• No results found

HET EEN EN ANDER OVER KALONGS EN ANDERE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET EEN EN ANDER OVER KALONGS EN ANDERE"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HET

EEN EN ANDER OVER KALONGS EN ANDERE SOORTEN VLEERMUIZEN ,,, )

door D. Pieters

Vruchten-etende vleermuizen vinden hun ~-oedsel door mididel van hun reuk- en gezichtsvermogen. De reukz<in spedt daarbij verreweg de voornaamste rol. De met de wind meegedragen geursboffen van een gróót aantal homen met rijpende VJmdhitten ruliken ze nog tot op tnentaHen kilometers afstand. Eén enlkele boom, met rijpe mang·ga's of ander·e ste!lk geurende vruchten ontdekken ze nog -bij het .. on- der de wind" langs vhegen- tot op me·erd·ere kilbometers afstand.

Een door andere lbomen geheeil ov<erkoepdde en verder rondom ingesloten boom met rijpende vruchten vinden ze net zo goed als een, di'e op open terrein •staat. In de tui·n behorende bij het .. La- boratorium Penjdidikan Laut'' -te Pasa1r-lkan, Dja:kar.ta, staat een Hinke, ong.eveer 30 meter hoge .. k i a. ra.'', di'e dborÇTaans twee keer per jaar, met zeer ongelijke twssentijden, vruGhten draagt. Van deze Ficus-soor1t worden d'e vijgjes van pinlktop- tot bijna knikker- g.root. Vruchten-etende vLeermuizen en vderJ.ei soorten vogels zijn zeer belrust op kiara-vru'chtjes. Onafhánkelijk van het aantal b~­

zoekers duurt zo een vruchtpeDiode van ongeveer zes weken tot ruim ,twee maanden. Dit 'komt doordart de hondel'd-duizen:den vruchtjes van één enkele ,ki·ara zich ni,et tegellijk of vlug a.chtereen ontwikkelen mJaar er dag1elijks sJoech1trs enke~e duizenden tot rijp- heid 1komen. De -rijpe vruchtjes geven een eigenraaridi,gre, wee-zoe~e

lucht af.

In zwode nachten kunnen wij de neerslaande g·eulr di1kwijl.s overal in de 'tuin rrui1ken. Bij normaal' wiJSselende land- en zeewind wordt deze g·eur de gehelre nracht door, vanaf rde vroege vooravond tot de morgen, narar zee gevoerd. Bij nachte1ijke regenbuien ergens boven zee, doi•e we nu en dan in de droge .tijd doch veel meer in de ken- tJening,stijd :kriiqen, waa'Ït de wind soms ·een halv·e tot een helreJ nachlfl landwaarts. De •kalongtrek van Muara-Angké naar het zuiden, g.aa1t grotendeels langs de westgr·ens. van Djakarta en er komen doorg•aans slechts enkelen recht ov•er de stad gev.logen. Als de

·~) We accept and insert rtlhis 1paper for the sa,ke •of the ~erson•al observa- tions communicated in it. We are really thankfull for this information and to a certain extent we sha~e Mr. Pieters' indignation at the careless copying of alleged facts and opinions.

Meanwhile the inferences he makes from his observations appear to be rather rash a:nd in some instances they are actually uncalled for.

Fortunately we are in a posoition to Dffer a reconciliating expl'anatton which might cover ·the controversy.

As we are .going to review .t:he situation in a separate paragraph, we may refrain from adding footnotes. (Editors)

99

(2)

land- en ze,zw.ind normaal wisselt, zoals dat qedurende de oost- moesson ·dikwijls maanden achtereen het s:1eval irs, kunnen de ver om de zuid wie<kende kalongrs de g·eurstoffen van onze kiara niet ruirken en er komen dan meestal gedur,ende zo een vruchteperiade H·een kalengs op bezoek. Wanneer daar·entegen de zeewind tot ver in de avond of ee11 hele nacht blijft doorstaan, hetzij vanuit het Noorden, Noordoosrten of Noordwesten. komen ze door- qaans noH :dezelfde avond of de daaropvolgende nacht al neuzen. De naar de landzijde door de wind vervoerde geuren kunnen dan door de fijlllz •reukzin van ver 'landwaarts voorbij vliegende ka- lonqs qespeurd worden.

