geleerd wordt en de mate van begeleiding. Wij constateren dat de leeractiviteiten onvoldoende actieve en gevarieerde werkvormen kennen. Er is hoofdzakelijk sprake van werken achter de computer en zelfstandig werken aan opdrachten op de leerpleinen. De ondersteuning en begeleiding van de
leeractiviteiten schiet hier tekort. Er zijn teveel studenten en er is, door het gebrek aan vakdocenten, vooral te weinig vakinhoudelijke begeleiding. De coach op de leerpleinen kan in onvoldoende mate in deze leemte voorzien. Ook hebben de studenten onvoldoende inzicht in hun leerresultaten. Voor de eerstejaars zijn er al wel verbeteringen doorgevoerd, maar een inzichtelijk overzicht voor de ouderejaars is niet beschikbaar.
De leertijd is voldoende, maar dat geldt niet voor de leeromgeving. Hoewel er een positief schoolklimaat is, schieten de materiële voorzieningen tekort. De leerpleinen dragen niet positief bij aan de kwaliteit van het onderwijs wegens geluidsoverlast
en te weinig aansturing door docenten. Ook zijn er onvoldoende geschikte plekken om te leren. Verder zijn er onvoldoende camera’s beschikbaar voor deze op mediavormgeving gerichte opleiding en schiet de wifi-verbinding vaak tekort.
De intake & plaatsing is voldoende. Er is sprake van een centrale intake waarbij een persoonlijkheids- en een capaciteitentest wordt afgenomen. Ook is er sprake van een intake-opdracht. De mate van creatief talent bepaalt of de student wordt toegelaten. De voorlichting verloop adequaat. Een verbeterpunt is een betere afstemming van de informatie op de website met de actuele werkwijze in de opleiding.
De studieloopbaanbegeleiding is onvoldoende. De STOER bevat voornamelijk algemene informatie die overigens niet actueel is voor het programma en de situatie rondom de examinering. Via mondelinge informatie en per leerjaar uitgereikte schriftelijke informatie worden de studenten overigens wel van de actuele situatie op de hoogte gebracht. Elke klas heeft een
mentor/studieloopbaanbegeleider. De mentoren hebben regelmatig gesprekken met elke student en de bevindingen worden vastgelegd in het informatiesysteem KRD. De door de student behaalde resultaten worden ook vastgelegd in KRD. Dat gebeurt echter alleen voor de eerstejaars en nog niet voor de ouderejaars, die daardoor in onvoldoende mate inzicht hebben in hun actuele voortgang. De informatie uit de intaketest wordt niet meegenomen in de begeleiding, behalve als er gedurende de opleiding problemen gesignaleerd worden. Dit past in onze waarneming dat er in de studiebegeleiding in onvoldoende mate wordt gestuurd op de kwaliteiten van de student, waardoor de toppers buiten beeld blijven.
De zorg daarentegen is voldoende. De geboden zorg sluit aan op de intake. Er is een speciale studieloopbaanbegeleider die de zorgbehoefte van de student gedurende de opleiding in het oog houdt en die zo nodig doorverwijst.
De beroepspraktijkvorming (bpv) tenslotte is onvoldoende. De opleiding is te weinig in beeld bij de bedrijven. Er zijn weinig contacten tussen school en bedrijf.
De bedrijven zijn niet tevreden over de beperkte mate waarin ze de studenten in de praktijk kunnen inzetten. Studenten worden onvoldoende betrokken bij de gesprekken op de bpv-plaats. De bedrijven krijgen geen instructies vanuit school hoe ze de studenten moeten begeleiden en daardoor schiet ook de begeleiding door het bedrijf tekort. De opleiding heeft dit inmiddels zelf ook geconstateerd en heeft een aparte functionaris benoemd om de begeleiding te verbeteren.
De voorbereiding van studenten en bedrijven verloopt overigens wel adequaat en de plaatsing voldoet.
Examinering en diplomering
De kwaliteit van examinering en diplomering is onvoldoende. De besluitvorming rondom de diplomering voldoet niet en de examencommissie vergewist zich onvoldoende van de kwaliteit van de exameninstrumenten en de beoordeling.
Het exameninstrumentarium en de afname en beoordeling is voldoende.
De drie kerntaken worden geëxamineerd in drie proeven van bekwaamheid (pvb’s).
Het examenmateriaal is ingekocht bij het Consortium Beroepsonderwijs en is eerder beoordeeld door ons en voldoende bevonden. De opleiding heeft zelf een observatieformulier toegevoegd aan de proeven om beter zicht te houden op de beoordeling.
De examens worden geheel op school afgenomen. Bij deze opleiding is afgelopen schooljaar voor de tweede maal geëxamineerd. De examinering vindt geheel op school plaats omdat de beoordeling in de praktijk nog onvoldoende kan worden geborgd. In dat licht bezien is de keus voor volledige examinering op school te
billijken. De opdrachten in het ingekochte exameninstrumentarium bieden daarbij een realistische context. Daarnaast is een van de vakdocenten/beoordelaars afkomstig uit het beroepenveld, met recente ervaring in de beroepspraktijk.
