Vraag nr. 189 van 21 april 1999
van de heer JOHAN MALCORPS Luchthaven Oostende – Geluidshinder
Op zaterdag 2 januari 1999 om 8.06 uur vloog de Il-yushin 76MA met registratienummer URUCT (Flight KH03563) bij de landing op de Oostendse luchthaven twee vierkante meter pannen van het dak van een woning gelegen aan de Torhoutses-teenweg. Ook een rolluik werd weggezogen. Het zoveelste incident op een rij, gelukkig zonder slachtoffers.
Ilyushins zijn extreem lawaaierige vliegtuigen (zo'n 105 dBA in tuintjes van de woonwijk Nieuwe Koers, gemeten 's nachts, windrichting 180°, tijdens take-off) zonder geluidscertificatie, die eigenlijk niet thuishoren op de luchthaven van Oostende (aanvliegroute boven woonwijken, scholen en win-kelcentra). In Nederland (Beek) werden dergelijke toestellen na een aantal zware incidenten volledig verboden, wat perfect mogelijk is gezien de gelden-de Europese regelgeving.
Omdat de Vlaamse regering dit Nederlandse voor-beeld, dat prioriteit geeft aan de leefkwaliteit en de veiligheid van de omgeving, niet wil volgen, pro-beert ze dan maar water en vuur te verzoenen. Om de geluidsoverlast een klein beetje te beperken wordt de Ilyushins gevraagd een speciale aanvlieg-route te volgen. Deze richtlijn, waarbij men niet de normale (veilige) ILS-aanvlieghoek moet volgen maar in feite vraagt om te vliegen op de rand van de mogelijkheden van het systeem, vergt het uiter-ste van de piloot. Dit houdt naar mijn mening zware risico's in. De talrijke incidenten bevestigen mijn standpunt.
Werden er reeds stappen gezet om de geluidshin-der aan te pakken en zo ja, welke ? Of wordt de overlast verder gedoogd ?
Is het inzetten van dit type vliegtuig volgens de mi-nister nog verantwoord ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Open-bare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Orde-ning.
Gecoördineerd antwoord Aspect ruimtelijke ordening
Vliegtuigen van het type Ilyushin zijn verplicht speciale voorschriften te volgen bij aanvliegen naar
de luchthaven Oostende (naderingsprocedure op-genomen in de AIP-voorschriften).
Specifiek met betrekking tot de IL-76 en IL-78 toe-stellen werden reeds maatregelen genomen om dakpanschade en geluidsoverlast te beperken. – De piloot moet in finale een glijpad van 3,5°
volgen in plaats van de normale 3°, waardoor het toestel hoger boven de woongebieden vliegt. Hierdoor wordt tevens het aantal geval-len van dakpanschade beperkt.
Buiten deze enkele gevallen van dakpanschade is er nog geen enkel incident met IL-76 tijdens de landing bekend, zodat deze procedure, hoe-wel ze niet ideaal is voor een piloot, toch als vei-lig kan worden bestempeld. Het is evenwel niet opportuun om een nog hogere vliegroute of een aanvliegroute niet recht op de piste uit te stip-pelen, aangezien dan wel op de veiligheid zou moeten toegegeven worden.
– De piloot moet een long-landing uitvoeren, dit betekent een landing voorbij de drempel, wat met een piste van 3.200 m voor dit type van toe-stellen geen enkel gevaar betekent.
– Sedert januari 1999 wordt aan de IL-76 piloten tevens de opdracht gegeven om de startbaan steeds te verlaten op het einde van de baan, waardoor het gebruik van reverse kan worden vermeden. Vooral deze laatste maatregel heeft een merkbare afname van het geluid tijdens de landing van deze types met zich meegebracht. – Voor de Vlaamse regionale luchthavens is een
regeling van kracht waarbij voor nachtvluchten met toestellen die niet voldoen aan de ICAO-hoofdstuk 3-geluidsnormen (International Civil Aviation Organization), een 50 % hogere ver-goeding dient te worden betaald. Deze regeling werd sedert 1 april nog uitgebreid tot de vlieg-tuigen van het type Ilyushin (ministerieel be-sluit van 10 maart 1999).
Aspect leefmilieu
Sedert 1 mei van dit jaar zijn vliegvelden opgeno-men in de lijst van hinderlijke inrichtingen waar-voor volgens de Vlarem een milieuvergunning ver-eist is.