Ondanks een zeer Ç}'enieni'g levensgevaar dat ze bij elrk rbezoek aan d1e rijkvoorzirene dis telkens we.er lopen, komen ze toch steeds, doch op den duur met opvallend qrotere voorzichti<qheid, teruq. Nietteg-enstaande rhet aantal kalonrÇJs slechts aeleideliik van avond tot avond toeneemt, vallen de meestre slachtroHeTs in hoofdzaak ge- durende de eerste, minder drukJke bezoeknachten.

Het g·evaar dat hen hier wacht bestaat uirt een vi•ertal lichtnetdra- den. d·ie de brede bara-krurin Janars de hele zuid- en oostzijde insluiten. Deze draden hang1:>n neheel vrij v<~n de <takrkren en ze ziin van beneden a.f ook in de donkerste nacht noH zichtbaar. In elk vrucht-seizoen met kalong bezoek komen hier minstens twint1g

kaiongs om 'het leven.

In de eerste nachten bedraagt het aantal, dat op deze wijze de dood vindt. twee tort vier of vijf nieren en eens verons:1elukten ~elfs ze- ven kalong,s .in één nacht. Zo dicht bij het doel ~<S de va.art reeds af.q·P.remrd. zoodait' een rbotsi!Ilrr met één der draden de eLieren niet yeel' schade zou berokkenen. Door hnn grote vlucht raken zii echtPr licht meerdere draden tegelijkertijd en dan worden zij door de stroom qedood.

Wa'ar vle.ermu~zen volgens ~e Iit·eratuur over een uiterst fiine tast- zin zouden beschi·kken, koos ik hret bovensta<1nde als inleirdinH tot mijn poginq om aan te tonen, dat er niP.t a,J.l.een heel wat aan de onfeilbaarheid van dit famreuze zin.tui·q hapertt, doch dart al1e be- werinqt>n. omt,renrt een dergrdijk lt:ast-, peil- of radaror·g.aan er

m.d•. náást moeten zijn.

Een der oudste [proeven inzake de ontwi!kkelinÇJ van hepaalde

zin-

tuiqren bij dieren betreft de tastzin der vleermuizen. Die i·ngenieuse methode, :di·e in de 18de eeuw door de Italiaanse Heleer.de Spa 1- 1 a n z a n i werd toeqe,past, vindrt men tot heden in tal van dier- kunde boeken V·ermeld. Hoewel m.i. ~efantaseerd, ;is dit .. bewiis"

bijne twe·e eeuwen Iano zonder 1krirti:ek van het ene boek in het andere ov,erg•enomen. Hire.rmede en door Uen~iéi,Jlen andeTe Ji.tera- tuurolaatsen irS naar mijn overtuiging bewezen, dat de wetenschap op het gebired van de vermogens en het vrije qedrag van in het wild levende dieren nog zit vastqeroest in allerlei vooroorde.Ien.

Ik meen rte kunnen vermoeden hoe :de Italiaanse geleerde tot zijn tastzinhypothese gekomen is.

(3)

Het bij donkere maan waarnemen van vleermuizen gedurende hun snelle vlucht in en om het dichte takken~gewirwar van struiken en boomkminen deed hem aanvankelijk veronderstellen, dat alleen de .tastzin hots:ngen kon vermijden en dit vermoeden werd op den duur ove·rtui·ging. Wij mensen, met onze speciale d.ag~ogen,

dite lbovendi•en door 't gebruitk van fel' kunsdicht nog minder deug~

delijk zijn gewovden voor n.achtwaarnemingen, moeten zo op het eerste gezicht wd tot dezelfde gevolg<trekbng komen als die

18de~·eeUiwste bioloog.

Om ·de aanvankelijke veronderstelling ook voor anderen aanne~

meiijk te malken is ·toen welli.cht de bekende ".donkere-1kamer~prod"

(met honder.den van schellietjes voorûene draden) bedacht, doch stellig nooit genomen. Latere onderzoekers hadden aan deze tastzinrrtheori<e telkens we.er wat t;oe te voegen.

