Vonnisnummer / Griffienummer
2022
/ J.859
Repertoriumnummer / Europees
Datum van uitspraak
23 mei 2022
Naam van de beklaagde(n)
Systeemnummer parket
19CO25119
Dossiernummer
22A000454
Notitienummer parket
Aangeboden op
Niet te registreren
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
Kamer ACl
Vonnis
Dossiernr 22A000454 ACl kamer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen:
BEKLAAGDE(N):
1. RRN
00 3576
geboren te op
van Belgische nationaliteit ingeschreven te
beklaagde, vertegenwoordigd door
2.
RRN
geboren te op van Belgische nationaliteit ingeschreven te
beklaagde, bijgestaan door Meester
TENLASTELEGGING(EN)
vonnisnr
advocaat te
advocaat te
Als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek;
/
p.2
A Met bomen begroeide oppervlakten ontbossen zonder of in strijd met een geldige vergunning
buiten de gevallen bedoeld in de artikelen 4.2.2. tot en met 4.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15° van het bosdecreet van 13 juni 1990, van met bomen begroeide oppervlakten, vermeld in artikel 3 §§ 1 en 2 van voornoemd decreet, hetzij zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning, omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, hetzij in strijd met de betreffende vergunning te hebben uitgevoerd, hetzij na verval, vernietiging of het verstrijken van de termijn van de betreffende vergunning, hetzij in geval van schorsing van de betreffende vergunning, verder te hebben uitgevoerd,
(art. 4.2.1., 2°, 4.2.2., 4.2.3., 4.2.4., 6.2.1. lid 1, 1°1 en 6.3.1. § 1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; art. 5, 1 °, a), en 6 lid 1 Decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning)
met name op het perceel gelegen te met kadastrale gegevens
en met een globale oppervlakte van eigendom van en :geboren te op , ingevolge akte van aankoop dd. 23/10/2018 verleden voor notaris te
namelijk een ontbossing over een oppervlakte van ca. 1.400m2
te data door
tussen 1 november 2018 en 30 december 2018. meermaals. op niet nader bepaalde
Dossiernr 22A000454 ACl kamer Vonnisnr /
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen p.3
B Bosdecreet Bij samenhang.
Opzettelijk, in strijd met de wettelijke voorschriften of in strijd met een vergunning, handelingen te hebben gesteld waardoor een met bomen begroeide oppervlakte als vermeld in artikel 3, §1 en
§2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, geheel of gedeeltelijk is verdwenen en er aan de grond een andere bestemming of gebruik werd gegeven, de feiten strafbaar gesteld zijnde door artiki:d 16.6.3quinquies eerste lid van het Decreet van S april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
met name op het perceel gelegen te met kadastrale gegevens
en met een globale oppervlakte van eigendom van en (geboren te op •, ingevolge akte van aankoop dd. 23/10/2018 verleden voor notaris te
namelijk een ontbossing over een oppervlakte van ca. l.400m2
te data door
tussen 1 november 2018 en 30 december 2018, meermaals. op niet nader bepaalde
tevens gedagvaard om, bij toepassing van artikel 16.6.6 van het Decreet van S april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, zich te horen veroordelen tot het herstellen van de plaats in de oorspronkelijke toestand, zijnde een herbebossing met beuken, overeenkomstig de herstelvordering van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap van Natuur en Bos dd. 07/05/2020, uit te voeren in het plantseizoen tussen 1 oktober en 31 maart volgend op de uitspraak van de Rechtbank, onder verbeurte van een dwangsom van 100 Euro per dag vertraging te rekenen vanaf 15 december van het jaar volgend op de betekening van het vonnis.
***
PROCEDURE
De behandeling en de debatten van de zaak hadden plaats in openbare terechtzitting.
De rechtspleging verliep in de Nederlandse taal.
De rechtbank nam kennis van de stukken van de rechtspleging en hoorde alle aanwezige partijen.
Dossiernr 22A000454
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
Beoorde ling
op strafgebied feiten
a.
ACl kamer Vonnisnr /
De heer (eerste beklaagde, verder: rooide eind 2018 Amerikaanse eiken over een oppervlakte van ongeveer 1.400 vierkante meter in een bos gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. beschikte niet over een vergunning voor deze ontbossing.
bewijs, kwalificatie en toerekening
b.
betwist niet in november of december 2018 de aangehaalde ontbossing te hebben uitgevoerd. Hij houdt voor dit te hebben gedaan in opdracht van de nieuwe eigenaar, de heer
(tweede beklaagde, verder: 1 en zich er ten onrechte niet van vergewist te hebben dat een vergunning was afgeleverd voor de ontbossing.
C.
wordt vervolgd als opdrachtgever voor de ontbossing, maar ontkent deze opdracht te hebben gegeven.
p.4
5taaft zijn verweer met een factuur die hij middels zijn firma zou hebben overgemaakt aan voor het rooien van de bomen. Deze factuur zou contant zijn betaald in tegenstelling tot eerdere facturen en in de boekhouding van is de factuur evenmin terug te vinden.