Wel is het een aandachtspunt om delen van de examinering in de toekomst ook in de reële beroepspraktijk plaats te laten vinden.
De beide vakdocenten zijn tevens de beoordelaars van de proeven. De docenten hebben daartoe onderling intensief overleg en weten de objectiviteit in deze situatie afdoende te bewaken. De beoordelingsdocumenten bieden daarbij voldoende steun.
Het geringe aantal beoordelaars, die ook docent zijn, zien we wel als een risico voor de objectiviteit. Het is een aandachtspunt om de objectiviteit van de beoordeling van meer waarborgen te voorzien.
De diplomering is onvoldoende. De examencommissie is sinds een jaar
geïnstalleerd en actief. Zij vergewist zich echter onvoldoende van de kwaliteit van het exameninstrument en de beoordeling.
De borging van de beoordeling op school is onvoldoende. Het is een risico dat vakdocenten beoordelen, maar dat is een bewust keuze op dit moment, omdat de beoordeling in de praktijk onvoldoende geborgd kan worden. Maar de
examencommissie pakt haar rol onvoldoende om de beoordeling beter te borgen.
Zij laat geen check door derden op de beoordeling uitvoeren en ook niet op het gemaakte werk. Ook wordt er geen gebruik gemaakt van de beschikbare video- opnames en vinden er geen bijwoningen plaats. De examencommissie werkt met een plan van toezicht, maar dat is nog niet actief ingezet. Wel is er een start gemaakt met de analyse van examenresultaten en de evaluatie van de proeve wordt meegenomen om verbeteringen door te voeren.
Ook borgt de examencommissie onvoldoende de check op de juiste verstrekking van de diploma’s. De commissie blijkt onvoldoende op de hoogte te zijn van de vereiste werkwijze rondom het opnemen van de resultaten voor de
taalvaardigheden en rekenen op de resultatenlijsten. De examendossiercontrole van de commissie is door gebrek aan inzicht onvoldoende adequaat uitgevoerd.
Nederlands
Voor lezen en luisteren wordt deelgenomen aan de pilotexamens. Het
exameninstrumentarium voor Nederlands spreken, gesprekken voeren en schrijven is zelf ontwikkeld en wordt zoveel mogelijk beroepsgericht geëxamineerd. Spreken en schrijven beoordelen we als voldoende. Dat geldt niet voor gesprekken voeren.
De instructie voor het examen moet nog worden aangescherpt en de opdracht is niet complex genoeg voor het niveau 3F.
De waardering voor Nederlands weegt nog niet mee in het oordeel over de examinering.
Engels
Het examenmateriaal voor lezen, luisteren en schrijven is ingekocht bij het Consortium Beroepsonderwijs. Deze examens worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Spreken en gesprekken voeren zijn zelf ontwikkeld en worden getoetst tijdens de proeve. Ook deze examens zijn
voldoende.
Opbrengsten
De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 9,7 procent en een diplomaresultaat van 9,7 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 132, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.
Kwaliteitsborging
De kwaliteitsborging is onvoldoende. De sturing voldoet, maar de aspecten beoordeling, verbetering en verankering en dialoog en verantwoording zijn onder de maat.
De sturing is voldoende, maar er is wel een aandachtspunt omtrent de tijdige vervulling van vacatures. De lessen voor de vakken MSV (marketing, strategie en verkoop) en ondernemerstaken zijn, als gevolg van ziekte van de docent, sinds medio september 2014 maandenlang niet gegeven. Hoewel de vacature
kortgeleden weer is opgevuld is verbetering in de zorg voor een tijdige vervulling van vacatures noodzakelijk.
De nieuwe onderwijsmanager (sinds mei 2014) is voortvarend aan de slag gegaan met de opleiding. Hij stuurt actief op de tekorten in de onderwijskwaliteit, samen met het team en gebruikt daarbij een teamplan.
Het teamplan is concreet en specifiek en de genoemde tekorten zijn herkenbaar.
Het team is actief betrokken bij de uitvoering en de opstelling ervan. Het plan bevat acties die voortkomen uit de analyses en sturingsinformatie van de onderwijsmanager. Op basis van het teamplan is een planning gemaakt waarop onder andere de status van de acties vermeld staat.