Blindgemaakte vLe·ermuizen zouden hetzelfde presteren als de normaJ.e en het .g-ez,ichtsvermogen zou dus zogoed als niets voor~

stellen. Men vindt deze donkere~kamer~proef ook in de nieuwste u1itgave van "B re h m's Dierenleven" vermeld, doch nu met door klreefpleiost'er dichtg~plakte •ogen. In een ander "populair weten~

schappelijk" dievkunde~boek staat : "met e1ectrische lam;pjes" in~

pJ.aats van belletjes. Waar in Spalilanzani's tijd de electri~

sche vonk nog slechts als na.tuur~verchijnsel bekend was, zouden latere onderzoekers het dus nog eens in moderne vorm he·bben overgedaan. Met afg,edekte neus en v-oorzien van een muilbandje (maar dan moet zo'n beestjte stikken, ·doch het staat er zo) zou onze

.. fl:adderaa,r" gteen bots.ingen 'kunnen veDmijden, odk niet wanneer

alleen maar de oor-opening·en waren afgesloten.

Nog !later was gebleken. dat het nitett zozeer de :tastzin was die hen aHe obstakels vei.lig deed omzeiJ.en, doch nieuwe proeven hadden bewezen datt deze fameuze "handV1leuge.ligen" over 'een soort peil~

orgaan beschikken.

De echo,peilmethode voor het bepalen van zeediepten werd toen reeds .toegepast en onze "nachtzwa1kers" zouden hi,er van oudsher van proftteven. Na Wereld~oorlog II wist men het nog• weer beter.

De in de oodog ge'beZ<i,gde "radar~uiotvinding" bracht een gloed~

ni·euw idee als op een pr·esenteer'blaadj·e aangeboden. B.l-eef het nu maar bij vevondersteUimgen .dan was het nog ni•et zo heel erg.

Maar

!

V:olgens de Engelse biolbog H. M u n LT.' o F o x, hadden proeven !bewezen datt alleen het ·radar~zendertje 't hem doet, md di.t verschil dat ]nstede van decbrische tfliÜingen, geluidstrillingen ui•t de hekjes komen. Het wa1s zó nauwkeurig onderzocht dat er aan de zekerheid niet vid te tornen. V·olgens deze gdeeTde zendt de vle'ermurs voor de mens onhoorbare, a.J,Jierfijns.te tr]ltonen udot, met een frequentile van 30 per seconde, elke toon gedurende 1/50 seconde en de weevkaatsing tegen alledei obstakels zou op .. Ra~

dar mani.er" geregistre·efld worden. Daar de weerlkatatsende gduids~

golven door het g.evoel of het gehoor worden opgenomen, blijft 101

(4)

het dus hij een meer gemoderni,seerde .. Peil-tastzin m.ethode" en

'.t gezicht zou ·er ook nu; weer geheel buiten staan.

Omdat een jagende, .i.n:secten-etende vleermuis gedurende haar snelle vlucht in één uur ·tijd, al vliegend 'en buitelend, zeker wel tien minuten hezig is met het afbijten van chi.tine-schildjes en met het vermalen van soms harde prooi insecten, komen di·e zendge- luidjes door di•t tandgeknars g,educht in het gedrang. Gedurende het oppeuzelen moeten ze dan de tr.illertjes blijkbaar udt ·hun neus- openingen doen komen, daar malen, shkiken en ui1tzenden toch moeilijk 'kunnen samengaan. Elk falen zou echter noodlott·ig kun- nen worden en het zendertje mag '9'edurende de snelle vlucht dus geen moment :bui•ten dienst raken. Hoe dan ook: Al di·e beweringen komen nioet oveDeen met ·hetg·een een ni1e·t geheel' of g·ededtelijk aan nachtblindheid lijdend mens te zi1en kan krijgen.

Laten we aannemen dat al di•e experimenten werkelijk genomen zijn en de resut!t•aten goed geintev,preteer.d

!

Waarom vJ.iegen ·er dan z,o vele vleermuiZJen va:n aJ.lerlei soorten, nacht na nacht ·tegen de honderd-dudzenden on-natuurlij•ke obsta- kds, zoals •tddoondraden, tèlegraafdr.aden, antennes, waslijnen, scheeps stagen, enz. enz.

?

I·s da:t dan niet genoeg' b~kend of is dat door iedereen over het hoofd gezi,en

?