Het bewijs dat opdracht zou hebben gegeven voor het rooien van de bomen, is niet geleverd. Hij wordt vrijgesproken voor de hem ten laste gelegde feiten.
d.
De natuurinspecteur die de vaststellingen verrichtte in deze zaak stelde dat het ontboste perceel huurde van de eigenaar die het perceel op 23 oktober 2018 aan 11erkocht, zodat
"allicht" het perceel wilde omvormen naar grasland en daarom tot ontbossing zou zijn overgegaan. maakte er in zijn verhoor gewag van dat het perceel wou kopen en er landbouwgrond van wou maken, dan wel dat hij de bomen gerooid zou hebben om makkelijker op Zijn terrein te komen.
Deze vermoedens en stellingen worden door het onderzoek niet hard gemaakt en zijn niet bepalend voor het beoordelen van de gegrondheid van de strafvordering ten opzichte van
Dossiernr 22A000454 ACl kamer Vonnisnr /
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen p. 5
e.
De feiten zijn bewezen, werden correct gekwalificeerd in de rechtstreekse dagvaarding en worden toegerekend.
straf en strafmaat
f.
Het opleggen van een straf benadrukt het belang van de overtreden norm en dient als signaal, zowel naar de beklaagde toe als naar de maatschappij in haar geheel. De bestraffing beoogt het herstel van de door het misdrijf aangebrachte maatschappelijke schade. De bestraffing dient ook om de maatschappij te beschermen. Tegelijk wordt de maatschappelijke reactie ten aanzien van de dader naar aanleiding van het misdrijf met de bestraffing afgerond en indien mogelijk wordt de dader ertoe gebracht herhaling te vermijden.
Bij het bepalen van de concrete straffen wordt rekening gehouden met de aard en de ernst van de feiten, de concrete feitelijke omstandigheden en persoonlijke omstandigheden van de dader.
Het ontbossen betreft één gedraging, strafbaar onder de kwalificaties vermeld in de
tenlasteleggingen A en 8, zodat slechts één straf wordt opgelegd en de mogelijke straf bepaald wordt door de strafbepaling die de strengste straf voorschrijft.
g.
Handelingen betreffende natuurbeheer worden gereglementeerd om het evenwicht met de overige subjecten en activiteiten in de samenleving en de omgeving te garanderen. Een fijnmazig systeem van voorwaarden en vergunningen is hierbij een nuttig en noodzakelijk hulpmiddel.
Het schaarse bosgebied in Vlaanderen dient gevrijwaard te worden en door onvergund te ontbossen wordt de natuurschade toegebracht vooraleer de maatschappelijke toets omtrent opportuniteit en toelaatbaarheid kon plaatsvinden. Voorafgaande (omgevings)vergunningen en voorwaarden hebben slechts nut wanneer ze nageleefd worden en afgedwongen worden bij niet- naleving. Het gedogen van inbreuken ondermijnt niet alleen de publieke controle op
natuurbeheer, het zou tevens het ondernemerschap in de betreffende sector schaden door oneerlijke concurrentie in het leven te roepen.
Zelfs bij de uitvoering van het nodige herstel (infra) zal het decennia duren vooraleer de natuurschade hersteld is.
h.
.verd al vier keer veroordeeld voor verkeersinbreuken. Dit gerechtelijk verleden en de relatieve ernst van de feiten brengen met zich dat een correctionele veroordeling en bestraffing
Dossiernr 22A000454 ACl kamer Vonnisnr /
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen p.6
noodzakelijk zijn, het opschorten van de uitspraak van een veroordeling zou geen correct signaal zijn, noch maatschappelijk, noch naar beklaagde toe.
Een geldboete van duizend euro is gepast. Tevens rekening houdende met de impact van de veroordeling tot herstel, wordt de uitvoering van de straf gedeeltelijk uitgesteld, om de
desocialiserende effecten van een geldboete (voorwaardelijk) te vermijden en om het opnieuw plegen van misdrijven te ontraden. Teneinde dit ontradend karakter te maximaliseren wordt het uitstel gekoppeld aan de langste termijn van uitstel die de wet toelaat.
herstel
i.
De gemachtigd ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos formuleerde op 7 mei 2020 een herstelvordering die uitdrukkelijk
'in rem'
werd opgesteld, ten aanzien van alle deelnemers aan het geviseerde misdrijf, de ontbossing (stuk 38-41 strafdossier, in het bijzonder stuk 41). Dat de rechtstreekse dagvaardingnominatim
enkel vermeldt met betrekking tot dezeherstelmaatregel is dan ook niet bepalend of beperkend, in het bijzonder omdat het openbaar ministerie zich bij de behandeling ten gronde aansloot bij de herstelvordering ten opzichte van
had dan ook de mogelijkheid zijn verweer hieromtrent te voeren kon zijn verdediging betreffende de herstelvordering naar voor brengen als (mede)beklaagde en als eigenaar van het geviseerde perceel.
j.