De beoordeling is onvoldoende. De onderwijskwaliteit wordt gemonitord. De benodigde gegevens zijn beschikbaar en de onderwijsmanager heeft, gezien de situatie, sterk ingezet op tevredenheidsmetingen van studenten. Zo zijn er, in aanvulling op de JOB-enquête, panelgesprekken gevoerd. Er zijn uiteenlopende evaluaties beschikbaar, zoals van de studenttevredenheid, bpv, medewerkers- tevredenheid, evaluatie van uitgevoerde pvb’s en resultatenanalyses. De
onderwijsmanager heeft daarnaast een sterkte/zwakte analyse uitgevoerd voor het team in relatie tot de onderwijsuitvoering. Ook heeft hij analyses op de
(on)tevredenheid van de studenten uitgevoerd. De uitkomsten van de monitoring, de evaluaties en de analyses worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Los daarvan hebben we vastgesteld dat er niet voorzien is een beoordeling van de gerealiseerde kwaliteit door onafhankelijke deskundigen zoals de wet dat
voorschrijft. Om die reden is het aspect beoordeling met een onvoldoende gewaardeerd.
Het aspect verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende. De geformuleerde verbetermaatregelen, vanuit de analyses, zijn passend bij de
geconstateerde tekorten. Ook is er een professionaliseringsplan, maar de uitvoering gaat pas in de loop van de verbetercyclus van start. De verankering is nog
onvoldoende. De cyclus is pas ingezet en nog niet afgerond en moet nog worden verankerd in de werkwijze van het team.
De dialoog en verantwoording zijn onvoldoende omdat de externe dialoog tekortschiet.
Er is een goed functionerende interne dialoog. De onderwijsmanager richt zich bewust naar binnen en heeft bijzonder veel geïnvesteerd in de dialoog met de studenten, de ouders, de teamleden en de roc-brede diensten van zorg en remediëring. Hij zoekt daarbij naar de kracht van het team om de
onderwijsuitvoering te verbeteren.
De externe dialoog moet nog op gang komen en is onvoldoende. Aanzetten daartoe zijn reeds gegeven. Er is onlangs een werkveldcommissie ingesteld en ook een docent om de contacten met het bedrijfsleven te verbeteren. Die contacten zijn nu nog niet geformaliseerd en onvoldoende frequent. In de huidige situatie is het
werkveld niet betrokken bij de opleiding, noch bij de examinering, anders dan dat studenten er hun bpv uitvoeren.
Wettelijke vereisten
De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Er is voorzien in een regeling voor vervangende laptops waar studenten zo nodig gebruik van kunnen maken.
Bijlagen
Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden De normen
Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit:
1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator?
Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties.
2. Een normering per aspect.
3. Een normering per kwaliteitsgebied.
Voor de normering van het Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7
Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming.
Normering Onderwijsproces
Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan.
Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan.
De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan.
Aan alle kernaspecten is voldaan.
Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat.
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan.
Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan.
Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan.
Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat
1 60,7 45,1
2 56,5 45,2
3 65,3 67,3
4 64,2 67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.
Normering Examinering en diplomering
Goed Aan alle standaarden is voldaan.
De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende Aan alle standaarden is voldaan.
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de
kwaliteitsborging onvoldoende.
Normering Kwaliteitsborging
Goed Aan alle aspecten is voldaan.
Aan alle indicatoren is voldaan.
De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan.
Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan.
Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of
opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere
operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd).
Bijlage II Overzicht bc-id
Hieronder is voor de onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht bc-id
bc-id: bc132 Niveau: 4 Crebo: Opleiding:
22086 Mediavormgever 90400 Mediavormgever
90411 Animatie/audiovisuelevormgeving 90414 Interactieve vormgeving
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Mediavormgever (Animatie/audiovisuele vormgeving), 90411
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvol-
doende
Aspecten Indicatoren
Programma
1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud •
1.1.2 Programmering •
1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie •
Leren in de onderwijsinstelling
1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie •
handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting •
1.4.2 Werkdruk •
1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat •
1.5.2 Materiële voorzieningen •
Begeleiding
1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting •
plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing •
1.7 Studieloopbaan- 1.7.1 Informatievoorziening •
begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaan-
begeleiding •
1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en
tweedelijnszorg •
1.8.2 Derdelijnszorg •
Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk-
vorming* 1.9.1 Voorbereiding studenten
en bedrijven •
1.9.2 Plaatsing •
1.9.3 Begeleiding door het
bedrijf •
1.9.4 Begeleiding door de
opleiding •
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvol- doende
Aspecten Indicatoren
2.1 Examen-
instrumentarium* 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2 Dekking van het
kwalificatiedossier •
2.1.3 Cesuur •
2.1.4 Beoordelingswijze •
2.1.5 Transparantie •
2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname •
beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid •
2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming
diplomering •
2.3.2 Verantwoordelijkheid
examencommissie •
Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvol- doende
Aspecten Indicatoren
3.1 Rendement 3.1.1 Jaarresultaat en/of
diplomaresultaat •
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvol-
doende
Aspecten Indicatoren
4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen •
4.1.2 Informatie •
4.1.3 Continuïteit •
4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring •
4.2.2 Evaluatie •
4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak •
verankering * 4.3.2 Deskundigheids-
bevordering •
4.3.3 Verankering •
4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern •
verantwoording 4.4.2 Extern •
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
Aspecten Indicatoren
5.1 Naleving wettelijke
vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke
vereisten •