Misschi•en vindt men het ni-et de moeHe waard om hier ved a.and·acht aan t-e schenken. Deze laatst•e veronderstelling zal wd de ware zijn. M·eer dan 998•,%

der mensen heben naar hun zeggen, wel wat .anders t.e doen dan vleermuizen te bdoeDen, of lang na te denken bij het ûen Hadderen van dergelijke obscure mormds. Toen ·ik ·echter jaren ·gdeden, bij- wijZie van >!:est, aan een kennis (die ver hllli;ten de stad woonde en dicht bij zijn woning een hoge radio-antenne had staan) vroeg, of er wel eens vogds of vl·eermuizen tegen de draad vlogen, kreeg

~k 1te h01ren da,t dit lherha,alddij!k gelbeul'de en dat er zelfs eni·ge avonden tevoren nog een vleermuis voor zijn voorgalerij was neer- goesmakt. Al1s 'schooljongen, gedurende het vliegeren in de avond- uDe.n qp de Veluwe, gebeurde het mij na 't invaHen der duûst•erni's herhaaldelijk dat vleermuizen tegen het vlioegertouw botsten en eens, bij 't ·gebrui·k v.an naaigaren, da:t het dunne draadje door de schok brak en ik zo mijn VJJi,eger verspedde. Ik dacht toen later dat het zoemend g·elu~d in de draad de v.Ieermuizen van de wijs bracht.

Ik kwam er op den duur .achter dat ook lbij laag gespannen dr.a1den.

zonder .eni•ge wind, hier t1egen aan wordt g.evlrog•en. In de be- woonde centra valt dit allicht nid zo op en gebeurt het niettegen- staanae de vele draden, naar v·erhouding ook veel minder dan op plaats·en waar slechts enkele van dergelijke V'erradedijke obstakels de vele n;atururlijke onderbreken. Waar ook vele vleermui.zen, zoals de meeste di·eren, slechts een betrekkelijk Jdein gebied bewonen, zijn ze er in de s.t•eden .al ·geheel op bedacht en daar is ook de jonge ÇJ•enerati.e van den begûnne op dit grote g-evaa.r ing•eschot·en.

Waar tevoren ·geen draden waren g'e'siPannen vallen in de eers.te

maanden na het aanbrengen

·de meeste slachtoffers. Geleidelijk-

(5)

aan raken de omwonenden hier op ingesteld en het gebeurt dan verder nog slechts hoogst zelden.

Toen in de •twintiger jaren ergens in het Bantamse een rubber- ünderneming een telefoonliijn aanlegde, die over slechts 8 km

afs.tand langs en hier en •daar óver de rijweg hing, vilogen zich de eerste maanden honderden vleNm.ui·zen .dood of braken zich een vleug·el. Over deze afstand vonden we <er in de eerste weken ge- middeLd meer dan 10 .per dag. Gedur.encLe nachtelijke voettochten, bij het licht v.an een -- voor hazenjacht g·ebezi.gde -- schijnwer- per, •kreeg ik ·het en:kele malen .te zien. Door het resonerende geluid van zo'n botsing gewaarschuwd, zag ik de dieren neersmakken.

Andere verongdu<kten werden op en l1ang·s de weg door de li-cht- weerkaat-sende oogjes (di·e ook na het 'in•treden der dood nog een hele nacht blijven weeDspiegelen) opgemerkt.

Evenzo v<onden we nacht- en dagvogeJ.s, o.a. u1ilen, nachtzwaluwen, duiven en ook gewone zwaJ.uwen, die evenzo door botsingen om het leven waren gekomen.

Pas in '•t verloop der .cLe:rtig·er jaren werd me door HentaHen goed te controleren gevaHen overtui•gend bijg,ebrecht, dat deze botsin- gen ni>et geschieden doorda,t de jagende vleermuis 't g•ezoem van zo'n draad voor een vliegend insect houdt. Daar er óók kalorugs en !kleinere soorten vruchten etende vleermuizen op de~elfde wijze veronge1u}<iten, leek me da•t <tmuwens van den beginne af al zeer onwaapschijnl~jk. Daar de mast v·an m;ijn woonschuit door ze- ven stu1ks staal'draads<tagen van 4 m1m .dJi:kte werd gestaagd en de~e

door middel van wantspanners waren gespannen, trad er g,eduren- de het geankevd of gemeerd Li·ggen geen voor ons hoorbar·e tri1lling op en z·eker niet in smaUe Tiviertjes, waar door 't hog,e woud en bij nacht doorgaans g·een windzuchtje merkbaar is. T·egen deze stagen van 4 mm diikte, die elk slechts acht meter lang· waren, kwamen dk jaar wee,r .. meerdere vleermuizen V'an velerlei soort aan

hUin ein.de of raa,roten gewond.