De gemachtigde ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos vorderde op grond van artikel 16.6.6 DABM, het herstel in de oorspronkelijke staat, meer bepaald:
Herbebossing met beuk (fagus sylvatica) bosplantsoen - plantverband 1,5 x 1,5 m voor een oppervlakte van 1.400 m2 - aankoop op factuur bij boomkweker - het perceel mag niet toegankelijk zijn voor dieren. Bij afsterven boompjes dienen deze telkens vervangen te worden.
De ambtenaar en het openbaar ministerie vorderen tevens een dwangsom van 100 euro per dag vertraging op te leggen.
De rechtbank is verplicht om het herstel te bevelen wanneer dit noodzakelijk is om de gevolgen van het misdrijf te doen verdwijnen. Het herstel in de oorspronkelijke toestand houdt niet in dat de plaats moet worden hersteld in de materiële toestand die identiek is aan de toestand zoals die voor het misdrijf bestond.
Dossîernr 22A000454 ACl kamer Vonnîsnr /
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen p. 7
Het herstelvordering is wettig en dient te worden toegekend. De termijn van uitvoering wordt bepaald op één jaar en een dwangsom van 50 euro per dag vertraging wordt opgelegd om de uitvoering van het herstel te verzekeren, met dien verstande dat die dwangsom zal verbeuren vanaf de eerste dag na de hoger vermelde hersteltermijn in zoverre het huidig vonnis vooraf werd betekend. Er wordt aldus geen dwangsomtermijn toegestaan.
TOEGEPASTE WETTEN
De rechtbank houdt rekening met de volgende artikelen die de bestanddelen van de misdrijven en de strafmaat bepalen, en het taalgebruik in gerechtszaken regelen:
art. 1, 2, 11, 12, 14, 16, 31, 32, 34, 35, 37, 41 wet van 15 juni 1935;
art. 1, 2, 3, 6, 38, 39, 40, 41, 65, 66 strafwetboek art. 4 V.T.Sv
art. 191 Sv
alsook de wetsbepalingen aangehaald in de inleidende akte en in het vonnis De rechtbank:
op tegenspraak ten aanzien van Op strafgebied
Ten aanzien var eerste beklaagde
Veroordeelt voor de vermengde feiten van de tenlasteleggingen A en B:
tot een geldboete van 8000,00 EUR, zijnde 1000,00 EUR verhoogd met 70 opdeciemen.
Boete vervangbaar bij gebreke van betaling binnen de wettelijke termijn door een gevangenisstraf van 90 dagen.
Verleent uitstel van tenuitvoerlegging wat betreft de geldboete voor een termijn van 3 jaar, doch slechts voor een gedeelte van 6000,00 EUR, zijnde 750,00 EUR verhoogd met 70 opdeciemen.
Veroordeelt tot betaling van:
- een bijdrage van 1 maal 200,00 EUR, zijnde de som van 1 maal 25,00 EUR verhoogd met 70 opdeciemen, ter financiering van het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en de occasionele redders
een bijdrage van 22,00 EUR aan het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand - een vaste vergoeding voor beheerskosten in strafzaken. Deze vergoeding bedraagt 52,42
EUR
Dossiernr 22A000454 ACl kamer Vonnisnr I
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
- de kosten van de strafvordering tot op heden begroot op 1/2 x 59,64 = 29,82 EUR
herstel
Veroordeelt tot het herstel in de oorspronkelijke toestand van een perceel te
met kadastrale gegevens namelijk:
Herbebossing met beuk (fagus sylvatica) bosplantsoen - plantverband 1,5 x 1,5 m voor een oppervlakte van 1.400 m2 - aankoop op factuur bij boomkweker- het perceel mag niet toegankelijk zijn voor dieren. Bij afsterven boompjes dienen deze telkens vervangen te worden.
Bepaalt de termijn voor uitvoering op een jaar na het in kracht van gewijsde treden van onderhavig vonnis;
p. 8
Legt een dwangsom op van 50,00 euro per dag vertraging na het verstrijken van de hoger
bepaalde hersteltermijn in zoverre huidig vonnis vooraf werd betekend, geplafonneerd op 20.000 euro; legt geen dwangsomtermijn op;
Ten aanzien van
Spreekt kosten.
tweede beklaagde
voor de tenlasteleggingen A en B vrij en stelt hem buiten zake zonder
Legt de kosten begroot op 1/2 x 59,64 = 29,82 EUR ten laste van de Staat
Dit vonnis is gewezen en uitgesproken in openbare zitting op 23 mei 2022 door de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, kamer ACl:
rechter
in aanwezigheid van een magistraat van het openbaar ministerie, met bijstand van griffier