In de kajui.t gezeten wevden we dan door het ·st<erk natdilende ge- luid van een der stag·en weer O!P zo'n g1eval attent g•emaakt. Dikwijl's werd di•t meteen gevolgd door <een :plof op het twaa:llf meter }lange en ruim drie m~t.er br·ede tentdak Met een electri:sche zaklarnip bijlich- tend vonden we dan zo'n ong.elu•kbg•e. Deze noodlott<i1g'e botsingen

ge'beuren waaDschijnlijk op de volgende wijze.

De di·eren steken open gedeelten (zoals een door het woud kron- kelende riv.ier) doorgaans in snelle vaart over, daar ZJe van jongs-af ondervonden hebben dat hi,er geen belemmeringen te ver- wachten zijn. Daar de dijcLikke, aill'uminium-geverfde mast hen na-

•tuurlijk ni<et ontgi•ng, zwenkten ze .hi.er ·in grote vaart langs en de van de masttop schuinomlaag gespannen draden werden dan di.k- wijJ,s te laat of niet opg1emerk,t. Bij het bere~ken van te verwachten natuurlij,ke belemmering•en, (zoals boomkruinen, afhangende rotan-

gordijnen, .s1itnge.t1planten of struikgewas) wordt steeds tijdig af- geremd en men zi,et ze verder ais grote rimboe-vJ,inders, al dwar- 103

(6)

relend, héél langzaam tussen het warnet heenscharrelen en soms zelfs voor .een tijdje, (zoals we dat ook van bepaalde soorten vleer~

muizen :bij .. dj a n t u n g ~pisang" kunnen zien) al fladderend, op een en dezelfde plaats stilstaan.

De zeer beweeglijke en grote oren wijzen er op dat 't gehoor ui.t~

stekend moet zijn. Wanneer men op meer dan twee meter afstand van een hangende vleermurs slechts zwak tussen de tanden si•st, reag.eren ze direkt door het richten der oren. Omdat insecteneters zeer hoge sji.r1pende krekelg•eluidJes voorbrengen, dioe men aneen van zeer nabij kan horen, js het gehoor allioht speci·aal op het fijne vhi·eggeluid van insecten berekend. Zeer langzaam vldegend manoeuvreren ze tussen het gewi·rwar van takken en bladeren door, hi·er en daar een insect verscha~kend', op het zoem1geluid en op het

gez icht

afgaande. Ook hi·erbij komen ze wel eens me.t hun vleugeltoppen in strijkend contact met bladeren en takjes, wat i•k in een boom g·ezeten, herhaaldelijk, op sleohts een :halve tot één met·er afst.and, te zien kreeg. Het is me zeker al meer dan honderd maal overkomen (dat !Ï·k gedurende de meer dan duizend nachten die ~k qp l1oerjacht en voor 't waarnemen van wild, in een boom on~

der een loertent doorbracht) dat een van de vilakte komende vleer~

muis in vol'le vaa.rt recht op me af kw.a1ffil, daarna voor de opening van de .tent afremcLe en vervolg·ens wat op en neer bl•eef dwarrelen.

Na •een tijdje kwam ze dan naar binnen gevlogen en werden de om mijn hoofd gonzende muskieten links en rechts, ál Hadderend weggesnapt Men behoeft n~et de m~nste vrees voor dez·e in•~eres~ · sante wezentjes te heibben en ik hidd me dan ook volkomen stiJl om · haar niet aan •het schrikiken ·te ma•ken en om zoveel mogelijk van haar dknsten en nabijheid >te kunnen genieten. Telkens als zij naar buiten gLipte of we.er verscheen voelde ik de luchtwarreli-ng door haar fladderende vieugdsJag in het gezi.cht en mijn hoofd werd dan hier, dan cLaar door de vleugelitoppen licht beroerd of door

een SJOrijkend contact goed voelbaar geraakt. De aanwezigheid

van vele volgezogen muskieten hield haar langdlllri!g in de nabij~

heild, doch de minste beweging deed haar me~t•een naar buiten zwenken. Ui•t hun hel'e doen en J.aten viel telkens weer, v.an zeer nabij, op -te maken, dat ze zich op kor.te afstand geheel met hun heldere nachtoogj-es oriënte•ren en dat de <tastûn niet meer dan bij- zaak is.

Wanneer zo'n tegen een der scheE':)psstag•en opgetornde luchtacro~

bailit sl>echts enige VJan haar lange, door de vl'i·eghuid verbonden vil!lgers had gebr·oken, haalde i1k het diertje met een toegeworpen lap, waarin ze haar .klauw,tjes sloeg, van het tentdak, om haar ver~

der in de kajuilt op te hangen. Vaak had i·k zul>ke paüenten. Door pijn en vrees op afweer bediiicht, wezen zij aanvankelijk elke toenadering met een schril g•e•krijs en tandgeknars absoluut af.

Bij de insectenetende soorten duurde het langer dan een week voor ze zioh Heten aanhalen, maar toch gingen hun angst en wan- trouwen door het .dagelij·ks toedienen v·an verdunde blikmelk en

(7)

wat vleesnat g.de·idelijk aan afnemen.

Na enkele weken w.a,ren ze na eerst even aanroepen. zonder enig gevaar v·an bijten, in handen te nemen. Aan hun achterklauwtjes aan een vinger hang·end, belikten z.e dan zdf,s onz,e handen en g·e~

zicht, waarbij z.e tevens een zacht Slpi,ngd uid lieten horen. De al onze beweg.ingen vol<gende kraa1oog,j.es brachten me dan tdk·ens weer <tot de ovevtui·ging, dat hun nachtogen zdfs overdag nog goede diensven bewijzen en dat het gezicht dus in geen geval in de beschouwing TWlg worden verwaarloosd. Bij alle soorten vl:eermui~

zen, van 1kalongs tot de kleinsten, ziet men in !het volle dagh:cht slechts <een z·eer fijne spleetpupil en bij nacht een ·grote ·rond.e, in na~

aenoeg ·dezelfde verhouding a1s men di<t bij katten te zien krijgt.

De van vruchten en biac1knopjes levende soovten zijn opmerktdijk rust:ilger en eerder aan ons gewend dan de insecteneters.. Bij hen werd reeds bi.nnen en~kele da<gen het ver.t•rouwen gewonnen en zij lieten he·t reeds binnen een wee1k toe, dat we hun gewonde vle·ugels behandd den.

Wanneer ze wakker waren en onze beweg,jngen met hun blirkken volgden, was het opnemen en het schi,Hen van een pisang of andere vrucht (tot op 3 <tot 5 meter afst:and van hun hangplaa,ts) soms oorzaak dat de zo o·oed a:ls ÇJenezen dier·en naar ons toe kwamen fladdP:ren. De draa.djes- en 'beUetjesmethode is wel hed aandig bedacht. doch :~k weet zeker dat ellke vlieermui.s in ·een vertvek van b.v. 10 bij 10 meter, waarin slechts tien draden zijn g•es:pannen en van bdletjes voorzien, binnen een paar minuten en ~aHkht binnen tilen •seconden, de Hokjes doet luiden. Om 't bewijs te lev.eren is deze tijdrovende lOroef trouwens nkt •eens nodig. Plaats sl!echts een foto- toes1td met lbli!k,semHcht-inrkhti<nq, voorzien van één enk de, hooa- stens tien meteT lange contaot:draad, op een plaats waar geregeld vleermuizen komen.

Een open v·ées.t:al voor de insecteneters of de ·kruin van een boom met riiloen~P: vruchten voor de vruohteneters, geven prachtgele- genheden. T.oen :ik in 1939 noq ITIIeende dat deze afgezaaÇJde, ver- ouderde denkwijze omt•rent de zintui•gen van vleermuizen ree.ds lang had afg.edaan, kreeg i1k toch weer te horen dat deze theori•e noq overai inganq vindt en op de scholen werd onderw,ezen. In 1939 werd me n.l. door de redactie van het "lagersbJ.ad" verzocht, eens het een en ander omtrent de moei<l'iikheden bii wi.]dfotoqraEie en voo.ra.]' ook over d·e automa1Usche nachtfotografi.e met bhksem- licht te pub]iceren. Een tiidie na het inzenden van het ÇTevraagde kreeÇT ~k de medP<deHnÇT, dat het :anh,keltje alleen kon worden ÇTe- plaatst, wanneer ik er in toP:st.emdE>. dat het qe:deel:te dat over vleer- mUifzen ha·ndelde werd: .aesc'hrapt. Het was i<mttners te a]q,ettJlleen be~

kend dat deze nachtfladderaars uitslui•tend op hrun zeer fiin ontwi-k- kelde "tastzin" vlieqen en dat het botsen tegen contactdraden dus tot de onmoÇJdiikheden behoorde

!

Ik had als een der ÇTrootste bezwa<ren vermeld. het nacht na nr~cht ontbranden van de blrtz-lading, doordat op insecten jagende vleer~

(8)

muizen tegen de hoog,stens Hen meter lang·e c:ontactdraad vHeg·en.

speciaal langs de randen van wildweiden en na·bij dri·nkplaatsen van w:Hd.

Langs wHdweiden en drin~pl'aatsen vindt men ·de meeste muskie- ten, di•e hi·er op het willd afkomen en ook véél meer andere vliegen- de i•nsecten dan langs wildpaden onder he•t hoge woud. Na ti"<?n-

tallen

van dergelijke mvsl•utkking-en kreeg i1k de eerste automatische wildopnamen ver van de rand -in de donke•re rimboe. Daar komen slechts zelden vJ.eeDmuizen, omdat ZJe hi•er nirets van hun gadi:ng vinden. Omdat het rtoestel voor.di•en langs wildweide of drinkplaats werd -ingestelld, op 7 tot 10 meter afstand van de plaats waar he•: wild als ;regel ui:t1kwam, de nachtzwalkers slechts zeiden juist op di<t g.edeelrte oonta<.:t veroorzaa•kten en de vJ.i.egsndheid van zo'n kleine .,duiveJ.sku,nstenaar" •te groot Is voor een scherpe opname ( z.elfs bij 1/200 seconde bel'iochting) ', heb ik de betreffende negatie- ven steeds. zo uit het fi·xeerbad, i.n gr.amschap overboord gekeild.

Ondan!ks de door mij gegeven uideg werd het ing.ezondene echter niet gepJ.aatst.

In verge.Jijking tot all:erlei andere Natuurwetenschappen, is de kenni•s omt.r:ent het !•even der di·eren i.n het wild, aan~epas<t .aan hun eigen omg•eving, wel zeer ver ten achter ~eraakt. Wat weten wij omtrent dieren_ die i'n hun soort -al eeuwenlang bekend zijn, dieren di·e men i·n nabije omg·evi.ng kan aantreffen ep anderen d~ men van oudsher als ·gevangenen te kijk stelt

?

Al di·e dieren achter tralies.

grachten of wat ruimere afsluiti·ng, hebben al naar om1s•tandi·gheden en aanpassi•ngsve•r•mo~en, heel wat ve11keerde meningen omtrent hun ware bestaan in he-t leven geroepen.

Verschi·llende diersoorten worden daar door onkunde op een g·eheel verkeerd die·et ·gesteld. Van· de wezens die ui•tsluitend een nachtleven leiden .i•s het minste bekend en hetgeen men hi•eromtrent in verschillende v•erhandelingen leest, is di•kwijls on1uist en telkens weer van het ene boe1k in het anden~ overqenomen. In aHedei· dier- kunde-boelken l-eest men bijvoorbeeld omtrent vJ.e•ermuizen, dat ze niet van de grond kunnen opvliegen. In wer•kdijkheid Is er g.e·en enkde

volwassen

en

gezonde

vlee-rmuis die dit vermogen mü.st. Ze verheffen ûch na w.at ÇTekruip .door heftiqr vleugds·lag.en met ge- mak van de 'bodem, doch dit ·kunnen ze alleen op een grondopper- vl•ak waaTop slechts heel kort g·ras of niet•s groeilt. Soms h.Jikt het pa.s na enige vergreefse :poslinÇT•e·n, doch aHen komen uH.eindelij:k los.

Ti-entallen ma~en Het i'k de dieren van v-ers•chi.Jfende soorten, ui.t deze, voor hen ongewone houdi•ng opvliegen en de rka.J:onÇTs ble1ken Merin he•t •meest bedr•even. Een volw.ass•en tamme ka~lon~ van de

~roots-te soovt met stro-qele kraag. die jaren achtereen geheel in vrijheid bij ons !bleef had er zelfs een genoegen in ~evonden,

om nu en dan in een lange gliivluoht op een grasveld nee·r te strij- ken en zich vervo!1gens weer door één enkele afzetslag in de lucht te ve-rheffen.

Toen we hem .later op onze schui·t meenamen kwam hij, (het was

(9)

èen mannetje) na ruim een jaar als 1111ascotte te hebben gediend, op een ongdukkige mani,er aan z'n einde. Hij was toen 4% jaar oud en had ,e-en vluoht van

1.45

meter. Dat het gedrag van deze kalong, d~e we als een kale zud·geling kregen, geen uiüond·eri.ng was, bewees een ·tweede exellljpl1aar .dat we als volwassen dier met gebroken vleugel•spits in hezi,t .kregen. Bi•nnen een maand was de vleugel g·enezen en zij (di't was een wijfje) werd toen even tam en aanhankelijk als de eerste.

Over deze zeer :pioenter.e di·eren en ·hun wilde soortgenoten wil ik bij een volgende gelegenheid nog veTschilJ:ende, misschien weinig gekende 1bijzonde·rheden vertellen.

Summary

OBSERVATIONS ON KALONGS AND OTHER BATS

Mr.

P

i et ·ers de.scrli:bes how he established the fact that fruc- tivorous bats !beate thei•r food by smelJ. He stat•es that these ani- mal's are frequently billed by .electric current, H the f.ruirtbearing trees are standing nea·r hve wire.

Moreover he often witnessed small, insectivorous .bats com.ing to g<rid by hi<tting telephone wi·res and .such-~:1ke inconS~pidous ob- stades, that had been pUit up recently. 11hence i.t ·is argued that our confi.dence in thek ahi1Ji.ty for soundi·ng s1pace iby heaTing is not fully justified. T:he aurt:hor even feels sure that Spa ll a n- z a n i's ·much qnoted ex:periments never could be made without meet:.ng complete failure. Neither is he sa•tisfied with the results of recent experiments as reported in po,pu1ar communications.

His own observations woulel seem to sug.gest that the co-operation of seveTal senses :,s i•nvolved.

DISCUSSION

THE SUPERSONIC HEARING OF BATS

by C. J. Ja.s<ki

Mr. Pieters' observa.Uons suggest quite convincingly : that bats J.earn t.o remember .artifi.cial obstacles;

that they II'iove circumls,pectly w:here olbstacles are expected (•thick- ets, tangled creepers and such-Hke);

that aH accident,s reported were caused by thrn wi>res;

that death or damage from the impact of theSI~ wires only occurred where they had been put up recently in open spaces;

that the behaviour of bats depends to a wnsiodera'ble extent on experience.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

Deze zoönose wordt namelijk niet opgelopen door direct contact met hond of kat en zelfs niet door onverhoopt contact met de “verse” ontlasting van besmette dieren.. De eitjes

De Informacie van 1514 schetst het beeld van een omvangrijke publieke schuld die door een groot deel van de publieke sector werd gedragen; deze werd, voor zover wij kunnen

Het is mogelijk, dat er van deze cultivar meer dan één kloon gekweekt wordt, maar de verschillen tussen de planten in de botanische tuin in Wageningen zijn gering. Smith te Newry

Ook diverse andere activiteiten laten een afname zien in de tijd, meest opvallend is het dalende aandeel respondenten dat het bos bezoekt voor de activiteit ‘recreëren niet

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Deze is bovendien, bij aanhouden van een gelijke afstand voor de veld- kavels (i.e. 1600 m ) , mede bepalend voor de gemiddelde afstand voor het bedrijf als geheel.Door

Het hiervoor gebruikte lichtmodel heeft goed gewerkt, zodat het minder belichten dan wat men in de praktijk gewoon is, geen negatieve consequenties had voor het gewas en het